Buitenland. blijkt dat er een voordeelig saldo is, dan wordt, nadat onder het rooken eener lange pijp en het gebruiken van een borreltje (dat men echter zelf moet betalen) de werkzaamheden zijn afgeloopen, elk verzocht zich om de koffie tafel te scharen en over te gaan tot het gebrui ken van een krentebol. 't Is te begrijpen dat dergelijke vergaderingen goed worden bezocht en een zeer gezellig aanzien hebben. Bij Kon. besluit is aan den heer A. Moens, met ingang van 1 April, op zijn verzoek eervol ontslag verleend als inspecteur van het lager- onderwijs in de tweede inspectie. Op het Paleis het Loo werd Woensdag de standaai dvlag geheschen. Vele ingezetenen schre ven hunne namen in het telicitatieboek ten paleize. De gewone uitdeeling van levensmiddelen aan 200 personen geschiedde 's morgens. De Koningin en de Prinses reden 's middags door het dorp. Z. M. geniet eene hoogstbevredigendegezondheid en ontving vele gelukwenschen, ook van buiten- landsche Hoven. De heeren Perry Co. te Amsterdam hebben bij gelegenheid van 's Konings verjaardag van een aardig reclame middel gebruikt gemaakt. Zij hebben namelijk aan 2000 kinderen der kostelooze scholen elk eene Perry-muts", benevens twee gesmeerde krentenbroodjes doen uitreikende muts is van roode stof en heeft op den bol het adres van Perry. Deze uitdeeling, die veel vroolijke gezichten maakte, had plaats in het lokaal „d'Geelvink". Het voornemen is om, nadat de Tweede Kamer a. s. Dinsdag hare werkzaamheden heeft hervat, in de eerstvolgende dagen in de afdeelingen te doen onderzoeken tal van wetsontwerpen, o. a. die betreflende de invoerrechten, de kanaalrechten, en de o vereer komsten met de spoorwegmaat schappijen. Woensdagmorgen omstreeks 6 uur ontstond te Alkmaar brand in den oostelijken vleugel van het stadhuis, waar de arrondissements-rechtbank zetelt. Het rechterlijk archief en dat van Hoorn, zijn geheel verbrand; gedeeltelijk ook het rech terlijk archiet van Alkmaar. De lokalen door de gemeente Alkmaar gebruikt, bleven zonder schade. Ook het museum is nog ongeschondenvele schilderijen waren reeds terstond in veiligheid gebracht. Te 10 uur was men de brand meester. Te Bolsward ontstond Dinsdag eene ont ploffing in eene woning, doordien men eenig kruit, hetwelk voor vuurwerk moest worden gebruikt, op de kachel had gelegd, de vensters vlogen aan stukken, waarna de bewoners de deur uit snelden. Een persoon bleef echter achter, die men naderhand wedervond, het gansclie ge laat met brandwonden bedekt en het haar afge schroeid. De overige bewoners kwamen er ongedeerd of met lichte brandwonden af. Het begin van den brand was spoedig gebluscht, maar het vertrek en de meubels zijn zwait geblakerd. Te Amsterdam is Donderdag-morgen de Stads schouwburg op het Leidsche plein afgebrand. Tusschen 6 en 6 uur dos morgens schijnt de brand te z(jn ontdekt en deze nam zoo hevig toe, dat niettegenstaande de brandweer alle middelen totblusschingaanwendde, de vlammen met geen mogelijkheid waren te stuiten. Het gebouw is dan ook geheel uitgebrand. De oorzaak van het onheil is niet met zekerheid te zeggen. Den vorigen avond was ter eere van 's Konings verjaardag in den schouwburg opgevoerd „De terugkomst van den koloniaal1', aan het slot daarvan was eene apotheose met bengaalsch vuur. De voorzorgsmaatregelen bij het ontsteken van tooneelvuren waren streng opgevolgd. Het geheele gebouw stond 's nachts gewoonlijk leeg. In den vleugelhoek van de Leidsche straat sliep de knecht van den kastelein. Overigens deed een brandwacht van den post Leidschekade-Leidsche- plein onmiddelyk na elke voorstelling, om het half uur de ronde door het geheele gebouw, waarbij hy op 32 schellen moest seinen dat alles in orde was, dan, van één uur 's nachts af, om de twee uren. Die brandwacht heeft in den nacht om kwart over drieën zijne gewone ronde gedaan. Toen heeft hij geen onraad bespeurd. Niettemin zal waarschijnlijk op dat uur reeds hier en daar het vuur gesmeuld hebben. De brand bleef tot den schouwburg beperkthoewel het Americain hotel groot gevaar liep om ook een prooi der vlammen te worden: dank de ijverige werkzaamheid der brandweer werd dit gevaar voor komen, de schade veroorzaakt door het water in dit gebouw is echter niet onbeteekenend. De schade, door den brand veroorzaakt, is natuur lijk hoogst aanzienlijk. De gemeente-gebouwen zijn geen van alle verzekerd; de premiën zouden zulk een aanzienlijk jaarlyksch bedrag maken, datde kosten het verlies, door een mogelijken brand veroorzaakt, zouden overtreffen. Alléén het roerend goedde meubelen, de costumes, de doeken, waarvan een rijke en kostbare voorraad tot den stedelijken schouwburg behoorde, was tegen brandschade verzekerd voor f150,000. Maar voor wie de schade zeer groot is, het zyn de artisten van het „Nederlandsche Tooneel," niet alléén zij die gespeeld hadden maar allen min of meer- Er waren er die het grootste deel van hunne kostumes en kleederen in den schouwburg bewaarden en velen stonden schreiende de verwoesting aan te zien, Ook vernam men van andere incidenteele rampen, men sprak van een gasfitter, die voor zijne opge spaarde duiten of ontvangen erfenis van c. a. f 5000 geen veiliger bewaarplaats wist dan den schouwburg ze daar had weggestopt en ze nu wel nimmer zal terugvinden: Gelukkig heeft men bij dezen brand geen menschen- levens te betreuren. Het bericht, dat verschillende reeders te Ylaardingen en Maassluis het voornemen zouden hebben, voor de aanstaande haringvisscherij geene Duitschers meer aan te monsteren en hunne zeelieden te betrekken uit Scheveningen, mist, naar aan het „Haagsche Dagblad," geschreven wordt, allen grond. Het zou inderdaad moeite kosten de 4- a 500 Duitschers, die gewoonlijk op de haringvloot dienst doen, door Scheveningers te doen vervangen. Het gebeurt zelfs dat voor de Scheveningsche vloot zeelieden uit andere plaatsen moeten worden aangemonsterd. Bij vele Duitschers is het de gewoonte om des zomers ten haring te gaan varen dermate in het familie leven ingeweven, dat de zoon ze van den vader overerft. Naar men uit Ierseke aan het Vaderland bericht, is jhr. J. L. C. Pompe van Meerdervoort te Bergen-op-Zoom bezig eene zeer groote maat schappij op te richten voor de kunstmatige oester teelt, eene maatschappij van zulk een omvang, dat een geheele ommekeer in de oestercultuur daarvan te verwachten is. Zijn de mededeelingen, welke het blad ontving, juist, dan zou deze grootsche onderneming omvaten een half dozijn zeer goed werkende kleinere ondernemingen, waaronder ook zijn, welke thans reeds zeer belangrijke zaken doen, en zou men op deze wijze in ééne hand krijgen ruim een derde deel van de geheele oesteropbrengst op de Schelde en de Zeeuwsche stroonaen. Men verzekert, dat het benoodigde kapitaal gevonden is. Het geheele opperbeheer en de; leiding dezer zaak zouden toevertrouwd zijn aan jhr. Pompe van Meerder voort. Men zegt, dat het hier gaat om eene productie van twaalf millioen oestersjaars. Niet alleen de Schelde, niaar ook de Zuiderzee zou in deze exploitaitie betrokken zijn. Toen de spoorboot „Gioningen" Woensdag" avond hare laatste reis naar Stavoren maakte, waartoe zij om 7.14 van Enkhuizen was vertrokken was het om de Noord zwart van vischschuiten, Markers en Bunschoters, die op haringvangst aan de netten hadden gelegen. Niet allen voerden de voorgeschreven lichten en zoo moet het bijgekomen zijn, dat een voor den boeg der stoomboot voorbij laverende Marker botter M. K. 04, in het opzeilen naar Enkhuizen nabij het Hop door de boot werd aangevaren, zoo hevig, dat zij bijna onmiddelijk zonk. Bij het electrisch licht dat men op de boot zonder verwijl ontstak, werd het mogelijk, de beide visschers Dirk en Klaas Zeeman van het wrak aan boord te halen, die mede naar Stavoren werden genomen, waar zij voor gemeenterekening een onderkomen vonden, tot ze den volgenden morgen den tocht naar Enkhuizen mede maakten. Van hun vaartuig was toen niets meer te zien. Toch schijnt het heel gevaarlijk in het vaarwater nabij de roode ton te zitten, waar er reeds een Bunschoter zoo op stiet, dat hij lek naar de helling van Lastdrager werd vervoerd. ECt.) De jaarlijksche Paaschtentoonstelling van rijstieren, melkvee, vet rundvee, rammen en fokschapen, Vrijdag 28 Maart 1890 te Alkmaar te houden, biedt weder gelegenheid tot mededin ging, voor onze landbouwers en veehouders, op verschillend gebied. Van het rundvee worden gevraagd: uitsluitend met hard voeder gemeste vier-jarige en drie-jarige ossen, afgewisselde en niet-afgewisselde koeien en kalveren; van rijstie ren, van zuiver inlandsch ras: driejarige, tweeja rige stieren en pinkstieren; van melkvee,insgelijks van zuiver inlands rasoudere melkkoeien, drie jarige melkkoeien, melkvaarzen die allen na 1 Januari 1890 moeten hebben gekalfd, benevens kuispinken; van wol vee: eenjarige rammen en koppels van vier fokschapen. Naar aanleiding van het door een aantal veldwachters in Friesland tot den Commissaris des Konings in die provincie gericht verzoek, om maatregelen te willen nemen ter bevordering dat op de eene of andere wijze in hun lot worde voorzien, indien zjj op hun ouden dag niet meer in staat zijn hunne betrekking naar behooren waar te nemen, heeft deze daarover eene circu laire verzonden aan de gemeentebesturen ten plattelande, ter aanbeveling van de zaak. De zaak verdient, gelijk de Commissaris des Konings schrijft alleszins de belangstelling der Gemeen tebesturen, niet alleen uit een gevoel van billijk heid jegens de beambten zei ven, wien het hier geldt, maar ook ter wille van het gemeentebelang, daar niet zelden een veldwachter, gelijk ook sommige andere beambten en ambtenaren, alléén wegens onzekerheid van zijne toekomst uit een geldelijk oogpunt, langer in dienst wordt gehou den dan in welbegrepen belang der gemeenten wenschelijk is te achten. Door de Nederlandsche Vereeniging ter bevordering der paardenfokkerij is voor f 3000, te Aurich een hengst aangekocht van Anglo- Normandisch-ras. Het schoone dier is voorloopig geplaatst op den huize Clingendaal. Te Hilversum zijn op den Oosterspoorweg twee goederentreinen tegen elkander gereden. Het materieel heeft veel geleden. Persoonlijke onge lukken hebben niet plaats gehad, doch de dienst ondervond gedurende dien dag nogal vertraging, zoodat de meeste treinen '/2 1 uur te laat te Amsterdam aankwamen. De helft van de honderdduizend uit de staatsloterij heeft vijfendertig Gorcummers een buitenkansje bezorgd. Zeventien societeitsleden elk 500, veertien onder-officieren elk meer dan 600 pop, terwijl nog enkelen een twintigje mochten omruilen voor het hun toekomend aandeel. Volgens de Fr ank f. Zeitung is de heer Herkerath, chef van het tariefwezen voor het goederenvervoer bij de Ned. Rhijnspoorwegmaat- schappij, naar Berlijn gezonden ter voorbereiding van een conferentie over de verlaging der vrachten op de Nederlandsche en Duitsche spoorwegen, in verband met het voornemen om de Duitsche stoombooten naar Oost-Afrika te Rotterdam te doen aanleggen. - Men moet waarlijk eerbied hebben voor de matigheidsapostelen wanneer men het doel, dat zij zich voorstellen, toetst aan de reusachtige hoeveel heden sterken drank, die er w-orden gebruikt.,- Hoe groot die hoeveelheid is zal wel uit de statistieken bij benadering opgemaakt kunnen worden, maar een denkbeeld ei van verkrijgt men reeds wanneer men in de Times leest, dat in 1889 in Engeland alleen voor 7,000,000 pond sterling meer werd gedronken dan in 1888: maar in de laatste tien jaren 100,000,000 pd. st., dus ruim een milliard gulden minder gebruikt werd dan in het daaraan voorafgaand tiental Wanneer er sprake is van eene vermeerdering of vermin dering van het gebruik met tien millioen 'sjaars in één land, dan zou men bijna zeggen, dat eene poging om het gebruik tot nul te herleiden, een onbegonnen werk is. -- Eene nieuwe ziekte, of de influenza in een nieuwe gedaante, wordt uit de omstreken van Mantua gemeld voornamelijk gekenmerkt door een toestand van bewusteloosheid met hevige koorts gepaard en welke drie of vier dagen duurt. Na zijn ontwaken wordt de lijder langzaam beter, maar soms ontwaakt hij niet meer. In dé provincie Mantua heet deze ziekte de „nona." In de zaak der ontploffing van de kardoezen te Antwerpen heeft het Hof van appél te Brussel de gevangenisstraf, uitgesproken tegen den voornaamsten beschuldigde Corvilain, verhoogd van tvvee tot vijf jaren en zes maanden, en ook all6 eischen tot schadeloosstelling, welke den slachtoffers waren toegestaan, verhoogd. - Men begint in Engeland stalen scheepsboo- ten uit éen stuk te maken. Door persing wordt uit een vlakke plaat de behoorlijke vorm aan het vaartuig gegeven, zoodat er geen enkele klink of schroefbout behoefd gebruikt.te worden, behalve aan den achtersteven. Dezo booten zijn buiten gewoon licht, sterk en dicht. Door valproeven met blokken van 100 Kg. gietijzer van eene hoogte van 21 meter bleek' dat de dunne huid van het zachte staal wel groote vervormingen ondergaat, maar volkomen dicht blijft. Men verwacht, dat deze uitvinding de tot nog toe gebruikelijke houten boot voor de groote vaart geheel zal verdringen. - Aan de „Times" wordt d. d, 17 Febr. uit Durban gemeld, dat in de geheele Z u id-Afrikaan - sche republiek verzoekschriften worden ondertee kend, waarin de regeering wordt verzocht alle vreemdelingen, en ook Nederlanders, van het bekleeden van staatsbetrekkingen uit te sluiten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1890 | | pagina 2