Publieke Verhuring.
HOLLAND-AMERIKA.
Feuilleton.
RAAP- LIJNKOEKEN,
CLAAS HONIG ZOON.
CONINCK WESTENBERG
was
op Dinsdag 4 Maart a. s.
publiek te verhuren:
Nederlandsch Amerikaansche
Stoom vaart-Maatschappij.
Lijn: Noord-Amerika,
LijnZuid-Amerika,
De Geheimzinnige
„EERSTEN PRIJS,"
Verguld Zilveren en Zilveren Medailles
Het Bestuur van het Waterschap Eierland,
presenteert
's morgens 11 ure, in het logement „de Hoop"
te DE COCKSDORP
Ten overstaan van den Notaris
Voor den tijd van 5 jaren.
A. den Eierlandscheu Zeedijk eu Bermen
in 7 perceelen.
H.A. C.
1. 5.00.29 gelegen tusschen de Sectiën L en M.
2. 4.97.15 idem alsvoren MenN
3. 4.92.12 idem alsvören N en O.
4. 6.03.74 idem alsvoren O en P.
5. 5.86.32 Van daar tot recht voor den
Hoofdweg.
6. 4.70.00 Van daar tot 100 meters bezuiden
de Sluis in de Roggesloot.
7. 6.30.22 Beginnende 30 meters benoorden
het Polder-Magazijn strekkende tot
de Duinen bij het hek.
B. Het Visclnvater in het Waterschap
Eierland in 5 perceelen.
C. Het Visclnvater buitendijks in de
geul der Roggesloot in l perceel.
D. Buitenveld,
16.00.00 Buitenveld gelegen voor de Duinen
van het Waterschap Eierland.
E. Be schelpenplaatsen bij de Sluis in
de Roggesloot, groot 1293 Centiaren.
Nadere informatiën te bekomen bij den
Opzichter J. P. NOORDIJK en voornoemden
Notaris.
elke week naar NEW-YORK.
elke maand naar
MONTEVIDEO en BUENOS-AYRES.
Men vervoege zich aan de Kantoren der
N A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam,
en bij de Agenten, of bij
Inspecteur J. E. KROES, Groningen.
E. BOLSIUS, Oisterwijk.
Vrij naar 't Fransch door A. B
45. Deel II Hoofdstuk IX.
De Compagnon.
Eenige oogenblikken later, op 't oogenblik dat de
gewonde de oppervlakte bereikte, omringden eene
zeer talryke menigte de ingang der put niet alleen,
maar vulden tevens het gebouw en het plein er
voor. De tijding van het ongeval had zich reeds door
het gansche dorp en in den omtrek verspreid en
vrouwen, kinderen en grijsaards liepen toe om in
lichtingen in te winnen naar hun nabestaanden
Men vroeg angstig aan hen die boven kwamen
men riep; overal verschrikte gezichten.
Drie families zagen te vergeefs uit naar hen, welke
zy zochten, het was de familie van Grand Leopold
en die van twee andere arbeiders, wier deerlijk
verminkte lyken men later onder het puin vond.
Toen men zei, dat er een gewonde werd boven
gebracht, riep men van alle kanten
Wie is het? wie is het?
De naam van Antoine Robin was op aller lippen.
Antoine, herhaalde een stem diep zuchtendet
mijn Hemelt wat zal tante wel zeggen? Wat zal
er van ons worden? Waar is Antoine? Gertrude
drong tusschen de menigte door naar de plaats,
waar Antoine zich moest bevinden.
De dokter had reeds tyd gevonden om de gewonde
te onderzoeken en zei tot Van Holst en Leonard
welke hem angstig aanstaarden:
Niets ernstigs Twee lichte kneuzingen.
Binnen enkele weken zal hy, zoo ik hoop, geheel
genezen zyn.
Antoine glimlachte tegen zijne jonge bloedver
wante, welke juist in tyds door het volk gedrongen
was, om die uitspraak van den dokter nog te hooren
Hij moest nu naar huis worden vervoerd. Leonard
wilde hem vergezellen, maar hy werd hierin door
een nieuw voorval verhinderd.
Een ongeruste vrouwenstem werd gehoord, welke
zei
Waar is mynheer Leonard? Heeft iemand
hem ook gezien Er is hem immers niets kwaads
overkomen
Emma naderde met denzelfden persoon, welke
eenige dagen te voren bij zyn bezoek aan Van Holst
de algemeene nieuwsgierigheid had opgewekt en
die in de algemeene angst ook scheen te deelen.
Leonard bemerkte Emma ternauwernood of hy
bedankte haar voor hare belangstelling met een
bekentenisvolle blik.
Van Holst greep zyne dochter vry ruw by de
hand en fluisterde
Dwaas schepsel, durft gy u zoo vernederen
voor een Gy moest kleuren I Gy hebt er zelfs
nog niet aan gedacht naar my te vragen.
Vader, antwoordde Emma verward, ik was
eerstens wel verzekerd, dat gy u aan geen ernstig
gevaar zoudt blootstellen; maar hy, hij is zoo ver
metel En dan, ik vernam daarjuist als gy
wist Kyk, ziet u ze?
Zy wees op Leonard en mynheer R die eenige
passen van hen af, elkaar teeder in de armen klemden.
Van Holst was er zoo zeer door getroffen, dat hy
er niet aan dacht zyne dochter meer te vragen,
maar ging naar zyn hooge bezoeker. Leonard en
mynheer R waren in zoo'n levendig gesprek ge
wikkeld, dat zy zyn tegenwoordigheid niet bemerkten,
Ik herhaal u, zei mynheer R zonder vrees
gehoord te worden, dat ik niet langer u wil sterken
in uwe dwaasheden er moet nu een einde^aan.
Nauwelyks een maand geleden zyt gy by my gekomen
in een byna hopeloozen toestand. Nu tref ik'fu|aan
vol bloed en wonden. Ik mag niet langer toestaan
Leonard begon op fluisterenden toon aan te dringen
hem nog eenigen tyd op denzelfden weg te laten
voortgaan.
Wat bedreigingen riep mynheer R ongeduldig
uit. Ik wil niet, dat gy uw leven zoo op 't spel
zet, het zou al een zeer slechte vervulling zyn van
de belofte, aan myne arme stervende zuster gedaan*
Gy hebt nu zelf deze dag bepaald als het einde
van deze geheimzinnigheden en er is nu niets meer
aan te doen.
Van Holst, onmiddelijk gevolgd door zyne dochter,
besl oot mynheer R aan te spreken. Hy had
niet duidelyk gehoord, wat er tusschen mynheer
R en Leonard gesproken was, maar hy merkte
zeer goed de smeekende blik, welke Leonard naar
mijnheer R wierp en tevens de verwarring by
beiden. Na de gewone plichtplegingen zei hy
Wel, mynheer R*** zyt gy alleen. Hebt gy
niet volgens afspraak uw neef, mynheer Blok mede
genomen?
O, myn neef komt wel terecht, zei mynheer
Rhalf spottend half boos.
Van Holst wist niet wat van dit antwoord te
denken en geraakte meer en meer in verwarring;
op Leonard wyzende vervolgde hy
O, myn vriend gij hebt my daar een jongeling
aanbevolen, die zyn gewicht in goud waard is I
Hoewel ik eenige grieven tegen hem heb, moet ik
toch bekennen, dat hy de knapste, yverigste en
tevens de moedigste werkman is, die
Een werkman, herhaalde mynheer R*** luid
lachende, wel had gy maar meer zulke werklieden 1
Weet gij wel, dat wy beiden groote dwazen zyn
ik, door myn hand te leenen voor een kinderachtige
list en gy, door u er door te laten beetnemen
Uw zoogenaamde arbeider is een soort vermomde
prins, die op avonturen uit is. Het wordt nu eindelyk
eens tijd, dat gy de waarheid hoort. De werkman
Leonard heeft andere namen en titels, dan gy kent;
hy heet Leonard Karei Blok; hy is myn-ingenieur
en eindelyk myn neef en erfgenaam, myn aangenomen
zoon en tegelyk uw compagnon.
Geen pen is in staat naar waarheid de bewonde
ring van Van Holst te beschry ven by het ontvangen
van deze opheldering. In gewone omstandigheden
blonk hy al niet zeer uit door veel tegenwoordigheid
van geest en gevatheid hoeveel te minder nu, dat
hem een nieuw, zoo weinig verwacht en byna onge-
loofelyk feit werd verteld.
Is het mogelyk? stotterde hy eindelyk, hy,
Leonard myn-ingenieur, dat is te zeggen myn com
pagnon mynheer Blok Ik kan het niet
begrypen Maar drommols, voegde hy er op den
grond stampende by, waartoe al die geheimzinnig
heden
Kom, mynheer, zei mynheer R ik zal u een
volkomen uitlegging geven en dan zult gy het recht
hebben, my naar verdienste te beoordeelen. Karei,
die gy daar ziet, maakte maar al te gaarne misbruik
van de zwakbeid van zynen oom ten zynen opzichte.
Na zyne studiën voltooid te hebben en verschillende
mynen van Frankryk en Engeland te hebben bezocht,
wenschte hy de mynen alhier te bezoeken. Daar ik
juist plan had hem hier een plaats te bezorgen, was
er niets dat my weerhield zyn wensch toe te staan.
Karei meende, dat hy, om later zelf de myn te
besturen en ook de praktyk aan de theorie te paren,
eenigen tyd te midden der arbeiders te moeten leven en
met hen werkende in hunne vermoeienissen en gevaren
moest deelen. „Ik zal kunnen bevelen," zei hy, „als
ik eerst heb leeren gehoorzamen," Dat gaf hy ten
minste voor om toestemming te krygen voor zyn
zonderlinge plannen. Later heeft hy my bekend een
ander plan te hebben en als gy u wel herinnert,
wat ik u eenmaal uit zyn naam heb gevraagd
Nu begrypt gy ook myn tusschenkomst in uwe
zaken en aan welker dryfveer ik heb gehoorzaamd.
Het eenige wat my evenmin duidelyk is als u,
is dit, waarom myn neef zich zoolang onbekend
heeft gehouden. Ik had myne toestemming er toe
gegeven, maar nu hy het zoo ver dryft zich in
gevaar te begeven, te verbranden, stikken, verplet,
teren en op allerlei manieren te kwetsen, heb ik
een einde aan die commedie gemaakt op gevaar
af van al zyne plannen in duigen te werpen.
Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk LANGEYELD DE ROOIJ Texel.
werden op de groote Landbouwtentoonstellingen te Haarlem en te Zuicllaren beide
BEKROOND met den
Kosteloos onderzoek aan de Proefstations. m aan iinsian o mnn
KOOG a/d, ZAAN.
I'll R KEIJSER op de Ruitersplaats.
r V§ ill Ijyuuiu j EELMAN Az. aan den Burg.