De 3-jarip zwarte Deüenpt
e. j. o. d. oikkéi;
A. Op Dinsdag II Maart 1890,
B. Op DonflerOag 13 Maart 1890,
Tooneelvoorstelling
Feuilleton.
0. Op MAANDAG 17 MAART 1890,
1 tat Tierjarii tain MERRIEPAARD.
Uit de hand te huur
op WOENSDAG 12 MAART a.s.
E. Op Dinsdag 18 Maart 1890,
Pluto II"
zal publiek verkoopen
C. Op Vrijdag 14 Maart 1890;
ia afloop. 6AL
De Kinderschoenen.
60 beste Lamschapen
rv.
2 H. A. WEILAND, gen. Hamskoog.
0,80
HOOILAND,
Rit.
Te bevragen bij C. DLINKER te Oosterend.
is op alle werkdagen beschikbaar bij den
landbouwer O. GARRITSEN te Eierland.
Hofstede „Weltevreden."
Dekgeld 5 Gulden, a contant;
Notaris te Texel,
's morgens 10 ure, op de Hofstede „Vlijt"
in polder Eierland op Texel.
38 LAMSCIIAPEN en ENTERLINGEN.
3 KALI KOEIEN.
1 PAARD.
35 KIPPEN.
Wagens, Tuigen, Boeren-, Bouw- en Werk
gereedschappen, alsmede Meubelen, Huisraad,
Inboedel, partij beste Eet-en Poot aardappelen
enz. enz.
's morgens 10 ure, op de Hofstede „Princenliage"
in polder Eierland op Texel.
120 JL4MSCIIAPEN en ENTERLINGEN.
5 PAARDEN, (van 2, 3 en 4 jaar oud)
7 KOEIEN, 1,2 en 3
3 Zeeuwsche WAGENS.
2 Driewielde KARREN.
Maaimachine, Windmolen en verdere Boeren-
en Bouwgereedschappen.
's morgens 10 ure, op de Hofstede „Dordrecht"
in polder Eierland op Texel.
6 WERKPAARDEN.
19 KOEIEN, (oud en jong).
3 VARKENS, (waaronder 1 vet).
75 KIPPEN.
Kalkbak, Ploegen, Eggen, Molbord, Rolblok,
Rosmolen, Sleden, Bascule, 2 Knollen-, 1 Wik
ken-, 1 Haksel- en 1 Dorschmachine, Kapwa-
gen op veeren, Karretje en verdere Boeren-,
Bouw- en Melkgereedschappen.
VOORTS:
Meubelen, Huisraad en Inboedel, Kabinet,
Linnenkast, Tafels, Stoelen, Glazenkast met
oud Porcelein, Zilverwerk, Bedden, enz.
VERDER:
Opstallen van Gebouwtjes, alsmede gedorschte
Granen en Zaden en Aardappelen.
's avonds 8 ure precies,
in het locaal de Vergulde Kikkert.
Geheel ten voordeele der Prins-Hendrik
stichting te Egmond aan zee.
Op te voeren stukken:
I. ZOO GEWONNEN, ZOO GERONNEN,
Tooneelstuk in 3 bedrijven.
II. DE TWEE DOOVEN,
Blijspel in 1 bedrijf.
III. DORPS-SOCIAALDEMOCRATEN,
Blijspel in 1 bedrijf.
VOOR EEN HEER f -.49.
DAME f-.25.
Plaatsen te bespreken op den dag deruitvoe
ring van 3 4 ure 10 ct. extra per plaats
Kaartjes zijn van af heden aan boven
genoemd lokaal verkrijgbaar.
Vertelling.
(Slot.)
Jacob was bezweet geraakt door zijn werk en
vervolgens in 't bosch hout rapende, was hy door
de koude bevangen. Bibberend van koude kwam
hy thuis.
De jonge vrouw stookte thans het vuur wat op.
Jacob at zijn avondeten op by het vuur, maar be
merkende, dat hy niet warm werd, begaf hy zich
maar te bed.
Een oogenblik later legde de moeder ook haar
beide kinderen ter ruste. Jan echter niet, dan nadat
hy eerst zy'n eigen schoenen en die van zgn broertje
by het vuur onder de schoorsteen had gezet.
De jonge vrouw nam daarna haar breiwerk weer op
Als Jacob deze borstrok draagt, zal hy wel
niet zoo n hinder van de koude hebben zei zy in
zichzelf.
Zy dacht aan de bedreigingen van den huisbaas
en gevoelde zich recht ongelukkig. Zy had er nog
niets van aan haar man verteld, want zy vreesde,
dat het deze weer ongesteld zou doen worden. Zg
wilde liever alleen lyden.
Omstreeks half tien ging de lamp eensklaps uit,
uit gebrek aan olie. Zy had niets meer in huis en
ook geen geld om te koopen, zoodat zy maar besloot
even als haar man naar bed te gaan en ook zy
sliep weldra, de slaap der rechtvaardige.
's morgens 10 ure, bij de Boet van Kosmos
bezuiden den Burg.
Voor den Heer C. P. HIN en anderen.
By dezen verkoop bestaat gelegenheid tot
inbreng.
's morgens 10 ure, op de Hofstede „Leiden
in den polder EIERLAND OP TEXEL
23 beste LAMSCHAPEN.
6 ENTERLINGEN.
2 WERKPAARDEN.
1 MELKKOE.
2 tweejarige SCHETTERS.
2 eenjarige OSSEN.
40 KIPPEN.
Boerenwagen, Kapwagen, Driewielde kar,
Ploegen, Eggen en verdere Boeren- en Bouw
gereedschappen.
Een partij beste Aardappelen, eenige Haver,
Garst en hetgeen verder gepresenteerd zal
worden.
Een half uur later hielden twee vrouwen, waarvan
de eene eene lantaarn droeg, voor de deur der nederige
woning stil.
Er is geen licht op in de kamer, zei een der
vrouwen fluisterend.
't Is waar, antwoordde de andere, zy zyn bepaald
ingeslapen.
Moet u naar binnen?
Ja. De deur is los, arme lui sluiten hier
zelden hun deur met de sleutel.
De jongste der twee vrouwen nam de lantaarn,
deed zachtjes de deur open en trad behoedzaam de
kamer binnen.
Beschroomd begaf zy zich naar het bed van de
kleine Jan. Deze sliep oogenschyniyk, hoewel het
scheen, dat zyne oogen half geopend waren. Het
jonge meisje liet het schynsel der lantaarn rond om
de kamer gaan en zag de tafel. Zy ging daar heen,
stak de hand in den zak en haalde die gesloten er
uit, blykbaar met het plan op de tafel te leggen wat
deze bevatte. Op dit oogenblik viel het volle licht
op de schoenen, welke Jan onder de schoorsteen
mantel goplaatst had.
Een glimlach speelde om de lippen van de onbe
kende. Zy naderde levendig de schoorsteen, bukte
en haar fijne en blanke hand, ging verscheidene'
malen naar de schoenen. Eindeiyk stond zy weer
op en vertrok even stil als zy gekomen was.
By 't krieken der dag werden Jacob en zyn vrouw
gelyktydig wakker.
- Jacob, zei de jonge vrouw, gy hebt nu zeker
goed geslapen, gevoelt gy u nog ziek?
In t geheel niet, de slaap heeft my geheel
opgeknapt. Ik ga nu opstaan en zal een flink vuur
aanleggen, dan is de kamer warm, als gy straks
de kinderen gaat kleed en.
Neen, hernam zy, het is vandaag Zondag en
gy behoeft nu dus zoo vroeg niet opstaan. Ik za
nu eens de eerste zyn:
Ook Jan werd wakker. Hg draaide zich om, kwam
half onder de dekens vandaan en staarde met groots
oogen naar de schoorsteen. Het was nog te sche
merig om goed te zien. Hy zag zyn eigen schoenen
evenmin als die van zyn broertje.
Jan, zei de moeder, gy zult koud worden, dek
u nu weer goed toe, jongen.
Het kind gehoorzaamde, maar stak dadeiyk weer
zyn hoofd boven de dekens en zei
Moeder, St. Nicolaas is van nacht hier geweest
en ik ben nieuwsgierig, wat hy nu wel aan myn
klein broertje en mg gebracht heeft.
Gisteravond, ging de lamp uit, zei de jonge
vrouw fluisterend tot haar echtgenoot en omdat wy
geen olie meer hadden ben ik maar te bed gegaan,
maar ik heb toen vergeten wat in hunne schoenen te
doen. Voor een maand reeds kocht ik wat noten
en suikergoed, om nu wat te hebben voor hen.
Jacob zuchtte.
De ryken zyn wel gelukkig, zei hy bitter, zy
kunnen hunne kinderen maar zooveel geven als zg
willen en wg arme drommels
Deze woorden herinnerden de arme vrouw de
wreede werkelykheid en niet zonder veel moeite
slaagde zy er in, hare tranen te bedwingen. Zy
stond op.
Moeder, riep Jan, zeg my toch wat St. Nicolaas
in mgne schoenen gedaan heeft.
Ja, ja, ik zal het u zeggen.
Zy kleedde zich snel en ging naar een armoedig
kastje om er de weinige noten met het suikergoed
uit te halen.
Zg verheugde zich bg de aanblik er van. Dat
weinige zou nu hare kinderen gelukkig maken.
Toen zg haar hand in een der schoenen wilde ledigen,
bemerkte zy, dat reeds een ander haar voor was
geweest. Zg kon een kreet van verrassing niet weer
houden. Zg snelde naar haar man en omhelsde
hem teeder.
Deugniet, zei zy met geschokte stem, waarom
zeidet gy niet, dat gy bonbons voor hen gekocht
had. O, wat zullen zy biy zyn.
Kom, wees kalm, zei Jacob, ik begryp u niet,
ik heb niets gekocht. Ik heb nauwelyks genoeg om u
allen brood te verschaffen.
Maar die bonbons, Jacob, die bonbons vanwaar
komen die dan?
Kom, gy hebt bepaald verkeerd gezien.
Zy nam thans een schoen en gaf die aan Jacob
om zich te overtuigen.
Ja gy hebt toch geiyk, zei deze.
Jacob, gedurende deze nacht moet er iemand
in huis geweest zyn.
Maar moeder, riep Jan uit, het was St. Nicolaas,
ik heb hem gezien.
De jonge vrouw stortte de inhoud der schoen op
de tafel uit Te midden der bonbons viel ook een
geldstuk van f 10.
Jacob, dat is goud! riep zy verrast uit.
Goud I herhaalde de man, die meende te droomen.
Zg nam nu ook de andere schoentjes. In elk
er van zat behalve het suikergoed ook een goudstuk
van f10.
Veertig gulden riep zy uit. Nu zyn wy gered 1
Zy was bgna krankzinnig van vreugde. Zy liep
van het bed van haar man naar dat van Jan en
naar de wieg, Zy omhelsde hen beurtelings, liet ze
het geld zien en liet het luid in haar handen ram
melen. Zy weende van vreugde.
Eindeiyk werd zy kalmer en gaf Jan wat van het
suikergoed, hetwelk deze weldra verorberde.
Die goede beste St. Nicolaas, zei Jan ik had
hem geld gevraagd en nu brengt hy ook nog lekkers.
Ja, zei zgn moeder, hebt gy my zooeven niet
gezegd, dat 'gg St. Nicolaas gezien had
Ja, moeder ik was wakker gebleven en toen zag
ik eensklaps een licht en St. Nicolaas, welke dicht
by mg stond. Hy keek naar my en daarom heb ik
gauw myne oogen toegedaan.
"Was hy oud?
Neen.
Op wien leek hy wel?
Nu zeer veel op mejuffronw Garnier.
O, nu begryp ik alles, riep de jonge moeder uit,
haar oogen ten hemel slaande. Naast den man, die
alles voor zich vraagt en geen hart heeft, is de engel
der liefdadigheid geplaatst.
Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOIJ - Texel.