Buitenland. Ingezonden Stukken. Naar het Vad. verneemt, heeft de heer Fabius, benoemd inspecteur van het lager onder wijs, tegen 1 April ontslag uit den militairen dienst verzocht, terwijl hij eerstdaags zijn ontslag neemt als lid der Kamer. Daaruit volgt dus, dat zijn non-activiteit slechts van zeer korten duur is en klaarblijkelijk alleen de bedoeling heeft een verplichte aftreding als gemeenteraadslid te Delft te voorkomen. Het bezwaar voor 's lands schatkist is dus zeer gering; ja eigenlijk is de regeling voor de schatkist nog voordeelig, daar de heer Fabius anders, zij 't ook over korten fyd, activiteits-tractement zou genieten. Te Koog a/d Zaan heeft men dezen winter, teneinde aan de metselaars gelegenheid te geven om te blijven doorwerken, gebroken met het oude systeem om met de vorst op te houden met metselen. Men heeft n. 1. de kalk met zout en petroleum aangemengd en dit schijnt een goed middel te wezen om het bevriezen der specie te voorkomen. Volgens eene mededeeling van den voor* zitter der laatst gehouden algemeene vergadering der Vereeniging tot ontwikkeling van den land bouw in Hollands Noorderkwartier, werd de inzending Hollandsche kaas op de Parijsche tentoonstelling met de z.m. bekroond. 'tWas echter een dure medaille geweest, want van de 120 gezonden kazen, waren er maar 15 terugge komen en 105 zoek geraakt. LandbCt.) De schade welke door het stoomschip Eartville aan de ebdeuren der groote sluis te IJmuiden is toegebracht wordt door de Regeering geraamd op f 40,000. Het schip zelf is er betrekkelijk goed afgekomen. Namens het Rijk is op het vaartuig beslag gelegd. Het zal waarschijnlijk niet lang duren of men kan in spoorwagens, 3chepen en andere plaatsen zich tegen betaling van een stuiver of een dubbeltje een flink electrisch licht verschaffen, gedurende een half uur of langer, om er wat gezelliger te zitten, of vooral ook om er bij te lezen. Er is nl. oen toestel gevonden, waarin men door eene opening slechts een stuivertje behoeft te laten glijden, om onmiddelijk te midden van een lichtbundel te zitten. Men krijgt dus geen chocolaadjes, borstplaat, sigaren, enz. maar licht voor zijn geld. Uit Wiesbaden wordt aan het „Hbl." van 15 Maart gemeld „De rechtbank veroordeelde de directie van het sanatorium tot het betalen van f 50,000 aan dr. Mezger benevens de rente voor het huis te Amsterdam, hetwelk de directie van hem heeft overgenomen. De overige f 45,000 moeten als eerste hypotheek op het huis gevestigd blijven. Het vonnis is terstond uitvoerbaar verklaard. „De heer Mezger heeft zich bereid verklaard afstand te doen van zijne aanspraken op elke gelde- vergoeding, mits hem zijn huis worde terugge geven. De heer Mezger zou door deze schikking een aanmerkelijk verlies lijden, maar daarvoor moet de maatschappij er dan ook in berusten, dat alle betrekkingen tusschen hem en de maat schappij worden afgebroken. In de Prov. Gr on. Ct. leest men Voor ongeveer 7 S, 8 jaren ontdekte de grind- schipper H. Bul een steen van eigenaardigen glans en bewaarde dien tot heden als zeldzaamheid. Daar hij den steen aan dezen of genen had laten zien, kwamen er dezer dagen eenige kooplieden op los, die hem voor een prijsje dachten te koopen, vermoedende dat hij eene waarde zou hebben. Zelfs is er iemand uit Amsterdam in hun gezelschap bij bedoelde schipper geweest en is hem ten slotte, na veel loven en bieden, eindelijk daarvoor de ronde som van f 20,000 geboden welk bedrag echter nog geweigerd werd. Wy hebben heden morgen bedoelden steen, die een ruwe diamant bleek te zyn, gezien. De steen heeft de groote van een duivenei, is donkergrys van kleur en weegt 8 dekagram. Voor ieder is hy te zien ten huize van den heer Ten Cate aan het Hoendiep. Men schrijft uit Warmond: Dat er altijd nog menschen gevonden worden, die zich door schoone beloften van zoogenaamde reizigers (oplichters) laten beetnemen, werd dezer dagen te Warmond weer bewezen. Een als heer gekleed persoon, met taschje over den schouder, komt vragen of men nog oud porselein of iets van dien aard te koop heeft, en is dit het geval, dan noemt hy de waarde; maar hij heeft tegelijkertydloten eener geldloterij by zich (zijnde die loten nota bene van vuile stukjes karton, met een met potlood of inkt geschreven nummer er op en verder niets), welke hy dan geeft in de plaats van geld. Hij weet het verder den goedgeloovigen luitjes zeer mooi voor te spiegelen, nameiykdat toekomende week die loterij trekt, en men niet minder kan trekken dan tien gulden, maar in de meeste gevallen tachtig. Daar hij zijne praktijk in andere gemeenten zeker ook wel zal uitoefenen, zal de volgende opgaaf van zyn signelement niet onnuttig zyn het voorkomen van een reiziger (Israëlitisch), bleeke kleur, donker baard en knevel, bruine oogen, lengte middelmatig, was gekleed in blauw duffel- sche overjas, zwart gestreepte broek, zwartzijde pet, een wandelstok met vernikkelden ronden knop, en taschje met riem over den schouder. Men zij dus op zijn hoede Nog drie dagen en dan zyn onze aardappelen op, zei de vrouw van den reporter der Morgenbladen. Zoo? Nu, wy hebben er lang genoeg mee gedaan, antwoordde haar echtgenoot; toen ging hy naar zyn redactiebureau en schreef onder het stads nieuws „De grootste aardappel uit deze provincie werd ons zooeven toegezonden door den heer W., landeigenaar te Zandenburg. Hy weegt 0,75 KG. en is een treffend bewys voor den vooruitgang van den vaderlandschen landbouw." Waar is de aardappel? vroeg de uitgever der courant. O, die is er in 't geheel niet; het berichtje is maar voor bladvulling; wy hebben zoo weinig plaatselyk nieuws. Ah, zooheel aardig bedacht. In den loop der week kreeg de redactie van alle kanten aardappelen, behoorlyk ingepakt, als post pakket of per spoor, welke V/3 kilo of nog zwaarder wogen. De verschillende zendingen werden onder het stadsnieuws behoorlyk vermeld, en spoorden steeds tot verdere concurrentie aan. Alle dagen kreeg de reportersvrouw een mand met reuzenaardappelen, tot ze eindeiyk haar man vertelde, dat ze nu voor langen tyd voorzien was. Daarop werd in de Morgenbladen" bekend gemaakt, dat van verdere monsteraardappelen wegens gebrek aan plaatsruimte geen melding kon worden gemaakt. In November 11. werd te Amsterdam zekere Schoelenberg, een Duitscher van Ruhrort, veroor deeld wegens het uitgeven van valsche Nederland- sche bankbiljetten van f 25 Hij vertelde toen, dat de leverancier dier bankbiljetten te Dusseldorf woonde en hij ze van dezen voor 8 mark het stuk had gekocht; alleen te Arnhem had hij er 52 aan den man weten te brengen. Than is zijn medeplichtige, Gerhard Peters, die zich uit de voeten had weten maken, in Duitschland gevat en stond Woensdag te Kleef terecht in het oude slot van den Zwanenridder. Een groot getal getuigen werd gehoord, vele uit Amsterdam en Arnhem, o. a. een beambte van de Nederlandsche Bank en de commissaris van politie de heer Stork. Nog altijd worden hier en daar bankbiljetten, door deze twee Duitsche broeders gemaakt, aangetroffen. Bismarck in ruste. Die weinige woorden omvatten veel. De Duitsche Rijkskanselier heeft het noodig geoordeeld zijn ontslag aan te vragen. De Keizerlijke goedkeuring daarop, wordt ieder oogenblik verwacht. Eene aanvraag van Graaf Herbert van Bismarck, om ontslag, moet zijn afgewezen. Het comité dat zich in September 11., naar aanleiding van de ramp te Antwerpen, consti tueerde, heeft thans naar de Verzekeringsbode meldt haar menschlievende taak ten einde gebracht. Voor het groot aantal achtergelaten minderjarige kinderen der slachtoffers van gemelde ramp heeft het comité tijdelijk lijfrenten gesloten bij de levensverzekering maatschappij „La Roijale Beige", te Brussel. Twee Engelsche stoomschepen, die tydens den Krimoorlog in de baai van Balaclava zonken, zullen waarschyniyk gelicht worden. In April zal de Russische Regeering althans een poging daartoe doen. Naar gezegd wordt, bevat een dezer schepen een som van 40,000 pd. st. die bestemd was geweest tot betaling der Engelschen soldaten. Een nieuw soort van hoefyzers, door een Berlljner uitgevonden, wordt sinds eenige dagen gedragen door Keizer Wilhelm's rijpaard. Die ijzers bestaan uit twee deelen en zijn van onderen voorzien van een gomelastiek achtige zelfstan digheid, om het uitglijden der paarden zooveel mogelijk te verhinderen. De Keizer heeft zijn rypaard en nog 16 anderen paarden met zulken hoeven laten beslaan. In 't Zuiden der Vereenigde Staten is de regen opgehouden, maar hoewel de rivier te Cairo een weinig gedaald is, blyft de toestand te St.-Louis, Cincinnati, Louisville, Nashville en Vicksburg zeer bedenkeiyk en vreest men dat groote overstroomingen onvermydeiyk zyn. Te Londen, waar reeds voor vele jaren een beweging ontstond tot het in zwang brengen van een practischer kleeding, heeft kort geleden een arts een voordracht over het nauwe inrijgen gehouden. Om zijne woorden meer gewicht bij te zetten, toonde de arts een Guineesch biggetje, welks rond buikje in een aardig korsetje was ingepend. Het schreeuwde gedurende de gansche vertooning zeer en zijn jammerlijk gekreun was de beste commentaar voor de beweringen van den arts. Deze beweerde niet zeer gelant dat het diertje minder goed opgevoed en daardoor rumoeriger was dan de dames, waarvan velen onder d6n druk van het korset zouden weenen en kreunen als het biggetje, zoo het goed fatsoen dit slechts toeliet. Hij zeido verder, dat hij het diertje eiken dag zoo zou inrijgen en het 's nachts slechts in vrijheid zou laten, om te kunnen opmerken, welke veranderingen het zou ondergaan en hoelang het de marteling, waaraan zich alle dames onderwerpen, zou kunnen verduren. De „Vereeniging voor Dierenbescherming" heeft zich de zaak nu echter aangetrokken en wil den dokter gerechtelijk vervolgen, opdat hij het diertje niet doodmartele. De Engelsche couranten houden verscheidene protesten in van heeren en dames [waaronder waarschijnlijk stijigeregene), om het diertje niet langer te kwellen. Allen, die bij de voordracht waren, zeggen, dat men zich niet voorstellen kan, hoe erbarmelijk het biggetje schreewde. Het was nu slechts op Engelsche wijze ingepend; hoe zou het arme beest ge schreeuwd hebben, als het volgens de Fransche mode was ingeregen - Men weet, dat men sedert jaren in Australië vruchteloos strijdt tegen de konijnenplaag en dat daarvoor reeds aanzienlijke sommen zijn uitge geven. De regeering van Nieuw-Zuid-Wales en van Victoria heeft thans besloten dien strijd op te geven en geen verdere onkosten meer te maken, totdat men werkelijk een afdoend middel gevonden heeft. Eerst als'dit laatste proefonder vindelijk blijkt, zal de uitgeloofde som een half millioen pond sterling uitbetaald worden. Volgens een telegram uit New-Orleans vallen hevige regens in het dal van den beneden- Mississipi, waardoor alle rivieren snel wassen en die de omgeving onder water zetten. De bij rivieren van den Mississipi zijn buiten de oevers getreden en veroorzaken groote schade aan de spoorwegen, vooral aan de Arkansas-spoorweg. Tengevolge van het wassen van den Mississipi zijn de dijken doorgebroken. Dientengevolge is het gedeelte der stad, hetwelk aan de rivier grenst, overstroomd. Betreffende de oorzaak der ramp in de Morfamijn in Wales geeft eene ontdekking eenig licht. Er is nl. by het lijk van een der veronge lukte werklieden eene lamp gevonden, die niet gesloten was, en men veronderstelt dus dat dit de oorzaak der ontploffing geweest is. Steeds werden vóór het afdalen in de mijn alle veilig heidslampen gesloten alleen de opzichters bezaten sleutels. In de geweerfabriek en artillerie-werkplaat sen te Spandau werd tot nog toe 12 a 13 uren daags gewerkt. Op bevel des Keizers is thans de werkdag aldaar bepaald op tien uren. Geachte Redacteur l Zeer gaarne wenschte ik een weinig ruimte, voor 't navolgende in uw blad. •t Betreft onze havenvergrootingof liever, ver betering, waarby ik meen, nog al eenigermate betrokken te zyn, en langs dezen weg gaarne in kennis wilde brengen, voor hen, die zulks mocht aangaan. Ik verzeker u, M. de R. I dat ik meer dan de helft des jaars stoornis ondervind en zelfs groote belemme ringen in de uitoefening van myn affaire, naardien steeds by my voor de scheepstimmerwerf de haven geblokkeerd is door schuiten, die zelfs ddór een plaats zoeken, vanwege de beperkte ruimte der havenkom- Dat hier by my, direct voor de werf, geen ligplaats mag zyn, ligt voor de hand, en ieder die eenigszins nadenkt, zal dat moeten toestemmen. En toch is het zoo en is geen havenmeester in staat, daarin verandering te brengen, doordien alle plaatsen dikwerf bezet zyn en er derhalve geen andere ruimte beschikbaar is. By 't op en afgaan van schepen, vooral des zomers, hebben we dientengevolge soms vele onaangenaam heden en tydverlies, daar wy veel malen eerst ruimte vóór de helling moeten maken, waar zulks echter behoorde te zyn. Van harte smachten we daarom naar meerdere ruimte in onze veel te kleine havenkom, tegenover 't groot aantal schepen. Dat dit echter met veel moeite gepaard gaat, kunnen we af en toe uit de couranten vernemen, en hoewel 't niet op myn weg ligt, daarin iets te mogen zeggen, mag ik toch in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1890 | | pagina 2