N. 258. Zondag 23 Maart. A0. 1890. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Eenige opmerkingen. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOTJ, ParkstraatBurg op Texel. Tot de hier bestaande Yereenigingen, welke, zooal niet het meest nuttig, toch ook zeker niet het minst nuttig zullen genoemd worden, meenen wij wel te mogen rekenen, de hier bestaande Maatschappij tot onderlinge verze kering bij ziekte, (ziekenfonds). Die Vereeniging herdacht verleden jaar haar vijfentwintig-jarig bestaan, waarvan ook door ons melding werd gemaakt. Dat is een ruim tijdperk; en zeker zoude geschiedenis over die vijfentwintig jarende moeielijkheden waarmede de vereeniging wel licht had te kampen, doch ook niet minder de zegeningen door haar in dat tijdvak ver spreid, eene lectuur geven, welke men gewis niet onvoldaan ter zijde zou leggen en die eene schitterende getuigenis zou afleggen van het nut van dergelijke Vereenigingen. In afwachting dat wij ter eeniger tijd in staat zullen worden gesteld een beredeneerd verslag, omtrent den geheelen duur derVereeni- ging onzen lezers aan te bieden, willen wij ons thans bepalen tot de laatste tijden, die zoozeer het nut van deze Vereeniging hebben aange toond. Het vorig jaar sloot de rekening met een groot tekort en het laat zich aanzien, dat ook voor dit jaar de balans niet gunstiger zal zijn. Gelukkig is een niet onbeteekenend reser vefonds voorhanden, zoodat de toekomst nog geenszins angstvallig behoeft te worden tege moet gezien. Een balans die bij zulk een vereeniging, echter een tekort aanwijst, geeft veel stof tot denken, omdat de meerdere uitgaven dan ontvangsten, aanduidendat voor het doel der Vereeniging die uitgaven werden geëischt. En dat is hier: geldelijke uitkeering bij ziekte van eenig lid en het verstrekken van geneeskundige hulp en medicijnen. Boven geneeskundige hulp enz., wordt bij ziekte eene uitkeering gedaan van vier gulden per week; een bedrag op zichzelf wel niet zoo groot, doch in het gezin van den werk man een zeer groote tegemoetkoming, wanneer het hoofd des gezins onmachtig is zijne werk zaamheden te verrichten, en daardoor niets wordt verdiend. Vooral bij de laatst heerschende ziekte waren velen gebaat met de voordeelen aan het lid maatschap der Vereeniging verbonden, en deden de dubbeltjes, welke zij, zoo niet direct, dan toch zeker indirect voor hunne belangen hadden gespaard, honderdvoudig rente, 't Behoe de hen voor groote achteruitgang, 't bevrijde hen van armenkas en bedeeling, 't kan hen doen gevoelen de waarheid en de waarde van selfhelpen dat door slechts tien cents per week af te zonderen. De Vereeniging bezit voorshands nog een goed reservefonds, doch moest de dag komen, dat door eigen krachten niet kon worden voorzien in de verplichtingen welke de Vereeni ging tegenover hare leden heeft, dan vertrouwen wij, dat niet te vergeefs een beroep op de medewerking van meergegoeden zal worden gedaan. En wat is nu het doel van dit schrijven? Tweeërlei. Eerstensom de leden aan te toonen, wat samenwerking vermag. T weedens om ook de meergegoeden opmerkzaam te maken wat de werkman voor zich zeiven reeds doet, en daardoor eenig recht te verkrijgen om bij voorkomende gelegenheden een beroep op hunne offervaardigheid te doen. In het eerste geval zouden wij er op willen wijzen, dat door die samenwerking nog veel meer tot stand kan worden gebracht. Want niet alleen de hulp bij ziekte, ook de onderlinge hulpbetooning bij overlijden en begraven van eenig lid of diens vrouw, komt alreeds het gezin ten goede. Een onderling begrafenisfonds (in het vorig jaar ontijdig en niet genoegzaam voorbereid, in het leven geroepen) zouden wij den leden wel in ernstige overweging willen geven. En dan zouden wij willen aandringen om pogingen aan te wenden, tot daarstelling van een fonds, waardoor bij overlijden van het hoofd des gezins, de vrouw en het gezin niet direct hulpbehoevend achter blijft. Men duide het ons niet ten kwade, dat wij de meening uitspreken, dat in vele gezinnen daaraan niet wordt gedacht, en zoo er al aan wordt gedacht, er in den regel weinig voor wordt gedaan. Levensverzekeringen zijn niet zelden voor werpen van spot, voorden ernstig- denkenden huisvader?Neen dat gelooven wij niet. En toch, vergeten velen om zich op dat terrein te begeven. Waarom? Èilieve, hoevelen zouden er zijn, die, op het oogenblik uit het leven geroepen, daardoor hun gezin voor geen hoogst moeielijken toestand zouden geplaatst zien? En toch misschien vindt men het niet prettig zulks te hooren, het is een recht voor de vrouw om te ver langen, eon plicht van de echtgenooten, beiden, om te zorgen dat voor zulk een mogelijken toestand, alle maatregelen worden genomen. Doch wij zouden te ver uitweiden.' Wij spraken de wensch uit dat door de leden van het ziekenfonds pogingen zouden worden aange wend om een fonds daar te stellen, opdat bij overlijden van het' hoofd des gezins, de vrouw en het gezin niet terstond hulpbehoe- vend achter blijven. Wij zullen niet de eisch stellen dat de werkman zal zorgen, dat na zijn overlijden, zijn gezin genoegzaam verzorgd zal zijn; 't zou gaan boven zijne krachten; maar wel mag men vragen: te zorgen dat zijn gezin voor' eene wijle tijds, b. v. voor een jaar, of iets langer, niet geheel hulpbehoevend is, en daar voor zullen allen wel iets over hebben. Kon daarvoor een fondsje worden daarge- steld, wij zouden er ons in verblijden en dat daarvoor de financieele steun der meerge goeden, met recht mag worden gevraagd, wie zal het tegenspreken? De poging indertijd ten behoeve van de Wed. H. op getouw gezet, getuigt van het nut van zoodanige voorzorghet resultaat van die bemoeiingen, getuigt echter ook van de liefdadigheid, ook van de werkmansstand. Afwisselend werd gedurende ruim een paar jaren f4.— of f 3.50 per week aan dat gezin verstrekt, en nog immer ijvert de commissie om die steun nog eenigen tijd te doen voort duren, een steun zoo noodig in een gezin van een weduwe met zes kinderen, waarvan de jongste 2 jaar, de oudste ongeveer 13 jaren is. Dank het doelmatig beheer van het aanvan kelijk bijeengebracht fondsje, en de nog steeds betoonde liefdadigheid, is die ondersteuning nog mogelijk, doch wij dringen bij allen, die 't zij door latere vestiging alhier, of om andere redenen, hiertoe geene bijdragen verleenen, ten ernstigste aan, om zich tot het verleenen van bijdragen, voor dit doel, of voor een algemeen fonds, niet te onttrekken. Leere de tijd, dat onze opmerkingen niet doelloos zijn. TEXEL, 22 Maart 1890. De lijst aanwijzende de personen, welke gerechtigd zijn tot het kiezen van leden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Prov. Staten en de Gemeenteraad, in deze gemeente, wijst een cijfer aan van 582 personen Nu eens niet de eerste kievitseieren, doch spinazie van den kouden grond, was de nieuwe vrucht welke ons gisterenmorgen werd vertoondde blaadjes zagen er vol en sappig uit. Die groente werd gezaaid den 18 Januari op de plaats „Welgelegen." Dit feit mag wel eene aansporing zijn voor onze tuiniers, om zich op de teelt van vroege groenten toeteleggen, 't bewijs is hierdoor toch geleverd, dat zulks ook hier niet tot de onmo gelijkheden behoort. Gewoonlijk komen onze tuiniers met lmnne jonge groenten ter markt, als de groenteventers de hooge prijzen reeds heb ben behaald met zendingen van den vasten wal. Wanneer men weet dat in de groote steden de spinazie thans 40 h 50 cts. per gewoon mandje kost, dan ligt het voor de hand dat nog wel een voordeeltje zou zijn te behalen. Wordt dezer dagen in onze Tweede Kamer druk gediscussieerd en gedebatteerd over het voorstel van een zestal Kamerleden, tot verkrijging van een beter belastingstelsel, wij maken onze lezers er echter attent op dat zelfs bij aanneming van die voorstellen daardoor geen ontheffing is te wachten van het aanzuiveren der nog verschuldigde belas tingen. In verband hiermede herinneren wij, dat Uit0 Maart de belasting op het patent en het personeel moet zijn betaald, en bij niet vol doening daaraan, gewoonlijk met April door HH. Ontvangers de vervolgingen daarop worden aangevangen. Ten einde onnoodige uitgaven te vermijden, willen wij daarop wijzen, opdat zij, die in gebreke zijn gebleven, alsnog daarin kunnen voorzien en zich alzoo voor vervolgingkosten kunnen vrijwaren. TEXELSCHE COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1890 | | pagina 1