De Naamlooze Vennootschap „Hst Landbouw-crediet Texel," gevestigd te Texel. Kantoor Hoogerstraat ('t Algemeen Belang.) Burg op Texel, B126. VERMIST, Hooigewas en Nagras. De Makelaar S. KEIJSER Pz. zal pülM verkoopen en verhuren Tarr Wonson's P Bk HOLLAND-AMERIKA. ZEEGRAS. Oogst 1890. Feuilleton. Donderdag 26 Juni 1890, Vrijdag 27 Juni 1890, pf Nederlandsch Amerikaansche Stoom vaart-Maatschappij. Lijn: Noord-Amerika, LijnZuid-Amerika, De Keiklopper. NAS Goedgekeurd bij K. B. 16 Januari 1890 N°. 14. VERSTREKT GELDEN TER LEEi\ op korten termijn en neemt GELDEN si DEPOSITO overeenkomstig' de bepalingen van haar reglement. DE DIRECTIE, JOH, EELMAN, Dn J. TIMMER. Een ENTERLING, gemerkt met een M roode stip op de schoft en een zwarte 5stip op het kruis, (onduidelijk merk). De vinder of degene, die aanwijzing kan doen, zal beloond worden door W. BAKKER IIz., Eierland het navolgende Hooig'ewas en Nagras. 's avonds 7 ure, in „de Rijzende Maanaan DE WAAL. Voor Heeren Diakenen der Doopsgezinde Gemeente van Burg, Waal en Oosterend. 17 perceelen land, gelegen in Waal en Burg, polders Oosterend en de Hemmer. 's avonds y.,8 ure, in „de Vergulde Kikkert" aan DEN BÜRG. Voor Mevrouw de Wed. P. Dijksen. 3 50 90 genaamd Waardstnk in Waal en Burg. 3 66 20 halve groote stuk in 2 perceelen. Voor den WelEdelen Heer S. G. Everts. 3 14 88 genaamd halve Groote stuk in Waal en Burg in 2 perceelen. 3 59 70 de Kaarsenmaker in 2 perceelen. 6 77 70 Waardstuk - id. Voor den heer A. Dijksen. 6 86 60 genaamd Jan Rei's land in Waal en Burg in 2 perceelen. Voor den Heer S. KEIJSER Cz. 6 38 00 genaamd de Kerrekie in 4 perceelen. KONING-, Deurwaarder. T3PJ voor rompen van houten schepen. Te bekomen bij C. DROS Az. MAKKUM. f®S T elke week naar NEW-YORK. elke maand naar MONTEVIDEO en BLENOS-AYRES. Men vervoege zich aan de Kantoren der N. A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam, en bij de Agenten, of bij Inspecteur J. E. KROES, Groningen. E. BOLSIUS, Oisterioijk. Pachters, die omtrent den verkoop van hun ZEEGRAS (nieuwe oogst) op voordeelige voor waarden wenschen te contracteeren, worden ver zocht zich met opgaaf van hoeveelheid en uitersten prijs, te wenden tot de firma J. DRAIJER&ZONEN, handelaren in gemaaid en gevischt zeegras te AMSTERDAM. Ondergeteekende bericht de ontvangst van een partij Manu facturen, bestaande in gedrukte katoentjes, tricot borstrokken en broeken, lijfjes enz., zwarte en gekleurde tricot-tailles, ook ver krijgbaar gutta perclia boorden, manchetten, half hemden en gutta perclia tafelklccden, welke artikelen bij niemand zoo goedkoop verkocht worden als bij hem, eenig agent voor Texel; gaat steeds voort van al het gekochte a contant 5% korting te geven. Pli. VLESSING, Waalderstraat. Vrij naar 't Fransch door A. B. 2. De groene portefeuille. Ja, ik ook, ik ben ook rijk geweest, zei Maiilard. O, als er zich maar eens een gelegenheid voordeed om m(jn fortuin terug te erlangen door welk middel dan ook? Zign oogen schitterden van een onheilspellend vuur. Janfluisterde Marie, och Jan, zwijg toch gij maakt mij bevreesd 1 Maiilard haalde de schouders op en ledigde toen in een teug de kruik. Als gij eens een weinig gingt slapen ried Marie Ik kan niet mijn bloed kookt ik heb koortsEn dan het is hier zoo heet ik stik lucht lucht Hij ging naar buiten. Zware wolken, ieder oogenblik doorkliefd door den bliksem, bevonden zich aan de horizonde donder rolde in de verte. Het onweer naderde snelgroote regendroppels vielen op den weg. Eenige oogenblikken later viel de regen bij stroomen neer rondom de hut en de storm woedde met al zijn kracht. De keiklopper, zachtjes door zyn vrouw terugge trokken, was weer in de hut gekomen en bleef daar onbewegelijk zitten met het hoofd op de beide armen geleund. Buiten woedde de storm met verdubbelde kracht. Pijnlijk cchouwspel, Marie boog zich naar haar man en zonder eenige tegenstand greep zij zijne beide handen in de hare. Jan, arme Jan! waarom zijt gij zoo troosteloos? Waarom maakt gij u zelf zoo ongelukkig? Omdat mijn geduld en geestkracht ten einde zijn omdat dit ongelukkig bestaan langer voor mij ondragelijk wordt, omdat ik te veel lijd, door uw lijden, Marie omdat ik denk aan de toekomst van onze dochter, die weldra vijftien jaar zijn zal, arme Anna! Anna is niet ongelukkig, myn vriend; Anna denkt evenals ik daar zij niet in weelde is opgevoed, heeft zij er ook geen verdriet van en de arbeid is in haar oog geen te harde wet. De arbeid Jan, het is eene Hemelsche wet! En Maria viel haar man om den hals en herinnerde hem goedig en met al de teederheid van haar hart; maar met aandrang aan zijnen plicht. De betere gevoelens begonnen reeds by den klei- klopper terug te keeren. Eenklaps verhief zich op 't midden van den weg de stem van den gemeente opzichter der wegen, die in een tilbury voorbij reed. Hola! Jan Maiilard, de regen is voorbij; het is drie uur, Kom dan luiaard, aan 't werk. Ja, ja, antwoorde de keiklopper werktuigelijk. Na vervolgens een glimlach vol bitterheid en een blik wanhopiger dan alle andere naar zijne vrouw geworpen te hebben, begaf hy zich weer naar den weg en nam zijn hamer weer op. De groote weg en zijn omstreken, de hemel zelfs was geheel van aanzicht veranderd. Een dikke mist hing tot bijna op den grond, de boomen, bedekt met regendroppels, lieten treurig hunne takken hangen. Overal platgeregend gras, wilde beekjes en groote waterplassen, door den wind snel bewogen. Indien het niet even drukkend heet ware geweest als te voren, zou men zich hebben kunnen voorstellen midden in den winter te zy'n. Die veranderingen komen dikwyls voor op de kusten van Normandië. Klaarblykelyk was de storm nog niet voorbijna de doodelyke stilte, welke er thans heerschte, begon hij weer met verdubbelde kracht. Stil en in zichzelf gekeerd, was Jan Maiilard weer aan het steenkloppen gegaan, Maria stond eenige passen van hem af te breien, zonder nog een gesprek weer met hem te durven aanknoopen, een somber voorgevoel hield haar bezig. De caleches keerden weer terug en reden haastig naar Trouville. Jan Maiilard keek ze na met een blik, die zoowel nyd als haat in zich had. Het scheen zelfs of de steel van zijn hamer in zijn handen langer werd en als wilde hy in het voorbij gaan die vluchtige verschyning van het pleizier en de weelde, welke door de wreede tegenstelling met zyn vernedering op dat oogenblik al zyne wonden weer openreet, neerslaan. Een der wielen bespatte hem, een ruwe vloek kwam op zijne lippen en hy maakte eene beweging als wilde hy opstaan. Maria naderde hem levendig. Hij werd echter spoedig weer eenigszins kalm, veegde zyn gelaat af met de keerzijde van zyn mouw en begon voor de tweede keer te mompelen. Okwam er maar eene goede gelegenheid kwam er maar eene gelegenheid! En met eene haast die nu aan woede grensde, liet hy uit iedere keisteen het vuur springen. Gedurende een half uur ongeveer bleef de weg eenzaam. Maria had haar mandje reeds uit de stroo- hut gehaald en maakte zich gereed om naar hare woning terug te keeren zij strekte hare hand naar haar echtgenoot uit, terwijl zij hem vaarwel zei. Eensklaps verscheen er een man te paard aan de kromming van den weg. Jan en Maria wendden tegelijker tijd hun oogen naar den ruiter. Het was een man van ongeveer vyftig jaren, open en vry gelaat, men herkende in hem gemakkelyk den werkman, den koopman of liever den fabrikant van het platte land. Hij scheen ten prooi aan een zekere soort van aandoening en dreef zyn paard tot grooten spoed aan. Op 't oogenblik waarop hy de echtgenooten Maiilard voorbijging, geraakte er eensklaps een groene porte feuille van het zadel los en viel voor hunne voeten. Maria opende reeds de mond om den reiziger te waarschuwen. Zwyg, toch, zei Jan ruw. Hy plaatste de voet op de portefeuille. De ruiter had iets gehoordzonder op te houden wendde hij het hoofd om. Maria maakte ten tweede male eene beweging om te spreken. Stil tochherhaalde de keiklopper, die de hand van zy'ne vrouw greep en die zenuwachtig drukte, terwijl hy met de andere hand werktuigeiyk zyn hoed afnam om den reiziger te groeten. Deze had niets opgemerkt; hy kon niets zien, want de groote voet van den keiklopper bedekte de portefeuille geheel. Hy stelde zich dus tevreden met terug te groeten en verdween achter een denne- bosch. Maiilard had zich niet bewogen, men zou hem voor een standbeeld hebben aangezien. Gedurende eenige seconden bleef ook Maria onbe- wegeiyk en stom. Jan! mompelde zy eindelyk op een toon van iemand, die uit eene pynlyke droom ontwaakt. Kunt gy dan nooit uw mond houden I bromde de keiklopper, welke met het oor op den grond angstig luisterde naar het langzaam wegsterven van het paardengetrappel in de verte. (Wordt vervolgd). Snelp ersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ - Texel Hl NOVELLE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1890 | | pagina 4