Buitenland. In het Noord-Oosten van Groningen is de tijd om 't vee te «tallen nu reeds aangebroken. De weilanden zijn door het Eemswater over stroomd, waardoor een slijklaag van eenige cen timeters den grond bedekt. Vroeger dan wen- schelijk is zijn de veenboeren genoodzaakt met de stal voedering te beginnen. Eenige ingezetenen te Breukelen hebben eene Vereeniging gevormd ter bevordering van contante betaling. Een der artikelen van de statuten luidt aldus „De leden verbinden zich, waar het doenlijk is, alles contant te betalen, dewijl een winkelier, of wie ook, zijn leverancier niet kan voldoen met veel hoofden en posten in het boek, dewijl week— en maandboekjes noodeloozen omslag en overbodig werk leveren en daarenboven contante betaling menigeen in staat stelt, zij het dan weinig, toch goedkooper werk of goedkoopere waar te leveren". Eenige bewoners der Vechtstreek hebben zich bereids bij deze Vereeniging aangesloten. Door een der grootste vischhandelaars te Rotterdam is uit Duitschland bericht ont vangen, dat wanneer de schelvisch-visscherij begint, deze visch niet meer gezonden moet worden. Men brengt dit in verband met het overgaan van Helgoland aan Duitschland, waar deze tak van visscherij op groote schaal wordt uitgeoefend. - Het „Bat. Hbld." schrijft: Een drietal hadji's, woonachtig te Semarang, wier namen ons bekend zijn en die wij, zoo noodig, gaarne aan de politie willen opgeven, moet een levendigen handel drijven in menschen. Zij trekken van hier naar Ambarawa, Megelang, Kendal en andere plaatsen in de binnenlanden, waar zij zich uit geven voor priesters, die binnenkort eene bede vaart naar Mekka wenschen te maken en gaarne eenige minvermogende landgenooten op hunnen kosten zouden medenemen om aan de bedevaart deel te nemen. Vele Javanen, dom als zij zijn, nemen dat „edelmoedig" aanbod gretig aan, voor zien zich zoo goed en kwaad als het kan van het noodige voor de groote reis, en maken het weinigje, dat zij hebben, in den kortst mogelijken tijd te gelde, om daardoor in de gelegenheid te zijn zei ven ook een weinig bij te dragen aan de groote kosten, verbonden aan een bedevaart naar het heilige land. Te Semarang worden zij aan boord gebracht, met belofte van eene hartelijke ontvangst te Singapora bij een broer of neef. De lieeren zelve zullen daar dan ook met een volgende boot aankomen, om de reis naar Mekka voort te zetten. Bij aankomst te Singapore moeten de „bede vaartgangers" werkelijk eene bijzonder hartelijke ontvangst genieten. Van de voorgenomen bede vaart naar Mekka komt echter niets, maar de bedrogenon worden eenvoudig slaven of pande- delingen van Arabieren en Chineezen, om waar schijnlijk nimmer meer van hun geboorteland of bloedverwanten te hooren. Voor een Gobelin behangsel werd dezer dagen te Utrecht f 4000 door oen koopman geboden. De eigenares wilde het echter onder de f 8000 niet verkoopen. Een landbouwer in de gem. Roden (prov. Dr.) is op eigenaardige wijze aan een toom kuikens gekomen. Hij bemerkte leven op het hooi en zag daar tot zijn verbazing een 7-tal kuikens, zonder moeder. Het schijnt, dat een der hennen daar eieren heeft gelegd en deze eieren door het warme broeiende hooi zijn uitgekomen. Een broedhen is ten minste nergens te ontdekken. Hot D. v. Z.-H. driegt aan op een politiewet, die het een dringenden eisch van het oogenblik noemt. Nu de samenleving telkens door allerlei aanslagen van de zijde der socialisten wordt bedreigdnu werkstakingen, met al den aankleve van onrustwekkende verschijnselen, meer en meer aan de orde komen, mag niet langer woiden gedraald met een duidelijke wetsomschrijving van de burgemeesterlijke bevoegdheid. Hij moet worden erkend als het wezenlijk hootd der politie in de gemeente. Alleen onder die voorwaarde kan hy, steunende op de wet, ook ton aanzien der handhaving van orde en rust, zijn taak vervullen. Op dit oogenblik heeft een burgemeester, behalve met betrekking tot de naleving van de politieverordening, zoo veel niet te „commandoeren", zooals de volksuitdrukking luidt. Dit kan of mag niet zoo blijven, dunkt het D. v. Z.-H. De uitvaardiging eener politiewet behoort niet langer te worden vertraagd. De positie van den burgemeester moet zoo worden geregeld, dat hij metterdaad in zijn gemeente het hoofd der politie zij. Zijn verant woordelijkheid wordt dan wel verzwaard, maar hij zal zijn taak gemakkelijker kunnen volbrengen. - De Deutsche landicirthschaftlische Presse neemt het volgende over uit de Hannov. land- ünd forstwiss. ZeitungHoe groot de invloed is welken Duitschland in de Hollandsche pro vincie Drenthe op de varkensfokkenrij uitoefent, kan blijken uit de van daar aan de Regeering gerichte adressen, waarin deze dringend wordt uitgenoodigd om langs diplomatieken weg op heffing te verkrijgen van het verbod op uitvoer van varkens in Duitschland. Uit Drenthe en Groningerland werden in 1889 elke maand 3000 tot 4000 varkens naar Duitschland uit gevoerd, en de prijzen waren er toen 50 pet hooger dan nu die uitweg niet meer open staat. Op dit oogenblik zijn er de biggen zeer goed koop, omdat men hooge graan- en aardappel prijzen te gemoet ziet, en er om die reden weinig vraag is naar magere varkens. - Gedeputeerde Staten van Friesland heb ben de plannen tot droogmaking van de plassen in den polder van het 4e en 5e Yeendistrict, gelegen in de gemeente Engwirden, bij besluit van 15 September jl. goedgekeurd. Dit groote werk zal in de jaren 1890, 91 en 92 geschieden, waardoor 407 HA. binnen- en 125 HA. buiten dijks zullen worden drooggelegd. - Het mond- en klauwzeer, dat zich, na jaren, thans weer in Nederland heeft geopen baard, blijft voortdurend in de aangrenzende landen heerschen. In Duitschland zijn verschei dene streken daarmee besmet, terwijl in België in Juli die ziekte in 24 gemeenten waargenomen werd. In Augustus kwamen daar 1322 gevallen voor. Vooral is West-Vlaanderen besmet; daar zijn in Juli 1037 en iü Augustus 1103 gevallen geconstateerd. - Aangaande het spoorwegongeluk bij Slo- terdijk, verneemt het „Hbl." nader het volgende I De laatste trein van Uitgeest stopte een oogen blik voorbij de halte Sloterdijk, maar door een abuis van 'den seingever, die het sein op veilig zette, kwam de trein van Rotterdam van achte ren aansporen op den stilstaanden. Gelukkig waren in de achterste wagens geen passagiers Een derde- en een tweede-klasse-wagen werden geheel verbrijzeld en de machine van den Rotterdamschen trein bekwam ernstige schade. Intusschen ontving gelukkig niemand van de passagiers of het treinpersoneel letsel. De fragmenten van de verpletterde wagens liggen nog aan beide zijden van den weg. - Bij het overgaan van de gasfabriek te Zaandam aan de gemeente, op 1 Oct. 11., hebben de voormalige eigenaars, de heeren W. H. de Heus en Zoon, aan de werklieden, die bij hen in dienst zijn geweest, f 10 voor elk jaar, dat zij werkzaam waren, geschonken, zoodat enke len zelfs met de aanzienlijke som van f 190 huiswaarts gingen. vastmen meende niet meer dan 20, wat wel als een wonder mag worden aangemerkt. De fabriek, in 1802 opgericht, leverde kruit aan de Regeering. De aangerichte schade wordt op Va millioen dollars geraamd. O. m. zijn 50 werkmanshuizen geheel vernield. Een verschrikkelijke ontploffing heeft Dins dag namiddag plaats gehad in een buskruitfabriek te Wilmington, in Delaware. Er schijnt, hoe weet men niet, een vonk geslagen te zjjn in een kan hexagonaal kruit, waarmede een werkman, Green genaamd, in het pakhuis bezig was. Achtereen volgens vloog het eene gebouw na het andere in de lucht met een geluid als van zware kanonnen. Groote schuren werden opgelicht, ontzaglijke boomen ontworteld en weggeslingerd. Nauwelijks een enkel voorwerp bleef in een kring van 500 el staan. De schok werd te Philadelphia gevoeld en allerwege in een kring van 30 mijlen. Men dacht aan een aardbeving. Eene menigte huizen in den omtrek werden beschadigd en vele dieren bleven dood. Kort na de ontploffing ontstond er brand in de bouwvallen, en het scheelde weinig of een nog gespaard gebleven groot gebouw vol buskruit zou zijn aangetast, had niet een lid der firma, kolonel Dupont, met enkele mannen met een spuit het vuur bestreden, dat slechts weinige voeten van het gebouw af was. Hoeveel menschen bij deze ramp het leven verloren stond by de laatste borienten nog niet Mevr. Booth, echtgenoote van den generaal van het Heilsleger, is gestorven aan kanker in de borst. Zij had steeds eene zwakke gezondheid gehad, maar zich nooit gespaard en onvermoeid haren man ter zijde gestaan. De generaal ver klaarde onlangs in haar zijne ideaal-vrouw te hebben gevonden en niet te kunnen gelooven, dat er veel huwelijken zoo gelukkig zijn geweest als het zijne. Zij was de moeder van het Heilsleger, waarvoor zij vele godsdienstige werken schreef, en dat voornamelijk op haren aandrang den strijd tegen het drankmisbruik aangordde. Mevrouw Booth, die 61 jaar oud werd, laat 3 zonen en 5 dochters na, de meesten in het Heilsleger werkzaam. Een nieuwe soort oplichterij werd dezer dagen met goeden uitslag te Parijs in toepassing gebracht. Een banketbakker en een kleermaker, die naast elkander wonen, ontvingen namelijk een bezoek van een zeer net gekleed heer, die met hen sprak over het aanstaande huwelijk zijner dochter. Bij den kleermaker bestelde hij een pak voor zich en bij den banketbakker duizend taartjes. Eenige dagen later kwam hy bij den banketbak ker terug en liet alvast 150 taartjes inpakken, welke hij betaalde, met het verzoek de overige 850 te willen medegeven, wanneer hij er iemand om zou zenden. Daarna ging hy bij den kleerma ker binnen, paste zijn pak en liet het door een kruier wegbrengen. Toen het op betalen aankwam, gaf hij voor maar 40 francs bij zich te hebben, die hij den kleermaker gaf met de woorden „De overige 150 fr. zal je buurman de banketbakker je wel geven 't is een goede kennis van me, hij zal me die som wel tot Yan avond leenen." Hij nam den kleermaker mede naar den banketbakker, en zeide hem„Geef je buurman 150." „Heel goed," was het antwoord, waarna mijnheer vertrok en de kleermaker weer naar zjjn eigen huis ging. Eenige oogenblikken later bracht de bediende van den bakker hem 150 taartjes. Heel gauw werd het hun toen duidelijk, dat zij door een sluwen oplichter waren beetgenomen. Een reuzenboom werd dezer dagen aange voerd te San Francisco. De boom is afkomstig uit Californië en is bestemd voor de wereldtentoon stelling te Chicago. Er waren niet minder dan drie lange zware wagens noodig om den boom te transporteeren. Het gevaarte weegt niet min der dan 70,000 pond en was, alvorens gekapt te zijn, 312 voet hoog. De boom heeft op 28 voet van den grond nog een doorsnede van 20 voet. Hij zal een eigenaardige plaats innemen op de genoemde tentoonstelling. Hy wordt namelijk uitgehold en in een zaal herschapen, die 100 per sonen zal kunnen bevatten. De boom zal door 250 electrische lampen, zoowel van buiten als van binnen, verlicht worden, waardoor hij ongetwijreld een dor grootste aantrekkelijkheden der wereldten toonstelling zal vormen. Zonderling feest. Te Haine Saint-Paul een gemeente in de provincie Henegouwen, heeft de Gemeenteraad een nieuw middeltje verzonnen om zich populair te maken. Hij legde namelijk een jubelfeest aan voor al de inwoners, die in 1840 geboren waren en dus dit jaar 50 jaren oud werden. Veertig mannen en vrouwen boden zich aan. Een stoet werd ingericht, een banket had in het Gemeentehuis plaats en het bestuur bood eiken jubilaris eenen bloemtuil en een herinner ings- diploma aan. Ten slotte had er een bal plaats. De emancipatie der vrouwen maakt snelle vorderingen, zegt de Pall Mall. Dezer dagen zag men te Londen een fatsoenlijke jonge dame, die, na het dagelijksch brood te hebben verdiend, naar huis wandelde, heel gewoon op straat haar sigaar rooken. Twee geslachten vroeger werd 't een schande geacht als een man op straat rookte. In het Fransche stadje Castillonnes kwam dezer dagen een boer ter markt met 14 schapen, welke hij verkocht aan een man, die met een geheele kudde - omstreeks 150 stuks nog dienzelfden avond naar Caucon vertrok. De ver- kooper had Parisien, zijn herdershond, die altyd de schapen begeleide op den koop toe gegeven. Toen de kudde onderweg ergens overnachtte, zonderde Parisien onbemerkt de veertien schapen van z\jn gewezen meester van de overige af en bracht ze terug naar hun stal. De boer was natuurlijk zeer verwonderd, toen hij den volgenden morgen de schapen, welke hy vrij duur verkocht had, weer in zijn stal vond. Hy gaf ze terug aan den kooper, maar den hond heeft hy behouden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1890 | | pagina 2