N*. 344.
Zondag 18 Januari.
A*. 1891.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL GEDEELTE.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abotinementsprijs per 3 maanden
Voor den Bukq 80 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 unr op den dag der uitgave.
Prijs der Advertenlièn
Van 1 tot 5 regels 80 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, ParkstraatBuna op Texel.
NATIONALE MILITIE.
Inschrijvingsregister en Alphabctisclie Lijst.
De BURGEMEESTER der gemeente TEXEL
maakt bekend, dat het Inschrijvingsregister over
1890, met de daaruit opgemaakte Alphabetische
Naamlijst, gedurende acht dagen, van den 15en
Januari tot en met den 22 Januari aanstaande, ter
Gemeente-Secretarie voor een ieder ter lezing ligt.
Afgekondigd en aangeplakt te Texel,
den 13 Januari 1891.
De Burgemeester,
C. M. KOOY.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente TEXELGelet op art. IS van de
Algemeene Politie-Verordening dezer gemeente
Brengen ter algemeene kennis, dat het bij
dooiend wêer verboden is in de gemeente te rijden
met vrachtwagens, die met meer dan 625 Kilo
grammen zijn belast. Indien twee wagens achter
elkander zijn aangespannen, zal de achterste wagen
met niet meer dan 500 kilogrammen mogen zijn
belast. Overtreding van dit voorschrift wordt
gestraft met eene boete tot een maximum van
f 10 of hechtenis van ten hoogste 3 dagen.
Texel, 8 Jan. 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
STIKKEL. C. M. KOOY.
TEXEL, 17 Januari 1891.
Met een gelukwensch bij den aanvang van
het Nieuwe jaar aan de leden van den Raad,
en een wensch voor Texel's bloei, opende de
Voorzitter van den Gemeenteraad de vergade
ring van gisteren morgen.
Die wensch was niet te onpas, want de
werkzaamheden waren niet van dien aard,
dat zij de leden zoo erg konden opvroolijken.
Vermeend afgedaan werk weder te moeten
opvatten en te moeten overmaken, zijn geen
zaken waaronder men zich zoo bijzonder plei-
zierig kan gevoelen. De Raad scheen zich
echter nog al over die teleurstelling te kunnen
heen zetten, want we hoorden geen gemur-
mureer tegen de van hooger hand gedane
opmerkingen.
De begrooting van ontvangsten en uitgaven
werd dus opnieuw pasklaar gemaakt, de aan
vraag om buitengewone subsidie overeenkom
stig de behoeften verhoogd, en het besluit tot
het aangaan eener tijdelijke geldleening, zoo
danig ingericht dat die niet tot aan de eeuwig
heid kan duren.
Met den arbeid van hoogstens een kwart
uur voor ieder raadslid, en verdere daarbij
betrokkenen, zooals Voorzitter en Secretaris,
en idem zooveel tijdverlies voor de verslag
gevers, was de zaak geredderd en alzoo door
opoffering vae alles te zamen ongeveer 4 uren
tijds de zaak wêer in 't reine gebracht,
maar de gevolgen van dien de
gevolgen van de gemaakte verandering in de
uitgavenverhooging voor onderwijzend pérso-
neel voor de scholen aan de Koog en Zuid-
Eierland, zullen voor de onmiddelijk daarbij
betrokkenen (de hoofden dier scholen), niet zoo
gemakkelijk in 't reine zijn te brengen, 't
Bedreigt hen met een verlies van inkomsten
van f 150 's jaars voor ieder, een sommetje
dat in dezen tijd vooral voor een gezin waar
lijk niet gering is te schatten. De raad zal
dan ook wij zijn er van overtuigd noode
tot dezen maatregel overgaan waar
lijk, het „veel zegen in het Nieuwjaar," nog
straks zoo alomme uitgegalmd, is voor de
bij deze zaak betrokkenen een bittere ironie.
Even min aangenaam was de door den
Voorz. gedane mededeeling van een schrijven
van Ged. Staten aan B. en W., om inlichtingen
betreffende het in de dagbladen vermelde besluit
van onzen gemeenteraad, om schadevergoeding
te verleenen aan de eigenaars der gebouwen
welke voor de havenvergrooting moeten wor
den opgeruimd, 't Scheen dat Ged. dat nieuwtje
met verwondering hadden gelezen, met het
oog vooral op de minder gunstige fin. toestand
onzer gemeente. Dat belooft niet veel
goeds. Een herroepen van dat besluit,
waartoe de Raad zou kunnen worden genood
zaakt, is almede een minder prettig geval,
niet slechts voor onze raadsleden, doch vooral
voor de daarbij direct betrokkenen.
't Jaar laat zich waarlijk niat bijzonder gunstig
aanzien; het „veel zegen" is ook ten dezen
opzichte almede een ijdele klank.
Een gunstig onthaal vond een verzoek van
het bestuur van de 30 gem. polders, dat de
gemeente voor hare rekening zoude nemen
het beharden van een gedeelte van den Wester-
weg, (bij het gesticht).
Het D. B. adviseerde aan genoemd bestuur
te kennen te geven dat de gemeente dat
gedeelte zal bestraten, wanneer daarvoor de
noodige steenen voorradig zijn.
Dat antwoord kon evenwel den heer C. Keij-
ser Pz. niet bevredigentegenover de welwil
lendheid van genoemd polderbestuur om de
gemeente van het onderhoud van vele wegen
te ontlasten, had spr. van de gemeente ver
wacht een royaal afdoend antwoord, in plaats
van een paaien als het thans voorgestelde.
Of ook de Voorz. mocht beweren, dat naar
zuinigheid voor de gemeente moest worden
gestreefd, (eene stem: ja, ja!); öf de wethouder
Keijser beweerde dat de heer C. Keijser uit
het antwoord meer haalde dan er inzit; öf de
wethouder Westenberg verzekeide dat het
verzoek welkom was ontvangen, 't hielp
alles niets, de heer C. Keijser Pz. bleef bij zijne
meening, ook al was hij blijde dat het verzoek
met een jubelend harte was ontvangen, en
zoo werd het antwoord zonder spr. hulp, dooi
de overige „waardige mannen" vastgesteld.
Tijdig was de vergadering afgeloopen, dank
het vlugge afhameren door den Voorzitter, die
met veel tact de zaken vlug en geleidelijk
weet af te doen.
De loting voor de Nationale Militie voor
de lotelingen van hier, zal dit jaar plaats hebben
Dinsdag 24 Februari.
Dat de winter ons reeds zoude verlaten,
zooals bij de uitgave van ons vorig nummer
het zich liet aanzien, 't was een ijdele hoop.
't Schijnt slechts een oogenblik van rust voor
den winterkoning te zijn geweest, om met
vernieuwde heerschappij den scepter te voe
ren. Zie slechts om u henende ruiten
eenige dagen weder even doorzichtig als des
zomers, ze prijken weder met de bloemen van
den wintervorstde daken en straten bijkans
van het winterkleed ontdaan, zij zijn weder
bedekt met een deken van sneeuw, waarvoor
ge een rilling gevoelt. De mannen der ijsvlet,
die reeds vijf achtereenvolgende weken de
vermoeienissen van den overtocht trotseerden,
ze ondervinden van nieuw af de moeielijkheid
van het bestuur van den winterkoning.
Van nieuw af weder winter, van nieuw af,
doch nu in sterker mate, der behoeftigen nood.
Gelukkig dat weidenkenden tijd en moeite
veil hebben om die nood te leenigen mogen
even zoo velen zich ook thans rveder bereid
toonen eene gave te verstrekken, waar die
wordt gewenscht.
En die wordt weder gevraagdwij verwijzen
daarvoor naar achterstaande advertentie van
de commissie tot uitreiking van spijzen.
Zou eene bijzondere aanbeveling daarvoor
noodig zijn? wij wenschen het niet. Wij
verwachten voor de commissie een niet minder
welwillende ontvangst dan de vorige keer,
opdat zij met ruime hand haar liefdadig werk
zal kunnen voortzetten. Niet alleen de uit
reiking van warme spijzen, doch ook vooral
het verschaffen van spijzen aan stille behoef
tigen vordert veel financieele kracht. Drage
daarom ieder weder bij met gulle hand.
Aan de commissie zouden wij in overweging
willen geven om bij veel sneeuw en dooiend
weer eenige guldens te laten verdienen met
het opruimen of schoonmaken der straten de
dank der burgerij zou daarvoor zeker hun
deel zijn.
Voor de vogeltjes vragen wij nogmaals de
kruimkens van de tafel.
Omtrent het achter den Hoorn vastge
raakte stoomschip vernemen wij, dat het met
katoen is geladen, de bemanning heeft het
schip verlaten; pogingen om aan boord te ko
men mislukten steeds; heden zou men zulks
op nieuw beproeven.
Jagers of stroopers weest voorzichtig. Zekere
landbouwer ontdekte op zijn gepachte en bebouw
de perceelen land sporen van wild en besloot in
overleg met zijne echtgenoote des avonds daarop
jacht te maken, immers de tafel was zoo eentoo-
nig, altijd spek, men wenschte bij verandering
een lekkere wildbout. Het veld met sneeuw
bedekt zijnde dacht de man het wild het best te
zullen verschalken door zich in het wit te
kleeden, de kleur der sneeuw, hij trok daartoe
aan een wit jak, dito rek zijner vrouw, terwijl
hij tot hoofddeksel koos een vrouwenmuts,
alzoo gemaskerd sloop hij voorzien van geladen
jachtgeweer des avonds het veld in en plaatste
zich nabij een veld wintergewas. Toen hij
langs den weg een voetganger opmerkte en
TEXELSCHE COURANT,