N°. 350.
Zondag 8 Februari.
A*. 1891.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL GEDEELTE.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag1- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden
Voor den Burg 80 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 80 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANQEVELD DE ROOTJ, ParkstraatBurg op Texel.
Inrichtingen, die gevaar schade of hinder
kunnen veroorzaken.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente TEXEL maken bekend, dat ter Gemeente-
Secretarie ter inzage ligt, een verzoek met bij
lagen van Albert Kikkert Jllzoon wonende te
TEXEL, om vergunning tot oprichting eener
broodbakkerij in het perceel Wijk B. 267, kadas
traal bekend Sectie K, No. 1236.
Op Woensdag, den 18 Februari 1891, des
namiddags te een uren zal op het Raadhuis
gelegenheid bestaan om bezwaren tegen dit
verzoek in te brengen en deze mondeling en
schriftelijk toe te lichten.
Zoowel de verzoekers als zij die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie dagen vóór het
bovengemelde tijdstip,op de SecretariederGemeen-
te kennis nemen van de ter zake ingekomen
stukken.
Afgekondigd en aangeplakt te Texel, den 3
Februari 1891.
De Secretaris, De Burgemeester,
STIKKEL. C. M. KOOY.
KENNISGEVING.
GRONDBELASTING.
De BURGEMEESTER van TEXEL brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat ter Secretarie
dezer gemeente vanaf heden geduiende 30 dagen
voor een ieder ter inzage ligt, eene opgave der
schattingen en metingen in deze gemeente over
het dienstjaar 1890.
De verzoekschriften om hermeting of herschatting
ten koste van ongelijk, die om vernietiging
van schattingen, welke geacht worden in strijd
met de wette zijn verricht, de bezwaarschriften
tegen ambtshalve verbeteringen van misstellingen
in de belastbare opbrengst en van onjuiste me
tingen en berekeningen, zoomede de bezwaar
schriften omtrent de onderwerpen, bedoeld in
art. 43 der wet van 26 Mei 1870 (Staatsblad no.
82), behooren luidens de artt. 16 no. 1, 19 no- 2,
23 derde lid en 44, bij Gedeputeerde Staten dezer
provincie te worden ingediend, binnen dertig
dagen na heden.
Texel, 4 Februari 1891.
De Burgemeester voornoemd,
C. M. KOOY.
TEXEL, 7 Februari 1891.
De winter heeft ons schijnbaar verlaten
het aanhoudend dooiend weder heelt straten
en wegen weder beter begaanbaar gemaakt,
de velden van het winterkleed ontdaan en
den arbeid op bouw- en weiland weder spoedig
mogelijk gemaakt.
De stoomboot- en daarmede de postgemeen-
schap kan weder als vroeger plaats hebben
en zoo voortgaande zal binnen weinige dagen
de schipperij de gedwongen rust er aan kun
nen geven.
Van verschillende zijden leest men berichten,
dat de vaart weder is geopend en waar zulks
niet het geval is, worden pogingen aangewend
om het ijs te breken en het geregelde vervoer
weder mogelijk te maken.
Is het nog op lange na niet zeker, dat de
winterkoning voor goed is heengegaan, de
zachtere weersgesteldheid en de tengevolge
daarvan verbeterde gemeenschap, met den
aankleve van dien, is toch alreeds een ware
verademing na de koude, gure en ijzige dagen,
waarmede 1890 zijn bestaan eindigde en 1891
zijne intrede kenmerkte. Wenschen wij dat
de wintervorst vooreerst niet aan het woord
kome, doch de tijd van groei en ontwikkeling
zal aanbreken, zonder al te groote tegenstand
van de elementen.
Oudeschild, 6 Febr. Sedert drie dagen heeft
men hier geen ijs meer in zee ontmoet. De
blazers en andere vaartuigen varen in allerlei
richtingen zonder ijs te ontmoeten.
Ook heeft de stoombootdienst weer geregeld
plaats. Wieringer schippers berichten noch
tans, dat het ijs bezuiden Wielingen nog on
veranderd vast zit. Het varen op de Zuiderzee
zal dus vermoedelijk nog in twee weken niet
kunnen plaats hebben.
De tonnen en bakens langs de vaarwaters
zijn grootendeels geheel verdwenen.
Bij het korps geniettroepen te Utrecht
bestaat de gelegenheid voor vijf jongelieden
van zestien tot achttien jaar, om te worden
opgeleid tot korporaal en sergeant bij de
Indische genietroepen, waartoe zij zich met
toestemming van ouders of voogden moeten
verbinden voor den tijd van tien jaren, waarvan
drie in dienst bij het korps genietroepen in
Nederland te volbrengen. Bij het aangaan
van de verbintenis geniet hij eene gratificatie
van f 50. Als hij na drie jaren naar Indië
vertrekt, ontvangt hij eene gratificatie van f300.
Gegadigden behooren zich tusschen 1 en 20
Maart e. k. aan te melden bij een der plaat
selijke of garnizoens-commandanten of bij de
commandant van het korps genietroepen te
Utrecht.
De arr. rechtbank te Amsterdam heeft
rechtsingang met bevel tot gevangenneming
verleend tegen de voortvluchtige personen Arend
en Hendrik van der Weijden, leden der gefail
leerde firma Yan der Weijden Zoon, o. a. ter
zake van verduistering eener waarde van onge
veer f 400.000 aan effecten.
In de Köln-, Zeitung wordt met eenige
bitsheid beweerd, dat de Pruisische regeering
tevergeefs de onze lieeft uitgenoodigd tot samen
werking bij het opruimen van ijsversperringen
op den Rijn en zijn takken, en zelfs had aangeboden
Pruische geniesoldaten daarvoor te zenden. Onze
Regeering zou van technische middelen minder
hebben verwacht dan van den dooi. „Gelukkig,"
zegt het Keulsche blad, „heeft dit benijdenswaardig
vertrouwen ditmaal geen noodlottige gevolgen
voor de Rijnprovincie gehad."
't Hbl. laat hierop volgen
Deze uitval is, op grond van onze inlichtingen,
geheel ongegrond. Op ons grondgebied zijn de
Rijnarmen vrij van ijs tot Sint-Andries, en beneden
Arnhem en Deventer. IJsdammen zijn in 't geheel
niet aanwezig. De Rijnprovincie 'kan dus van
het ijs op onze rivieren geen overlast hebben
gehad. Onze waterstaat was volkomen naar
eisch toegerust, ook met bijstand van het depar
tement van oorlog, zoodat wij waarlijk geen
Pruisische soldaten noodig hadden, wier hulp onze
Regeering trouwens stellig zou hebben geweigerd.
Onze waterstaat heeft waarlijk ervaring genoeg
op ijsgebied om te weten wat haar te doen stond,
en waar zij de natuur al dan niet had te hulp
te komen.
Wij lezen in een elders verschijnend blad.
Ook een jachtavontuur!
Een jager op Texel, die op rotganzen had
geschoten, was van een schots gegleden en
had beide laarzen vol water gekregen. Hij
daalde in de luwte van een ijsbergje neer, trok
de laarzen uit en zette deze onderstboven op
den ijsberg om wat uit te lekken. Toen wrong
hij de kousen uit en trok deze voetbekleeding
daarna weder aan.
Inmiddels was een andere jager genaderd
en kreeg de punten der laarzen te zien. „Ha,
dacht de man, „twee rotganzen!" Hij sloop
voorzichtig nader, legde aan, trok af en schoot
de onschuldige waterlaarzen zoo door en door,
dat zij beter voor zeeften konden dienen dan
voor schoeisel op de jacht.
Waarschijnlijk zal het standbeeld van
J. Pz. Coen nog dit jaar binnen Hoorn ver
rijzen. Het benoodigde kapitaal is, naar men
verneemt volteekend.
De wintergranen hebben in den polder
Waard en Groet door de strenge vorst zeer
geleden; men vreest dat het koolzaad geheel
verloren is.
De algemeens beraadslagingen over het
wetsontwerp tot wijziging der Kieswet (meer
voudige districten enz.) zijn Woensdag in de
Kamer ten einde gebracht. De bestrijders bleven
volhouden dat de regeling bij de Grondwetsher
ziening in 1887 gemaakt onveranderd behoorde
te blijven tot dat eene nieuwe volledige kiesrecht
regeling aan de orde zou zijn en maakten vooral
bezwaar er tegen, dat de onevenredige verdeeling
van de nieuwe plaatselijke districten (speciaal
in Amsterdam met betrekking tot Nieuwer-
Amstel) tot vele onregelmatigheden en onbillijk
heden aanleiding zou geven. De verdedigers
bleven van oordeel dat deze regeling zich aansluit
bij die van 1887 en dat niets, ook na deze wet,
een latere nieuwe kiesrechtregeling in den weg
zou staan. De Minister van Binnenlundsche
Zaken heeft dit laatste nog eens uitdrukkelijk
verklaard.
Bij de aangevangen behandeling van het eerste
artikel van het ontwerp zijn velerlei bezwaren
gerezen van formeelen aard, vooral met betrekking
tot de vraag, of het reclamerecht der kiezers
voldoende zou kunnen worden behartigd bij de
splitsing in gemeentelijke districten terwijl meer
bepaaldelijk de noodzakelijkheid werd betoogd
om een vasten datum in de wet op te nemen
ter bepaling van het tijdstip waarop reclames
t9gen de kiezerslijsteu knnnen worden ingediend.
De meeningen hierover waren zoo uiteenloopend,
dat het debat ten slotte moest worden verdaagd
tot Donderdag
In de zitting van Donderdag is het eerste
artikel der Stedenwet aangenomen met 45 tegen
36 stemmen, nadat 15 Februari was bepaald als
de termijn voor de woning in de kiezerslijsten
vast te stellen.
De Regeering heeft art. 4, waarbij gelegenheid
werd gegeven om 's morgens vroeg of's avonds
te stemmen ingetrokken. Daarna is de steden-
wet met 52 tegen 38 stemmen aangenomen.
TEXELSCHE COURANT,