No. 355. Donderdag 26 Februari. A". 1891. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland, Iets over grondbelasting. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor dhn Bubo 30 Cts. Franco per post door ge heel Nsdbeland 45 Cts. Naar Ambrtxa en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave. Prijs der Advertentièn Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Gfcroote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBubg op Texel. (Vervolg van No. 354.) Evenals de wet van 1873 eene verandering in de hetfing der belasting op d6 gebouwde eigen dommen teweegbracht, zal bij niet-aanDeming van het aanhangige regeeringsvoorstel tot vast stelling van het bedrag der grondbelasting, en dus bij uitvoering van de wet van 1879 dit niet minder plaats hebben voor de ongebouwde eigen dommen. Beide wetten toch bepalen, dat de totale belas tingsom zal worden omgeslagen over de nieuw belastbare opbrengst, door de herziening verkregen. Dientengevolge wordt thans, daarop Uit* decem ber 1875 de totale belastingsom f 3.876.994.00 en de belastbare opbrengst f74.501.528.— bedroeg, van de onzuivere huurwaarde der gebouwen eene percentage van 5.2039 geheven m. a. w. vaD 100 gulden belastbare opbrengst moet ruim 5 gul den belasting in hoofdsom worden betaald, terwijl, zoo het hierboven aangehaalde regeeringsvoor stel verworpen wordt, de belastingsom tot de nieuwe belastbare opbrengst der ongebouwde eigendommen staat als 5.545.090.38: 96.146.688.80 en mitsdien voor die eigendommen dan waar schijnlijk een belasting van f 5.767 per f 100 belastb. opbr. zal worden geheven tegen f 12.13 op dit moment. Oogenschjjnlijk zou uit het boven staande worden afgeleid, dat eenegroote afslag van grondbelasting zou worden verkregen. Toch is dit niet het geval, daar de nieuwe belast, opbr. zich verhoudt tot de oude als circa 2YS: 1 voor Texel staat de oude tot de nieuwe als 1: 1.79. Behalve de hier bovengenoemde verandering in de wet van 1870 zijn nog vermeldenswaard le. de belastbaarstelling der landbouwschuren, welke volgens de Fransche wet 1798 vrijdom genoten en welke vrijdom in 1870 was gehand haafd. (Art. 32 wet 1873). 2e. het vervallen dor tijdelijke vrijdommen bij stichting, herbouw en vernieuwing van gebou wen, met uitzondering alleen van de gebouwen, dienende voor bebouwing van ontgonnen ot drooggemaakten grond, waarvoor de bij de wet van 1870 toegestane termijnen blijven bestaan (wet 1884). 3e. uitbreiding der vrijstelling voor schoolge bouwen en woningen van onderwijzers met aanhoorige erven en tuinen bij de wet van 1870 alleen toegestaan, wannser die toe'oehoo- ren aan provinciën, gemeenten en kerkgenoot schappen, ook tot het geval dat die gebouwen enz. toebehooren aan instellingen of vereeni- gingen, die rechtspersoonlijkheid bezitten. (Wet 30 Dec. 1887). Op de hoofdsom der grondbelasting worden provincialen en gemeente opcenten geheven. Het getal gemeente-opcenten voor de gebouwde eigendommen kan 40 en voor de ongebouwde 10 bedragen, terwijl het Rijk sedert 1865 van de gebouwde geene, doch van de ongebouwde eigen dommen 21V3 opcent heft, De provincie minder benoodigd, heft van de eerste 7 en van de laatste 8 opcenten. De korte schets van de geschiedenis der grond belasting zou ik hier kunnen eindigen ware het niet dat de Regeering in het afgeloopen jaar een voorstel had aanhangig gemaakt waarvan het eerste en eenige artikel luidt: De grondbelasting op de gebouwde en op de ongebouwde eigendommen bedraagt vijf ten hon derd van de belastbare opbrengst. Alzoo weer eene gewichtige wijziging van de wet van 1870, een wijziging zoo gewichtig omdat met het voorstel, waaruit ze voortvloeit, gelijk tijdig werd 'ingediend een ontwerp van wet tot herziening der algemeene regels ten aanzien der plaatselijke belastingen welke eene ingrijpende verandering van de gemeente-financiën beoogt. Regelt het eerste voorstel de te heffen Rijks belasting op de onroerende goederen, het tweede geeft o. a. den gemeenten het recht te heffen a. 60 opcenten op die belasting, zoowel wat de gebouwde als de ongebouwde betreft b. 20 opcenten meer op de hoofdsom der person, bel. dan thans c. 30 opcenten op de hoofdsom van het patent recht, met uitzondering van dat, betaald door Kramers, vreemde Kooplieden, vreemde Schaar- slijpers, Ketelboeters, en eigenaars of vaste gebruikers van binnenvaartuigen. In alle drie gevallen met afstand van het recht op de middelen Rijks-opcenten te heffen (de uitzonderingen in sub. b. genoemd, uitge sloten). Voort dienen hier nog 2 bepalingen in dat 2de voorstel vervat, te worden aangestipt, le. het recht van de gemeenten om wik en weegloonen, marktgelden, enz. te eischeD en het bedrag daarvan vast te stellen onder nadere goedkeuring van Gedeputeerde Staten. 2e. dat in geval de gemeente de volle 60 opcen ten op de grondbelasting doet innen, het zuiver bedrag der door de polderbesturen uitgegeven kosten van onderhoud voor wegen en vaarten in de gemeente, door haar aan die colleges moet worden gerestitueerd. Een bepaling, die bij velen afkeuring verdient, omdat zij tot vele verwikkelingen en onaangenaamheden tusschen polder- en gemeentebesturen zal kunnen leiden. Het doel der Regeering met beide wetsvoor stellen beoogd, is behalve meei evenredige heffing der belasting op de eigendommen, staving der gemeente-financiën en dat dit wat de gemeente Texel betreft, is bereikt, wil ik ten slotte trachten aan te toonen. Alvorens daartoe over te gaan meen ik eerst nog te moeten wijzen op een adres door N.-Holl. landeigenaars, (Br-^baart c. s.) den Staten Generaal aangeboden, (de Raad dezer gemeente besloot in hare vergadering dd. 20 Febr.jl. adhaesie daaraan te moeten betuigen) waarin verzocht wordt de beide wetsvoorstellen niet aan te nemen tenzij de door hen aangegeven wijzigingen werden aan gebracht. Die wijzigingen zijn in 't kort le. wat het eerste voorstel betreft, verlaging van he t percentage-cijfer van vjjf op vier. 2e. Wat het tweede voorstel aangaat a. Marktgelden, wik- en weegloonen te heffen tot geen hooger bedrag dan noodig te achten is, om den betaler naar evenredigheid van het gebruik of genot te doen bijdragen in de kosten van aanleg enz. b. De gemeenten geen recht te geven opcenten op de hoofdsom der patentbelasting te heffen. c. Het getal gemeente-opcenten op de hoofdsom der grondbelasting te doen gaan, zoowel voor geb. als ongebouwde tot 60, zonder dat door de gemeente het zuiver bedrag van onderhouds kosten van wegen enz. aan de polderbesturen behoeft te worden gerestitueerd. d. Het getal gemeente-opcenten op de hoofdsom van de pera. belasting met 10 te verhoogen en het Rijk de bevoegdheid te laten 10 opcen ten te heffen in plaats van zooals vroeger 20. Overzicht van het belastingbedrag;. Op te brengen volgens 1. Grondbelasting. a. Gebouwd. Hoofdsom I Rijk Opcenten Provincie Gemeente b. Ongebouwd. Hoofdsom Rijk Opcenten Provincie Gemeente 2. Person. Belasting. Hoofdsom Rijk Opcenten Provincie. Gemeente. 3. Patentbelasting. Hoofdsom Opcenten j Van bovenverkregen som men wordt aan de gemeente afgestaan. Opcenten j gebouwd. f 2022 grondbel. j ongebouwd. 1910 Opcenten pers. bel4785 patent bestaan de wetten Regee rings voorstel Voorstel Bree- baart c.s f 5056 f 4850 f 3887 353 2022 353 2910 349 2332 19102 4107 1528 1910 13205 1082 7923 10564 1098 6338 9570 1914 287 4785 9570 287 6699 9570 957 287 5742 2972 832 2972 170 705 2972 832 f 54438 f 50726 f 44928 8489 f 8717 *U gefixeerde uitkeering pers. bol. enz. Totaal f 17206 Zal aan Hoofd. Omslag moeten worden geheven. 14000 f 2910 7923 6699 705 f 18237 7116 f 25353 7600 O f 2332 6338 5742 f 14412 7110 f 21528 10000 Aan polderlasten zal 3/s (gemiddeld f 1600 per jaar) minder moeten worden betaald dan vroeger. Uit bovenstaande cijfers blykt, dat ondanks aanzienlijke vermindering van belastingdruk, de bate van wege het Rijk aan de gemeente afge staan, belangrijk zijn gestegen. Het gevolg van dit laatste zal mitsdien zijn vermindering van Hoofdelijken Omslag. Ing. TEXEL, 25 Februari 1891. Met een woord van tevredenheid over de ruime opkomst, opende de Voorzitter van ons Nutsdepartement de vergadering van Maandag avond. De opkomst was dan ook buitengewoon. Gaf de afwisseling der werkzaamheden voor dezen avondlezing, muziek en zang, gereede- lijk aanleiding om een drukker bezoek dan anders te verwachten, er scheen ook nog een publiek geheim te zijn, dat tot de opkomst had medegewerkt. De werkzaamheden werden aangevangen door de Mannenzangvereeniging die ten gehoore bracht, de zang, voorkomende in het tooneel- stuk ,.Het graf onder de Meidoorn." TEXELSCHE COURADT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1891 | | pagina 1