N®. 360.
Zondag 15 Maart.
A®. 1891.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL CEDEELTE.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Bubo 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 80 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANÖEVELD DE ROOU, ParkstraatBueg op Texel.
Z E E - 511 JL ITI E.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente TEXEL noodigen de lotelingen dezer
Gemeente van de lichting van dit jaar uit, om,
zoo zij verlangen bij de ZEE-MILLITIE te dienen,
zich daartoe vóór den laten April aanstaande,
ter Gemeente-Secretarie aan te melden.
Afgekondigd en aangeplakt te Texel, den
3 Maart 1891.
De Secretaris,
STIKKEL.
De Burgemeester,
C. M. KOOY.
PUBLICATIE.
KIEZERSLIJST E N.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
TEXEL brengen ter kennisse der belanghebbenden,
dat, ter voldoening aan de wet op het kiesrecht,
door hen zijn vastgesteld de lijsten der kiesge
rechtigden van leden voor de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, de Provinciale Staten en voor
den Gemeenteraad, alsmede van die, welke sedeit
de vaststelling der vorige kiezerslijsten daarvan
zijn geschrapt. Dat die aan het Raadhuis zijn
aangeplakt en bovendien van heden af gedurende
veertien dagen (Zon- en feestdagen uitgezonderd),
des voormiddags van 9 tot 12 uur, op het raad
huis ter inzage zullen liggen, binnen welken tijd
degenen, die daartegen eenige reclamen mochten
hebben, die bij ongezegeld veizoekschrift, door
de vereischte bewijsstukken gestaafd, aan den
Raad zullen behooren intedienen, na verloop van
welken tijd daarop geen regard meer zal kunnen
worden geslagen.
Gedaan te Texel don 14 Maart 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. M. KOOY.
De Secretaris,
STIKKEL.
TEXEL, 14 Maart 1891.
Na de vele dagen van ijs en sneeuw en
stremming van de vaart, en als gevolg daar
van het stilstaan van vele zaken, is het waar
lijk een genot, weder eenig meer leven te
mogen ontdekken.
Het weder zien passeeren van diligences,
het op tijd vertrekken van post en boot, het
geregelder verkeer van beurtschepen, het weder
hervatten van verschillende werkzaamheden,
't zijn allen zaken welke zeker ieder prettig
stemmen.
Geeft dat alles weder teekenen van leven,
op het gebied van handel, schijnt de winter
slaap nog niet geheel te zijn geëindigd; zijn
anders om dezen tijd des jaars, reeds vele
lammeren (welke trouwens nog geboren moeten
worden) verkocht, thans hoort men daarvan
nog niet gewagen, van prijzen schijnt nog
weinig bekend te zijn; gelukkig is er nog
geruimen tijd voorhanden voor ten deze opzich
ten zaken moeten worden gedaan.
Laat ons wenschen dat de natuur zich spoedig
zal ontfermen door de weiden een frisscher
aanzicht te geven en bij het ontwaken der
ratuur ook de handelsgeest zich in het belang
I onzer veehouders doe kennen tot vergoeding
voor de offers welke thans moeten worden
gebracht.
J Wij herinneren onzen lezers dat Maandag
fif a. s. weder markt wordt gehouden, en van
5 dien dag af de gewone wekelijksche markten
weder iederen Maandag zullen plaats hebben.
Voor het examen in de nuttige hand
werken, Donderdag te 's Gravenhage gehouden,
slaagde o. m. Mej. M. Boon, van den- Hoorn
op Texel.
Oudeschild, 18 Maart. Naar wij vernemen
is van de jeugdige muziekvereeniging van de
Waal, het vriendelijk aanbod gekomen, om
zich eerlang hier bij gelegenheid eener tooneel-
voorstelling of iets van dien aard te doen hooren.
De Heer Weber van Helder heeft zich
aangeboden tot het houden eener lezing.
Beide aanbiedingen geschiedden om de
opbrengst geheel ten bate der hier te stichten
bewaarschool af te staan.
Vermoedelijk wordt van beide welwillende
aanbiedingen nog in deze maand gebruik
gemaakt, zoodat een waardig slotnommer der
winteramusementen in 't verschiet is voor hen
die daarvan kunnen profiteeren.
Het „D. v. Z.-H." deelt mede, dat de
intrekking door den minister van marine van
de bepaling op de rijks-marinewerven, dat
christelijke feestdagen, welke op andere dagen
dan Zondag vallen, aan de werklieden als
gewone arbeidsdagen worden uitbetaald, is
geschied bij de nieuw ingevoerde reglementen.
De werklieden, die worden aangenomen sedert
deze reglementen van kracht werden, blijven
van het genot der bepaling verstoken en weten
dat dus van te voren, maar voor de werklieden,
volgens de oude bepalingen aangenomen, blijft
zij van toepassing.
In de dezer dagen te Amsterdam gehouden
vergadering van het hoofdbestuur der Vereeni-
ging ter bevordering van de Nederlandsche
visscherij werd besloten krachtige pogingen
aan te wenden tot het verkrijgen eener
internationale tentoonstelling voor visscherij-
belangen.
Te Almeloo wist Maandagmorgen een
gevangene, terwijl hij op de binnenplaats
frissche lucht genoot, aan de waakzaamheid
van den oppasser te ontsnappen, op het dak
te klimmen en met behulp van een touw dat
hij bij zich had, de straat te bereiken. Hij
vluchtte toen in de richting van Wierden,
doch werd zeer spoedig vervolgd door een
bewaarder en den kok der gevangenis. Zij
vermisten hem evenwel dicht bij een boeren
huis. Toen zij daar kwamen, werd hun eerst
te kennen gegeven dat er niemand was, doch
nadat de gevangenbewaarder eenigszins krach
tig optrad, stond de boer toe, dat zij het huis
doorzochten, hetwelk ten gevolge had, dat
zij den persoon in eene bedstede vonden en
hem weder in arrest namen.
De Staatscourant van 11 dezer bevat
het kon. besluit van 25 Februari 1891, be
treffende de lichting der nationale militie van
het jaar 1891. De lichting bedraagt 11.000
man, waarvan 600 man voor den dienst ter
zee wordt bestemd. De verdeeling voor de
verschillende provinciën is aldusNoord-
Brabant 1263, Gelderland 1274, Zuid-Holland
2155, Noord-Holland 1876, Zeeland 518, Ut
recht 498, Friesland 915, Overijsel 774, Gro
ningen 736, Drente 348, Limburg 643.
Naar men verneemt, is de Haagsche
schildwacht, verwezen ter zake van mishande
ling van een burger (de verwonding van een
burger met de bajonet vóór het hoofdwacht
gebouw aan het Buitenhof), door den Krijgsraad
niet strafbaar verklaard en van rechtsvervol
ging ontslagen, op grond van art. 41 van het
Strafwetboek, waarbij bepaald wordt, dat niet
strafbaar is de overschrijding van de grenzen
van noodzakelijke verdediging, indien zij het
gevolg is geweest van eene hevige gemoeds
beweging, door de aanranding veroorzaakt.
Het toebrengen van tweo hevige vuistslagen
door den burger aan den soldaat werd voor
het bestaan van dien toestand aangenomen.
Maandagochtend viel op de Zuiderzee, bij
Harderwijk, in 't gezicht van het strand eene
ontzettende gebeurtenis voor.
Twee visschers, C. Klaassen en W. Bruining,
benevens een zoontje van laatstgenoemde,
gingen in een boot hunne netten ophalen.
Bij het ophalen der schakels is waarschijnlijk
de boot gekanteld en alle drie hebben hun
graf in de golven gevonden.
Een maatschappij te Amsterdam heeft
concessie aangevraagd tot ontginning van
steenkolen in de gemeente Heerlen, Voerendaal
Schaesberg en Nieuwenhagen.
Een trouwlustig paar te Vuren had de
afkondiging van het voorgenomen huwelijk
reeds in handen van den aflezer der afkondi
gingen gesteld, teen het biljet ter elfder ure
nog werd teruggevraagd, omdat de lui
berouw gekregen hadden en voor het oogenblik
meer heil in scheiding dan in vereeniging
zagen. Gelukkig dat zij 't in tijds ontdekten
Een pak dekens dat den 12 December
van Leiden naar Kuilenburg verzonden is, is
nog altijd op reis. Het eenige levensteeken,
dat de afzendeis ontvingen, was eene brief
kaart van de directie der Hollandsche Spoor
wegmaatschappij, gedagteekend 21 Januari,
meldende dat zij zoo spoedig mogelijk nader
antwoord zou doen toekomen Alles met stoom!
De „Haagsche Ct." brengt het vraagstuk der
droogmaking van de Zuiderzee ter sprake. Het
blad geeft een beknopt overzicht van de vele plannen,
die voor dat kolossale werk zijn openbaar gemaakt
„De groote voordeelen welke er aan verbonden zjjn,
kan men onder twee afdeelingen brengen: de directe
en de indirecte. De eersten
Maar wat gaat ge ons daar betoogen? hoor ik een
verbaasden lezer uitroepen. Iedereen is er immers
van overtuigd, van die directe en indirecte voordee
len beiden I
Precies I En ziet u, dat verwondert me nu nog
het meest. Iedereen is er van overtuigd, tot in het
diepst van zijn ziel. Iedereen zou het een prachtig
sluitstuk voor de 19e eeuw hebben gevonden. Ieder
een dweept er mee en is overtuigd, dat die droogma
king tot stand zal komen. Iedereen heeft de zekerheid,
dat er maar een flink man noodig is, die het juiste
oogenblik aangrijpt om de zaak aan te pakken en
door te zetten. En toch en toch beweegt zi)
zich nog altijd, die vervelende Zuiderzee; toch is
er al genoeg inkt over vergoten om hare grauwe
golven zwart te maken als roet; toch ontbreekt nu
al veertig jaren die fameuse „right man on the right
moment," en laat het publiek zich de maag
vullen met politieke redevoeringen, zonder ooit eens
te vragen: maar heeren I hoe zoudt ge er over denken
als we middelerwijl die zee eens inpolderden T'
Wie een goed werk wil verrichten ten nutte van
land en volk, die helpe agiteeren voor het droog-
makingswerk. Er is nu weldra, als de „Zuiderzee-
vereeniging" ook nog gereed is, genoeg onderzocht;
dan moet er worden gehandeld.
Onze Waterstaat kan het werk uitvoeren.
Maar dan moeten Regeering en Kamers ook des
noods gedwongen worden, te icillen.
Zij kunnen er tijd voor vinden, te over. Zij hebben
altijd geld, als er kanonnen of manouvres moeten zijn.
Zjj moeten dan nu ook, eindelijk, èn tijd, èn geld
vinden voor een groot werk, waarvan de natie in
vele, in alle opzichten enorme voordeelen zal trekken.
Ten slotte maakt de Haagsche Courant de opmer
king of het niet wenschelijk en verstandig zou zijn,
om met de toekomstige provincie Zuiderzee een proef
te nemen tot toepassing van het vraagstuk der land
nationalisatie, in plaats van het land in reepen te
snijden en weer aan den man te brengen.
„Het is zeker het oogenblik niet voor het verdoelen
van de huid van den beer, nu deze nog niet geschoten
is. Aanvankelijk, staat te voorzien, zal 't al moeite
genoeg kosten, de politici uit hun hooge sfeeren
naar de aarde te trekken en van hen te verkregen,
dat ze een deel van hun kostbaren tijd aan de partij -
kunst ontwoekeren, om dit aan deze practische zaak
te wijden. Maar mocht dat gelukken, misschien nog
in de 19e eeuw, dan is het zaak, tijdig - voor het
te laat is ook deze tweede vraag aan de orde te
stellen en opgelost te krijgen; op welke wijze zal
het Nederlandsche volk er het meeste nut van
trekken, - wie zal met het grootste deel der winsten
gaan strijken, het groote kapitaal of de gemeenschap,
de beursmannen of de natie.
TEXEN3CHE COURAÏÏT.