Buitenland.
Ingezonden Stukken.
De minister van Marine brengt ter ken
nis van belanghobbendon, dat in de maand Mei
aanst. bij de directie der Marine te Hellevoet-
sluis, eon vergelijkend examen zal plaats
hebben van jongelingen, die als machinist leer
ling der 2e klasse wenschen te worden aange
nomen. Het getal der als zoodanig te plaatsen
jongelingen zal zich tot twintig bepalen. Om
tot het voorschreven examen te worden toege
laten, behoort men vóór 15 Apiil, aan het
departement van Marine een verzoekschrift
in te dienen, dat niet op zegel behoeft geschre
ven te zijn en waarin zullen moeten vermeld
zijn de naam, voornaam, het beroep, de woon-
en geboorteplaats der ouders of voogden.
Het hoofdbestuur van den Nederlandschen
bond ter bestrijding van overdreven Zondagsrust
op het gebied van post- en telegraaf verkeer heeft,
naar de Leeuw. Crt. meldt, aan tal van belang
stellenden een circulaire gezonden, waarin het
doel der vereeniging duidelijk wordt uiteengezet.
Op de vraag wat wil nu de bond luidt het
antwoord:
In de eerste plaatsten strijde trekken tegen
inkrimping van post- en telegraafverkeer op Zon-
of feestdagen, waar die inkrimping zoodanige
afmetingen dreigt aan te nemen, dat zij geacht
moet worden te zijn schadelijk voor het algemeen
belang (handel en nijverheid in 't bijzonder).
Ten tweedemisbruiken en leemten in post
en telegraafverkeer door geheel Nederland opsporen,
ze ter kennis der bevoegde autoriteit brengen en
op verbetering aandringen.
Niets anders dan dat beoogen wij, zegt het
hoofdbestuur ons arbeidsveld is dus nauwkeurig
afgebakend.
Onder hen die door den buitengewoon
strengen winter geldelijke schade hebben ge
leden, behooren ook de boomkweekers. Dezer
dagen kreeg het N. v. d. D. inzage van een
brief van eene vakman uit Boskoop, waarin
gemold werd, dat sommige boomkweekers 10,
20 en meer duizend gulden nadeel hebben
geleden; alleen onder de boomkweekers te
Boskoop wordt de sehado begroot op niet min
der dan 2Vj ton.
Zeker wordt de schade voor eeu deel ver
goed door de hoogere waarde van hetgeen is
overgebleven.
Door de le afdeeling der Friesche Maat
schappij van Landbouw zijn de vragen behandeld
„Verdient het inkuilen van gras aanbeveling?
Wat heeft de ervaring op dit gebied geleerd
Uit de vrij uitvoerige dicussies hierover bleek,
dat er verscheiden proeven zijn genomen in ver
schillende streken en de uitkomsten over het
algemeen gunstig zijn geweest. Het vee eet
het gaarne, liever dan hooi, en voor de zuivel-
productie is het niet nadeeligbij verschillende
proeven bleek de boter uitstekend te zijn. Maar
de meesten constateerden een zoo onaangenamen
reuk, dat deze soms hinderlijk is, zolfs voor
degene die een boerenplaats passeert, en welke
reuk zich bijzonder mededeelt aan de kleeren
dergenen dio voederen. Aan de andere zijde
wc-rden proeven medegedeeld, waarbij men minder
of bijna geen last van den onaangenamen reuk
had, hetwelk daaraan toegeschroven werd, dat
het gras droog ingekuild was. Hoe Datter het
gras bij de inkuiling is, hoe ODaaDgenamer de
reuk wordt; die reuk is echter wel hinderlijk
voor de reukorganen, niet schadelijk voor de
gezondheid. Bij voedering met ingekuild gras
en Va hooi is de opbrengst en de qualiteit der
zuivelproducten beter en ruimer dan zonder
ingekuild gras. Veel gras, dat in liet najaar anders
dikwort verloren gaat, kan door inkuilen met
vrucht bewaard en later gevoederd worden.
Met algemeene stemmen werd de volgende
conclusie aangenomen
„In natte nazomers is inkuilen van gras, zooveel
mogelijk in drogen staat, aan te bevelen.
„De ervaringen in en buiten de le afdeeling
met inkuilen in het afgoloopen najaar verkregen,
zijn bepaald niet ongunstig."
De Kamer van Koophandel te Groningen
heeft het verzoek van de Kamer te 's-Graven-
hage, om deel te nemen aan eeno nationale
beweging, ten gunste van het protectionisme
voor kennisgeving aangenomen. De Kamer
meent steeds voldoende blijk te hebben gegeven
geen voorstandster te zijn van nescl.ermonde
rechten.
Het afdeelingsverslag der Eerste Kamer
over de z. g. Stodonwet is verschenen. Daar
uit blijkt dat in de talrijk bezochte afdeelingen
de meeningen uiteen liepen. Vele leden hadden
tegen do voordracht een overwegend bezwaar.
Andere waren in meerdere of mindere mate
met haar ingenomen. Sommigen wenschten
hun eindoordeel over do aannemelijkheid op
te schorten, totdat ,de Regeering zich nader
zal hebben verklaard.
De heer J. L. Lemmens, te Amsterdam,
doet in een schrij ven aan de „Limburger Koerier"
mededeeling dat, ofschoon hij te Ubach-over-Worms
(L.) is geboren, men hem in het bevolkingsregister
te Amsterdam als Belg heett ingeschreven, en
men hem daar ten stadhuize dezer dagen op
merkzaam maakte dat, bijaldien hij op de kiezers
lijsten wilde worden gebracht, hij genoodzaakt
was zyne naturalisatie aan te vragen.
Niettegenstaande hij als bewijs zijne trouwpa-
pieren enz. vertoonde was het hem onmogelijk
de ambtenaren bij het bureau voor de verkiezingen
tot do overtuiging te brengen, dat Ubach-over-
Worms, zijne geboorteplaats tot Nederland be
hoort.
Eerst toen hij verklaarde te Heerlen te hebben
geloot en te Maastricht op monstering te zijn
geweest wegens reclamatie, kwam men door een
inmiddels ter hand genomen boek tot de ont
dekking, dat Ubach over-Worms wel degeiijk eene
Nederlandsche gemeente is.
De Haagsche kroniekschiijver van de
V. Gron. Ct. deelt mede, dat men bij de
hervatting der zittingen van de Tweede Kamer
eene interpellatie had verwacht over de zaak
Land. Daarvan is echter, naar verzekerd wordt
op verlangen van den betrokken persoon zelf,
die niet als martelaar wilde besproken en
evenmin door den Minister van Marine openlijk
beoordeeld wilde zijn omdat hij dezen de
geschiktheid daartoe ontzegt, afgezien in de
stellige overtuiging, dat het gepleegde onrecht
binnen enkele maanden zal worden hersteld.
Deze schr. deelt voorts nog mede, dat een
openlijke ongeschiktverklaring van een marine
officier niet zonder voorbeeld is, zij 't dan al
niet in 's lands raadszaal, dan toch voor het
front van de gansche marine. Jaren geleden
werd door een kommandant, met name
Hugenholtz, de schr. meent van de Guinea
een eerste officier uit een ander werelddeel
naar Europa teruggezonden, met extra gelegen
heid, omdat de kommandant hem eenvoudig
onbruikbaar verklaarde. Dit feit maakte toen
niet weinig indruken toch is die destijds
als ongeschikt tentoongestelde officier thans
schout bij nacht en Minister van Marine.
Men moet het dus met de beoordeeling niet
al te nauw nemen.
De heer Levysohn Norman zal op nader
te bepalen dag de Regeering interpelleeren
over het passeeren van den heer Land bij de
bevordering tot hoofdofficieren.
Uit Vlissingen komt het voorzeker in de
eerste plaats voor die gemeente heuglijke
bericht, dat eene nieuwe Stoomvaart-Maat
schappij tot stand gekomen is.
Deze maatschappij, die nauw verbonden zal
zijn met de stoom vaart-maatschappij „Zeeland,"
heeft ten doel het goederenvervoer van
Vlissingen naar buitenlandsche havens, in de
eerste plaats naar Engelsche havens, te ont
wikkelen.
De eerste lijn waarvoor nieuwe stoom
schepen gebouwd worden zal zijn een dienst
tweemaal per week naar en van Huil.
De Maatschappij, welke den naam zal voeren
van „de Zeeuwsche Stoomvaart-Maatschappij,"
zal staan onder directie van de heeren mr.
C. Bakker Czn. en C. L. van Woelderen.
Uit Tiel schrijft men
Maandagavond was de hevige wind oorzaak
dat de Tielsche veerpont van de Wamelsche
zijde zonder veerknecht vertrok; de man raakte
nl. bij het afvaren te water, doch redde zich.
De pont gierde nu weg met twee passagiers,
een metselaar en den rijksveldwachter uit
Wamel. Midden op de rivier bleef het vaartuig
liggen, aangezien de passagiers, bij de volslagen
duisternis, Diet wisten, hoe zij de gierkettin-
gen moesten verzetten.
Binnen weinig tijd sloeg de pont nu vol
water, en toen de veerknecht, die eerst met
veel moeite naar Tiel gevoerd was, eindelijk
met twee andere mannen de pont opgespoord
had, was zij reeds in de diepte verdwenen.
De metselaar had zich nog in een mast gered,
doch de rijksveldwachter van Wamel is ver
dronken. Hij laat eene weduwe met acht
kinderen na.
De s:cialisten te Berlijn zijn druk bezig
met onder elkaar te twisten over den Meidag.
Iu eene groote vergadering is besloten, vast te
houden aan het oorspronkelijk denkbeeld om op
1 Mei allen arbeid te laten rusten en zich niet
te storen aan de socialisten in den Rijksdag, die
het weoschelijker achten, den Meidag te houden
op den eersten Zondag in die maaDd. Die partij-
genooten zeggen, dat het toch alleen te doen is
om eene gemeenschappelijke demonstratie ten
gunste van eenen werkdag van acht uren, der
halve om eene demonstratie, die evengoed op
Zondag kan plaats hebben, terwijl alsdan geen
werkman wordt tegengehouden met het oog op
verlies van een dagloon of ongenoegen met den
werkgever. De vergadering was echter van
oordeel, dat socialisten geen autoriteiten moesten
gaaq aank weeken, gelfjk hunne party genooten,
die thans in den Rijksdag zitten, schenen te
willen worden. Er werd dus besloten den len
Mei niet te werken.
Daarentegen hebben de socialisten teV'Altona
besloten, den len Mei te arbeiden en de demon
stratie op Zondag te houden, terwijl gedeelte
van het loon, hetwelk zij op 1 Mei^verdienen,
ten nutte der partij zal worden besteed.
In geheel Grool-Brittannië is het weer ge
durende de laatste dagen zeer ruw geweest. De
gure wind, welke ook daar zijn invloed deed
gevoelen, bracht op vele plaatsen regen en sneeuw
en in het noorden zelfs vrij strenge vorst.
Ook te Calais heeft de sneeuwstorm van
Maandag zich doen gelden, zoozeer dat de tele
grafische gemeenschap met het overige Frankryk
verbroken werd.
De wind was zóó hevig, dat twee locomotieven
achter elkander van de rails werden geworpen.
Op een daarvan stond een hoofdconducteur, die
als een veertje opgenomen en in de sneeuw
geslingerd werd. Hij kwam er met een ver
stuikten arm en eenige kneuzingen af.
De berichten betreffende den hoogen water
stand uit Duitschland en Oostenrijk luiden nog
niet gunstig. De Donau is reeds op vele plaatsen
buiten de oevers getredeD, zoodat het gevaar
voor overstrooming toeneemt. Door de hevige
regens smelt de sneeuw op de bergen zeer snel
en daar de grond nog te bevroren is, moet al
dit water wegvloeien. Ook in Bohemen, in Posen
en in Saksen wassen de rivieren en vermeerdert
de vrees voor overstrooming.
De gelukkige Engelschman, die onlangs te
Monte Carlo veertienmaal achtereen won, heeft
later die geheele winst weder verloren en f 180,000
bovendien. Een jonge Engelsche graai, die den
2den dezer f 82,500 won, verloor die som even
eens weer en ettelijke duizenden daarbij. Een
Italiaansche hertog schoot er verleden week een
half millioen gulden bij in. 't Is om rijk worden
te doen
Men vreest voor verwikkelingen ten gevolge
van het plotseling overlijden van den Engelschen
gezant te Marokko. Naar men zegt, is de gezant
overleden na een heftig onderhoud met den sultan.
Een Engelsch pantserschip is van Tanger naar
Magazau vertrokken.
Zakuurwerken, welke acht dagen achtereen
loopen. Volgens eene mededeeling in de „Wiener
Mode" heeft een uurweik-maker te Weenen een
nieuw remontoir-horloge in den handel gebracht,
dat, na opgewonden te zijn, eene geheele week
geregeld blijft loopen. Dit merkwaardig uurwerk,
waarvan de constructie zeer geroemd wordt, is
zoowel in goud, zilver als geoxydeerd staal
verkrijgbaar.
Een Afrikaansche bekeerling. In hetZuid-
Afrikaansche Tijdschrift komt het volgende ver
haaltje voor:
„Toen de Zendingstatie Bethanie aan Rietrivier
gesticht werd, zoowat 50 jaar geleden, was het land,
dat later de Oranje Vrijstaat geworden is, woest en
slechts liier en daar door Boesmanbenden, eenige
Bathlapin en Koranna's bewoond. De zendelingen
van het Berljjner Genootschap hadden tien jaren
lang onder dat volk met vele opofferingen en moeie-
Ijjkheden gearbeid en nog was er geen teeken te
bespeuren van zelfs één enkelen bekeerling onder
die heidenen.
Op het laatst predikte op een goeden Zondag een
der zendolingen over den Verloren Zoon. Zekere
oude Boesman, zat met buitengewone aandaoht te
luisteren, en toen de dienst over was kwam hfi den
prediker opzoeken.
„Ou Baas",zeide hij, „jij het van daag mooi gepreek,
en wat je zeide het mfi diep getroffe."
„Zie zoo," dacht de Evangeliedienaar, „eindelijk
is het brood dat we hier in het water geworpen
hebben toch weder komen aandrijven." „Wel
Platje," zcide hfi, „ik ben verblijd Je dat te hooren
zeggen."
„Ja Ou Baas, ik is die verloren zoonik gevcel
dit; en jij is mijn vader".
„Neen! neen", antwoordde de zendeling, „ik ben
dat niet
„Jawel" viel die Boesman hem in de rede. „Ik
„is" die verloren zoon, en jjj „is" mijn vader
en nou wil ik maar weet wanneer zal jij die
kalf slag
Dit heeft de oude eerwaardige zendeling zelf mjj
medegedeeld."
Aanstaande Miliciens I
Weldra zult gij geroepen worden, uw burgelfike
leven met het militaire te verwisselen. De storm
der verzoeking zal u dadr inzonderheid van alle
zijden omringen. En zult ge niet medegesleept
worden in dien maalstroom der verleiding, dan moet
ge zooveel mogelijk eene aangename en nuttige ver-
poozing zoeken.
Maar zult ge zeggen waar vind ik die, als ik ge
plaatst word in een garnizoensplaats waar noch
vriend, noch kennis van mij woont? Ik wjjs u op
het Militair Tehuis; Dit Tehuis opent voor u een
lokaal waar geen sterke drank wordt geschonken,
geen ongebonden taal tehuis behoort, maar waar ge
legenheid bestaat tot gepaste ontspanning en ook
om woorden te hooren, die wijzen op den ernst van
't leven.
Maak een nuttig gebruik van 't Militair Tehuis.
Het zal u nooit berouwen. En als uw diensttyd
verstreken is, zult ge nog dikwijls denken aan de
aangename en gezellige uurtjes dadr doorgebracht
Een oud Milicien der Infanterie,
Tsxel, 13 Maart 1691.