De Onderlip Krijpflieisl-Yerzelreriilaatsclaiij Gjidiévraopg El Photograpliie Instantanée. NEW-YORK. 6. J. 0. D. PIKKERS, TI VENT IJS," op DINSDAG 24 BAADT 's amis 8 air, Te koop bij GEERT KIKKERT, 4 taps test gewonen fijn HOOI, tot haar agent voor Texel is aangesteld de Heer C. RAB. C. KAB. Openbare Uitvoering Aarclbeziënplanten, OS zal slachten STALEN voor Zomerstoffen, I. DUILFIft. Te huur gevraagd: Een BURGER WOONHUIS, mm wa sm' Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij. Kortste en Goedkoopste OVERTOCHT. publiek verkoopen Lamscliapen, F euilleton. DE ARMBAND. gevestigd te AMSTERDAM, adverteert, dat door het aanstaand vertrek van den Heer JOU. EELMAN, Verzekering van kapitaal ter bestrijding van alle kosten en geldelijke nadoelen uit den Militieplicht voortvloeiende om het even ol die persoonlijk of door anderen waargenomen wordt. Inschrijving van jongens beneden 15 jaar. Zeer nuttige voorzorg tegen geringejaarlijksche, halfjaarlijksche, driemaandelijksche of maandelijksche bijdrage. Uitvoerige prospectussen en alle geivenschte inlichtingen, gratis verkrijgbaar bij den Agent te Teiel. met medewerking van de Heeren POLAK van HELDER, in „de Vergulde Kikkert" aan deu Burg. T'-jwip voor een Heer met of zonder dame f 0.99, Jkuwiëc meerdere dames 50 cent. Plaatsen zijn te bespreken op den dag der uitvoering van 12 2 uur a 10 ct. extra. HET BESTUUR. en groote vruchtdragende per stuk 2 cent, Qndergeteekende bericht aan zijne geachte begunstigers, dat hij voor het aanstaande 1MASCIIFEEST een buitengewone van vier jaar oud, gemest op de stal van den Heer A. DROS, wegende 1200 halve kilo's; hij zal drie dagen voor de slachting door de gemeente door mij worden rondgeleid, om bestellingen op te nemen. J. II. KALF, Vleeschhouwer. Warmoesstraat, Burg op Texel, bericht do ontvangst eener prachtige collectie en beveelt zich beleefd aan tot het leveren daarvan op staal. Bovenstaande firma maakt aan de geachte ingezetenen van Texel bekend, dat het atelier geopend zal zijn op MAANDAG 16 MAART van 11 tot 5 uur. buiten of binnen het dorp gelegen. Aanvaarding 20 Maart e. k. Brieven met opgaaf van stand en huurprijs onder motto „huis" bureau dezer courant. ROTTERDAM AMSTERDAM Men vervoege zich aan de Kantoren der V A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam en bij de Agenten, of bij Inspecteur J. E. KROES te Groningen. E. BOLSIUS, te Oisterwijk. Notaris te Texel, zal op D I N S D A G 17 M A A R T 1891, des morgens 10 ure, bij de boet van KOSMOS, bij den Burg op Texel Voor den beer JAN UELDER. 60 beste EENJARIGE geboren op Texel. VOORTS 20 LAMSCIIAPEN, 6 RAMMEN, 1 YERSCII AFGEKALFDE KOE, 6 SCIIETTERS, 30 KIPPEN. Ondergeteekende bericht aan zijne gyp®»©» geachte begunstigers de ontvangst van een zeer groote partij bestaande in prachtige Japoustofien, Modebont jes, Bukskin, Kamgarens, Garen, Band en Sujetten, zoowel gekleurde als zwarte, welke thans zeer goedkoop worden verkocht. Bericht voorloopig ontvangen te hebben een zeer groote partij Neteldoeken en Vitrages, aangekocht uit een geliquideerd magazijn, contant uit den winkel 5% korting. Pb. VLESSING. 10. Vrj] naar 't Fransch vertaald. IV. - Blijft zitten, vrienden 1 zeide de generaal, die niemand anders was dan de voormalige kolonel Champrod, welke in Algiers een hoogeren graad had verworven en thans door eene inspectie naar Nor- mandie was geroepen Ik heb, evenals gij, de herberg moeten opzoeken en mijn vertrek tot morgen uitstellen De generaal ging voor het vuur staan en een glas nemende, dronk hij met de vischers. De kommer had hem een aantal diepe voren op zijn open en mannelijk gelaat gegroefdmen zag, dat eene aan houdende kwelling dat voorhoofd gerimpeld en die wangen had doen invallen, terwijl zijne vroeger gezonde kleur voor eene ziekelijke bleekheid had plaats gemaakt. - Het schijnt, mijne vrienden, zeide hy meteen droefgeestig, doch minzaam lachje, dat gij, voor zichtiger dan uw kameraad, aan een glas appelwijn boven hot zeewater de voorkeur geeft. De oude Landry zag door het venster en schudde het hoofdde regen had opgehouden, maar de wind was nog meer aangewakkerd en had de dampen, die aan den gezichteinder hingen, verjaagd. - Vader Landry gelooft, dat het de sloep van eon smokkelaar is, zeide de andere visscher, maar ik verbeeld mij, dat de twee vreemdelingen van Eculleville in die boot zijn, die een watertochtje hebben willen doen. - Loop heen, gij spreekt als een gek, hernam Landry, denkt gij dan, dat ik hier op de bank zou blijven zitten, als die goede dames in die notendop dansten? Luister niet naar hem, generaal, het is stellig do boot van een smokkelaar, zoo zeker als ik leef. De goede dames zouden in doodsgevaar zijn en Landry in het hoekje van don haard zitten te drinken I Als dat waar was, kondet gij zeggen, dat hieronder een schelm steekt, voegde hij er by, züne muts afnemende. - Ik zou ook in zee steken, al wist ik, dat ik er den dood zou vinden, hernam de andere en dat zou ieder visscher aan de kust. - "Wie zyn dan die twee vreemdelingen? vroeg de generaal, wiens nieuwsgierigheid door deze woorden gaande gemaakt werd. - O dat is eene geheele geschiedenis, zeide Landry, wy kennen haar wel, maar hoe zy heeten, weten wt) niet. En niemand in het dorp heeft er haar naar gevraagd, vervolgde de ander. Toen zy twee jaar geleden, laat in den herfst, hier kwamen, waren zy bitter neerslachtig. Daar het kort na de gevangen neming van de hertogin van Berry was, dacht men, dat misschien hare broeders of echtgenooten in die zaak betrokken waren en uit eerbied voor haar en om hare droefheid niet te vermeerderen, heeft men haar er niet naar gevraagd. Braaf gedaan, zeide de generaal. Zy zyn by eene arme weduwe gaan wonen, aan den ingang van het dorp en terwyi zy zich hielden, alsof zy alleen hare eigene vertering be taalden, onderhielden zy de arme weduwe en hare twee kinderen, zeide de oude visscher. Weldra leerden al de armen in den omtrek haar kennen, er was geene hut of men vond er haar, waar slechts zieken op te passen of ongelukkigen te troosten waren. Zy schynen niet zeer ryk, maar zy geven alles wat zy hebben zoo gulhartig, dat er de tranen van in de oogen komen. Als zy niets hadden, weenden zy met de ongelukkigen en baden God voor hen. Men kan al het goede niet opnoemen, dat zy gedaan hebban. Zy zyn een zegen voor het land. Sedert dien tyd noemt men haar de goede dames, en ieder zou voor haar zyn leven geven. Maar het is jammer haar zoo neerslachtig te zien en zoo bleek. Die deze goede dames kwaad gedaan hebben, moeten geen menscheiyk hart of gevoel hebben. Weet gy niets van hare geschiedenis vroeg de generaal, getroffen door den toon, waarop de zeeman sprak. Neen, antwoordde Landry, het schy'nt, dat zy in hare woonplaats veel ongeluk hebben ondervonden eens toen men van den oorlog in de Vendée sprak en van de arme lieden, die daar het leven gelaten hebben, zpn beiden bitter gaan weenen. Sedert durft men daar niet meer van spreken, als zy er by zyn. De eene schy'nt de meesteres van de andere, voegde zyn makker er by, want zy wordt altyd mevrouw genoemd, maar ik heb haar tegen die kleinere, met die zwarte oogen, Pierrette hooren zeggen. Pierrette, riep de generaal, terwyi hy doods bleek en bevende tegen den schoorsteen leunde. Zune oogen vielen op het venster. De storm was thans uitgebarsten. Donkere wolken bedekten het uitspansel en de zee was, zoo ver het oog reikte, met schnim bedekt. De boot vloog over de golven, terwyi de vloed haar naar de kust dreef, waarop de zee met donderend geraas brandde. Zie eens wat den generaal deert, zeide vader Landry zacht tot zynen kameraad, hy is zoo wit geworden als een lyk. De generaal begaf zich naar het venster. Vrienden 1 zeide hy, die sloep staat op het punt van verbryzeld te worden, ga naar het strand en tracht degenen te redden, die er in zyn. Zoo veel geld als gy verlangt Ik dank u, zeide de oudste visscherIk laat my voor het redden van myne medemenschen niet betalen. De generaal Champrod drukte hen de hand. Ga dan, ga dan 1 Misschien zyn de goede dames er in. Neon, zeide de andere visscher, dat kan ik beter zien. De boot is naby genoeger zyn slechts drie of vier matrozen in; maar al zyn het ook Engelsche smokkelaars, ik wil toch wel trachten hen te helpen. Het zyn toch ook menschen. De beide vissohers vertrokken. De generaal oogde hen na, zoolang hy hen zien kon. Wat hy gehoord had, had hem tot in het diepste zyner ziel geschokt. Op een afgelegen visschersdorpje vond hy haar terug, die hy vlookte en nog beminde tevensen hy vond er haar arm, treurend en alleen. Terwyi de generaal, door duizend denkbeelden bestormd, zyn hoofd op zyne handen liet rusten, werd de deur der herberg driftig geopend en eene vrouw, in eenen mantel gewikkeld, trad binnen. Nug niemand? riep zy uit, terwyi zy haren mantel af wiep. By het hooren van eenig gerucht had de generaal zich omgekeerd. Pierrette 1 riep hy uit. Pierrette viel op eenen stoel neder, toen zy hem zoo onverwacht voor zich zag. Kolonel 1 gy hier zeide zy. Pierrette 1 wat komt gy hier doen? zyt gy alleen? Is Louise niet by u? Waar hebt gy haar gelaten Een oogenbhk bleef het jonge meisje den generaal aanstaren, maar weldra vloeide het bloed naar hare wangen, die do verrassing had doen verbleeken. Wat u hior voert, weet Ik niet, riep zy uit maar gewis heeft God u gezonden. Luister, mynheer Champrod, en als ik myn voorgevoel maggelooven, zult gy de rust hergeven aan eene ongelukkige vrouw, die het leed niet verdiend heeft, dat gy haar hebt aangedaan. Gy vraagt my wat ik hier kom doen. Ik kom op de graaf de Vibray wachten. J c Wordt vervolgd. Snelpersdruk - LANGEVELD A DE ROOIJ - I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1891 | | pagina 4