N®. 363.
Donderdag 26 Maart.
A®. 1891.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Bubo 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 46 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 6 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Q-roote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, ParkstraatBup.g op Texel.
TEXEL, 25 Maart 1891.
Naar wij vernemen zal in de vergadering
van het Nutsdepartement alhier, Donderdag a.s.
te houden, als spreker, van wege het Hoofd
bestuur, optreden de heer Stigter, van Goes.
De uitvoering van de Gymnastiek-ver -
eeniging, gisteren avond in de Vergulde Kikkert
gehouden, had beter bezoek verdiendde op
komst van belangstellenden toch was matigjes.
Het programma voor dezen avond kon anders
wel tot een bezoek uitlokkenbenevens de
gymnastische werkzaamheden, de traditioneele
opening en apotheose, beloofde het programma
eenige nummers muziek door de Heeren Polak
van den Helder, de opvoering van een blijspel
en eene parodie op de vooroefeningen.
Bood het programma „elk wat wils" van
de uitvoering valt niet dan goeds te zeggen
de hoofdatdeeling handhaafde in zijne werk
zaamheden de reeds verkregen gunstigen naam,
de voorber. klasse bewees de vele vorderingen
weder in korten tijd gemaaktde muziek
van de heeren Polak verwierf als steeds de
bijval van het publiekhet blijspel gaf bewijs
van flinke studie en schonk veel genoegen
en de parodie op de vooroefeningen was een
geestig nummer, dat velen eenen gullen lach
ontlokte.
Een gezellig bal besloot den avond.
Een waardig slot van de wintervermaken
was deze avond van de gymnastiekvereeniging.
Een woord van lof aan den Directeur der
Vereeniging en een woord |lot aanmoediging
aan de leden is hier zeker niet misplaatst.
Ten bewijze, dat men ondanks het on
gunstige weder hier met eenige moeite nog wel
vroeg jonge groente kan telen, kan dienen, dat
door den tuinder J. Rijk alhier reeds spinazie,
sla en radijs wordt geleverd, door hem voor
ongeveer 4 weken in de koude kas gezaaid.
Uit andere bladen:
„Met alle visscherij op Texelstroom en
langs de kust van het eiland gaat het dit
voorjaar buitengewoon slecht.
De garnalenvisscherij van welker uitkomst
zooveel gehoopt en verwacht wordt, loopt
bitter tegen. Met de haringvangst gaat het
weinig beter.
Ondanks de tamelijk hooge prijzen kunnen
de visschers geen billijk weekgeld besommen.
Vele hunner, die sedert drie maandon nage
noeg niets verdienden, zijn bijna berooid en
zien met bangen zorg de toekomst tegemoet."
„Met het oog op de Juni-verkiezingen gaan
in de verschillende dorpen van Texel adressen
rond aan den gemeenteraad met verzoek het
aantal stembussen te vermeerderen. Thans
wordt bij gelegenheid van verkiezingen slechts
ééne stembus voor het geheele eiland geplaatst
en wel te den Burg. Tal van kiezers zijn
daardoor genoodzaakt een afstand van twee,
anderen zelfs van drie uur gaans af te leggen.
Met het oog hierop zou het, volgens adres
santen, wenxhelijk zijn te Oudeschild, Oos
terend, de Gocksdorp en den Hoorn den kie
zers gelegenheid te geven hunne stem uit te
brengen."
„Ook in de week van 15 tot 22 Maart
waren de uitkomsten der visscherij over het
geheel niet bevredigend. DeNoordzee-visschers
besomden f 30 a f 60 per schuit. De haring
vangst was matig. De haring werd te Nieuwe-
diep verkocht en gold f 2 f 3,50 per tal.
De garnaienvloot ving ruim 150 manden
garnalen, die door de kokerijen werden ver
zonden naar Londen, Huil, Brussel en Parijs.
Aan de visschers werd f 5 a f 6 per mand
betaald. Naar Londen, Huil en de Belgische
markten konden weer de gewone hoeveelheden
mosselen en alikruiken worden verscheept.
Depalingvisscherij beteekende nagenoeg niets."
Het heeft voor den tijd des jaars
want het is lente gister- en hedennacht zeer
hard gevroren. We zullen ons in 1891 niet
spoedig verheugen in het gebruik van jonge
groenten van den kouden grond, noch in dat
van versche grasboter. Alles is nog zoo goed
als dood in de natuur en het zal nog geruimen
tijd duren eer de koebeesten den stal kunnen
verlaten om zich op de weiden, welke evenals
tuinen en parken van den strengen vorst
zonder sneeuwtapijt veel hebben geleden
en vele zwarte plekken vertoonen, te vergasten
aan malsch gras. Alles is en blijft dit jaar
achterlijk, zonder dat er iets aan te verande
ren valt. Zoo schrijft men van den vasten wal.
Naar het „Dagblad" verneemt, zou de
minister van marine Zaterdag zijne portefeuille
ter beschikking van Hare Majesteit de Koningin-
Regentes hebben gesteld.
Twee jongens te Kubaard hebben jl.
Vrijdag het eerste kievitsei gevonden, waarvoor
zij negentien gulden ontvingen.
De „Dr. en A. Ct." bevat de volgende
dichterlijke raad aan paardenfokkers
De appels die vallen van 't boompien nooit wied,
Dat sprekwoord is woar en zal 't bliiven altied,
En dê hom tot fokken van peerde wil zetten,
Hef daorop, dat 's wisse, benamen te letten
Het geefste, het mooiste, het beste kortom
Mut deenen tot fokvee dê 't neet döt is dom.
Gebreken arft over. In de meeste gevallen.
Arft 't vul van de meere zoo spatten as gallen,
En daorom, o boer 1 (as ook 't sprekwoord
dij leert),
Schaf 'n meere dij an, dê niks neet mankeert,
En wilste daorvan mooie vullens van trekken,
Loat et beest deur 'n hingste uut't stambook
dan dekken.
Zondagavond had te Leiden het volgende
plaatsEen jongen en een matroos liepen
daar met hun meisje te wandelen. Opeens
kregen de verliefde jongelui twist over de
vraag van wien hunner dat meisje was. Zij
raakten in een hevig gevecht met elkaar,
terwijl de een gedurig riep „het is m ij n
meidwaarop dan de ander weer liet volgen
„het is m ij n meidwaarbij bovendien de
matroos de heldhaftige uitdrukking deed
„ik wil voor mijn vaderland strijden en zou
ik het dan voor mijn meid niet doen?"
Door de komst van een vijftal politie-agenten
werd aan het gevecht een einde gemaakt.
Hiermede was de teere quaestie echter nog
niet opgelost want de matroos voegde bij het
scheiden zijn mededinger nog toe„ik zal je
later wel sprekenHeel vriendschappelijk
zal dit gesprek dan zeker ook weer niet zijn.
Men kan haver, als krachtig voeder voor
paarden, nooit geheel door ander voeder vervan
gen, al kwam dit ook geheel met de samenstelling
van de haver overeen, of al bevatte het nog veel
meer eiwitstof. Men weet echter ook, dat de
haver wel gedeeltelijk kan worden vervangen,
althans voor werk- en landbouwpaarden. In Meck
lenburg en in Holstein gebruikt men daartoe veel
aardnootkoek (gebroken aardnootkoek, geen koe-
kenmeel) en voor 1 kilo haver neemt men dan
V3 kilo aardnootkoek. Men is over die combinatie
zeer tevreden. In den regel wordt slechts der
haver op die wijze door koek vervangen, maar
niet weinigen zijn er, die met even goed gevolg
de helft der dagelyksche haverportie weglaten,
op vele stallen wordt b. v. de helft der paarden
met 6 kilo haver gevoederd en de andere helft
met 3 kilo haver en 1 Va kilo grondnootkoek. Zij
verrichten allen denzelfden arbeid en zijn alle
even gehard en welvarend. Maar er wordt op
die wijze heel wat geld aan haver bespaard.
Sommige paarden moeten echter langzaam aan
dit voeder gewennen, en men begint natuurlijk
met zeer kleine hoeveelheden, die spoedig vermeer
derd kunnen worden, zoodra de dieren zich niet
meer afkeerig toonen van de kleine hoeveelheid.
Een der groote olifanten in „Artis", te
Amsterdam, een dier, dat veel kunstjes kon
doen en door de jeugd „als op de handen
werd gedragen", is onverwachts gestorven.
Voor „Artis" is dit een groot verlies.
In verschillende bladen is het volgende be
richt opgenomen:
De kip met de gouden eieren. Bekend is de
fabel van den boer, die een kip had, welke hem
eiken dag een gouden ei legde, doch die haar
ging slachten, om zoodoende ineens rjjk te worden.
Een dergelijk onnoozel bedrijf voeren onze vis
schers in de laatste jaren uit.
De rogvangst verschaft aan tal van deze lieden
brood, in een tijd, waarin de overige visscherij
van minder beteekenis is. Ik bedoel de kust-
visschers en zij, die op de Zuiderzee hun bedrijf
uitoefenen. De rog komt in April en later naar
de waarden etc.. om eieren te leggen, Voorheen
werden vele van die dieren in de kornetten ge
vangen, maar grooter was het getal dergenen,
welke na het leggen der eieren weder naar de
Noordzee trokken. Thans vangt men ze in groote,
staande netten en slechts zelden bereikt een der
binnengekomen visschen zijn doel. De mannetjes
en wijfjes worden opgevangen, kleine komen er
zeer weinig, kortom, het is eene moord visscherij
op groote schaal, waarmede tonnen gouds vernield
worden, want1. de vangst wordt elk jaar be
langrijk minder en 2. de visschen welke naar
binnen zwemmen om te leggen, brengen hoogstens
20 a 25 ct. per stuk op, terwijl zij later van 80
ct. tot f 1 kosten. Wanneer nu het rogvisschen
met netten verboden werd van half April tot half
Juni, kon die tak van visscherij blijven bestaan.
Blijft men evenwel ook gedurende dien tijd
doorwerken met de netten, dan is die bron van
inkomsten over een paar jaar opgedroogd en
heeft men de hen, die gouden eieren legde, ver
moord 1
TEXELSCHE COURANT.