N#. 865. Donderdag 2 April. A". 1891. Nieuws- en Advertentieblad. Dt Kweekschool voor Zeevaart te Leliei Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor dek Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 nur op den dag der uitgave. Prijs der Advertentièn Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel. Overgenomen uit het Leidsch Lbl.) Voor flinke en oppassende jongens, zooals ons volk er gelukkig bij menigte telt, is voorzeker de Kweekschool voor zeevaart alhier eene uit nemende gelegenheid om zich eene eervolle en voordeelige betrekking te verschaffen. Eene in richting, waarvan zeker, als het te pas komt, wel een gunstig woordje gezegd mag worden en waarvan het goed en hoogst nuttig is, zoo nu en dan het bestaan eens in herinnering te brengen. JoDgens van den leeftijd van 13'/s 16 jaar, zonder lichaamsgebreken en lichamelijk en ver standelijk goed ontwikkeld, die lust in het zee mansleven hebben, worden bij goed gedrag door middel van deze instelling in staat gesteld, eene verbintenis bij 's Rijks zeemacht aan te gaan. Voorzien van de noodige stukken, kunnen zij zich op alle werkdagen bij den directeur dezer instelling aanmelden, maar, rekening houdende met de ondervinding dat jongens soms zeer ver anderlijk zijn in de keuze van hun beroep, behoeven zij niet dadelijk eene vaste verbintenis aan te gaan, maar wordt hun een proeftijd van eenige maanden gelaten. Hebben de jongelingen den leeftijd van 16 jaren reeds bereikt, dan behooren zij zich aan te melden bjj een der kantoren van aanneming voor de marine te Amsterdam, Willemsoord, Rotterdam, Hellevoetsluis of Vlissingen en worden daarna geplaatst aan boord van het wachtschip te Willems oord, om hunne eerste opleiding te ontvangen. Zijn de jongelieden te Leiden voor opneming goedgekeurd,dan doorloopen zij den zesmaandschen cursus aan de school en gaan dan over naar het opleidingschip te Amsterdam. Na een twee-jarig verblijf aldaar worden zij, bij goed gedrag en geschiktheid, bevorderd tot lichtmatroos; de meest oppassende, ijverigste en kDapste lichtmatrozen worden geplaatst bij de opleiding van bootsmansleerlingen. Verder kunnen zij, die zich door gunstig gedrag onderscheiden, reeds minstens één kruistocht van eenigen duur hebben gemaakt, uitmunten door kundigheden, welke als grondslag voor hunne verdere bestem ming noodig zijn, en aanleg toonen voor wiskun dige studie, geplaatst worden bij de opleiding voor stuurmansleerling. Ook kunnen de lichtmatrozen opgeleid worden voor andere betrekkingen of ambachten, als: konstabel, schrijver, timmerman, bottelier, enz. Binnen een tijdsverloop van 6 7 jaren na de indiensttreding kan een oppassende jongen den graad van kwartiermeester, 3den stuurman ot konstabelsmaat bekleeden, waaraan verbonden is eene maandelijksche soldij van f 25 A f 30, benevens eene toelage in de Overzeesche Bezit tingen van f 6.25 k f 7.50 's maands. Bij voortdurend goed gedrag en bijzondere geschiktheid voor hunne betrekking kunnen de schepelingen met den graad van matroos3de klasse en daarboven worden opgenomen in één der vaste corpsen bij de zeemacht, waar het nu van hun gedrag en bekwaamheid afhangt om verder promotie te maken, waarbij het gebracht kan worden tot den rang van adjudant-onderofficier. Zegt eens, ouders, als gij het bovenstaande gelezen hebt, gelooft gij niet, dat uw jongen een schoone toekomst kan hebben? Wij houden het er voor, dat gij trotsch op hem zult zijn als gij hem te Leiden zoo manhaftig ziet paradeeren in het want van de kanonneerboot. En wat zegt gij er wel van als gij hem daarna-, vroolijk zin gend in de sloep ziet, in zjjn aardig zeemanspak met een hoed of muts op, waarop staat: „Kon. Ned. Marine- Zijt gij dan niet blij, dat hij niet meer den ganschen dag bij den weg slentert en allerlei kattekwaad uithaalt, maar dat hij te Leiden wat te doen heeft en zich eene goede toekomst voorbereidt O, de zee vertelt Hollands glorie, welke thans ook door uw knaap kan ver hoogd worden Maakt u niet al te ongerust. Want 't is vol komen waar, als men zegt, dat de Nederlandsche Janmaat in Oost en West minstens een even goeden naam bezit, als de Nederlandsche soldaat. Welnu, de goede God beware uw jongen, ook als hij weldra naar verre stranden moet reizen en daar menige verleiding zal hebben te weerstaan, maar als een ervaren zeeman ziet ge hem dan terug, en voorzeker zal hij er u dankbaar voor zijn, dat gij hem naar de Kweekschool te Leiden hebt gezonden. TEXEL, 1 April 1891. Het volksspreekwoord zegt; „Een groene Kerstmis geeft een dorre Paschen;" dat het omgekeerde niet altijd het geval is, konden wij thans gewaar worden, want ofschoon een dorre Kerstmis ons deel was, de groene Paschen bleef achterwege. Ongemeen lang en heftig was de winter, ongehoord de felheid waarmede hij ons teisterde, en daarna scheen het wel alsof de natuur niet op haar verhaal kon komen; gaf een heel enkele schoone dag ons een voorsmaak van de genie tingen, waarnaar we ieder jaar met vurig verlangen uitzien, onmiddellijk daarop kwam weer een nieuwe bezending uit de ruime voorraadschuur van vorst Winter ons vertellen dat we ons te vroeg verheugd hadden. Ook in de afgeloopen maand, de Lentemaand, werkte het weder niet erg mede. „Maart roert zijn staart," is almede een volksgezegde, doch de maand Maart van 1891 kwispelstaarte dan al bijzonder erg; we hebben in dat korte tijdsbestek zoowat van alles gehad: zonne schijn en nevel, regen en sneeuw, storm en stilte, vorst en warmte, ja zelfs onweder; het eene oogenblik gevoelt men zich lekker warm in 't zonnetje en een uurtje later zou men wel drie jassen over elkander willen aantrekken. Nu staat April voor de deur; April: Gras maand; doch gelijk men weet„April, doet wat hij wil 1" We moeten er wel vreê mede hebben, maar 't is te hopen, dat April ditmaal eens 't goede zal willen. Uit andere bladen: „Op de zandbank „de Laan" liggende in het Marsdiep, bestond ongeveer 20 jaren ge leden een schelpen'oank, die meer dan honderd visschers een bestaan verschafte. Later ver liep dit middel van bestaan, doordien de schel pen met stoommachines werden opgehaald. In bijna een jaar werd niet op „de Laan" gewerkt, doch nu is de stoomschelpenzuiger „De Tijd" er dagelijks weer bezig, De vangst moet nog al bevredigend zijn." „De bergers der lading katoen Van het in Januari gestrande stoomschip „Elstow," zien met groot verlangen uit naar het loon, door hen met zooveel gevaar en moeitevollen arbeid verdiend. Tot heden ontvingen zij niets dan een klein voorschot van het bergloon. Reeds is de lading naar de bestemmingsplaats ver voerd en het afgebrachte schip in Engeland aangeland, 't Mag op zijn zachtst genomen zonderling heeten, om den arbeider zoo vree- selijk lang naar zijn eerlijk verdiend geld te laten wachten." „Het haringvisschen leverde in de afgeloopen week, tengevolge van het onstuimige weer, nietveel op. De haring gold van f 2 tot 5 per tal. Door de mosselvloot kon de gewone hoeveel heid mosselen naar Huil en Londen worden verscheept. Naar België werd weder eene flinke hoeveelheid alikruiken verzonden. De palingvangst beteekende nagenoeg niets. Door de Noordzee-visschers werd van f 80 tot f50 per schuit besomd. Het garnalenvisschen leverde geen ruime vangst op. De visschers brachten van 8 tot 8 manden per schuit aan, tegen 16 per mand. Oudeschild, 31 Maart. Het zanggezelschap voor „gemengd koor" alhier, hield Donderdag zijne laatste winter bij eenkomst. Aan den Heer Klazinga, directeur dier vereeniging, werd bij die gelegenheid een keurig geschenk vereerd als een blijk van waardeering voor de toewijding door hem steeds aan den dag gelegd. Ook het mannenkoor „Amicitia" heeft de laatste bijeenkomst in dezen winter gehouden. Zaterdag jl. had men hier 't genoegen de eerste openbare uitvoering van het muziek gezelschap „Concordia" van de Waal te mogen bijwonen. Het gezelschap, onder directie van den Heer J. Boonacker, maakte door zijn optreden een zeer gunstigen indruk. Sommige nummers voldeden bijzonder en wanneer men in aanmerking neemt, dat de jeugdige ver eeniging pas drie maanden studeert, zou men dit bij haar optreden nauwelijks kunnen gelooven. Gaarne roepen wij „Concordia" een tot weerzien toe. Ditzelfde geldt voor den Heer Weber, van Helder, die ons vergastte op eenige schoone gedichten, welke met veel gevoel zeer verdienstelijk werden gereciteerd. De netto opbrengst van muziekuitvoering en voordrachten, kwamen ten bate der „Prinses- Wilhelmina-Be waarschool Door de tonnenboeiers, Gebrs. de Waard, is niet ver van het Scheurrak eene boot, z. g. „boschkopper" opgevischt en alhier aange bracht. Vermoedelijk is deze boot door een tjalkschip verloren. Op het strand achter de Koog is heden morgen aangespoeld een naambord, waarop met vergulde ingesneden letters, staat: HARALD HAARFAGER H. M. heeft het door den Minister van Marine, schout bij nacht Dyserinck, aangeboden ontslag aangenomen. Als Minister van Marine zal optreden de kapitein ter zee G. Kruijs, chef van den Marine-staf en als zoodanig werkzaam bij het Departement van Marine, die op 31 Maart, zijnde de dag waarop het ontslag ingaat, zou worden beëedigd. TEXELSCHE COURANT,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1891 | | pagina 1