r Photografie Instantanée, Landbouw-crediet Texel," gevestigd te Texel. ATTENTIE! ER OPENBARE VERKOOPINC. ïfeis HATTINGA RAVEN, 1°. Een eerceel WEI- en HOOILAND, te Texel, 2°. Een jerceel WEI- eb HOOILAND, alflaar, Te koop: 3 wagens Klaverhooi Lees iit ibeI attentie iEismoeta. De Naamlooze Vennootschap Kantoor Hoogerstraat ('t Algemeen Belang.) Burg op Texel, B 126. Feuilleton. R. C. KERKBOEKEN, De donkerbruine Hengst sa! op Dinsdag 21 April, J. J. TRAP, Texel E. DULFER, STILLE ARMOEDE. Opruiming tot fabrieksprijzen van alle voor handen in gewone en fijne banden. Boekb. W. C. REU, Texel. afstammeling van den Duitschen hengat Graaf Wedell, staat van af heden beschik baar aan den Burg. DEKGELD f 10.-. GELD f 2.50. C. HEMBEK Czn. te HELDER, 's avonds 8 uur, in het logement „de Zwaan," aan den Burg op Texel, PUBLIEK VERKOOPEN: aan den Hoorn, genaamd„de Sclietterskoog," groot 2 hectaren, 33 aren, 20 centiaren. genaamd: „liet Kuiltje," in den polder de Kuil, groot 95 aren, 60 centiaren. Nadere informatiën ten kantore van Notaris HATTINGA RAVEN en van de Makelaars GROEN te Helder en MOOJEN te Texel. bij K. F. ZEGEL te Oudeschild. voor 2 gulden per zak, bij elke zak geef ik cadeau een ENKHUIZER ALMANAK. TEXEL - GROENEPLAATS 342. Het atelier is Maandag 13 April weder geopend yan 11 tot 5 uur. Kleine portretten worden prachtig vergroot. Hopende met een druk bezoek vereerd te worden. Ondergeteekende bericht de ontvangst eener groote partij Mans- en Kinderpettende prijzen zijn ongelooflijk laag; een ongeregelde partij Daines-corsets worden uitverkocht tot alle prijzen. Een prachtige partij witte- en crême-franjcs- gordijn-kanten vanaf 10 cent per Elbericht tevens aan zijne klanten dat hij ruim voorzien is van de nieuwste behangselpapieren en randen, alles nieuw. Stalen worden op aanvraag gratis verstrektdeze behangselpapieren worden voor Fabrieksprijs uitverkocht. A contant 5°/o korting. Pk. VLESSING, £5 Goedgekeurd bij K. B. 16 Januari 1890 N. 14. VERSTREKT GELDEN TER LEEN op korten termiju eu neemt GELDEN k DEPOSITO overeenkomstig de bepalingen van haar reglement. DE DIRECTIE, JOH EELMAN, Du J. TIMMER. Novelle. III (Slot.) Eene bittere smart dooviymde zijnen borst, als hjj bedacht, dat hy nu zjjn eigen voertuig voor anderen moest wegbrengenhet denkbeeld echter, dat hy voor het ontvangen van geld de tranen zjjner vrouw zou kunnen droogen, verzoette zfine smart. Met verdriet echter ontving hfi van een der dames last een paar maal voor een winkel te bljjven staan. Het duurde evenwel slechts een oogenblik, want spoedig kon hy zijn weg vervolgen, nadat hy er een zak met aardappelen, een met turf, een paar brooden en eene steenen pot had moeten opladen, welke laatste Anna voorzichtig op den wagen plaatste. In de Achterstraat gekomen, vroeg hjj, waar de kruiwagen wezen moest. Anna gaf ten antwoord Verder op, ry maar voort. In weerwil van dezen last bleef hij voor de deur van een huisje staan, hetwelk Anna herkende voor datgene, waarin zfi dien morgen had willen binnen gaan. De man nam beleefd zyn muts af, en zeide - Dames I ik wilde hier gaarne even binnengaan ik moet hier iets aanreiken. De dames bewilligden hierin en hij ging binnen de beide vrouwen volgden hem echter op den voet en kwamen te gelijk met hem de kamer binnen. Een koude rilling overviel Anna en hare vriendin. Verschrikkelijk was het tooneel, dat hier hare oogen trof. De jonge vrouw, die aan het bed had gezeten, lag met bleeke wangen, gesloten oogen en blauwe lippen, gevoelloos achterover; haar loodkleurig ge laat geleek naar dat van een lijk. Het jongsken hield den arm zjjner moeder vast. Zonder op de tegenwoordigheid der beide dames acht te geven, vloog de man naar zijne vrouw toe, riep in vertwijfeling haren naam, rukte zich de haren uit, en kon slechts eenige afgebroken woorden uitstamelen. - Vrouw I riep hij uit, lieve vrouw I God in den hemel, is het mogelijk I Dood I Gestorven van honger en koudel Waarmede hebben wy dat verdiend? Bij deze woorden sloeg by met de vuist op de tafel en greep naar een mes, dat daar lag; doch Anna, die deze beweging zag, gaf een gil, viel hem in den arm en rukte hem het moordtuig uit de hand. Uwe vrouw is niet dood, maar flauw, zeide zy. Daar, vlieg, haal eene flesch wyn in de eerste de beste herberg. Hy vloog weg als eene pyl uit den boog. Anna sloot de rampzalige moeder in hare armen. Haar zyden mantel en haar fiuweelen hoed werden gekreukt tegen de ruwe kleederen der ongelukkige, maar de barmhartige vrouw sloeg daar geen acht op, en behandelde haar, alsof zy hare zuster was. In hare menschlievendheid beschouwde zy de arme vrouw ook als hare zuster. Zy haalde een sinaas appel uit haren zak, drukte het sap op de bleeke lippen der vrouw en wreef hare handen in de hare, om die te verwarmen. Zy gaf een kreet van vreugde, toen de ongelukkige de oogen opsloeg. Middelerwpl was Marie ook geene ïydelyke aanschouwster ge weest van dit tafereel van honger en armoede. Zy had het hongerig gelaat van het knaapje gezien, was yiings naar den kruiwagen geloopen, vanwaar zij het brood en de steenen pot gehaald had, terwyi zy het knaapje eenige turf en hout op den haard liet leggen. Zoodra het kind het brood gezien had had hy er zyne oogen niet weder afgewend en nog maals om een boterham gesmeekt. Marie, die dien morgen nog zooveel afschuw voor het arme volk aan den dag had gelegd, was than# by het zien van zulk een bitter ïyden hevig getroffen. Zy nam het mes van de tafel en zette het brood tegen hare borst om het jongsken den boterham te maken, waarom hy zoo smeekte. Daar, myn kind I zeide zy, gy zult geen honger meer ïyden. Het kind greep met verrukking het stuk brood, kuste zyne weldoenster de handen, en zag haar met zulke dankbare blikken aan, dat zy zich geweld moest aandoen, om niet in tranen uit te barsten. Te gelykertyd had de moeder de oogen geopend en die met hemelvreugde op haar etend kind gevestigd. Zy zou welligt hare weldoenster haren dank betuigd hebben, maar de terugkomt van haar man belette haar zulks. Deze, toen hy tegen verwachting, zyne vrouw nog in leven vond, vloog haar om den hals en kuste haar onder een stroom van vreugdetranen. Hy hield haar vast in zyne armen, als vreesde hy haar nog te zullen verliezen en riep voortdurend Lieve, beste vrouw, leeft gy nogleeft gy nog, o, dan is het niets. Ik heb geld voor myn kruiwagen, van heden af zult ge wat te eten hebben. "Wees maar gerust. Och hemelby al myn ongeluk, ben ik toch nog zoo biy als een engel. Ja, lieve vrouw, ik had zeker gedacht u op deze wereld niet weer te zullen zien. Anna kwam met een glas wyn en hield dat voor de lippen der uitgeputte vrouw. Terwyi deze den ver sterkenden drank opdronk, sloeg de man een blik vol verwondering op Anna en hare vriendin, welke laatste wat verder met het knaapje by het vuur stond, en tot hem zeide: Warm uwe handjes maar, myn jongen, en eet uw boterham maar op, ik zal er u nog een geven. De man scheen als uit een droom te ontwaken. Hy scheen thans eerst de aanwezigheid der beide dames te bemerken, Dames, zeide hy stamelend, vergeef my, dat ik u nog niet heb bedankt voor de hulp aan myno arme vrouw bewezen. Het is zeer vriendeiyk van u, dat gy by zulke arme lieden hebt willen binnen komen. Ik dank u duizendmaal. Goede lieden, zeide Anna, wy weten hoeveel gebrek gy geleden hebt en hoe smarteiyk het u zou moeten vallen, als gy zoudt moeten bedelen, daar gy liever als eerlyk man, uw brood met werken wilt verdienen. Zulk eene denkwyze verdient be. looning. Gy zult niet meer zoodanig gebrek ïyden. Zy legde eene hand vol geld op de tafel en vervolgde: Hier is geld. Voor de deur staan aardappelen, turf en brood. Dat alles behoort u. Wat den krui wagen betreft, dien hebben wy alleen gekocht om hem uwe vrouw present te doen. Gebruik hem om uw dagelyksch brood te verdienen, leef altyd recht schapen en bedel niet. Maar als honger en gebrek u nogmaals overvallen, dan hebt ge hier myn adres kom dan by my, ik zal altyd uwe vriendin zyn en u helpen. Terwyl Anna sprak, had men een speld in de kamer kunnen hooren vallen, zoo stil was allesmaar uit de oogen van den armen man en zyne vrouw stroom den heete tranen. Hy kon geen woord uitbrengen beurtelings zag hy als verbysterd de beide dames aan, en scheen zyne oogen niet te kunnen gelooven. Toen Anna ophield met spreken viel de moeder op hare knieën en bevochtigde hare hand met tranen en riep uit: O, mevrouw, gy zult een zacht sterfbed hebben. God zal u beloonen voor hetgeen gy aan ons gedaan hebt, en dat gy ons van den dood gered hebt. Als dat onschuldige kind spreken kon, dat daar ligt te sterven, dan zou het u zegenen. By deze woorden liep Anna naar het zieke kind, zy meende te zien dat het ook uit gebrek aan voedsel zoo naby het graf was en gaf Marie een teeken om te vertrekken. Deze, die zich aan het geluk van het knaapje verkwikt had, hief het op, kuste het en kwam toen naar hare vriendin, die reed# aan de deur stond en in het heengaan zeide: Wees gerust goede lieden, binnen een halfuur zal een doctor aan het bed van uw kind staan. Ik twyfel niet, moeder, of gy zult het zelf nog vrouw en moeder zien. Een zalig glimlachje verhelderde het gelaat van het echtpaar. Zy liepen naar de deur en hunne heilwenschen en dankbetuigingen vergezelden de weldadige vrouwen, die reeds vertrokken waren. Een eind weegs liepen beide voort zonder een woord te spreken. Eindeiyk vroeg Anua plotseling: Welnu, Marie, vindt ge de ware armen nog zoo morsig en walgeiyk als men dikwyls gelooft? Zwygend drukte deze hare vriendin de hand. Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOU Tkcti 99-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1891 | | pagina 4