Buitenland.
Oudeschild, 1 Mei. Werden er reeds voor
veertien dagen in de netten der haringtrekkers
en ook door garnalenvisschers nu en dan eenige
ansjovisjes gevangen, dan moet ook hier gedacht
worden aan het spreekwoord: „één zwaluw
maakt geen zomer!" Ofschoon honderden met
groot verlangen uitzien naar de komst der
vischjes, die voor velen den zomer moeten
goed maken, blijft de vangst zich nog maar
tot enkele exemplaren bepalen. Indien daarin
niet spoedig verandering komt, ziet 't er
bepaald voor een goede „teelt" slecht uit.
Ook het rogvisschen binnengaats valt erg tegen.
Met do geepvisscherij wordt eveneens zeer
weinig verdiend. Onze visschers mogen in
dit voorjaar niet op rijke winsten roemen.
In de Donderdag door de Tweede Kamer
gehouden zitting werd de Legerwet verdedigd
door de heeren Oppendijk, Roëll en Van
Karnebeek.
De heer Vermeulen heeft eene motie voor
gesteld, verklarende dat het ontwerp te zware
finantiëele en persoonlijke lasten oplegt, terwijl
's lands verdedigbaarheid onvoldoende wordt
gewaarborgd.
De heer Huber wees op de arbitraire wijze
waarop in dit ontwerp het rechtsbewustzijn
wordt geschokt.
De heeren Haffmans, Lieftinck en Harte,
bestreden het ontwerp van den minister.
In de zitting van Vrijdag was de Minister
van Oorlog aan het woord.
Te Berg-Ambacht ontstond Zondagavond
brand in de woning van den veehouder J. Ver
burg deze woning verbrandde, evenals die
van den schoenmaker A. Kappetein, van den
heer T. Blanken, van J. Verburg Jr. en van
den veehouder A. Woltero, in wiens woning
nog enkele andere personen perceelen bewoon
den. De woningen van den timmerman S. van
der Oever en de onbewoonde woning van
Terlouw zijn gedeeltelijk verbrand. De groote
kerk met den toren en de consistoriekamer
zijn mede tot puinhoopen geworden.
Door het overkoken van een pot met
hars is Maandag-avond omstreeks acht uren
in een der gebouwen van de Haarlemsche
Katoen-Maatschappij, gelegen aan den Kinder
huissingel te Haarlem, een felle brand uitge
broken, waardoor de lokaliteit gedeeltelijk is
vernield.
De schatkist ontving aan accijns
f 60 per Hectoliter spiritus van 50 pCt.
1883 f 22,500,189 of 394,740 H.L. d.i. 9,49
9,46
9,16
8,99'
9,01
8,88'
8,68
8,25
verbruik eenige
1884 - 23.204,885 399,759
1885. -23,512,358 391,871
1886 - 23,394,933 389,916
1887 - 23,762,588 396,043
1888. -23,733,363,, 325,556
1889. -23,818,926., 396,982
1890. -24,112,961 401,882
Al schijnt het hoofdelijk
vermindering te hebben ondergaan, over het
algemeen is het verbruik toegenomen.
Ruim 80 millioen is in het afgeloopen jaar
in Nederland aan drankverbruik uitgegeven.
Aan brood wordt jaarlijks nog geen 75 millioen
gulden besteed.
Als groote zeldzaamheid wordt gemeld,
dat een paard van G. Slob, te Noordeloos,
twee voldragen levende veulens heeft ge
worpen.
Te Westmaas is een oud vrouwtje, dat
haar geheele leven heeft gebedeld, en dat een
onderkomen in het armhuis had gekregen,
overleden. In den hoek van haar kastje werd
een oude kous gevonden, inhoudende f 1539
aan contanten.
Te Bergum werd onder toezicht der
politie het lijk opgegraven van een bejaarde
vrouw, die voor eenige weken overleed. De
erfenis was erg tegengevallen, en nu waren
de erfgenamen na lang vruchteloos zoeken
tot het vermoeden gekomen, dat er misschien
met het lijk eenige duizenden aan bankbiljetten
in de aarde waren verdwenen. Naar men
zegt is er echter, tot hunne groote teleurstelling,
niet het geringste van waarde op het lijk
gevonden.
In de vorige week is te Katendrecht van
de werf der heeren Bonn en Mees, te water
gelaten het fraaie, van staal gebouwde schroef-
stoomschip Dubbeldam, gebouwd voor rekening
van de Ned. Amerik. stoomvaartmaatschappij,
en bestemd voor de vaart tusschen Nederland
en Amerika. Het ss. is lang 341, breed 40 en
hol 25 Eng. voeten en 10 duim en zal ongeveer
3500 ton groot zijn en krijgt eene machine van
2500 paardenkracht.
Het stoomschip heeft drie dekken, het bovendek
is van staal vervaardigd, met teak bedekt, de
beide andere dekken zijn van pitch pine.
Het schip krijgt twee masten, en alle zware
werkzaamheden, zooals lichten der ankers, lossen,
laden en ook het sturen, worden met hulp van
stoom verricht. Aan de ventilatie is bijzondere
zorg besteed; er loopt eene kunstmatige inlichting
daartoe door het geheele schip. Behalve eene
groote ruimte voor 440 tusschendekspassagiers,
worden de groote- en de bovensalon ingericht
voor 50 eerste klasse passagiers, die van alle
geriefelijkheden zullen kunnen profiteeren, welke
op een eerste klasse passagiersboot met redelijk
heid zouden kunnen worden verlangd. Alles
wordt electrisch verlicht.
De „Enkh. Crt." bevat het volgende
De Spaansche schatgravers aan het werk
Een onzer medeburgers ontving dezer dagen
een brief volgens aanhef geschreven in de
militaire gevangenis te Barcelona, en onder
teekend door El General Lapez, waarin werd
medegedeeld, dat door hem in 1875 in de
omstreken onzer stad een schat, bestaande in
Fransche en Engelsche bankbiljetten, is be
graven.
Om deze schat te vinden, moet hij in het
bezit geraken van een koffer, welke eene
teekening bevat van het terrein waar de schat
verborgen ligtdaartoe is echter geld noodig.
Wil geadresseerde zijn hulp verleenen, dan
zal hij daarvoor een vierde van de schat,
welke 2 millioen francs bedraagt, als belooning
ontvangen.
Brieven moeten worden gericht aan een
vertrouwden knecht, die toegang tot de ge
vangenis heeft, Fernando Garcia, Calle Xucla
Barcelona.
Een ieder, die dergelijke millioenen aanbie
dingen ontvangt, doe daarmee zijn voordeel,
of wat wellicht beter is, wachte zich voor
schade.
Door de werkstaking der mijnwerkers
in het kolendistrict Bochem vreest men te
Enschedee voor gebrek aan kolen, daar reeds
van de mijnen het bericht werd ontvangen,
dat er geene kolen meer worden afgezonden.
Door de bestuurderen van het fonds voor
noodlijdenden door watersnood, gevestigd te
Amsterdam, is aan de ingezetenen van Grams-
bergen, die door de overstroomingen in die
gemeente schade hebben geleden, een bedrag
van ongeveer f 6000 geschonken.
-- Een vermakelijk incident deed zich Zondag
bij de zitplaatsen-verhuring in de Roomsche kerk
te Stadskanaal voor. Zeker iemand was al jaren
lang huurder van dezelfde plaats geweestde
man scheen er bepaald een „zwak" op te hebben.
Hij bleef dan ook bieden toen de plaats reeds
aanmerkelijk duurder was dan vorige jaren, daar
telkens een andere stem van achter uit het kerk
gebouw klonk, die zijn bod met een kwartje
verhoogde. Ten slotte begon hem dit spel be
grijpelijkerwijze toch te verdrieten en liet hij de
plaats varen; maar hoe groot was zijne verbazing
toen hij op de vraag van den pander: „voor
wien is dat zijn eigen naam hoorde noemen 1
't Geval helderde zich weldra opzyn ega had
tegen hem en hij tegen zijn ega gebodenwel
scnadelijk zal men zeggen, maar 't doel werd
dan toch bereiktde man behoudt zijne zitplaats.
Nabij 's-Gravenland is eene koe, welke
op de veemarkt te Naarden was gekocht, bij
het overbrengen naar de woonplaats van den
nieuwen eigenaar, aan de Gooische vaart bij de
Steenenbrug, losgeraakt en gevlucht. Het
woest geworden dier liep in zijne vaart
verscheidene menschen omver, o. a. eene jonge
dame op een rijwiel, alsook een werkman, die
ernstig aan de ribben gekneusd werd. Daar
het onmogelijk bleek te zijn het dier te vangen,
werd het ten slotte doodgeschoten, ten einde
verdere ongelukken te voorkomen. Tegen de
drie personen, die met dat doel geschoten
hebben, is proces-verbaal opgemaakt „wegens
hot met geladen geweer in het jachtveld
komen in besloten jachttijd."
Voor de juiy.
Een advocaat, die den beschuldigde als ver
dediger bijstond, beproefde het op diens zwakke
geestvermogens te gooien.
„Heeren van de jury," begon hij, „gij hebt
hier te doen met een idioot, met een armen,
ontoerekenbaren idioot, die
„Zeg eens," viel de beschuldigde hem in de
rede, „met een beetje minder kon hei ook nog
wel."
De advokaat (zegevierend)„Gij ziet het,
heeren, er is geen twijfel mogelijkDe
ongelukkige heeft geen flauw begrip van zijn
eigen belang."
Een groot.sch plan, een nieuwe uittocht der
Israëlieten, voornamelijk van de arme vervolgden
en verdrukten in het Russische rijk, begint zijn
uitvoering nader te komen. De vermaarde bankier
Hirsch heeft een som van 36 millioen gulden
gegeven voor het stichten van een fonds ter
bevrijding van zijne Israëlitische stamgenootsn
uit de „Russische gevangenschap," om hen over
te brengen naar Brazilië of Australië en hen daar
als volksplanters te vestigen. Men verwacht, dat
andere voorname en rijke Israëlieten, de Roth
schilds in de eerste plaats, den „modernen Mozes"
zooals men Baron Hirsch al noemt, wel zullen
steunen bij de uitvoering van zijn plan.
Om de voordeelen van de beschermde
Mackinley-wet aan te toonen geeft een Ameri-
kaansch blad de volgende beschrijving:
„De werkman staat 's morgens op, trekt zijn
flanellen hemd aan, belast met 100 percent, en
zijn broek, belast met 110 percent beschermende
rechten. Hij wascht zich in een tinnen kom,
belast met 45 percent, gebruikt daarbij zeep,
belast met 20 percent, en een katoenen handdoek,
belast met 45 percent. Dan schept hij kolen,
belast met 22 percent, in zfjn kachel, belast met
45 percent, eet zijn ontbijt van een bord, belaot
met 50 percent, met een mes en een vork, belast
met 50 percent, verzoet zijn koffie met suiker,
belast met 13 percent, en doet in zijn eten zout,
belast met 44 percent. Vervolgens trekt hij
zijn overjas aan, belast met 85 percent, zet zijn
hoed op, belast met 55 percent, en gaat aan
zijn werk aan een „beschermden" tak van
nijverheid.
In Italië heeft de minister van oorlog ter
wille van de noodzakelijk gekeurde bezuinigingen
33000 man naar huis moeten zenden.
Te Bilbao hebben de vrouwelijke dientboden
den arbeid gestaakt. Vele huisvrouwen moeten
het daarom zonder meiden stellen.
Volgens een der Londensche bladen is ge
neraal Booth voornemens eene expeditie uit te
rusten, bestaande uit 6 blanken en 80 negers,
ten einde een onderzoekingstocht te ondernemen
in Mashonaland. Dit land, ten noorden van de
Transvaal, waarover in den laatsten tijd zooveel
is gesproken, is, naar men zegt zeer rijk aan
goud. Generaal Booth wil nu dit goud opsporen,
ten behoeve van zijn plan tot bestrijding van
het pauperisme.
Volgens de laatste mailberichten uit Canton
hoerschte daar eene epidemie waaraan dagelijks
honderden menschen stierven. De aard der ziekte
was nog niet volledig bekend, maar vertoonde
verschijnselen zoowel van cholera als van influ
enza. Men schreef deze plaag toe aan de lang
durige droogte.
De syndicus van Rome heeft aan den ge
meenteraad medegedeeld, dat de stad door het
in de lucht vliegen van het kruitmagazijn naar
berekening eene schade lijdt van 460,000 lire.
Van die som komen alleen ten laste van het
abbatoir, dat sterk geteisterd is, 350.000 lire.
Het verlies over het geheel genomen is veel
grooter dan men aanvankelijk dacht, Alleen aan
buskruit is 1.800.000 lire te loor gegaan.
Koning Humbert heeft bij de ramp nabij
Rome een voorbeeld gegeven van moed en
menschenliefde. Toen de Koning hoorde, dat in
een der ingestorte hutten een vrouw moest liggen,
trok hij dadelijk door de puinhopen naar de hut,
die aan het instorten was. Een oogenblik later
kwam de Koning, die door zijn adjudant gevolgd
was, met de gewonde vrouw uit de bouwvallen
terug. De Koning, wiens gelaat zwart van den
rook en wiens kleeding gehavend was, liet de
geredde in zijn rijtuig brengen en naar het hos
pitaal voeren. Uit de menigte, die op eenigen
afstand bijeen was, ging een daverend gejuich