„Het Landbouw-crediet Texel," gevestigd te Texel. mg mm NEW-YORK. Kantoor Hoogerstraat ('t Algemeen Belang.) Burg op Texel, B 126. Vraag CACAO en CHOCO LAAD De Naamlooze Vennootschap A. DROS Albsn., de Cocksdorp. R IJ T UIG E N, Merlandsch-Amerikaansclie Stoomvaart-Maatschappij. BALTIMORE. Feuilleton. H. M. KAEI8, te Oosterend. Spek, Worst, Ham, enz. NAAIMACHINES. NAS Kortste en Goedkoopste OVERTOCHT. DESMOKKELAARS. alhier verkrijgbaar bij P. BOON, DEN BURG, in bussen van '/a, 7< en Vs Kilo. Goedgekeurd bij K. B. 16 Januari 1890 N. 14. VERSTREKT GELDEN TER LEEN op korten termijn en neemt GELDEN DEPOSITO overeenkomstig- de bepalingen van kaar reglement. DE DIRECTIE, JOH, EELMAN, D\ J. TIMMER. verminderde pryjs. Waalderstraat. J. G. MOOJEN Wz. Steeds ruimen voorraad versch en gerookt Nette bediening, puike waar. Winkeliers genieten rabat. So dm Allergoedkoopste adres voor De Pfaff-Macliines alsook de verbeterde Singer- Mackines waarvan de prijzen zoo laag gesteld zijn dat een ieder in de gelegenheid is er zich een aan te schaffen. Deze machines werken zonder gedruis en zijn door hunne solide constructie zeer aan te bevelen. Verder machine zijden- klossen, Naalden en Olie. Verkrijgbaar bij Pk. VLESSING. WACHTENDE denkelijk MAANDAG a. s. in lossing. Prijs k contant 1.00 p. II.L. voor welke verkoop en levering zich beleefd houdt aanbevolen, UEd. Dw. D. Jn. ASJES Ez., Alkmaar ROTTERDAM AMSTERDAM Men ver voege zich aan de Kantoren der N. A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam en by de Agenten, of bjj Inspecteur J. E. KROES te Groningen. E. BOLSIUS, te Oistenoi/jk. Vrij naar het Fransch door A. B. I. 1. De Pachthoeve. Een dikke duisternis bedekte de kust; een van die stormen, in 't bijzonder eigen aan de noordelijke zeeën, woedde met alle kracht De hevig opgezweepte golven braken met donderend geweld tegen de steile rotsen. Niettegenstaande het ruwe weder naderde een logger stoutmoedig de kust. Een forsch gebouwd zeeman hield het roer en trotseerde de woedende elementen. Weldra bereikte hij een kleine baai, niet ver van het dorp Lactudy. Die baai, was ten westen en ten zuiden door hooge steile kusten beschut en bij den ingang voorzien van een eilandje, dat uitmuntenden dienst bewees als golfbreker, zoodat in de baai het water ternauwernood door den stormwind gerimpeld werd. De zeeman maakte zijn vaartuig vast, luisterde aandachtig of er soms iemand aanwezig was en ging, gevolgd door een man, op strand. De kleederen van deze laatste droegen, niettegen staande zij reeds bijna geheel tot lompen waren versleten nog steeds het uiterlijk van aan een edel man toe te behooren. Toen zij eenige schreden van het schip verwijderd waren, zei de stuurman in 't Spaansch: Spoedig, laat ons scheiden en dat de Hemel u onder uwe bescherming neme. Hij sloot in zijn vereelte hand de hand van den passagier, wiens oogen door tranen bevochtigd werden. Tien minuten later klom deze een smal voetpad op, dat in de rotsen was uitgehouwen, terwijl de zeeman weer naar zijn vaartuig terugkeerde en weldra weer het ruime sop koos. In eene armoedige hut, de pachthoeve van Tremeven genaamd, welke als het ware tegen de zijde van de rots was geworpen, op gelijken afstand tusschen Lactudy en Port-Lablé, had op dat oogenblik een zonderling tooneel plaats. Deuren en luiken waren zorgvuldig gesloten. Dekens had men bijwijze van gordijnen voor deuren en vensters gehangen om de geringste reet, welke er somwijlen nog mocht zijn, te bedekken. Aan de haard schitterde een knetterend haardvuur en bij het licht van de eenige brandende lamp, welke aan den zolder hing, bemerkte men in 't midden van het vertrek een geopende koffer, waarbij een smokkelaar zat nedergehurkt twee pistolen, benevens een groote dolk, schitterde in zijn gordel. Een oude vrouw, de vrouw des huizes zat naast hem en haalde achtereenvolgens verschillende zijden en cachemiren doeken, Brabant- sche kanten en andere smokkelwaren uitdenkoffer en bekeek ze met onverschilligen blik. Jenny, hare dochter, minder gewoon aan zooveel schoons, kon zich niet verzadigen met het gezicht van zoovele rijkdommen en had geen vriendelijke lonken genoeg voor den flink gebouwden smokkelaar, welke ze bracht. Haar bevallig gelaat vormde een groote tegenstelling met het ruwe en terugstootende gelaat van eenige boeren, die, allen met karabijnen gewapend in een hoek der kamer tegen de muur leunde. Een grijsaard zat op een bankje in het hoekje van den haard met zijn ellebogen op de knieën geleund. Zijn nadenkenden blik scheen elk stuk stof te waar- deeren, dat zjjn vrouw open maakte. Joseph I zei de oude Drack, dit is de laatste maal dat wij samen zaken doen. By elke reis ver hoogt ge den prys en waariyk wat ik er aan ver dien is de moeite niet waard om er voor in oorltg te leven met de douanen. Kom, kom, oude I hernam de smokkelaar, gij zult voor 100000 francs verkoopen, wat ik u voor 30000 francs laat en gy zult dus met uwe deelheb bers een zuiver voordeel hebben van 70000 francs. Verstaat gy, ik zonder van den koop af 5 el Brua- selsche kant voor de dochter van vader Drack, op dat haar trouwmuts u niets zal kosten, Bruno Graindemer en zy dan ook nog eens aan kapitein Joseph zal denken. Jenny bloosde, zag haar vader aan, voordat zy de kant aannam en bedankte eindeiyk den smokke laar met een glimlach voor zyn geschenk. Op dat oogenblik werd er buiten aan de deur geklopt. Schrik was zichtbaar op aller gelaat; de groote dog, welke tot heden steeds aan Jenny's voeten had gelegen, ging aan de deur snuffelen en gromde. Hy heeft niet gebluft, het zyn douanen, zei Drack zacht en met een wenk, die geen tegenspraak dulde, wees hy zyne dochter een deur, waarachter zy verdween. Vervolgens liet hy de gewapende boeren in de hoeken van het vertrek post vatten, en plaatste zichzelf en kapitein Joseph' op eene lyn, allen met de wapens naar den groud gekeerd, de vinger op den trekker, het oor oplettend en het oog op de deur gevestigd, waarop men voor de tweede maal klopte. De oude Martha sloop naar de deur, bracht hare mond voor het sleutelgat en vroeg met schorre stem Wie klopt daar zoo laat? Een arme verdwaalde reiziger, die u om een onderkomen smeekt. Zyt gy alleen? Ja, goede vrouw, ik ben alleen en doodeiyk vermoeid. Ik heb honger en ben koud. Onderwyi huilde de wind als een helsche geest, terwyi de regen tegen de vensters kletterde en de hut kraakte en waggelde. Moet ik open doen? vroeg de oude aan de lieden, die by haar in het vertrek zich bevonden. Ja, zei Matheus Kernadec, de schoolmeestor van Lactudy, de listigste schurk van de geheele bende. De knaap moet zeker door de scheur van de muur gekeken hebben, laten wy ons van hem meester maken. Kom aan, mannen, voegde Drack er by, leg aan en by het minste teeken van verraad Martha schoof de grendels van de deur en de reiziger van den logger kwam binnen. Niet zeer op zyn gemak gevoelde hy zich, toen hy de vyandelyke houding zag van de lieden, by wien hy werd binnengelaten, Toen het intusschen duideiyk bleek, dat by alleen was, en nadat men de deur weer goed gesloten had, legde men de wapens neder. Drack ging weer zitten, riep zyn hond by zich en begon den vreemdeling te ondervragen. Wat brengt u hier, vroeg hy. Ik ben van myn regiment weggeloopen en zoek een schuilplaats voor dezen nacht. Van waar komt gy l Van (puimper. Waar zyt gy geboren? Te Quiberon. De oude smokkelaar beschouwde de vreemdeling nauwkeurig; hy zag zyne zwarte oogen, zyn ge kroesd haar, zyn door de zon gebruind gelaat, liet daarna zyn blik gaan over de met zorg geschikte lompen en fronste daarna de wenkbauwen. Ver volgens hernam hy eensklaps Hoe komt gy aan deze kleederen Ik heb ze tegen myn uniform geruild meteen boer uit Plomelen. De grysaard schudde ongeloovig het hoofd en zei op statigen toon; Geen Bretagner kleedt zich opdiewyze. Welk regiment ligt in bezetting te Quimper? De vreemdeling bleef het antwoord schuldig. Waartoe dient al dat ondervragen vroeg hy. Denk wat ge van my wilt. Wilt ge me een plaatsje voor dezen nacht op uwen zolder inruimen, ja of neen Dat gaat zoo maar niet, viel Bruno Graindemer, de verschrikkelyke verloofde ran Jenny hem in de reden, tegeiykertyd zyn karabyn grypende. Gy zult ons zeggen, hoe gy hier gekomen zyt. De deserteur zweeg. Graindemer legde aan. Een, twee, herhaalde Bruno. Zult gy spreken Neem u in acht; Bruno dreigt nooit te vergeefs. Wordt vervolgd. Snelpersdruk - LANGE VELD Ji DE ROOIJ Texel. EN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1891 | | pagina 4