N. 393.
Donderdag 9 Juli
A0. 1891.
Nieuws- en
Advertentieblad.
IFFICIEEL GEDEELTE.
Binnenland.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, Parkstraat, Bubö op Texel.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 80 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amfirtka en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 nur op den dag der nitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 80 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
IJK EN HERIJK DER MATEN Ei\ GEWICHTEN.
De BURGEMEESTER der gemeente TEXEL,
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de
Uk en Herijk der maten en gewichten in deze
gemeente zal plaats hebben als volgt
te Oudeschild op Maandag 13 Juli 1891, ten
huize van W. Bijl des namiddags van 12 tot 3
uur; aan den Burg op Dinsdag 11 Juli 1891
in het Logement „de Lindeboom" van des voor-
middags 8 tot des namiddags 4 uur en op
Woensdag 15 Juli 1891 van des voormiddags 8
tot 12 uur, mede voor de bewoners der dorpen
Koog, Hoorn en Waalte Oosterend op Donderdag
10 Juli 1891 ten huize van W, Koppen IJz. van
dea voormiddags 8 tot 12 uurte De Cocksdorp
op Donderdag 16 Juli 1891 ten huize van Jb. Buijs
van des namiddags 37s tot 5 uur.
Texel, 30 Juni 1891.
De Burgemeester voornoemd,
C. M. KOPIJ.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
De BURGEMEESTER der gemeente TEXEL
maakt bekend, dat van Zondag den 28 Juni tot
en met Zaterdag den 4 Juli 1891, in deze ge
meente geen persoon aan Mazelen is overleden.
Texel, 6 Juli 1891.
De Burgemeester voornoemd,
C. M. KOOY.
TEXEL, 8 Juli 1891.
Zondag 12 Juli a.s. des namiddags te 2 uur
zal de naar de Herv. Gem. alhier beroepen
predikant, Ds. van Schaick, zijne intree-rede
houden.
In de ochtondgodsaienstoefening dien dag,
's morgens te half tien, zal ZEw. tot zijn
dienstwerk bij de gemeente worden bevestigd
door Ds. Smits, pred. te Nieuw-Vennep.
De uitslag der aanbesteding, gehouden 1
Juli, van de straatverlichting en het onderhouden
der kachels in de verschillende dorpen was
als volgt
Straatverlichting
Den Burg W. de Wijn voor f 6.35
OudeschildM. Hammer - 6.75
Aan de Haven: M. Hammer - 11.95
Den Hoorn: W. Jonker - 6.83
CocksdorpA. Sauerborn - 7.25
De WaalF. Bakker - 9.
De KoogH. Luitze - 5.90
Oosterend: S. Dros Gz. 6.34
Onderhoud Kachels, voor 3 jaren.
Den Burg, E. Slaman voor f 175.—
OudeschildW. Slaman -46.—
Den Hoorn, J. Kiljan - 45.—
Koog en Waal, L. J. v. d. Berg - 42.
Zuid- en Midden-Eierland, dezelfde - 48.—
Cocksdorp, v. d. Kloot Co. a - 60. -
Oosterend en Oost, G. Breman - 57.—
Nabetrachting op de kermis. Het jaarlijksche
volksfeest is voorbij; detijdelijkeverblijfplaat'
sen van wonderlijke zaken, de lokaliteiten
waar poffertjes, wafelen, zuur, lekkernijen en
andere artikelen ten verkoop werden aange
boden, zoomede de beweegbare amusementen,
als: draaimolen, schommelschuit en turksche
schop (schommel), ze zijn verdwenen met hunne
resp. eigenaren; deze laatsten of tevreden of
teleurgesteld in hunne verwachtingen.
We komen weder tot kalmte, nadat een
week lang de dagelijksche orde van leefwijze
was verbroken en vele huisgezinnen in wan
orde waren gebracht.
Zien velen met genoegen de kermis tegemoet,
niet weinigen zullen er zijn, die zich verblijden,
dat de beslommeringen, welke zulk een week
medebrengt, weder achter den rug zijn.
En niet ten onrechte, want als men een
week wordt vergast op meestentijds weinig
harmonische muziek, bedelaars in soorten,
zoowel flinke personen als gebrekkigen, ja
zelfs kinderen in dat gilde, groote brommende
en twistende exemplaren uit de hondenwereld,
en dergelijken meer, dan is het een ware
verademing van dat alles weder ontslagen
te zijn.
De kermis wordt er dan ook niet beter op,
noch in hetgeen tot vermaak wordt geboden,
nóch in de wijze waarop dat volksfeest wordt
gevierd. Wellicht ook dat de weinige aan
bieding van iets goeds, de manier van kennis-
houden wel wat minder van gehalte doet zijn.
De thans afgeloopen kermisweek getuigde
althans niet van een verfijnden geest; brood
dronkenheid van personen, waarvan sommigen
ternauwernood de kinderschoenen ontwassen,
ongepaste taal in woord en zang (als men het
althans zang wil heeten) ze waren meermalen
waar te nemen.
„Zoolang het betere niet is te bekomen,
behelpe men zich met hetgeen er is," schreven
wij reeds vroeger, en ook thans nog zouden
wij geen voorstanders zijn van afschaffing der
kermis; maar de afgeloopen week kon allen
weder leeren ho6 noodig het is om onze volks
feesten wat te veredelen. Aan wien die taak
Aan ieder in zijnen kring, in zijne omgeving
aan allen zonder onderscheid.
Wanneer we ons herinneren hettweedaag-
sche landbouwfeest in het vorig jaar gevierd,
hoe flink, hoe ordelijk, hoe aangenaam, eens
gezind en prettig die dagen werden doorge
bracht, dan valt eene vergelijking van dat
feest met de thans afgeloopen kermisweek,
zeer ten nadeele van de laatste uit; en toch
zooals de eerstgenoemde dagen zóó ook moest
de kermis zijneen tijdperk van ontspanning,
van waar genot voor hen die dagelijksch het
gareel van werkzaamheid zich voelen opleggen
voor allen die daarvan gebruik willen maken,
dan, maar ook dan alleen heeft de kermis
recht van bestaan.
Zijn we nog verre van de dagen, die ons
weder de kermisdrukte zullen bezorgen, wij
willen toch reeds allen die daarop eenigen
invloed kunnen uitoefenen, opwekken, het
hunne te doen om onze volksfeesten (ook de
kermis) meer aan hunne bestemming te doen
beantwoorden.
Een woord van lof brengen wij ten slotte
aan het tooneelgezelschap Bigot en Blaaser
voor de aangename avonden aan het tooneel-
minnend publiek geboden. Leent de hier
bestaande gelegenheid zich beter tot het opvoe
ren van kamerstukken dan van stukken als
Kleine Jacques, het gezelschap verwierf even
wel ook met dat stuk, op Zaterdagavond,
welverdienden bijval. Dat iets goeds op prijs
wordt gesteld, bewees de ruime opkomst op
de verschillende avonden. Wij wenschen dat
ook het gezelschap daarvan overtuigd zal zijn,
en dit moge aansporen tot een herhaald bezoek,
kon het zijn in den aanstaanden winter.
In de „Staatscourant" van 4 Juli leest
men het volgende
„Hunne Majesteiten de Keizer en de Keizerin
van Duitschland, na afscheid te hebben
genomen van Hare Majesteiten de Koningin
en de Koningin-Weduwe, Regentes, hebben
heden (3 Juli) te 6 uren te Rotterdam Nederland
wederom verlaten.
„Het door hunne Keizerlijke Majesteiten
afgelegd bezoek zal ongetwijfeld veel bijdragen
tot de instandhouding en voortduring van de
goede betrekkingen en vriendschappelijke ver
houdingen, die tusschen de heide vorstenhuizen
en tusschen Nederland en Duitschland van
oudsher hebben bestaan."
Bij de te Winsum (Gron.) gehouden
harddraverij, waaraan 16 der beste dravers
deelnamen, is de prijs f 400 gewonnen door
„Jonge Tabor II" van J. Roele te Buiksloot.
De champion-cup, ter waarde van f 200 voor
den pikeur, die 2 achtereenvolgende jaren den
lsten prijs won, werd toegekend aan den heer
A. de Ridder, bereider van „Jonge TaborH",
Van 2 Juli wordt uit Tilburg geschreven:
Hedennamiddag verduisterde eensklaps de lucht.
Een verbazend gerommel deed zich in de verte
hooren, en weldra volgde de eene donderslag den
anderen. Een verschrikkelijke storm stak op,
en een tiental minuten lang heerschte over geheel
de stad een gedruisch, dat zich niet laat beschrijven.
Klompen ijs vielen gedurende dien tijd ter grootte
van groote kipeieren. De verwoesting is verschrik
kelijk; op veel plaatsen lag het ijs 1 wee decimeter
dik op de straten. Aan de noord- en westzijde
der stad zijn de ruiten verbrijzeld; van de meeste
spinnerijen, die glazen daken hebben, is geen ruit
heel gebleven, zoodat de schade aan machineriën
enorm is; de geschilderde ramen van de Groote
Kerk zijn totaal vernield. Van den oogst komt
niets terecht, de veldvruchten, onverschillig welke,
zijn verhageld. Verscheiden personen zijn door
de ijsbrokken gewond.
Het geheel levert een schouwspel op, dat de
tranen in de oogen doet komende schade voor
de landbouwers is niet te berekenen.
Uit Moergestel wordt nader omtrent den hagel
slag gemeld:
Niet alleen dat alles in het plantenrijk bescha
digd is, maar hazen, patrijzen en klein gevogelte
vindt men dood in het veld; hennen met hare
kuikens, die niet tijdig naar huis konden komen,
zijn omgekomen. Na dien hagelstorm heeft men
nog twee zware donderbuien gehad, en is de
bliksem in verscheidene boomen geslagen, zoodat
deze vernield werden alsof het hout geschaafd
was. Gelukkig hoort men niet dat er menschen
omgekomen zjjn.