N. 394. Zondag 12 Juli. A®. 1891. Nieuws- en Advertentieblad, OFFICIEEL CEOEELTE. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 80 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave. Prijs der Advertentièn Van 1 tot 5 regels 80 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, ParkstraatBuks op Texel. KENNISGEVING. SCHIETOEFENINGEN. De BURGEMEESTER van TEXEL maakt be kend, dat blijkens een schrijven van den comman dant van het 4e Regiment Vesting-Artillerie te Helder, evenals in vorige jaren weder schietoefe ningen zullen plaats hebben en wel van 27 Juli tot ODgeveer einde September 1891. Deze oefeningen zullen bestaan in le. het schieten met springgranaten uit de bat terij Kaaphoofd op de plaat „Onrust;" 2e. het schieten uit het fort Erfprins en uit de batterj] Kaaphoofd op gelijke wijze als zulks vroeger is geschied; 3e. het schieten uit het fort Oost-Oever met granaatkartetsen in de richting O. t. Z. op het Balg zand; 4e. het schieten uit het fort De Harssens. De onveiligheid zal op de schietdagen op de gebruikelijke wijze worden aangegeven door het plaatsen van roode vlaggen op de batterijen waaruit gevuurd wordt, terwijl bij het vuren met springgranaten op de „Onrust" bovendien een roode vlag van de Reddingskaap aldaar zal waaien. De vletterman Kennink is weder als voorheen uitsluitend belast met het weghalen van het materieel van de plaat „O n r u s t." Ter voorkoming van ongelukken wordt er ge wezen op het gevaar dat gelegen is in het aan raken of opnemen van projectielen die op de „Onrust" ongesprongen blijven liggen, terwijl tevens den visschers worden aangeraden, om, by het vuren van het fort Erfprins, (kenbaar aan een roode vlag van de batterij), niet tegen wind en stroom in het Noordergat voor anker te komen. Texel, 10 Juli 1891. De Burgemeester voornoemd, CONINCK WESTENBERG 1. b. In de rubriek Landbouw van een onzer dagbladen lezen wij het volgende: DE ia A A IT IJ D. Nu hier en daar de zeis in het gras gezet is; nu een groot aantal Duitsche maaiers tengevolge van den treurigen grasgroei treurende naar hun „heimath" moesten terugkeeren, komt ons het antwoord op de vraag: „wanneer moet het gras voor den hooioogst gemaaid worden?" alleszins gewenscht voor. Oogenschijnlijk een eenvoudig vraagje; zeker en toch zal van velen een verkeerd antwoord verkregen worden, omdat in acht van de tien gevallen gezegd wordt: als er goed gras op het land staat. Evenwel hebben dezulken het glad mis, omdat ze alleen op de quantiteit, niet op de qualiteit letten. Ieder zal ongetwijfeld den radijsjes en jong6 groententjjd aangenaam vinden. Geen wonder. Deze gewassen zijn doortrokken met een malsch sap, reden waarom men er niet tegen op ziet zelfs groene blaadjes op te peuzelen. In dezen toestand zjjn alle plantendeelen malsch en bevatten veel eiwitstoffen, waaruit melk en vleesch voor een groot deel moeten gevormd worden. En zou jong gras daarom niet zoo voedzaam zjjn? Wachten w|j eenigen tijd dan zijn onze groen ten niet meer eetbaarze zijn houtachtig. Waar ia nu het sap gebleven? Als zoodanig is het niet meer aanwezig, omdat het veranderd is in zaad. Het vloeibare sap is droog zaad geworden. Dat dit werkelijk zoo is kunnen we by onze graangewassen zien. Als deze een voet boven den grond staan, zyn ze een ware versnapering voor 't vee, gesteld, dat we dit eens wilden trac- teeren. Langzamerhand groeit het koren en ten laatste krijgt het aren, waarin zich al meer en meer de zaden ontwikkelen. Onophoudelijk trekken de sappen uit de stengels en de bladen naar boven, naar de aren, want uit hen, dat is, uit die opstijgende sappen, moet het zaad, de tarwe- of roggekorrels gevormd worden. De waarde van de plant verhuist dus van beneden naar boven. De stengel wordt dienten gevolge hard. De ziel, zouden we met de „U. C." kunnen zeggen, is er uit en wij hebben dan ook met een geraamte, met stroo te doen. Zou het vee hierin even gretig happen als te voren in de sapryke stengels? En kan 't er dan ook wel mee door, de paarden door den winter te brengen, alleen met stroo zooals tot heden ten dage, volgens de „U. C." nog wel geschiedt? Wij durven deze bewering niet onderschrijven, omdat ons geen veehouders bekend zijn, die dwaas genoeg zijn hun paarden niets dan stroo te geven. En kan 't er eveneens mee door, dat stroo den hoofdschotel vormt, voor het rundvee Welnu zooals het met de aangehaalde gewassen is, zoo is het precies eender met gras. Ook dat is eerst sappig, maar zal ten laatste aan stroo gelijk worden. En het zaad, waarin de eiwitstoffen liggen opgehoopt? Dat gaat verloren. Cato zeide reeds„Snij het hooi op den rechten tijd en wacht u er voor, dit te laat te doen voordat het zaad rijp is moet het gesneden worden I" Men redeneert doorgaans als volgthet gras groeit nog lekker, we zullen het zoolang laten staan als 't velen kan. Die redeneering is goed als men de uiterste grens voor den tijd van afmaaien stelt tegen of even in den bloeitijd, ze is evenwel verkeerd als men alleen aan de quantiteit van het gras denkt in 't minst niet aan de qualiteit. Zeker als het gras door blijft groeien, dan wordt de hoop grooter, maar het hooi, dat men morgen of overmorgen bekomt, heeft eene geringe voe dingswaarde en is veel moeielijker verteerbaar. Sommige grasvelden kunnen wit zien van de gras-aartjes. Waarlijk, daar zit een pak op, maar vraag niet hier naar voedzaamheid en verteerbaarheid. Wie zoo zyn gras maait, waar achtig, hy mag toch wel eens eventjes naar de wetenschap luisteren en zich aan haar licht te goed doen. En werd nu nog het hooizaad geoogst, dan kon een laat maaien er nog eens eventjes door, maar het tegendeel is waar, want het zaad valt op stengel, deels al ter aarde, en voor een ander deel gaat het verloren by het vervoer en 't verwerken van het hooi. Het geraamte komt dus thuis, wordt met zorg geborgen en den dieren toegediend. TEXEL, 11 Juli 1891. Naar men ons mededeelt, is door A. J. Kla- zinga met goed gevolg admissie-examen gedaan voor de le klasse van 't gymnasium te Deu- tichem, terwijl tevens H. A. Klazinga is geslaagd in zijn overgangs-examen naar de 4e klasse van 't zelfde gymnasium. De Heer G. Kempers, hoofd der school te de Waal, komt voor op de voordracht voor hoofd der school te Limmen, (N.-H.) Dinsdag 21 Juli a. s. zal de verkiezing plaats hebben van leden voor den gemeenteraad. Tengevolge het verminderd zielental van onze gemeente moet het ledental van den Raad mot twee worden verminderd. Aan de beurt van aftreding zijn vijf ledenverkozen moeten nu worden 3 leden. De aftredende leden zijn, in alphabetische orde, de heeren: C. W. Bakker Jr., A. Dros, F. Keijser, A. P. Koorn en W. Mets Tz. Aan onzen voormaligen plaatsgenoot, den Heer C. Mets Tz., zeeloods te IJmuiden, welke de eer was te beurt gevallen om H.H. M.M. de Keizer en Keizerin van Duitschland, uit Wilhelmshaven naar IJmuiden te loodsen, is de gouden medaille van de Kroonorde, te dragen aan een blauw lint, verleend. Naar wij vernemen, moet nu reeds een koop zijn gesloten, voor lammeren, welke in het volgend jaar geboren moeten worden. De prijs zou f 8 zijn. Dat die koop, indien zulks geschiedde, echter nog niet gegrond zal zijn op verwachting van den handel in het volgend jaar, is zeker geen gewaagde gissing. Oosterend, 10 Juli. De visschersvloot alhier breidt zich meer en meer uit. Zijn hier reeds in dit jaar eenige nieuwe blazerschuiten gearriveerd, thans staan er te Makkum weer zes op stapel of zijn besteld, terwijl het meerendeel der oude schuiten ook alhier blijft. Nog enkelen er bij en de vloot telt 100 kielen. Jammer, dat de haven zoo lang op zich laat wachten Steeds wordt er goroepenZuster Anna, zuster Anna 1 „doch de ware broeders laten niets van zich hooren. Helder, 10 Juli. Het bergloon van het Engelsche stoomschip „Elstow", dat in Januari in de Razende bol strandde, later leeggelost en afgebracht werd, heeft lang op zich laten wachten. Inzonderheid waren het de bergers, die met groot verlangen de uitbetaling van het zuur verdiende geld te gemoet zagen. Nu wordt verzekerd dat er een bedrag van f 96,000 voor sleepbooten en bergers is toege staan welke som spoedig zal worden uitbetaald. Naar matige berekening zal aan eiken berger ongeveer f 250 kunnen worden voldaan. Het Dagblad van Z.-H. en 's Gr. verneemt, dat het ministerie dezer dagen aan H. M. de Koningin-Regentes collectief zijn ontslag heeft aangevraagd. Van de gehouden verkiezingen van leden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Dinsdag 7 dezer) in verschillende districten, was de uitslag, dat gekozen zijn EindhovenJ. T. N. Smits van Oijen k. VeendamPoelman 1. Voor Sclioterland zal Dinsdag 21 Juli eene herstemming moeten plaats hebben tusschen de heeren Pyttersen 1. en Van Vliet a. TEXELSCHE COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1891 | | pagina 1