De Makelaar S. KËIJSER Pz„
Meubelhandel,
NEW-YORK.
G. J. O. D. Dikkers,
Op MaanJai 27 JÉ 1891, 's fflorps 11 ure,
De TIENDEN van ie te veli staande zaai-
piassen ei veUvrnchten, welke iit jaar op
Texel, zallen worden iopoopt.
J. J. KUIJPER, Parkstraat.
publiek verkoopen;
HOEDEN-DOOZEN
Wel J. EIJK-Mra,
Nederlandsch-Amerikaansche
Stoomvaart-Maatschappij
BALTIMORE.
Vraag CACAO en CHOCOLAAD
Feuilleton.
Maandag 13 Juli 1891,
Yrijdag 17 Juli 1891,
NAAIMACHINES.
Kortste en Goedkoopste
OVERTOCHT.
H. M. KARIS,
DE~^MOK]^LAAÊS.
kan een flinke jongen, die goed onderwijs
heeit genoten, als LEERLING geplaatst
worden.
zal op
's morgens 11 ure, in het Logement den Burg.
Voor bet bestuur van den polder
Waal en Burg.
HOOIGEWAS en NAGRAS van:
1 20 Riethoorn Noordkant tot de le sloot.
1 60 van de le tot de 3e sloot.
2 40 Zuidkant.
2 94 20 Rietbol in Waal en Burg.
Gras- en Rietgewas in de Westerhoek.
De JACHT en het WATER aan den polder
Waal en Burg toebehoorende.
's avonds 7S8 ure, in het Loodsmanswelvaren
aan den Hoorn.
Voor den Heer S. VISSER.
HOOIGEWAS en NAGRAS van
2 68 50 het Zandige Stuk in het Hoornder Nieuw-
land in 2 perceelen.
KONING, Deurwaarder.
in verschillende grooten verkrijgbaar.
in Modes, BURG.
Allergoedkoopste adres voor
De Pfaff-Mackines alsook de verbeterde Singer-
Macliines waarvan de prijzen zoo laag gesteld
zijn dat een ieder in de gelegenheid is er zich
een aan te schaffen. Deze machines werken
zonder gedruis en zijn door hunne solide constructie
zeer aan te bevelen. Verder machine zijden-
klossen, Naalden en Olie.
Verkrijgbaar bij Ph. VLESSING.
Notaris te Texel,
zal PUBLIEK VERKOOPEN:
in het lokaal de Vergulde Kikkert a/d Burg.
Voor den Heer S. P. KEIJSER qq.
Op den dag van de verkooping zal in het
gemelde lokaal van 's morgens 10 tot 11 ure
zitting worden gehouden, tot de ontvang der
kooppenningen van het vorig jaar.
LAGE PRIJZEN ft CONTANT.
8
ROTTERDAM
AMSTERDAM
Men vervoege zich aan de Kantoren der
N. A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam
en bij de Agenten, of bij
Inspecteur J. E. KROES te Groningen.
E. BOLSIUS, te Oisteriofyk.
alhier verkrijgbaar bij P. BOON, DEN BURG, in bussen van Va, 'A en Kilo.
Vrij naar het Fransch door A. B.
3. II.
De Banneling.
Ik sloot mij aan by de party der Cortes. Een
Gallicisch edelman, Jago de Bandeira, de afstamme
ling der gezworen vyandenmyner familie, verklaarde
zich roor de andere party. Door den inval der
Franschen zag ik my weldra genoodzaakt naar het
gebergte te vluchten, waar ik zeer spoedig een troepje
van ongeveer 200 onverschrokken mannen rond
om my vergaderd had. Wy hadden ons versterkt
in een oud kasteel, dat op een ongenaakbare hoogte
gelegen was. Eens op een schoone morgen riep
een schildwacht, dat hy de geweren en de chakots
van eene talryke krygsbende op den weg naar Ferrol
zich als een .slang zag voortbewegen. Deze kreet
weergalmde onder alle vervallene bogen, waaronder
wy den nacht hadden doorgebracht. Wy vlogen
naar de borstweringen, naar de schietgaten, wy
brandden van yver en moed, want sedert 2 maanden
had de wereld ons op deze rots vergeten en voor
ons was het gevecht, beweging, leven, misschien
ook wel den dood, maar in alle gevallen het einde
van die treurige werkeloosheid, waartoe wy tot
heden gedoemd waren geweest. De vyand kwam
uit een nabygelegen bosch, stelde zich in slagorde
en liet my in den naam van Ferdinand VII opeischen,
om de plaats aan den kolonel Jago de Bandeira
over te geven. Myn antwoord hierop was, dat wy
ons tot het uiterste zouden verdedigen. Toen ont
stond er eene groote beweging onder de belegeraars.
De officieren vereenigden zich om Jago en schenen
te beraadslagen. Weldra begaf zich ieder weder
naar zyne plaats en ik zag O, myn God, viel
Esieban zichzelf in de reden, terwyi hy de hand
voor de oogen hield, wisch dat hartverscheurend
tooneel uit myn geheugen Ik zag voor de
gelederen een armen grysaardzyn bleek gelaat,
zyn doffe oogen, zyn bevende lippen, de huivering,
die zyne leden schokten, by de nadering van deD
dood. O, Jenny dit alles deed het hart van schrik
en afgryzen breken. Daarna klonk my een bekende
stem, een kreet van wanhoop in de ooren. Moor
denaars, eerlooze beulen, sleepten een jong meisje
met loshangende haren naast een grysaard voort,
Het was alsof de zon verduisterd werd en de grond
onder myne vceten scheurde: die grysaard was
myn vader en dat meisje myne geliefde zuster. Een
engel van schoonheid en zachtaardigheidzooals gy,
Jenny I welke ons door den Hemel geschonken was
om eene moeder, eene echtgenoote, gestorven toen
deze haar het leven schonk, te vervangen. Welk
een verschrikkelyk lot, uit de armen van een vader,
een broeder, een geliefde, wiens wensch spoedig
vervuld zou worden, in de handen van deze monsters
te vallen.
Esteban zweeg. Groote tranen vloeiden langs
zyne wangen. Jenny met eene hand op zyne schou
der leunende, beschouwde met hare groote blauwe
oogen deze plechtige droefheid. Eindeiyk vervolgde
Calvina
De veroordeelden knielden, de handen geboeid en
de oogen geblinddoekt. Op een twaalftal schreden
van hen verwyderd stond een peleton soldaten op
een ry geschaard, met de wapenen in den arm,
onder bevel van den laaghartigen Bandeiro. Thans
was my de vreesefljke waarheid volkomen duideiyk.
Onder een akelig geschreeuw vielen myD vader en
zuster bewusteloos ter aarde. Ik, vreesachtiger ge
worden dan een klein kind, liet de vredesvlag waaien
van den toren, welke ik verdedigde.
Myn luitenant klom naar beneden, om over de
voorwaarden van de overgaaf te spreken. Toen
schitterde een woeste vreugde op het gelaat van
Jago. Met de armen over den borst gekruist nam
hy myn gezant van het hoofd tot de voeten op en
luisterde naar hetgeen hy te zeggen had. Daarna
lachte hy, maar het was een helsche lach, die my
door merg en been ging.
De koning don Ferdinand VII treedt met geen
verraders in onderhandeling, somtyds echter geeft
hy ze genade. Ga Calvina zeggen, dat, wanneer
hy binnen 5 minuten de wapens niet nederlegt, het
bloed van deze beide ellendigen by voorbaat zal
stroomen om de brave Spanjaarden te wreken, welke
zich opofferen om hem te straffen.
Myn leven behoorde aan myne familie, maar ik kon
zonder toestemming myn krygsmakkers niet aan de
wraak van den vyand blootstellenik riep daarom
de opperhoofden van myne kleine legertje byeen.
Wy hielden raad, toen een zachte stem in onze
ooren klonk met de bede
Esteban! heb medelyden met ons, zeide zy.
Red onzen vadertien moordenaars hebben hun
geweren op ons gericht. Esteban, Esteban I een
woord van u, onze beul heeft het ons beloofd, en
wy zullen vergiffenis erlangen.
Jago, die zeer goed wist, hoeveel ik van Carmel
hield, had haar aan den voet van het fort laten
brengen; om op onze beraadslaging eenigen invloed
uit te oefenen. Zy wendde haar oogen vol tranen
naar my toe en strekte hare armen naar my uit,
die blauw werden onder hunne boeien.
Myne vrienden werden er door getroffen.
Ga naar Jagozeiden zy. Laat ons allen sterven,
indien het zoo zyn moet, maar genade voor de grys-
aards en kinderen.
Ik weet niet wat my bezielde, toen daar die
200 mannen allen hun leven wilden opofferen om
mynentwille. Ik vloog naar myne zuster, die reeds
weer door de soldaten, werd teruggevoerd.
Bandeira verscheen.
Toen ik hem onder myn bereik zag, evenaarde
in my de wraak, de vrees. Hy begreep dat. Beiden
omklemden wy het gevest onzer dolken en wy
rilden, dat wy er geen gebruik van konden maken-
Jago, gy zyt de sterkste. Wat eischt gy?
vroeg ik.
Gy zult dit nest verlaten in uw hemd, onge
schoeid en den strop om den hals, gy zult eeüe
eerlyke boete voor uwen opstand voor my doen.
Nooit, nooit I zei ik, terwyi ik myne lippen
haast aan het bloeden beet.
Toen ik dit zeide, keerde Bandeiro zich tot zyne
beulen. Carmel lag weder op hare knieën voor hem.
Het monster gaf eene teeken, ik zag de geweren
aanleggen
Houd op, houd op, riep ik half waanzinnig op
myn knieën vallende voor den ellendeling. Jago
ik haat u, dood my, maar spaar deze zwakke grys
aard en dat arme meisje. Heb medelyden met hen
en met my.
Ha, riep hy uit, gy zyt dus bevreesd, ontembare
Esteban.
Zyne vingers krompen ineen. Hy zag my met
spottenden blik aan.
Geef hen genade, Jago, vervolgde ik en ik zal
uw broeder, uw vriend, uw slaaf zyn. Wy zullen
voortaan één dak, één bed, één gevoelen hebben.
O, voor die beide wezens, welke gy wilt dooden,
zou ik u duizendmaal myn leven geven.
Gy, myn vriend I gy, myn broeder I
Het bloed der Bandeira's bloost reeds op het ge
zicht van u, in myn aderen, verachtelyke telg der
Calvina's. Ik wist dat gy een eerlooze waart, maar
thans vind ik u een lafaard.
Een dof gemompel verhief zich in de vyandeiyke
legerplaats en verbreidde zich zelfs onder myn
soldaten. Myn vader had de banden verbroken, den
doek van zyne oogen afgescheurd, zyne dochter in
de armen genomen en bracht haar my, om haar
te verdedigen en te redden. Ik liep naar hem toe
Vuuri brulde Bandeira.
Twaalf kogels doorkliefden de lucht. Myn vader
boog zich onder zyn last en kroop over den grond
tot voor myne voeten.
Neem haar, neem haar, Esteban I zei hy met
zwakken stem. Ik sterf wreek my 1
Wordt vervolgd.
Snelpersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ Texel.
EN