Aan de Java-Bode wordt uit Soerabaja vau den lSn gemeld: De ontvangst van den Gouv.-Generaal, die gisterenochtend precies te zes uren aan wal stapte, was buitengewoon plechtig. Bij de keurige versiering, alom in de stad aangebracht, was het bijzonder opvallend, dat de inlanders daartoe uit eigen beweging zoozeer hadden medegewerkt. Men roemt zeer de minzaamheid van den landvoogd bij de voorstelling van de verschil lende autoriteiten en notabelen ten residentie huize. Op de drie sigarenfabrieken te Culemborg, waar het werk gestaakt is, ziet het er weer treuriger uit, dan voor een paar dagen terug. De hoop, dat er spoedig een einde aan die naar geestige spanning zoude komen, is weder totaal vernietigd, haast allen, die het werk hervat hadden, hebben het opnieuw gestaakt en zich weder bij den Bond gevoegd, waar hun door allen, in de vergadering, do hand tot verbroedering werd toegereikt, zoodat de fabrieken weder zoo goed als ontvolkt zijn. Dat het nog lang duren kan, kan men afleiden uit een brief, welke de sigarenmakers uit Ant werpen ontvingen, luidende: dat men van daar wekelijks, zoolang de staking duren zal, honderd francs zal toezenden. Bij het droogzetten van de groote zeesluis van den polder Oud-Beierland is een steen bloot gekomen, waarop het volgende te lezon staat: „Anno 1557 leiden het fondament van deze sluis, en was 1568 volmaakt." De stads- en dorpsbeschrijver Van Ollefen zegt omtrent dezen polder, dat Philips de Eerste op den 18den September 1491 den polder Oud-Boiuiland verkocht heeft aan Lamo raal, graat van Egmond, die ten huwelijk had vrouwe Sabine van Beieren. Ter gedachtenis aan haar noemde hij den polder Beierland. Op den Overtoom, bij de Dubbele Buurt, te Amsterdam, is Dinsdag-avond een ongeluk gebeurd, dat groote ontsteltenis in de omgeving verwekte. Voor den winkel van een „koekebakkor" nl. stonden eenige jongens te kijken en hinderden daarbij het personeel, dat aan het werk was, al was 't alleen omdat zij in 't licht stonden. De jonge bediende van den banketbakker maakte zich daarover driftig; hij had reeds een paar maal gedreigd, maar toen dit niet hielp, riep hij een jongen toe„Pas op hoor als je nog niet weggaat, zal ik je doodschieten Meteen greep hij een kamerbuks, welke onder zijn bereik hing, en niet wetende, dat zij geladen was, legde hij op den jongen aan, die nog altijd voor het huis stond. Het schot ging af en de arme jongen viel, door een kogel in het hoofd getroffen De knaap werd onmiddelijk naar de woning van dr. Peypors gedragen, die den kogel uit het hoofd haalde, maar slechts den dood kon con- stateeren, waarna het lijk naar het Buiten-Gast huis werd overgebracht. De jongen, die den leeftijd van dertien jaren bereikte, was het eenige zoontje van een gezin, in de buurt woonachtig. Zijn vader, die op een boot vaart, werd eerst den volgenden avond thuis verwacht. De misschien geheel onwillekeurige bedrijver van dit droevig geval, een oppassende jonge man en zoon eener weduwe, werd in hechtenis ge nomen en naar het politiebureel in de Parkstraat overgebracht. Mr. L. Haffuians schrijft in het YenlWeekbl.' Het grootst genoegen, dat ik ooit in mfln leven als lid der Kamer gesmaakt heb, gaf mfl het bericht het ministerie Mackay heeft zjjn ontslag genomen. Goddank 1 riep ik uit. Niet dat ik twijfelde of dit zou gebeuren, maar 't is toch altijd aangenaam te vernemen, dat iets wat men vurig wenscht, is gebeurd. Lieden die men gaarne heeft zien komen, ziet men noode heengaan. Dit ligt in de aard der zaak. Met dit ministerie is het echter anders I Al heeft men hot nog zoo gaarne zien komen, men ziet het nog duizendmaal liever vertrekken. Zoo weinig heelt het aan de hooggespannen verwachtingen beantwoord. "Wie had in 1888, toen wij zoo bly waren eindelijk eens een ministerie onzer richting t9 hebben, gedacht dat wil in 1891 er naar zouden snakken, van dit ons ministerie verlost te worden? Ik niet. Anders had ik toen niet gezegd, dat ik er almachtig graag bij zou wezen, wanneer de libe ralen in de minderheid en de anti liberalen aan het roer kwamen. Maar bij niemand kon het opkomen en dus ook niet bii mij,-dat onze lui het zoo naar zouden afleggen Zoo lang de wereld bestaat, is er geen regeering zoo roekeloos te werk gegaan. Met voorbedachten rade, heeft men zichzelven in den grond geboord. „Dat doen geen redelijke menschen!" (hoor ik uit roepen). „Gfl zult toch wel willen toegeven, dat het ministerie uit redelijke mannen was samengesteld." Hoe het mogelijk is geweest, begrijp ik nog niet. Deze verbinding is en blijft voor mij een raadsel. Het Kabinet bestond niet alleen uit redelijke, maar meestal uit knappe mannen, die anders best hun scheepje weten te sturen. Maar het schijnt wel dat de ministerieele zetels iets ik weet niet wat hebben, dat bedwelmt en verbijstert. Nu is het wel waar, dat het Kabinet onder de plak van dr. Kuyper zat en dus niet vrij was, te doen en te laten wat het oorbaar achtte. Maar dit moge eene verontschuldiging voor de anti-revolutio naire leden van het Kabmet wezen, geenszins voor de r. katholieken. De heer Ruys van Beerenbroek was niet verplicht, dr. Kuyper naar de oogen te zien. En wanneer deze drijver iets verlangde wat lijnrecht tegen de wenschen der r.-katholieken indruischte, dan behoefde Ruys maar te zeggen„Dat gebeurt niet, of ik geef mijn demissie." Uit was het. En dr. Schaepman dan 1 Deed die evenmin zfln veto hooien Een blik, een wenk van hem was genoeg om alle booze plannen tegen ons te stuiten. Hij toch had de anti-liberale meerderheid voor een goed deel tot stand gebracht. Wat kon eene regeering, uit die meerderheid gesproten, hem weigeren t Blijk baar is ook dr. Schaepman in gebreke gebleven, zich te doen gelden. Dit is van hem nog onbegrijpelijker dan van Ruys. Voor hem toch gold het zijn eigen werk te redden, de duurgekochte meerderheid in stand te houden. Ja meer. De reputatie zijner politiek was er mee gemoeid en met die stond en viel dr. Schaepman op staatkundig gebied. Nu zeg ik maarwanneer iemand zooveel te verliezen heeft, dan zorgt hij toch dat de boel niet codille loopt. Van alle onbegrijpelijkheden het onbegrypelykst echter is, dat dr Schaepman nog lust schflnt te gevoelen, lid der Kamer te blijven. Immers de heer Cremers heeft zijne benoeming te Almelo niet aan genomen, en dit kan niet anders zijn, dan om aan dr. Schaepman de gelegenheid te geven, alsnog herkozen te worden. Hy is dan ook reeds candidaat gesteld. (Thans gekozen). Welk figuur zal de doctor in de nieuwe Kamer maken? Men kan liet zich moeieliik voorstellen. Maar vergeleken met het figuur, dat hy in de oude maakte, zal het erg afvallen. Ware dr. Schaepman terstond herkozen, het viel moeielijk te bedanken. Maar nu hy er by toeval was uitgevallen ik zou haast zeggenby een gelukkig toeval, want het scheiden werd daardoor gemakkelyker dacht ieder dat liy zou berusten. Vooral omdat men nu weet, hoe alles veranderd is. Eenvoudig lid der minderheid, die geen pretentie meer maakt meerderheid te worden, maar bescheiden minderheid te bly ven, hoe kan dit dr. S. bekoren? Begrype wie kan. Dinsdag 21 Juli zijn uit Bovenkarspel de eerste peren naar de Amsterdamsche markt verzonden, 't Was de sinds jaren in kleinen kring bekende Haantjespeer, nu de laatste jaren in den handel gebracht onder den naam de Westfriesch. Tijdens den muziekwedstrijd te Eindhoven werd een der werkende leden van Alkmaars Harmonie, die aan het concours deelnam, eene dochter geboren. Bij zijne thuiskomst gaf hij haar, ter eere der feestvierende vereeniging „Apollo's Lust" te Eindhoven, den naam van Apollonia. Nadat hij hiervan aan den feest- commissaris had kennis gegeven, ontving de kraamvrouw van dezen een grooten krentenmik met den naam van Apollonia daarop in krenten De Haagscbe correspondent van do Midd. Gt. schrijft: „De schutterij, diezelfde goedige schutterij. Het heeft ongetwijfeld de aandacht getrokken, dat bij al de Duitsche decoraties, die naar aanleiding van 's Keizers b zoek zijn uitgedeeld, de schutterijen zoowel te Amsterdam en te Rotterdam als te'sGra- venhage zijn voorbijgegaan. Nu moge de schutterij wezen wat zij wil en de meeste schutters willen liefst zoo min mogelijk militair zijn, - doch als zij militaire diensten verricht en nog wel, volgens de bestaande regeling daarbij den voorrang heeft boven het leger, dan behoort de schutterij bij slot van rekening toch niet te woiden achtergesteld. En dit is geschied, waar zoovele officieren van het leger een roodo „Adelaarsorde" of een „Kroonorde" ontvingen en geen enkel schutter-officier daar mede werd versierd. De verschrikkelijke ramp, die Noord-Bra bant op den 25n Juni en 1 Juli trof, toen geweldige hagelbuien er den geheelen oogst vernielden, is men zeker nog niet vergeten. Er ging daarbij voor meer dan een miilioen aan waarde verloren en zoo men niet helpt, dan vervallen honderden arbeidzame en nijvere lieden tot bittere armoede. Het hoofdbestuur der vereeniging Volks onderwijs" heeft een adres ingezonden aan H. M. de Koningin-Regentes, waarin de aan dacht wordt gevestigd op de vraag: of niet het te vroeg verlaten van de school nog grooter oorzaak is van de onvruchtbaarheid van dit onderwijs voor velen, dan het relatief school verzuim. Zaterdagavond had in de fabriek van de firma Jacobus Scheltema Janszoon te Leiden eene eigenaardige plechtigheid plaats. In eene der werkzalen waren 57 vaste werk lieden dier fabriek bijeengekomen om van hun patroon, den heer C. Wassenaar, thans eenig overgebleven lid van genoemde firma, te verne men, dat de heer J. Scheltema, die op 1 April te Noordwijkerhout overleed en tot zijn overlijden medelid der firma was, bij testament over de som van f 12.500 te hunnen behoeve had beschikt, naar billijken maatstaf onder hen te verdoelen. In overleg met mr. F. Was, uitvoerder van den uitersten wil van den overledene, waren de verschillende bedragen op de Leidsche spaarbank geplaatst ten name van de gerechtigden. Onder eene hartelijke toespraak van den heer Wassenaar werden de spaarbankboekjes aan de werklieden uitgereikt. Hij wijdde een aandoen lijk woord aan de nagedachtenis van den over ledene en wekte de werklieden op tot spaarzaam heid en getrouwe plichtsbetrachting. Nadat een der werklieden, namens allen een eenvoudig woord van vereering voor den over ledene en dankbaarheid voor zijn milde gave had uitgesproken, werd de bijeenkomst gesloten door mr. F. Was. Dinsdagavond werd een bewoner aan de Hoefkade te 's-Hage onder hevig verzet door den daartoe aangewezen deurwaarder, met behulp van den sterken arm, in gijzeling gebracht. De gegijzelde werd met groote moeite in een rijtuig naar het huis van be waring gebracht. Bij de overbrenging liep een groote troep menschen mede, die voor de gevangenis steeds aangroeide, zoodat de politie, bijgestaan door de militaire wacht, ruim baan moest maken, waarbij zij tusschenbeide krachtig moest optreden. De onlangs bij sommige korpsen genomen proef, om de munitie in het gevecht met behulp van pakpaarden te doen aanvullen, zal bij de najaarsmanoeuvres op grootere schaal worden herhaald daartoe zal aan elk bataljon der le divisie een pakpaard met draagzadel voor vier munitiekisten worden toegevoegd. Voorts zal op groote schaal eene proef worden genomen met een bruin overtrek om den eetketel, ten einde proefondervindelijk te doen uitmaken, in hoeverre door dit middel op voldoende wijze wordt tegemoetgekomen aan het thans bestaande bezwaar, dat de aan wezigheid van troepen door het flikkeren van dien eetketel soms op grooten afstand wordt ontdekt; het flikkeren der geweren zal bij een nieuw in te voeren geweer van verkleind kaliber worden voorkomen door het bruineeren van het wapen. In Recht voor Allen komt een hoofdartikel voor, geteekend door den Duitscher Barnekow, waarin men o. a. leest: „Het toppunt van onkunde omtrent hetgeen de socialisten niet willen, bereikt Van der Goes, waar hij boven hoofdstuk VII o. a. de woorden plaatst: De socialisten zijn geen vrienden van geweld en revolutie! Wat is dat? Wij zijn geen vrienden van revolutie! Maar in 's hemels naam hoe kan iemand zich opwerpen als woordvoerder der wenschen van de socialisten, die niet eens weet of wil weten, dat zij in de allereerste plaats de revolutie willen, niets dan de revolutie en dat wij met die gedachte 's morgens opstaan en 's avonds ter ruste gaan „Medeburgers, v. d Goes heeft ons nu dikwijls gezegd, wat de socialisten niet willen, ik heb reeds mijn twyfel te kennen gegeven, of de socialisten dit wel onderschrijven. Wat de socialisten wel willen en in do eerste plaats willen, dat hoop ik met eenige korte woorden aan te toonen. Hoe kort deze woorden zonder geleerde bijvoe ging ook zijn, ze hebben één voordeel en dat is, dat ze den arbeider klaar en helder het hoofddoel voor cogen brengen, zonder hem door allerlei vraagstukken van meer of min ondergeschikten aard dit hoofddoel te doen bedekt houden en zijnen blik daarvan doen afwenden. Dus! Wat willen de socialisten? De totale

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1891 | | pagina 2