N°. 417.
Donderdag 1 October
A0. 1891.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL CEOEELTE.
Binnenland.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, Parkstraat, Büeg op Texel.
I>it blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Borq 80 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Adoertenlièn
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedore regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. por nummer.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente TEXEL',
Gelet op de art. 133 en 135 al. 2 der Verorde
ning van politie voor deze gemeente, brengen
ter openbare kennis, dat de beproeving der brand-
bluscli-middelen aan den Burg zal plaats hebben
op Vrijdag 3 October 1891, des namiddags te
2 ure.
Alle mannelijke ingezetenen tusschen 18 en
60-jarigen leeftijd, wonende aan den Burg, worden
mitsdien opgeroepen zich op gemeld tijdstip te
bevinden bij de bewaarplaats der brandspuiten
aldaar.
Texel, 29 September 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
STIKKEL. C. M. KOOY.
TEXEL, 30 September 1891.
274 Schapen, 269 Lammeren, 4 Koeien,
33 Kalveren, 6 Paarden, 1 Veulen on 38 Biggen
waren aangevoerd op de markt van Maandag jl.
Voor het wolvee, vooral lammeren, was de
markt nogal vlug en de prijzen niet onbevre
digend, voor lammeren werd van f8 tot f 12
besteed; was de prijs voor schapen ontegen
zeggelijk beter dan voor eenige weken geleden,
de handel daarin was niet zoo vlug, de gemid
delde prijs was f 12. a f 14. naar jong
rundvee was nog weinig vraag en er werd niet
veel omgezet.
Het Dep. Texel van de M. t. N. v. 't A.
hield Maandagavond eene huishoudelijke verga
dering.
De rekening van den Penningmeester slui
tende met een klein saldo werd goedgekeurd.
Uit het verslag over de leesbibliotheek bleek,
dat van deze inrichting in den vorigen winter
nogal gebruik is gemaakt; aan 95 lezers werden
uitgegeven 1349 boekwerken. Als commissa
rissen voor de leesbibliotheek werden bij accla
matie herbenoemd de heeren S. Keijser Pz. en
D. J. Bakker.
Tot lid van bestuur voor het departement
werd gekozen de heer C. A. de Braai.
Uit de ingekomen stukken bleek, dat in de
volgende maand (Oct.) een spreker van wegejhet
hoofdbestuur in dit departement zal optreden.
Besloten werd om evenals vroeger, aan
ieder lid twee introductiekaartjes uit te reiken
voor de te houdene volksvoorlezingen.
Na sluiting der vergadering ontspon zich
een geanimeerd debat over eene opmerking
om het getal der buitengewone vergaderingen
te verminderen; naar aanleiding daarvan kan
binnenkort nogmaals eene huish. vergadering
worden verwacht om dat punt te bespreken.
De vergadering was maar matigjes bezocht,
velen schitterden door afwezigheid; een ge
woonte, of liever een gebrek, waardoor vele
vereenigingen alhier een kwijnend bestaan
lijden, vaak alle levensvatbaarheid daaraan
wordt ontnomen. Wanneer zal men toch
inzien, dat met lauwheid geen enkele zaak
gediend is?
Bij Kon. besluit van 25 Sept. is benoemd
tot ontvanger der dir. bel., invoerr. en acc.
te Texel, de heer J. N. J. Boom, ontvanger
der dir. bel. en acc. te Emmen c. a.
Maakten W6 indertijd melding van een
nieuw product (Texelsche Edammer kaasjes)
op onze markt, niet minder vermeldenswaardig
is zeker het feit, dat door schipper Mets, varende
van Texel op Alkmaar, in deze week 150
dergelijke ronde kaasjes van hier werden ver
voerd naar de kaasmarkt te Alkmaar. Dit
partijtje is ongetwijfeld het eerste dat van
hier naar de Alkmaarsche markt wordt ver
scheept.
Het bestuur der P. W. B. heeft, ten
overstaan van den notaris Dikkers, aangekocht
het perceel te Oudeschild, bekend in Sectie D
nos. 846 en 847, ten einde daarop in het aan
staande voorjaar de bewaarschool te bouwen.
Oudeschild, 29 Sept. Van de hier bestaande
vereenigingen, heeft het mannenkoor „Ami-
citia", de wintervergaderingen hervat. De
oefeningen worden voortaan gehouden in de
„Zeven Provinciën", onder directie van den
Heer Klasinga. Het bestuur van „Amicitia"
heeft een bundel nieuwe zangstukken inge
voerd en daarmede stellig zeer in het belaDg
der vereeniging gehandeld.
Heden loste voor het eerst een vaartuig
in de nieuwe haven. De lading bestond uit
een echt Texelsch product, n. 1. gedroogd
zeegras, of wier.
Voor de vaartuigen, die in de nieuwe haven
een ligplaats moeten hebben, zal't zeer lastig
zijn, dat er meerpalen ontbreken. De schipperij
hoopt, dat in dit ongerief spoedig worde voorzien
Uit den Haag wordt geschreven
Zoo is dan de heer Land toch bevorderd
tot kapitein-luitenant ter zee, in spijt van alle
daaromtrent loopende praatjes, die mij voor
kwamen nader aan de koffietafel dan aan de
waarheid verwant te zijn. Men vertelde, dat
de promotie van dezen officier een punt van
het in beperkten kring vastgesteld regeerings-
programma van het nieuwe Kabinet was, en
dat eene lange rij van zeeofficieren geweigerd
hadden in dit Ministerie op te treden, omdat
zij die voorwaarde niet wilden vervullen. Van
den anderen kant weet men met evenveel
applomb te vertellen, dat de Regentes in hoogst
eigen persoon van de bevordering niet wilde
weten, en dergelijke praatjes meer, welker uit
de lucht gegrepenheid thans aan het licht komt.
Nu kan men den Minister van Marine weder
eens interpelleeren, waarom hij Land wel heeft
bevorderd. Hopen we, dat hij nooit reden moge
hebben, om over die benoeming het land te
hebben.
Bij gelegenneid der harddraverij te Midlum
waren er zes paarden aangegeven, begeerig
om den prijs van f 60 te verwerven. Men
wist nog een paar eigenaars van paarden te
animeeren, en zoo kon de rijderij doorgaan.
Tot de concurrenten behoorde een oud beest
van tusschen 20 en 25 jaar, dat den spotlust
der aanwezigen niet weinig opwekte. Het
geleek wel een zak met knoken, zelfs de staart
was niet meer aanwezig. Maar in de baan
bleek deze oudvader alle coutumen van het
cours hyppique te kennen, en hij draafde er
de krachtige en blinkende boerenpaarden alle
af. Wat oleek De overwinnaar was een
oude harddraver, die in zijn tijd heel wat
meegemaakt had. Daar de oproeping alle
paarden uitsloot, die vroeger een stuksprijs
hadden gewonnen, weigerden de keurmeesters
aan den eigenaar van dit beest een prijs toe
te kennen.
Als een bijzonderheid meldt men dat de
heer L., te Utrecht, in de vorige week den
dag herdacht waarop hij vóór 45 jaren met
zijn vierde vrouw in het huwelijk trad.
Het volgende lezen wij in de rubriek Land
bouw van een onzer bladen
TER NAVOLGING.
Evenals andere jaren wordt weder van verschil
lende kanten bericht, dat vele schapen en lamme
ren door de madenziekte worden aangetast. Het
aantal recepten voor deze „bezoeking" is zeker
grooter dan het getal maden, 't welk zich op
een „bezocht" exemplaar bevindt. Hier wendt
men rattenkruit, daar petroleum en elders andere
vergiften aan, doch neemt niet den voorzorg,
om den schapen het likken te beletten. Daardoor
wordt het middel erger dan de kwaal en sterven
veis schapen.
Vergiften zijn probatum, doch ze moeten zóo
aangewend worden, dat de dieren er niet bij
kunnen komen. Tot dat einde heeft men niets
anders te doen dan het „besmette" dier van een
muilkorf te voorzien. Maar de landbouwer heeft
in den regel zoovele werkzaamheden, dat hij het
af- en omdoen der muilkorven vóór en na het
'eten onmogelijk kan volhouden. Met veel genoe
gen meenen we onze lezers, die schapen houden,
een eenvoudig, goedkoop en onfeilbaar middel
tegen de maden te moeten geven, dat niet theore
tisch onuitvoerbaar, doch aan de practijk ontleend
is. In 1881 bestreek een boer zijne lammeren
en schapen met gewone koolteer, slechts een
streek op liet kruis en een op de schoft. Eén
schaap echter niet en juist dit dier werd erg
door de maden aangetast, terwijl de andere, die
in hetzelfde land liepen, er van verschoond bleven.
De volgende jaren werd deze proef voortgezet,
maar toen achtereenvolgens 2, 3 en 4 schapen
niet bestreken. Deze kregen zonder uitzondering
hoopen maden, terwjjl al de andere vr\j bleven.
Sedert 1885 heeft deze boer al zijn wolvee de
koolteer-kuur doen ondergaan en in al die jaren
geen enkel geval met maden meer waargenomen.
Is dit geen overtuigend bewijs, dat het middel
aanbeveling en navolging verdient? Een ieder,
die schapen houdt en ziet, dat zijne arme dieren
op vreeselyke wijze door de maden gekweld
worden, handelt onverantwoordelijk wanneer hij
niet onmiddelijk na hot lezen van bovenstaande
een liter koolteer voor 8 cents koopt en zijne
schapen op kruis en schoft een streek geeft.
Tegen alle dingen is iets aan te voeren, doch
hiertegen niets anders dan, dat een paar vlokken
wol door de teer onbruikbaar worden gemaakt,
die echter van geene beteekenis zijn tegenover
de groote aanwinst van de zoo lastige en gevreesde
maden te kunnen weren.
Tegen bilzucht bij de kalveren wordt in dat
zelfde artikel als proefondervindinglijk genoemd
eon halve eetlepel ijzervitriool des ochtends en
avonds in het drinken der dieren te roeren.