BAR O31 ETERS, W. C. REU. VEEVOEDER. Murwe Lploeteo, nerlP, ie 104 st. f 13.75. Een beste üettewagen op pennen, zuivers mm LIJHK8EKEI, KONINGSTRAAT. - HELDER. Haarden, Vulkachels, Ovale, Kantoer-, Regulateur- en geslepen Kachels en Feuilleton» WIE is ZIJ 1 Veehouders van Texel. A T TENT I E. "jfrafr.iJ. DAALDER Mz. TE KOOP: A. DROS As., den Burg. g@y@esiiffl)d)© Imkert gepolijste m gemarmerde Platert» LUIJTZEN. De ondergeteekenden, geleid door de overtui ging dat Coöperatieve vereenigingen elders, den leden vele voordeelen afwerpen, noodigen belang hebbenden op Texel uit, tot eene bijeenkomst op Donderdag- 32 October aanstaande des morgens ten elf ure in het lokaal „DE ZWAAN" te d e n Burg, om te spreken over de oprichting eener TE.YELSCIIE COÖPERATIE, ten doel hebbende het inkoopen van veevoeder. Alleen coöperatie, voornamelijk voor Texel, maakt het ieder veehouder mogelijk, op de voor- deeligste wijze zijne inkoopen te doen. Een feit is het, dat op vele plaatsen in Neder land dergelijke vereenigingen met groot succes werken. A. DROS Az. J. P. XOORDIJK. Ontvangen eenige solide goedwerkende prijs van f 3 tot f 9. Aanbevelend, Warmoesstraat, BURG. VerderMaïs, Gerst, Rarer, Pelnieel, Grant, enz. prijzen dezes naar gelang der qualiteit. Monsters op aanvrage gratis. Alles franco haven Oudeschild. Aanbevelend, bij de Wed, B. DEKKER, Dijkmanshuizen. In het laatst dezer maand in lossing, Haven Oudeschild en te De Cocksdorp, een partij puike onder controle van het Rijksproefstation (kosteloos onderzoek) tegen sterk concureerende prijs. Adres: Den Burg bij D. C. DROS en BI. LAXGEVELD Mz., te De Cocksdorp, A. DROS Albz. M. M. De ondergeteekende bericht zijne geërde clientèlle, dat van heden af bij hem geëtaleerd is een prachtige collectie GEËMAILLEERDE, GËLAKTE en VERXICKELDE PETROLEUMKACHELS, TURF- en KOLENBAKKEN, HAARDSTELLEN en HAARDSTEL STANDAARDS, van de fijnste tot do eenvoudigste soorten, met en zonder houten voet. C O X C 5J R R E E It E X D E P R IJ Z E X. In UEds. gunst aanbevelende, noemt hij zich, Hoogachtend, UEd Duo Dienaar, X.B. Men wordt bijzonder attent gemaakt op de VULKACHELS, geheel nieuw systeem, met aanhoudend vuur, die men den geheelen winter door kan laten branden. 13 VIII. De kinderlijke jaloerschheid zou my vermaakt hebben, als ik die groote tranen niet gezien had, waarmee de kleine donkere oogen gevuld waren en die langzaam op de kleine handjes van het kind nedervielen. Het was er droevig en tegelijkertijd ontsteld door, want Cécilia was niet van dien aard, dat zfi zich door liefkozingen liet troosten. Ik stond op en ging voor den spiegel mijn das rangschikken, terwijl ik zoo nu en dan een vluch- tigen blik naar den armstoel wierp. Cécilia keek maar stijfhoofdig voor zich uit en het was mi) on mogelijk haar anders te stemmen. Haar tranen vloeiden gestadig maar door op haar blanke handjes. Cécilia, vroeg ik zacht, wilt gij met mi) mede gaan? By deze woorden wierp zfi mij eon blik toe van overgroote afkeer en van de stoel springende, verliet zij de kamer mot het uiterlijk van een beleedigde koningin. Sedert onze bekendheid met onze schoone buur vrouw, hadden Gaunt en ik een ruwe brug gemaakt over de rivier, die ons scheidde, door een paar planken van de een oever op de andore te leggen. Het was echter nog een moeielijke tochtGaunt en ik geraakten er echter weldra aan gewoonwat de jonge dame betrof, zjj was reeds te dikwijls de rivier overgetrokken, om voor de planken te aarzelen Ik begaf my gerust naar de villa, hoewel ik moet bekennen, dat ik, als ik aan den brug kwam, ik my afvroeg, of het niet voorzichtiger zou zyn, des avonds dien tocht niet weer langs dienzolfden weg te doen. De regen, die sedert een vier en twintig uren viel, had de rivier in hooge mate doen zwellen, zoodat zy een zwartachtige stroom vormde, baar loop was zeer snel en de gedachte aan een misstap op die plank deed my rillen. Mathilda en Gaunt speelden schaak. Mejuffrouw Owenson was een bekwaam schaakspeelster. Toen ik binnentrad, sloeg Mathilda de oogen op en wenkte my met de hand, als om my te verzoeken niet te spreken, vervolgens verdiepten zy zich weer in 't spel. Ik plaatste my achter Gaunt, ten einde boter te kunnen zien, wat er voorviel. Ik geloof dat de jonge dame daar boos om was, want zy keek my met ongeduldigen blik aan, vervolgens liet zy het hoofd op de beide handen rusten, als om my haar gelaat niet te doen zien. Ik zag haar schoon gevormde armen, benevens den armband. Overal zou ik die arm met die armband herkend hebben. Schaakmat I riep Gaunt, die zelden won, zege vierend uit. Mejuffrouw Owenson schoof het schaakbord van zich af en stond op. Gy hebt my de party doen verliezen, zei zy ongeduldig. Door uw binnenkomst hebt gy een prachtige ry van zetten, welke ik dacht te doen, bedorven. Het spyt my zeer gekomenjte zyn, antwoordde ik kalm. Ik vraag u wel vergiffenis er voor. Daarna werd ik ook op mijn beurt aanvallend en riep uit: Maar ik heb my ook over u te beklagen Toen ik heden morgen by u kwam, waarom hebt gy my toen de deur voor den neus dicht doen werpen? Zy veinsde de grootst mogelyke verrassing, ik bemerkte enkel, dat zy zichtbaar bloosde. Waar spreekt gy my van Ik zou bevel gegeven hebben u de deur voor den neus dicht te werpen I Zy schelde daarna levendig. Voor dat ik een woord kon zeggen, verscheen de Indische bediende. Gy hebt my gezegd, dat mynheer Gaunt hier deze namiddag geweest is, zei zy tot de bediende, op Karei wyzende, die deze scene met verwondering aanschouwde, Zeker, zei Karei, ik ben hier tweemalen geweest, en men heeft my geantwoord, dat u ongesteld waart. De Indiër bleef zwygen, Mathilda wendde zich tot my. Welnu, wat wilt gy zeggen? riep zy uit. Ver volgens wendde zy zich toornig tot de bediende; Wanneer hebt gy de deur voor den neus van myn heer Owen dicht geworpen? Nooit, antwoordde deze, een toornigen blik naar my werpende. Nooit, herhaalde ik. U gaat te vlug, mejuffrouw. Eerstens, zei ik langzaam, heb ik uw Indische be diende niet van die beleedigende handeling beschul digd een van uw andere bedienden hier,- vervolgens bedoelde ik ook niet de deur van deze villa. Gy kunt deze bediende veroorloven heen te gaan. De Indiër vertrok. Verklaar my nu, bid ik u, zei mejuffrouw Owenson, op eenen toon, die zy te vergeefs trachtte lief te doen zyn. Heden middag omstreeks half zes, waart gy toen niet in een kleine afgelegen woning, 8 mylen van hier, niet ver gelegen van L vroeg ik levendig. Een kleine woning riep Mathilda uit, vervolgens zich tot Karei wendende, zie zy tot hem gedwongen lachende Mynheer Gaunt, uw vriend heeft alleen gedi neerd, is het niet? Karei begon te lachen. Eene woning, vervolgde ik, op den hoek van een pad. Ik ging er heen om naar den rechten weg te vragen en een jonge vrouw sloot my, na my eerst verkeerd en vry onbeleefd te hebben ge antwoord, de deur voor den neus toe. En wat heb ik daarmede te maken? zei de dame lachendo. O, mynheer Owen! O, mynheer Owen I Geduld een beetje, begon ik, Onmogelyk. Weet dan, dat ik gedurende den geheelen namiddag door vreeseiyk hoofdpy'n, het bed heb moeten houden. Wat u betreft, mynheer Owen, ik zie wel, dat u een of ander avontuur heeft gehad en dat later een uitmuntende flesch wyn uw brein in de war heeft gebracht. Karei lachtte opnieuw. Mejuffrouw Owenson bleet by my staan, ik zag haar goed aan en bleef er vast van overtuigd, dat er geen woord waar was in al wat zy zei. r Zie hier wat my heeft in de war gebracht, zei ik opstaande en myn hand op den armband en de ringon slaande. Tot mjine groote verwondering drukte zy my levendig de hand op zoodanige wyze, dat het klaar- biykelyk een uitnoodiging was om te zwijgen. Een uitmuntende flesch wyn, zei zy lachende, nog altyd de hand drukkende. Beken het maar. En zy zag my aan met eene uitdrukking, diemy plotseling de schoone dame van de villa voor myn oogen deed verdwynen en haar veranderde in die ongelukkige en ongeduldige vrouw, welke ik aan het station gezien had, alle reizigers aanziende. Nu, goed, zooals u wil, zei ik my omwendende. Ik ontmoette met myne oogen, die van Gaunt, welke ons ernstig aankeek. Hy luisterde oplettend naar ons, en toen ik haar losliet, zag ik, dat hy het opmerkte. Vervolgens bleef hy zwygend tegen het venster leunen en tevergeefs verzocht Mathilda Owenson, die aan de piano was gaan zitten, met haar liefste lach wat zy eens zou gaan zingen. Wordt vervolgd. Snelpersdruk LANGEVELD DE KOOIJ— Texel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1891 | | pagina 4