Buitenland. Ten opzichte van de bodrijfs- en ver mogensbelastingen, door Minister Pierson ont worpen, verneemt men, dat het plan bestaat het kapitaal der industriëele ondernemingen en de behaalde winst afzonderlijk te treffen. Bij deze belastingen stelt de Minister voor, eigen aangifte te vorderen, zonder van de belastingbetalenden een eed te vergen, maar bij gebleken fraude strafbepalingen toe te passen, boete voor de eerste maal en gevan genisstraf bij herhaling van leugenachtige op gaven. Volgens de Amsterdammer behoort onder de belastingplannen van den tegenwoordigen minister ook de afschaffing van den zeepaccijns. Tot dekking van het tekort door de afschaf fing en de vermindering van den zoutaccijns zal de accijns op het gedistilleerd met f 5 verhoogd worden. Een goud- en zilverhandelaar te Amsterdam komt op een goeden dag tot de onaangename ontdekking, dat zijn bediende voor circa f 1000 aan goederen ontvreemd heeft. De koopman is natuurlijk tamelijk ontdaan door deze ont dekking, maar gelukkig verneemt hij, dat de dief zijn plan heeft te kennen gegeven om des middags om 1 uur met de boot naar Amerika te vertrekken. Eerst in den morgen van denzelfden dag, dat de boot vertrekken zou, komt dit den bestolene ter oore. Hij snelt aanstonds naar het politiebureau en vraagt of eenige agenten hem naar de boot mogen vergezellen. „Ja, mijnheer, dat is eene lastige quaestie; dat kan ik zoo maar niet op mijne eigen verantwoording doen", geeft de wachthebbende superieur ten antwoord. „Weet u wat, komt u van avond om 7 uur nog eens terug." Toen de bestolene des avonds om 7 uur nog eens terug kwam, was de dief in volle zee. {Echo.) Waardeering in de vreemde. Men leest in het „Handelsblad" het volgende onder de Gemengde buitenlandsche berichten „Aan de Hollanders danken wij de ontdekking van een deel van dit land, de vestiging eener realistische schildersschool, de fabricage van enever, een groote les in den vorm van een volhardende handelsonderneming en, lest best, den heer Anton Vrendenberg." „Het blad, dat dit schrijft, „the Prahran Tele graph," die te Prahran nabtj Melbourne verschijnt, bevat in zjjn rubriek van levensschetsen van bekende mannen een artikel over den heer Anton Vrendenberg, een Nederlander van geboorte die zich te Victoria heeft weten in te burgeren en bekend gemaakt. De heer Vrendenberg werd in 1836 op Texel geboren en door zijn vader, een predikant, voor den rechtsgeleerden stand bestemd. Zijn familie had plantages in Suriname en de jonge student toonde meer neiging om in den handel te gaan. Hij doorreisde vele landen van Europa en leerde bijna al de talen die er ge sproken worden. Een vriend haalde hem over ook eens in Australië zijn geluk te beproeven, en zoo toog Vrendenberg daarheen, voorzien van eene goede aanbeveling van de Nederlandsche regeering, waarvan hij echter, zooals het met meer aanbevelingen gaat, die men zelf niet geeft, nooit gebruik maakte. „Als handelaar, mijnbestuurder enz. verwierf hij zich weldra een vermogen en naam. Hij werd genaturaliseerd en behoort nu tot de bekende mannen, die o. a. als lid van den Raad van toe zicht op het onderwijs belangrijke diensten aan zijn nieuw vaderland heeft bewezen. Menigeen, die den heer Anton Vrendenberg hier te lande gekend heeft, zal, hopen wij, deze mededeelingen met voldoening lezen, ook al klinkt het weinig verklaarbaar, dat de genaturaliseerde Australiër van de „goede aanbevelingen" der Ne derlandsche Regeering nooit gebruik maakte. In de omstreken van Nijmegen is door een bekend jachtliefhebber een das levend gevangen. Het is wel de moeite waard eens nader te vernemen op welke wijze dat beest zich heeft laten verschalken. De das kwam bijna geregeld eiken nacht in den tuin van den heer v. d. H., doch liet zich niet vangen. Toen de das zijn stroop tochten daar geregeld bleef voortzetten, kwam de heer v. d. H. op het denkbeeld om een ton in den grond te graven, en die met rijs hout en bladeren te bedekken op het midden werden eenige vruchten gelegd. Dienzelfden nacht kwam onze das aanstappen en viel rechtstreeks op de vruchten aan, maar o, wee, onze vriend viel zoo zwaar hij was naar beneden, en kwam in de ton terecht. Doordat een das niet springen kan, was er geen mogelijkheid voor het dier om te ont vluchten. Heeft men den tweeden kop al opgemerkt welke in de beeltenis onzer jonge Koningin op de postzegels besloten ligt? Wanneer men het postzegel een weinig draait, zóó, dat men de 5 vóór zich heeft, ziet men een mannenkop met sierlijk gekrulden knevel (het oor der Koningin) en kleinen puntbaard. Zijn oog is ook dat van de Koningin, maar met vrij wat minder vriendelijke uitdruk king dan dat van Wilhelmina. Trouwens, 't behoeft niet daarbij te blijven. Keert men de beeltenis geheol om on zet men haar op de laatste D van Nederland, dan ver toont de omgekeerde gezichtslijn het profiel van een meisjeskopje met een hoed op. Wat al voorteekenen, wat al voorteekenen roept het „N. v. a. D." naar aanleiding van al deze beeltenissen op êén zegel uit. Een influenza-lijder deelt aan de „Soerabaia- Courant" mede dat hij reeds een paar weken, door die ziekte aangetast, hevig hoestte en ge neeskundige behandeling daartegen niets scheen te vermogen. Toevallig las hij in „De Locomotief" het volgende: „Middel tegen verkoudheid. Men deelt een ui in vieren, kookt dien met kandij en neemt van dit sap om de twee uren een kleinen lepel. In behoorlijk dichtgemaakte flesschen kan men het langen tijd goedhouden. Vooral bij hoestbuien, welke's avonds eiger worden en indebinnenkamers heviger zijn dan in de vrije lucht, werkt dit middel zeer goed. Onze influenzalijder liet direct een Bombay ui in vieren deelen, die met klontjes suiker ter waarde van één dubbeltje in twee glazen water koken, en van dit kooksel nam hij elk uur een eetlepel in en dat middel bleek probatum te zijn want dien nacht, na veertien dagen lang ten gevolge van den hoest bijna geen oog geloken te hebben, sliep hij rustig tot den volgenden morgen en de hoest was verdwenen. Te Roermond sloeg Woensdagnamiddag tijdens er eene hevige sneeuwjacht heerschte, de bliksem in de sacristy der kathodrale kerk, zonder echter brand te veroorzaken. Het Openbaar Ministerie bij het kanton gerecht te 's-Hage heeft geen termen gevonden gevolg te geven aan de aanklacht tegen de coöperatieve winkelvereeniging van „Eigen Hulp", wegens verkoop van sterken drank zonder vergunning (vruchten op brandewijn). Op het traject Amsterdam Rotterdam van het Hollandsche Spoor zijn nieuwe wagens 3de klasse in gebruik, waarvan de comparti menten geheel zijn ingedeeld als die der 2de- klasse-wagens. Deze wagens zien er zeer sierlijk uit en bieden meer comfort dan tot dusverre in eenigen 3de-klasse-wagen werd aangetroffen. De verwarming geschiedt door briquetten, doch het systeem is beter ingericht dan tot heden het geval was. Tegen de zoldering van elk compartiment is een doorloopende draad of eene kruk aan gebracht, welke in geval van nood, door sterk naar beneden te trekken, den noodrem in be weging brengt. Het „Vliegend Blad" vermeldende het loskomen van balen katoen uit de „Tunbar," en het opvisschen daarvan, zegt ten slotte „Het volgend verhaal, dat ons werd gedaan, doch voor welks juistheid wij niet kunnen instaan, is te instressant, dan dat wij het niet zouden mededeelen. Een stuk land van een boer op Wieringen werd door het zee water, hoog opgestuwd, als het ware door den noordwesten wind, geheel en al overstroomd. Toen later het water begon te vallen, bleek het heel wat op het land te hebben achter gelaten, nl. een vijftigtal balen katoen van het op de „Razende Bol", gestrande stoom schip. Voorwaar een aardig fortuintje Als dit verhaal op waarheid steunt, dan herinnert het aan het van ouds bekende spreekwoord„De heer geeft het zijnen beminden als in den slaap." Te Heerderheide zijn weder drie gevallen van pokken voorgekomen. Ook te Nuth i s een tweede geval van die ziekte waargenomen. In de nabijheid van Assen had dezer dagen het volgende vermakelijke voorval plaats: Een arbeider had reeds eenige keeren bemerkt, dat hem turf werd ontstolen. Toen nu op een der laatste avonden voor Nieuwjaar zijn getrouwde zoon hem kwam bezoeken werd afgesproken, dat zij zouden trachten den dief of de dieven te betrappen. Moeder zoude nieuwjaarskoeken gaan bakken, de jongste, ongetrouwde, zoon zoude op de harmonica gaan spelen om de dieven in den waan te brengen, dat alles veilig was, terwijl vader en getrouwde zoon op den loer zouden liggen bij de turf. Vooraf echter zoude de laatste zijn vrouw waarschuwen, dat hij uit bleef en ging daartoe met zijn broeder op weg naar huis. Vader, die na hun vertrek jachtlustig begon te worden, ging even naar de turf om te zien of het hem ook misschien gelukken wilde reeds nu de dieven te betrappen. Na eenigen tijd bij de turf te hebben gelegen hoort hij plot seling zacht fluisteren en ziet hij zich oprichtende een tweetal gestalten voorzichtig naderen. Toen zij dicht bij hem waren springt hij op en grijpt hij een van beiden aan, waarop de andere hem met de stok op het hoofd sloeg. Een vreeselijk lawaai en geschreeuw ontstond, moeder en een buurman kwamen uit het huis loopen en toen bleek dat vader en de twee zoons elkaar hadden toegetakeld. De zoons hadden namelijk op den terugweg het plan opgevat om te trachten de dieven te pakken en waren naar den turfbult geslopen, toen, naar zij meenden, de dief plotse ling opsprong en een van hen aangreep. Er werden dien avond geen nieuwjaarskoeken ge bakken, noch werd er op de harmonica gespeeld. Volgens oud gebruik legde een landbouwer in Vierhouten, op Kerstavond een groote stobbe (het ondereind van een boom), aan het vuur om een flink Kerstavondvuur te hebben. Dat groote stuk hout was niet in een avond ver brand, maar kon nog de drie volgende avonden dienen. Toen jnu Zondagavond na Kerstdag, de stobbe klein begon te worden, kwamen onverwachts, tot grooten schrik van het gezin, daaruit 6 jonge muizen voor den dag, die, zooals later bleek, haar nest in den boom hadden gehad. Dat het wel degelijk wezen lijke muizen waren, bleek al spoedig, want de huiskat gebruikte er dadelijk een voor haar souper. De andere verdwenen naar alle kanten. - De nood iu Rusland. Het bedrog, bij de leverantiën van meel voor de noodlijdende boeren, door Libaner kooplieden gepleegd, is het onderwerp van een stormachtige discussie in de Petersburger gemeerteraad. Van verschillende zijden werd ontbinding van het betrokken comité geëischt. Men wilde den burgemeester Likhatcheff ontslaan en de leden van het comité gerechtelijk doen vervolgen. De meerderheid stelde voor een contiöle commissie samen te stellen, waartoe, na heftigen tegenstand van de minderheid besloten werd. In de bezending vervalscht meel vond men o. a. 20,000 pud zand, zijnde 7 pCt. van de hoeveelheid. Wegens de algemeene groote ver ontwaardiging hebben verscheidene stedelijke ambtenaren, die in de eerste plaats bij de zaak waren betrokken, 100,000 r. bijeengebracht. Aan de „Standard" wordt uit Helsingfors ge meld, dat in Finland de hongersnood erger wordt. Acht procent der bevolking is zonder voedsel. De graankoopman, die de mooie waar leverde, is gevangen genomen. Het voordeel van een spoorwegramp. Bij het laatste spoorwegongeluk in Britsch-Indië, dat aan vele menschen het leven kostte, zaten een inboorling en zijn vrouw in de botsende treinen. De vrouw zou uit Muitan naar Lahore terugkeeren en de man achtte 't, na een lange correspondentie over dien terugkeei, zijn plicht zijn vrouw te gaan halen. Na de botsing ont moetten man en vrouw elkander op de ruïnes der treinen, 't Eerste wat de man zeide was, dat hfi dankbaar was voor dit gelukkig toeval, omdat zij anders elkander waren voorbijgespoord en misgeloopen 1 - Te Santos, in Brazilië, heerscht de gele koorts zoo hevig, dat de Britsche consul een speciaal rapport over die epidemie heeft gezonden aan zijne Regeering. Volgens hem wordt de ziekte veroorzaakt door den ongezonden toestand

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1892 | | pagina 2