Boek- en Courantdrukkerij C J. m Houten Martha de Kernadec. G. J. O. D. DIKKERS, 1. Een HUIS iet Erven, staanle en plepn 2. Trior AiotieBe Opstal van een Hnis De Tuinzaden voor 1892 0°rSL w. VISSER. Nieuwe aanvoer Parkstraat, Burg op texel. Drukkerij, alsmede de uitgave Texelsche Courant (Langewüd ƒ1.80 ƒ0.95 0.52% 0.27% Feuilleton. publiek verkoopen gekleurde Kinder-Tailles, De DETAILPRIJZEN van Notaris te Texel, zal op ZATERDAG 33 JANUARI 1893, 's avonds 7 ure in het logement de Zeven provin - ciën te Oudeschild op Texel, aan het Oudeschild op Texel, Sectie D. nos 872, 1711 en 1797, samen groot 9.10 Aren. Eigendom Erven J. J. DE WAARD en c. s. met SCHTJUR, staande aan het Oudeschild op Texel, vroeger bewoond door den Heer T.Mets. De regenbak wordtuitbedongen. worden alle aanbevolenzoowel de lage prijzen als de extra kwaliteit. TJEd. dw. Dienaar, van een prachtige collectie DAMES TRICOT TAILLES in alle grootten en qualiteitenook bij deze partij zijn de allernieuwste modellen en garneeringena contant 5% korting. UEd. Dw. Dn. PH. VLESSIXG. Bij den aanvang van het Nieuwe jaar nemen de ondergeteekenden de vrijheid, hunne wederom beleefdelijk bij allen aan te bevelen, Tengevolge de afloop der oudejaarswerkzaamheden, is het ondergeteekenden weder mogelijk ten spoedigste aan alle bestellingen uitvoering te geven, weshalve zij zich aanbevelen tot de levering van alle voorkomende DRUKWERKEN. Prijzen zeer billijk. De TEXELSCHE COURANT, welker oplaag voortdurend grooter wordt en die op Texel algemeen wordt gelezen, wordt ten zeerste aanbevolen tot adverteeren aan hen, welke iets ter algemeene kennis wenschen te brengen. Conditiën bij abonnement zeer geschikt. Z1J11 per Va Kg. per1/. Kg. per '/a Kg. per l/n Kg. bus. Vrij naar 't Fransch door A. B. 10. Hoofdstuk VII. De graaf naderde en geleidde mej. de Kernadec naar den ingang van de salon, waar zij de honneurs moest waarnemen. De rijtuigen kwamen, het eene na het andere aanalle rijke planters uit den om trek kwamen met hunne familie op uitnoodiging van den baron de bloem der rijkdom was vertegen woordigd en zeker is het dat men in de salons van den adel in Frankrijk geen bevalliger en meer elegant gekleede dames of deftiger heeren zou aantreffen, Het feest was opgewekt, schitterend, prachtig, In de koloniën is de smaak voor dansen een alge meene hartstocht bij alle standen. De Creool, wat ook de kleur van zijn opperhuid zij, geeft zich volkomen aan het dansgenot over. De neger danst de bamboula zoolang zijn sterke spieren het kunnen volhouden en totdat hij uitgeput ineenzakt. Het jonge blanke meisje, dat opgevoed wordt zonder dat zij iets, hoe gering ook, behoeft te doen, dat zelfs zelden loopt en van de geringste bezigheid moe wordt, danst gedurende een geheelen nacht op de maat der muziek. Mejuffrouw de Kernadec danste ook. Zi) was beeldschoon deze nacht. Uit een soort van coquetterie droeg zij een kleed van wit satijn, zonder eenige opschik, een enkele rij paarlen scheidde haar voorhoofd van de blonde lokken, terwijl een bouquet van bleekroode jasmijn op haar boezem zeer goed paste bij haar gelaatskleur. Toen mijnheer de Kernadec zijne dochter in dit gewaad, dat bijna gelijk aan een bruidskleed was, zoo aan den arm van den graaf de Boisgueydon door de zaal zag wandelen, fluisterde hi) de gouver nante in het oor Vindt gij niet. dat ons klein feestje veel op een verlovingsbal gelijkt? Ik geloof, dat wanneer u een bruiloftsfeest verlangt, Martha geen tegenwerping zal maken, ant woordde mejuffrouw Benoit eveneens fluisterend. Mijnheer de baron u is geslaagd, als ik mij niet bedrieg is de schoonzoon van uwe keuze, de man naar haar hart. Terwijl zij dit laatste zei, zag zij voor de neder- gelaten jalousie van een raam het zwarte gelaat van Yonna, die van buitenaf in de balzaal gluurde. Er lag een uitdrukking op het gelaat van den slaaf, welke haar trof en terwijl hij zich verwijderde, mompelde zij Welk een vreemd uiterlijk heeft die slaaf, men zou zeggen, dat hij nog voor zich den geopenden bek van den kaaiman ziet. vin. Den volgenden morgen maakte de baron bekend, dat hfl den graaf het genoegen wilde verschaffen van een jachtpartij iu de dichte wouden. Men zou in de sombere wouden, welke nog een groot deel van het eiland bedekten, jacht maken op de wilde buffels. Deze jacht was niet zonder gevaar en Martha zag de toebereidselen niet zonder eenige geheime ongerustheid te gevoelenop het oogen- blik van vertrek vergezelde zij de jagers tot aan de plaats, waar men de paarden had gebracht en terwijl zij met onrustigen naar de troep ongeduldige jachthonden zag en de negers opmerkte, die gewa pend met hun lange messen, gereed stonden om vooraan te loopen, zei zij zuchtende, terwijl zij ter sluiks naar den graaf keek tot den baron'. O, vader, ik zal niet gerust zijn, voor u weer terug zijt. De jagers en hun gevolg stelden zich in beweging en mej. de Kernadec, die alleen op den drempel der woning achterbleef, volgde hen een oogenblik met de oogen, vervolgens door een geheime vrees ge drongen, riep zij Yonna. De slaaf was ook behulp zaam bi) het vertrek en men zou gezegd hebben dat hij het zich als een plicht toerekende, steeds in de nabijheid van Martha te zijn, ten einde haar bevelen te ontvangen en op een enkel woord of teeken haar te gehoorzamen. Yonna, zei zij tot hem, de jacht in de wouden is wel eens gevaarlijkvolg uw meester, gij zijt de moedigste, de dapperste zijner lieden, als ik weet dat gij bij hem zijt, zal ik niet meer ongerust zijn. Terwijl hij dit bevel en deze lofspraak hoorde, antwoordde de slaaf verrukt: Ja, meesteresse, mijn voet zal steeds in zijn schaduw zijn en ik zal mijn mes steeds gereed hebben. Dit zeggende toonde hij het lange vlijm scherpe mes, dat hij in den gordel droeg, dit was inderdaad een zeker en geducht wapen in de hand van een vastberaden man. Den geheelen dag hoorden de werklieden, die aan den zoom van het woud werkzaam waren, geweer schoten, welke door de echo meermalen herhaald, veel geleken op het geluid van den donder. Zoodra de zon bijna onder was, begaf Martha zich naar de galerij om er de terugkeer der jagers af te wachten- Maar de zon was reeds onder en de aarde was reeds in nachtelijk duister gehuld en nog steeds waren zij niet teruggekeerd. Martha die door dit uitblijven hoe langer zoo meer ongerust werd, zond eenige slaven, voorzien van toortsen, den weg op naar de wouden, zij zelf ging ook ver gezeld van mejuffrouw Benoit en eenige mulattinnen denzelfden weg op. Ongerust en door een voorge voel van een ongeval gekweld, stortte zij tranen, terwijl zij tot de gouvernante die haar wilde ge ruststellen zei: Ik ben er zeker van, dat een noodlottig voor val heeft plaats gehad, waarbij vader of mijnheer de Boisgueydon betrokken zijn. O I er is iets in mij, dat mij zegt, voor mijn vader niet te vreezeu Yonna was in geval van gevaar bij hem En dan hij is aan de jacht in de wouden gewoon, hy kent het gevaar en weet het te vermijden Maar de graaf is blootgesteld aan aanvallen, waar tegen hij zich niet zal weten te verdedigen Hfl kan verslagen zijn I Mijn Hemel I als hij eens dood was I Zij beefde over al hare leden. Mej. Benoit, die haar niet kon overhalen mee naar huis terug te keeren, liet haar aan den kant van den wegneder- zitten en zond de heelmeester met nog eenige werklieden van de Suikerfabriek verder in de richting van de wouden. De negers, welke den geheelen dag aan den zoom van het woud gewerkt hadden, verklaarden dat zij tot aan het vallen van den nacht geweerschoten gehoord hadden, maar dat zij toen zi) weggingen, dit niet meer hadden gehoord en de jacht toen blijkbaar geëindigd was. Het was duidelijk, dat een onvoorzien voorval en geen overdreven jachtlust de jagers deed wegblijven en mej. Benoit, al beproefde zij ook Martha gerust te stellen, toch het ergste deed vreezen. Eindelijk om elf uur 's avonds hoorde men op de weg van de wouden af komende, twee ruiters, welke met losse teugels kwamen aandraven, het waren mijnheer de Kernadec en de graaf van Boisgueydon. Toen zij bij het licht der toortsen aan den kant van den weg eene troep zagen zitten, hielden zij stil en stegen af, de baron klemde zijne dochter in de armen, uitroepende; Mijn arm, lief kindl voor een oogenblik vreesde ik U niet meer te zullen weerzien 1 Martha keek haar vader aan met een uitdrukking op haar gelaat die tegelijkertijd schrik en vreugde uitdrukte,] vervolgens zei zij, terwijl zi) met tranen in de oogen zich tot den graaf wendde U, ook niet, is u ook niet gewond Wij zjjn vrij en gezond, antwoordde de baron; maar door een wonder. Wordt vervolgd. Snelpersdruk - LAN GE VELD Jk DE ROOIJ Texel. V anHouten's Cacao

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1892 | | pagina 4