Ti
I,
Sielpersflritorij - Uitgave Texelsclie Courant.
i k ie Rooi
Martha de Kernadec.
DAMWEDSTRIJD
Een KOEKALF.
Een HUIS met irooten TUIN,
LIJNKOEKEN,
S. KONING.
Tooneelvoorstelling
DE VERZEGELDE BURGEMEESTER,
JOZEF IN DEN BONTEN ROK,
Aami 8 nr precies. EntrÉe 48 ct. 4e persooi.
Den Burg.
Nette bewerking.
Billijke prijzen.
Feuilleton.
TE KOOP:
Te koop of te huur
Gegarandeerd zuivere
TE KOOP:
op Maandag 8 Febr., 's avonds half acht,
in het hótel „DEN BURG."
Sd. KUIPER.
Adres: in. FLENS, BURG, TEXEL.
om met 20 MAART in dienst te tredenkan
ook dadelijk geplaatst worden.
Adres: Kis. Tz. BAKKER, SPANG.
in de Gasthuisstbaat.
Te bevragen bij P. N. BREMER, SPANG.
Merk B, zuiver (murwe), vervaardigd van het
beste lijnzaad (zaaizaad), f 13.75 per 104 stuks.
Vetgehalte en gewicht gegarandeerd. Kosteloos
onderzoek aan 's Rijks-proefstation, Wageningen.
Levering steeds ook aan den Burg, per 104 stuks
met 'n kleine verhooging voor vracht etc.
op ZONDAG 14 FEBRUARI 1892,
in het logement „DE VERGULDE KIKKERT,"
door de rederijkerskamer A. D. V. E. N. D. O.
Opgevoerd zullen worden:
Blijspel in 3 bedrijven.
DAARNA*
Oorspronkelijk blijspel in 2 bedrijven.
Personen beneden 16 jaar worden niet toegelaten.
Plaatsen te bespreken a 10 ct. extra op den
dag der uitvoering van 2—4 uur.
HET BESTUUR.
Adres: P. Wz. ROEPER.
VOOR DE AANST. AANNEMING I
is de ondergeteekende ruim gesorteerd van
prachtige Kamgarens en Buckskins, vanaf de
minste tot de fijnste qualiteitentevens eene
ruime sorteering prachtige wollen Fantasie-
stoffen, gewerkt en effenalsmede de zoo gunstig
bekende zwarte Thibetshij maakt tevens aan
zijne begunstigers bekend, dat weder gelegenheid
bestaat de Aannemers-pakken gemaakt te leveren,
alles zeer net en solide afgewerkt; een groote
collectie STALEN op aanvrage te bekomen. A
contant 5% korting.
Aanbevelende, PH. VLESSING.
Bij voortduring bevelen wij ons beleefdelijk aan tot de levering van verschillende
drukwerken voor Gemeente- en Polderadministratiën, alsmede tot het vervaardigen van
Trouwbrieven en Kaarten, Visitekaarten, Adreskaarten, Rouwbrieven, Quitantiën,
Nota's, Etiquetten, Facturen, Prijscouranten, Gelegenheids- en Bruiloftsliederen,
Circulaires, Aanplakbiljetten, Strooibiljetten, Reglementen, Convocatiën,
Diploma's, Adressen, Programma's, Briefhoofden, enz. enz. enz.
t
14. Hoofdstuk X.
Dat is, omdat wfi langs de wouden gaan,
antwoordde Yonna. De weg is mooi genoeg maar
hfi gaat langs afgronden. Muildieren hebben vaster
stap dan paarden en in geval van slecht weer zijn
zfi minder schrikachtig.
Er is geen schfin van storm, zei de gouvernante
de lucht bekijkende, het weer is prachtig.
Yonna schudde met het hoofd.
De zeevogels komen meer landwaarts zei hfi,
misschien zal de dag wel minder mooi eindigen als
h(j heden begonnen is.
Martha, die reeds in het rijtuig gezeten was, hoorde
de opmerkingen van Yonna niet en mejuffrouw Benoit
scheen er geen waarde aan te hechten en men
vertrok.
De woning der Mibrails stond op eene groote vlakte
te midden van het woud. De Mibrails behoorden
evenals de Kernadecs tot eene oude adelfike Creoolsche
familie welke zich reeds zeer vroeg in de kolonie
gevestigd hadden.
Hun fortuin was echter niet in dezelfde mate
vermeerderd als dat der Kernadecs, zfi waren niet
rijk en leefden als eenvoudige boeren van hetgeen
de grond hen opbracht. De familie had nog geheel
en al de oude gewoonten in eere gehouden der oude
kolonisten en de groote woning welke reeds door
hun voorvaderen daar was gesticht diende ook thans
nog tot woning der drie afdeelingen der familiet
welke thans vereenigd waren onder het oppergezag
van de oudste, de grootvader, een grijsaard nog vol
kracht en levendigheid.
Toen Martha en mejuffrouw Benoit aankwamen,
waren de vrouwelijke leden der familie vereenigd
in de galerij, die zoowel voor salon- als voor eetzaal
dienst deedde grootvader en grootmoeder der familie
zaten in hunne groote leunstoelen en hielden het
toezicht op een half dozijn negerinnen, die op den
grond zittend bezig waren met naaiwerk, en de
belde dames Mibrail hielden zich bezig met het
onderwijzen van een troepje negerinnen. Een rijtuig
hoorende snelden de dames naar buiten en konden
een uitroep van vreugde niet weerhouden toen zt)
Martha en hare gezellin herkenden, deze bezoeken
van goede buren was de eenige verstrooiing, het
eenige pleizier in hunne eenzaamheid. Zfi geleidde
Martha en mejuffrouw Benoit naar de galerij. De
negerkinderen vlogen als een troep vogels naar
alle kanten.
Mevrouw de Mibrail omhelsde Martha en liet haar
bi) de haard plaats nemen, daarna liet zij koffie
brengen. Na deze eerste vormen van Creoolsche
beleefdheid, begon het gesprek.
Het zal de jongens wel spijten, als zjj van
avond vernemen, wanneer zjj thuis komen, zei de
grootmoeder. Zjj vermoedde niet, dat wij zulk eene
aangename visite zouden ontvangen, zij zijn naar de
oude koffieplantages in het zwarte woud gaan jagen.
Men moet tegenwoordig wel ver gaan, wanneer men
nog tenig wild wil bemachtigen. Sedert de zwarten
met ons gelijk gesteld worden, jagen die de omtrek
zoo af, dat er niets meer te schieten is. In mijn
tijd was dat auiers.
Nu is de schade nog maar gering moeder zei
mevrouw Mibrail zachtmoedig, wfi hebben ons weinig
te beklagen over de kleine boutjes in de buurt.
Later zult gij zien, later I mompelde de
oude dame het hoofd schuddende.
Kom moeder laten wij ons maar niet daarover
verontrusten 1 riep een der jonge meisjes uit op den
vroolfiken, zorgeloozen toon, aan haar leeftijd eigen.
Al jagen de zwarten rondom ons ook nog zoo de
omtrek af, toch zal er nog altijd wel wilbraad genoeg
voor ons overblijven om dat op tafel te brengen,
wanneer mejuffrouw de Kernadec ons, evenals heden,
het genoegen verschaft bfi ons te komen dineeren.
De oudste der beide jonge dames Mibrail zei daarop
tot Martha met een zucht
Ik weet dat het bal, waarop U ons genoodigd
had, schoon wasmaar oordeel zelf eens of wij daar
wel van ganscher harte konden modedansen, ons
broeder was juist den vorigen dag naar Mexico
vertrokken.
Helaas, hoe verdrietig moet gij dan zj]n, zei
Martha haar de hand drukkende.
Moeder kon zich eerst daar niet over troosten,
hernam mejuffrouw Mibrail fluisterend, nu gaat dit
beter, men raakt aan alles gewoon zelfs aan de
afwezigheid van hen, die men bemint, vooral wanneer
deze gelukkig zijn, mijn broeder is naar Mexico
vertrokken om te trouwen.
Dat de Hemel hem bescherme en hjj weldra
na een voorspoedige reis weder terug moge zijn, zei
Martha zuchtende; haar gedachten verwijlden op
dat oogenblik bi) hem, die zich op de groote zee
bevond.
De temperatuur was daar niet hoog, aangezien
het huis op eene aanzienlijke hoogte boven de opper
vlakte der zee gelegen was, terwijl men bjj den
aanleg van het huis meesterlijk gebruik had weten
te maken van de gewone richting der winden. In
de galerij bemerkte men dan ook niets van de warmte.
Na het diner, bleven de dames rondom de tafel
zitten en bespraken zooals de gewoonte is onder
de Creolen over hetgeen er zoo al was voorgevallen.
De oude mevrouw Mibrail vertelde, dat er de vorige
avond een soort van alarm geweest was, de werk-
slaven waren wild uit hun hutten gevlucht en
hadden een deel van de nacht in het woud doorge
bracht, waar zij een van hun afgodsbeelden hadden
verborgen.
Moeder, zei de jonge mevr. Mibrail, het schijnt
mij beter huD fout dood te zwijgen, dan hen er voor
te straffen, het is niet de eerste maal, dat onze
negers zoo hun afgodsbeelden gaan aanbidden,
Ja, sedert eenigen tijd laat men hen dit toe,
hernam de oude dame levendig, maar de Hemel weet
of die toegevendheid ons niet ten verderve leidt I
Kinderen, ik zeg U, dat de zwarte den vijand is van
den blanke.
- Kijk, daar vervalt grootmama weder in haar
zwartgallige gedachten, zei een der jonge meisjes
fluisterend tot Martha, w|j weten niet hoe haar tot
andere gedachten te brengen, sedert de zwarten ook
hunne eischen beginnen te stellen en er op sommige
plantages in het noorderkwartier onlusten zijn
uitgebroken, stelt zij zich de toekomst donker voor.
Z(j zal eens eenige dagen bfi ons moeten door
brengen antwoordde Martha, daar zal z(j eenige
blanken zien, die veilig leven tusschen een duizendtal
negers, en is dat daarenboven niet het geval in het
geheele wester kwartier? Waarom zouden onze
slaven in opstand komen Wij hebben hen nimmer
leed gedaan.
Tegen 4 uur in den namiddag hoorde men buiten
luid hondengeblaf.
Daar komen onze jagers reeds terug, zei mevr.
Mabrail verwonderd.
De beide jonge meisjes snelden de jagers tegemoet.
- Gi) zjjt wel vroeg! riep de oudste uit, gfi had
zeker geraden, dat wi) heden aangenaam gezelschap
hadden, mejuffrouw de Kernadec en mejuffrouw
Benoit hebben met ons gedineerd.
Ik hoop, dat wfi ze tot morgen bfi ons zullen
houden, want naar alle waarschijnlijkheid, zullen
wfi heden avond storm hebben, zei mfinheer Mibrail
vroolfik,
- Welk een gelukgfi zult bfi ons moeten blfiven,
Martha, riep de jongste der dames Mibrail uit.
- Dat is onmogelijk, lieve Julie, ik moet van avond
bepaald nog thuis zfin, antwoordde mejuffrouw de
Kernadec beslist.
De oude Mibrail raadpleegde de barometer, die bfi
het raam hing. Wordt vervolgd.
Snelpersdruk - LANGS VELD k DE RQOU—Ttxel
XI.