Twee teste
JÖIIII.
Martha de Kernadec.
DE VERZEGELDE BURGEMEESTER,
Imm 8 nr precies. Entree 49 cl. Se persoon.
Alpeeie MeMsck lilitie-Vemteint-
Maatschappij Mia 75.
Een verse!) afplaiffe be,
zal op DooierJai 11 Februari 1892,
Eenige perceelen Wei- en Hooiland,
DAMWEDSTRIJD
op Vrijdag 12 Februari a. s.
Te koop:
Tooneelvoorstelling*
JOZEF IN DE^BONTEN ROK,
Een stuk Weiland,
C. Swarthof Cs. te Schagerbrug.
TË~KÖÖ¥:
publiek verkoopen;
Feuilleton.
Na afloop BAL.
Vit de hand te koop:
TE KOOP:
G. J. O. D. DIKKERS,
~G. J. O. I). DIKKERS"
's avondshalf acht,
NIET op Maaudun- 8 Febr. a. s.
in het hotel „DEN BURG."
Sd. KUIPER.
Te bevragen bij Wed, P, KALF.
op ZONDAG IA FEBRUARI 1892,
in het logement „DE VERGULDE KIKKERT,'
door de rederijkerskamer A.D. V. E. N. D. 0.
Opgevoerd zullen worden:
Blijspel in 3 bedrijven.
Oorspronkelijk blijspel in 2 bedrijven.
Personen beneden 16 jaar worden niet toegelaten.
Plaatsen te bespreken a 10 ct. extra op den
dag der uitvoering van 2-4 uur.
HET BESTUUR.
genaamd „de Schettersweid," groot 99 Aren
40 Cent.aren. Gelegen onder DEN BURG.
Te bevragen bij R. MOLENAAR,
te Oudeschild.
PLAATSVERVANGERS en NUMMERVERWISSE-
LAARS worden tegen de hoogste prijzen aan
genomen door
Inlichtingen worden verstrekt door
W. SPIERDIJK,
Slag-er, Burg- op Texel.
bij de Wed. HOPMAN, nabij de KOOG.
De ondergeteekende beveelt zich beleefd aan
tot de levering van bovenstaande boeken, ook
met vervolgbundel. LAGE PRIJZEN.
Wed. P. VISSER,
Boekh. Burg.
Adres: P, W. R O E P E R.
VOOR DE AANST. AANNEMING!!!
is de ondergeteekende ruim gesorteerd van
prachtige Kamg-arens en Buckskins, vanaf de
minste tot de fijnste qualiteitentevens eene
ruime sorteering prachtige wollen Fantasie-
stoffen, gewerkt en effen alsmede de zoo gunstig
bekende zwarte Thibetshij maakt tevens aan
zijne begunstigers bekend, dat weder gelegenheid
bestaat de Aannemers-pakken gemaakt te leveren,
alles zeer net en solide afgewerkt een groote
collectie STALEN op aanvrage te bekomen. A
contant 5% korting.
Aanbevelende, PIL VLESSINC.
Notaris te Texel,
's avonds 7 uur, in het logement van den heer
S. KUIPER te den Burg op Texel
gelegen bij den Hoorn op Texel, genaamd
Groote Plattekoog, 1,06.40 Heet.
Fulpskoog 1.04.50
Madje 0.88.00
Tiveede Jannekoog 1.43.80
Kleine Weerom 0.88.40
Honderdje 0.36.00
Jannekoog 1.08.30
Behoorende tot de nalatenschap van Mej.
de Wed. JACOB Sz. DUINKER.
(Het huis is verkocht.)
Notaris te Texel,
zal publiek verhuren:
Op DONDERDAG 11 FEBR. 1892, 's avonds 7 uur,
in het hotel „den Bur g" aan den Burg.
Voor Mevrouw de Wed. Dl. DUINKER.
1 64 70 H.A AVeilaud „Koeienweid."
1 88 00 H.A Weiland „Schapenland."
Vrij naar 't Fransch door A. B.
16. Hoofdstuk XU.
Mejuffrouw de Kernadec sprong in het rijtuig,
hetwelk haar na eenige oogenblikken weg voerde.
Toen Yonna op die wijze er in geslaagd was haar
te verwijderen van de noodlottige plaats waar zulk
een groot ongeluk aan haar zijde was voorgevallen
zonder dat zfi er iets van vermoedde, hield hfi het
rijtuig stil en vertelde hij haar het vreemde en
vreeselyke voorval. Eorst wilde zij er niets van
geloovon en beval zij hem terug te keeren maar
weldra bezweek zfi voor haar smart en verviel zij
in eene soort van bezwijming achter in het rijtuig.
Yonna maakte van deze gevoelloosheid gebruik en
liet zfin tweespan met eene bjjna ongelooflijke stout
moedigheid langs den zeer gevaarlijken weg met
groote spoed voortgaan. De storm was nog in al
zpjn kracht, de bliksemschichten kwamen bijna niet
van het uitspansel en do regen viel bij stroomen.
Slechts de behendigheid en koelbloedigheid van Yonna
waren in staat de talrijke hinderpalen te overkomen,
welke by op zijn tocht ontmoette. Voor middernacht
kwam mejuffrouw de Kernadec in hare woning aan. I
Hare mulattinnen droegen haar in haar kamer en
brachten haar naar bod. Do rentmeester, die omtrent
het voorgevallene was ingelicht, stuurde dadelijk
een renbode den baron te gemoet, ten einde hem
van het ongeval te verwittigen en hem eenige spoed
te doen maken met zijn terugtocht.
Martha bracht de nacht in een soort van ijlende
koorts door. De storm hield aan en het geraas
daarvan deed hfi bij tusschenpoozon rillen en boven.
Zij riep schreiende om mejuffrouw Benoit, vervolgens
stond zij op en sleepte zich naar het venster; haar
blikken waren gericht op de zee, welke thans een
geheel vormde met het zwarte hemelgewelf. Zj)
meende het golfgeklots te hooren en bad God voor
de armo reizigers en de ongelukkige schipbreukelingen
die misschien op dat oogenblik wel met den dood
worstelde. Zy meende noodschoten te hooren van
een schip dat bi) de kust in nood verkeerde.
Eindelijk brak de dag aan en verlichtte eon
vreeselfik schouwtooneel. De regen had opgehouden
maar de wind blies met grocte kracht. De rivier
was zeer onstuimig. Bfi het zien der woeste golven,
sloeg Martha de handen ten Hemel en riep uit:
Mijn God, ik heb tot heden een te gelukkig
leven geleid. Misschien hebt Gij mfi wel alles
ontnomen op dezen noodlottigen dag 1
De baron kwam in den morgen aan. Zijn smart
was evenals die zijner dochter groot. Hfi maakte
zich ook ernstig ongerust over het lot van mynheer
Boisgueydon. Indien het schip, waarop hfi zich
bevindt niet voor d9n storm in volle zee was geweest,
had het in zeer groot gevaar verkeerd. De geringste
verkeerde wending kon noodlottig geweest ztjn>
Gedurende 3 a 4 maanden zouden zjj nog omtrent
het lot van den graaf in onzekerheid verkeeren, want
voor dien tijd kon er geene tijding van hem komen-
Dienzelfden dag gingen zes negers van Yonna
vergezeld naar het woud om het lfik van de arme
gouvernante te halen; het werd begraven op het
kerkhof der plantage, gelegen in een eenzame vallei,
waar reeds verscheidene geslachten van meesters
en slaven begraven lagenwant de Kernadec's
hadden gewild dat allen op hetzelfde kerkhof
begraven zouden worden. Buiten weten van Martha
werd de lykplechtigheid uitgevoerd en eerst geruimen
tyd later vernam zfi, waar de overblijfselen begraven
waren van haar, die haar eens zoo lief was.
De tijd, die de diepste wonden heelt, stilde ook
de smart van Martha. Ofschoon zij nog geene tijding
ontvangen had van mijnheer Boisgueydon, vermin
derde langzamerhand ook haar doodelyke on gerustheid
omtrent diens toestand. Vier maanden waren er
verloopen sedert het vertrek van den graaf en het
oogenblik naderde waarop men zijn terugkeer kon
verwachten. Martha begon de soort van geluk te
smaken welke de eenvoudige hoop op eene lang
verwachtte gebeurtenis veroorzaakt, maar dat geluk
werd meermalen afgewisseld door oogenblikken van
angst. Ofschoon men geen enkel ongeluk vernomen
had, veroorzaakt door den storm, was zij toch niet
volkomen gerust gesteld en zij rilde als men in
hare tegenwoordigheid van een schipbreuk sprak.
De gebeurtenissen welke er in de kolonie plaats
grepen hielden haar daarenboven ook in voortdurende
ongerustheid. Alles was nog rustig in het westen,
maar de worsteling tusschen de blanken en de
kleurlingen was begonnen in het noorderkwartier,
er waren daar woelingen ontstaan, waarvan de slaven
hadden gebruik gemaakt om op te staau en ver-
verscheidene plantages waren verbrand.
Eindelijk kwam er een brief van den graaf, hy
was afgezonden van Southampton. Toen de graaf
in Frankrijk aankwam, had hy daar vernomen, dat
zyn vader reeds naar Engeland de wyk had genomen)
waarna ook hfi zich dadelyk daarheen begaf. Beiden
maakten zich thans gereed om naar Jamaica te ver
trekken van waar het hun gemakkelijk zou zyn
naar St. Domingo over te steken. Dit was de
zekerste weg en bovendien vlugger, aangezien het
zeer moeieiyk zou zyn een schip te vinden, dat
rechtstreeks naar de Fransche kolonie ging. Bfi
deze tijding ondervond Martha een gevoel als ware
al hare smart op eens weggevaagd en als had zy al
haar geluk van vroeger dagen weer terug. Na den
brief gelezen te hebben, drukte zy die aan het hart
en de oogen ten hemel slaande, mompelde zy
Mijn Godl mijn droevige dagen zijn voorbij
mjjn geluk komt met hem terug 1
Drie maanden ongeveer verliepen. Alles was nog
rustig op de plantage van den baron en in de
omstreken, toch maakte hy zich ongerust over de
algemeene toestand van de kolonie. Nieuwe onlusten
waren er uitgebroken in hot noorderkwartier: de
oproerige negers staken de woniDgen in brand en
doodde met ongekende wreedheid de blanken welke
in hun handen vielen. Men vreesde voor nog grootere
onlusten. De groote vergadering van kolonisten
had hulp gevraagd in hun uiterste nood aan de
vreemdelingen. Niet spoedig genoeg hulp kunnende
krijgen uit de hooidstad, welke zy daarenboven nog
de schuld gaf van de onheilen, had zy zich gewend
tot Lord Effingham, gouverneur van Jamaica, en had
het beschermheerschap van Engeland ingeroepen.
Op een avond, togen het einde van Augustus zaten
de baron en zijne dochter alleen in de galerijde
dag was heet geweest en de atmospheer was nog
drukkend, de zeewind was zoo zwak, dat zfi zelfs
de bladeren niet bewoog. Mejuffrouw de Kernadec
lag onachtzaam achterover in een gemakkelijke stoel
te droomen. Zy had de haren losgemaakt, omdat
do zwaarte op hot hoofd haar vermoeide. Een van
hare mulattinnen droeg ze nu op de arm, terwyl
eene andere mulattin haar met eene groote waaier
eenige koelte toe waaide. De baron zat eenige
passen van haar af te rooken.
Vader, zei Martha eensklaps, heeft U van avond
brieven ontvangen?
Ja, mjjn kind, antwoordde hfi, maar er was
niets nieuws.
Er is altfid nog maar woeling in de noorderkwar
tieren. Op verzoek van de koloniale vergadering
heelt Lord Effingham wapens gezonden. Men zegt
ook, dat hij een schip met vijftig kanonnen heeft
gezonden om hier langs do kust te kruisen.
Wordt vervolgd.
Snelpersdruk - LANGEVELD Jk DE RQ01J- Texel
i i/h vrgamuwu: sagwaatwaaaao
XIII.