Buitenland. Gemeenteraad te Texel. Bij het Departement van Marine is in bewerking het plan voor een vrijwillige marine reserve. De Minister heeft daartoe, doortus- schenkomst van de commissarissen der Koningin aan de gemeentebesturen gevraagd een over zicht van het personeel, uitmakende de be manning der talrijke stoomvaartuigen, die als passagiers-, sleep- of vrachtboot de rivieren en binnenwateren van ons land bevaren. Een milioenen moord. Aldus kwalificeert de heer P. J. Wicher3 in het Hand. het vangen van de tienduizenden kleine vischjes op de Noordzee. Daardoor zijn de kustvisschers bezig hun bedrijf in den grond te vernielen. Ieder visscher toch zorgt, dat zijn kor, waarmede hij een groot gedeelte van het jaar moet werken, zeer kleine mazen heeftde mazen worden telkens kleiner gemaakt en het is hemeltergend te zien, welke kleine vischjes bijna overal worden aangevoerd. Kan men ze niet als voedsel ver- koopen, dan gebruikt men ze als mest op het land. In een woord het broed wordt gevangen en vernield en de visscherij gaat dientengevolge ieder jaar met rassche schreden haren volslagen ondergang tegemoet, althans van de meest ge zochte soorten. In den Trechter nabij Noorwegen enz. bij 't Heilige Land (Helgoland), in den Zilverput (bij Doggersbank) langs bijna alle kusten, gaat, zegt de heer Wichers, de korvisscherij schromelijk achteruit, en 't is hoog tijd, dat doortastende maatregelen genomen worden niet alleen om haren ondergang te voorkomen, maar om haar, wat heel goed mogelijk is, tot meerderen bloei te brengen. En dit zal een volksbelang bij uit nemendheid zijn. De visschers zeiven zien wel in, dat hun hoofd bedrijf met ondergang bedreigd wordtvooral nu ook de stoomtrawlers kleine mazen gebruiken en die vaartuigen bijna altijd kunnen visschen. Allen erkennen, dat de mazen niet een decimeter, maar van grootere wijdte moeten zijn, zoo onge veer, dat de kleine platvisschen er gemakkelijk door kunnen komen, dus liefst zonder de vinnen erg te beschadigen. Maar, zegt men, als de een met groote mazen vischt en de andere met kleine, helpt het toch niets Er moeten dus maatregelen en wel internationale maatregelen, genomen en gehandhaafd worden, zal niet spoedig een der belangrijkste middelen van bestaan ophouden velen een bestaan te verschaffen. Wel weet ik, dat die zaak niet gemakkelijk te regelen is; dat men eens anders eigendom voor een gedeelte waardeloos zou moeten maken doch het overgroote belang der volkeren moet de moeielijkheden bij de regeling niet te hoog doen aanslaan, en door 't Rijk tegen billijke taxatie der af te keuren netten, worde het den visschers gemakkelijk gemaakt zich de beste netten aan te schaffen. Ten slotte spreekt de heer Wichers den wensch uit, dat geen kleine visch meer kan worden verkocht, zooals nu reeds op enkele plaatsen het geval is. In Haarlemmermeer sterven veel schapen aan leverziekte, een gevolg van den natten zomer. Sommige landbouwers hebben bij voorbaat al hunne schapen van de hand gedaan, uit vrees voor die ziekte. Nu er weer valsch geld omloopt, is 't het oogenblik, om nog weer eens te wijzen op een groote fout, die in dat opzicht dooi de Nederlandsche administratie wordt begaan, zegt de „Haagsche Ct.": Een eerlijk Hagenaar ontving onlangs een rijksdaalder, die hem verdacht voorkwam, en leverde dat geldstuk aan de justitie uit. Voor eerst liet men hem er eenige malen voor op het politiebureau komen. Maar bovendien kreeg hij zijn rijksdaalder, toen deze door het munt- college echt was bevonden, doorgeknipt terug. Dat wil zeggen dat hij voor zijn eerlijkheid 75 ets. boete had te betalen; want aan zilver is een rijksdaalder maar f 1.75 waard. Conclusiede Hagenaar nam zich voor om in 't vervolg, als hij een geldstuk verdacht, dit zoo spoedig mogelijk weer uit te geven. Het gevolg van deze handelwijze der Munt- administratie is dus, natuurlijk, dat valsch geld nog veel sneller dan 't echte van hand tot hand gaat, en dus de valsche munter door gaans al zeer ver te zoeken is, wanneer het stuk eindelijk wordt aangehouden. Terwijl daarentegen, indien ieder, die een valsch of verdacht geldstuk aanbrengt, met de volle waarde werd schadeloos gesteld, meestal die omloopstijd uiterst beperkt zou zijn en men den fabrikant veel gemakkelijker zou kunnen vinden. Zuinigheid, die de wijsheid bedriegt, alzoo. In de laatste algemeene vergadering van het Nut is een som van f 1000 beschikbaar gesteld, om daaruit de middelen te vinden voor de bevordering van plaatselijke volks-crediet- banken, bij voorkeur op coöperativen grondslag. Aan de opdracht is thans gevolg gegeven. Eene commissie uit het hoofdbestuur, bestaande uit de heeren A. C. Wertheim, mr. H. Goeman Bor- gesius en C. J. M. Dijkmans, heeft een leiddraad opgesteld voor de inrichting van volksbanken, ten behoeve van kleine industrieelen en nering doenden, wie het vaak zoo moeielijk is crediet te erlangen en dan nog slechts zeer duur crediet. Deze leiddraad bevat niet alleen het betoog, hoe hetzij in den vorm van een coöperatieve vereeniging, hetzij in den vorm van eene volks bank die voorschotten verstrekt, aan het doel kan worden beantwoord, maar zij bevat tevens een volledig stel van formulieren en stukken, zoodat overal, waar men de handen uit de mouwen wil steken, met den nuttigen arbeid terstond kan worden aangevangen. Om den arbeid te steunen heeft het hoofdbestuur van het Nut besloten, de noodige registers en formulieren kosteloos te verstrekken in zoodanig getal, als noodig is om de administratie in den eersten tijd te voeren, benevens, zoo mogelijk, eene bijdrage te geven in de kosten van oprichting. De departementsbesturen zijn uitgenoodigd, deze zaak zaak krachtig te bevorderen en aldus over het land door de stichting van zulke volks banken, niet minder zegen te verspreiden dan door de spaarbanken van het Nut is gebracht. De minister van oorlog heeft bepaald, dat aan miliciens, die voor verkorten militie- dienst in aanmerking komen, toch die ver korting moet worden toegekend, onafhankelijk of zij al dan niet hebben gebruik gemaakt van het langdurig winter verlof van 2 tot 4 maanden. In eene Dinsdagavond te Amsterdam gehouden vergadering, uitgeschreven door de afdeeling „Amsterdam" van den „S.-D. Bond" en de afd. „Amsterdam," „Haarlem," „Alkmaar" en „Wormerveer" van den „S.-D. Jongelingsbond," werd door de heeren Bil en Domela Nieuwenhuis geprotesteerd tegen „de bloedwet" (wet op de militie) Ten slotte werd de volgende motie gestelden aangenomen „De vergadering overwegende, dat in een geor dende maatschappij voorrechten van den eenen burger boven den ander een onrechtvaardigheid is; overwegende dat de inrichting van den militairen dienst, volgens de bestaande wetten, een voonecht isprotesteert krachtig en energiek tegen den druk, die daardoor wordt gelegd op de arbeidende, niet-bezittende klasse en noemt de nationale militie een nationale ramp, waartegen het aller plicht is op te komen." Na afloop der vergadering trokken eenige zingende troepen door de stad. Kort geluk. Van een paartje, dat Woensdag te Rotterdam gehuwd was, begaf zich nog donzelfden dag een der partijen naar eenen rechtsgeleerde om de eerste stappen te doen, benoodigd voor een echtscheiding om 't huwelijk, dat den eersten dag pas was voltrokken, weer te ontbinden. De rechtsgeleerde gaf den jongehuwden den raad, zich nog eens te bedenken en nog eens te probeeren of men het niet eens kon worden. Of dit gaan zal is echter nog de vraag, want de eene partij had reeds op dien eersten huwelijksdag een blauw oog en de andere een bebloeden neus opgeloopen. Eene vrouw te Tilburg heeft eene aan klacht ingediend .tegen eene buurvrouw, omdat deze haar bij een twist heeft toegevoegd „Je bent een bacterie Een verontrustende ziekte, vermoedelijk veroorzaakt door slecht drinkwater, heerscht te Weenen. Reeds eenigen tijd heerschte ingewands- katarrh epidemisch. De geneeskundige overheid deed echter alsof dit haar niet bekend was en de burgemeester ging zoo ver, dat hij, gebruik makende van de Oostenrijksche drukperswet, een der bladen gelastte, het bestaan eener epidemie tegen te spreken. Maar de ziekte bleek sterker dan de geleerde heerener zijn nu vijftig ti zestig duizend personen te Weenen aangetast. De geneesheeren vonden in de lichamen van hen, die aan do ziekte stierven, niet slechts de influenza-microbe, maar nog een ander bacil, tot dusver onbekend; zij verbieden nu het gebruik van het drinkwater, met het gevolg, dat de patiënten binnen weinige dagen beter worden en alleen zeer zwak blijven, zooala na een aanval van influenza, Het drinkwater te Weenen ging vroeger door voor het gezondste van alle groote steden in Europa. Prof. Adamkiewitsch, uit Krakau, heeft te Weenen eene voordracht gehouden over een door hem ontdekt geneesmiddel tegen kanker, waar mede hij verzekert eenen lijder, dien hij aan de Weener geneeskundigen voorstelde, volkomen genezen te hebben, Professoren Billroth en Kun- drath twijfelen aan de onvoorwaardelijke genees kracht van het middel, dat ingespoten wordt en uitsluitend op het kankerweefsel werken moet. Eene internationale Influenza-conferentie zal in den loop der volgende maand te Londen gehouden worden. In de jongste zitting der Academie van Genees kunde te Parijs beval Dr. Aug, Ollivier, levertraan als voorbehoedmiddel tegen ifluenza aan. Vergadering Vrijdag 12 Febr. 's morgens 10'/s uur. Voorzitter Jhr. Strick vanLinschoten,burgemeester. Tegenwoordig 10 leden, de heeren Westenberg, P. Keflser. Brouwer, Boon, Z(jm, Roeper, Dros, O. Kejjser Pz., Koning en Bakker. Een vacature. Na opening der vergadering worden de notulen der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. Daarna doet de Voorzitter mededeeling van inge komen prov. bladen en circulaires, welke voor ken nisgeving worden aangenomen. Idem eon schrijven van Ged. Staten, houdende goedkeuring der gemeente-begrooting. Vervolgens wordt overgegaan tot benoeming van een ambtenaar voor den Burgerlijken Stand,noodig door het vertrek van den heer Kooy. Met algemeene stemmen wordt daarvoor benoemd Jhr. Strick van Linschoten, welke met dank voor deze benoeming, dezelve aanneemt. Tot leden voor het stembureau voor dit jaar worden met den Voorzitter benoemd, de heeren Dros en Roeper; de overige raadsleden worden als plaatsvervangende leden aangewezen. Ter tafel komt een adres van G. Dijker, wed. S. Koning te Oudeschild, verzoekende ontheffing van de helft der door haar verschuldigde H. O. over het vorig jaar en tevens om in het vervolg daarvan geheel te worden vrijgesteld. Aangezien de termijn voor reclames reeds is ver streken, adviseeren en W. om op dit verzoek afwijzend te beschikken en bij een volgende aanslag op het verzoek te letten. Dienovereenkomstig wordt besloten. Tot onderwijzeres in de nuttige handwerken te Midden-Eierland wordt benoemd Mej. O. G. van 't Veer Vis; met deze stonden op de voordracht Mej. M. Keflser C.Jd. en T. Bakker. Komt ter tafel een verzoekschrift van P. Dijkstra, onderwijzer te Koog, verzoekende verhooging van zijne jaarwedde; zoomede een adres van den heer Heeroma, H. d. S. te Koog, tot ondersteuning van dit verzoek. Door B. en W. wordt geadviseerd op dit verzoek gunstig te beslissen. De raad besloot overeenkomstig het advies, het vorzoek toe te staan en het tractement van adress. met f50 te verhoogen en te brengen op f500, met ingang van 1 April(of 't algemeen welgemeend was is te betwijfelen, we hoorden mompelen „we raken er aan" en „worden duurder.") Omtrent de oproeping van onderwijzers aan do scholen te Burg, Oudeschild en Zuid Eierland (aan de eerste een onderwijzer met hoofdacte) wordt door B. en W. voorgesteld, aangezien op de gedane oproeping zich niet genoegzaam sollicitanten hebben aangemeld, de jaarwedden daarvoor te verhoogen en te stellen voor een onderwijzer (met hoofdacte) voor den Burg op f 6.50, voor de beide andere scholen op f 500. Dit voorstel hield slechts in de goedkeuring der gevraagde verhooging, doch het scheen dat sommige leden het anders begrepenwe kregen althans weer een haast eindeloos debat over het noodig of niet noodig van nog een onderwijzer aan de school aan den Burg, niettegenstaande zulks in een vroegere vergadering alreeds was uitgemaakt. Wy zullen niet al het gesprokene vermelden, want 't was een herhaling van wat vroeger reeds is gezegd. De heer C. Keflser Pz. gaf de Raad in overweging om geen oproeping te doen voor een onderwflzer aan 't Oudeschild, doch by aanstelling van een onderwijzer met hoofdacte aan den Burg, een der onderwijzers van den Burg, b. v. de heer Frederiks, welke toch moet verhuizen, naar Oudeschild over te plaatsen; spr. voegde hieraan toe, om, indien zulk een onderwijzer hiermede geen genoegen nam, dezelve te ontslaan. Volgens spr. bestaat er aan de school aan den Burg geen behoefte aan meer onder- wflzend personeel en zou zulks slechts zyn ten gemakke van het H. d. S. Ook de heer Dros is het grootendeels met den heer Keijsèr eensvolgens hy gehoord had van den «q-VZ-vt tzrrtx** mro n tm

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1892 | | pagina 2