llsHirprigT te Sein, Scheermessen, Koffiemolens, m. 5 leste joop Lamsclapen ei 10 Overhoniers. Aan Jonielieien iie voornemens zijn Voorloopig bericht J. Lips, Burg, Texel, Publieke Verkooping. Dinsdag den 15 Maart 1892, m Feuilleton. publiek verkoopen: 3 cr=3 m m m H De stem van het geweten. De ondergeteekeude hoopt 7 MAART op Texel te arriveeren tot het slijpen van Verder is hij voorzien van een prachtige partij Scharen, Scheermessen, Broodmessen, Para- pluies en Koffiemolens, tegen spotprijzen. H. JANSEN, Instrumentslijper Kanaalweg, HELDER. om 20 MAART a. s. of later in dienst te treden bij P. HUISMAN, BURGERNIEUWLAND. koopt NUCHTERE KALVEREN tegen den hoogst concurreerenden prijs aan hetzelfde adres te koop i 25 cents de zak, contant, franco a/d Burg. Een duidelijk adres op de zakken wordt veilangd. Te bevragen by G. BAKELAAR. De BURGEMEESTER van Texel belast met het beheer der Strandvonderij zal voormiddags 11 ure, in het logement de Vergulde Kikkert a/d Burg p. m. 1228 DEELEN, BATTINGS en PLATEN 191 ELLENS; 93 SCHROTEN; 1 Scheepsboot, 1 vat Teer, 2 kisten Indigo, een partij Hars en Koper, verder eenige WATERVATEN, RONDHOUTEN, BRANDHOUT en hetgeen verder zal worden gepresenteerd. De goederen liggen op de verschillende stran dingsplaatsen en zullen 6 dagen voor den verkoop verkaveld zijn. om te trouwen, bericht de ondergeteekende dat hij ruim voorzien is van VEEREN- en KAPOKKEN BEDDEN, GEWATTEERDE en WOLLEN DE KENS, prachtige sneeuwwitte MOLTON DEKENS; alles van zeer solide qualiteit en goedkoop6 prijzen. Verdere aanbeveling is overbodig, al deze artikelen zijn gunstig genoeg bekend. A contant 5°/o korting. Aanbevelend UEd. Bw. Br. PH. VLESSING. !25 cr" co H B 3 t SE c 5 5- V S 2 g? 5 w 2 bJ pr B g* g* s S B g 3- o 3 5" 3' zyrs (të ffff" ©3 ro SE X ers door D. C. M. 3. Hoofdstuk II. Gy zyt nog niet goed genoeg, om U zoo te bewegen. Rust nog een weinig. De geringe beweging, welke Kenyon gemaakt had, had zyn gelaat bleek en zijn ademhaling onregel matiger gemaakt. Ik ben altyd zeer laat op, zei de helper en ik zou, al was ik alleen, toch nog niet naar bed gaan. Rust nog een weinig en dan zal ik een fiacre laten komen om U thuis te brengen. Ik vrees, dat gij nog niet sterk genoeg zult zyn om te loopen. Gü zyt wel zeer goed, zei de patiënt. Ik schaam my er voor U zooveel moeite te berokkenen. Zaagt gy den man, die my aanviel? Ja, ik vervolgde hem, maar hy was my te vlug en ik verloor hem uit het gezicht. Het is hier een gevaariyke buurt en ik was alleen en ongewapend. De buurt was vroeger gevaariyk genoeg, zei Kenyon, in myn studententyd, toen ik hier in Parys woonde, jaren geleden; maar ik had gedacht, dat het er nu veiliger was. Uw studententyd 1 zei de helper, zyn stoel een weinig nader schuivende. Vergeef het my, als ik somwyien my mocht vergissen maar ik meen het genoegen te hebben U te kennen. Ik herinner my Uw naam niet, maar waart gy niet van '57 tot '60 student Ja, zei Kenyon, zyn oogen op den spreker rich tende, dat was ik. Myn naam is Robert Kenyon. Ha, zei de ander vlug, „de Engelschman". Nu herinner ik het my. Ik was daar ook in dien tyd, maar ik behoorde tot een andere party als de Uwe. Mpn naam is August Moreau, Uw neef, voegde hy er by, was een intieme vriend van my. Kenyon liet zyn oogen dwalen door het schamele vertrek. Moreau vervolgde A, U beschouwt myn verbiyfhier. Ik ben zeer verarmd mynheer Kenyonmaar Uw neef en ik zyn nog intieme vrienden. O, riep Kenyon uit, opnieuw half opryzende, leeft hy nog? "Wist U dat niet? vroeg de ander verwonderd. Het weten zei Kenyon. Neen, ik wist het niet en verlangde er ook niet naar het te weten. Dat kan ik begrepen, zei Moreau. Maar hy is armer en ïydt grooter gebrek, dan gy hem zelfs zoudt toewenschen als ware het ook dat alles en nog 10 maal meer waar is van hetgeen hy my omtrent U beiden heeft verhaald. U verteld zei Kenyon, weer in de kussen terug vallende. Wat heeft hy U verteld? Zyn stem werd langzamerhand zoo zwak onder het spreken, dat Moreau hem niet meer kon verstaan. Hy ging daarom naar de tafel en bereidde een drank, welke hy den gewonde liet drinken. Kenyon kwam hierdoor weer by en herhaalde nu Wat heeft hy U verteld? Hy vertelde my, zei Moreau, jaren geleden reeds en hy vertelde het my later nog meer dan eens, dat hy U zeer groot onrecht had gedaan. Hy zei, dat gy een jong meisje bemindet, gy en hy, en dat zy U liever had dan hem. Dat was voordat gy in Parys kwaamt en afschoon gy neven waart, kendet gy elkaar nauwelyks. Hy verzon in zyn jaloerschheid een verhaaltje omtrent U. De geschiedenis werd een tydje geloofd en hy hoopte daardoor de hand van het meisje te verwervenmaar zyn bedrog werd ontdekt en hy viel in ongenade. Het kostte hem zyn geheele fortuin want zyn vader onterfde hem. Sinds dien tyd heeft hy bitter berouw over zyn wandaad. Natuuriyk, zei Kenyon, bitter berouw. O, Mijnheer, zei Moreau vlug en met vuur. Hy heaft niet alleen berouw over de daad zelf. Een schurk heeft altyd berouw over hetgeen hy deed, als de zaak mislukt en hy er voor gestraft wordt Hy heeft geleden, zei Moreau, hy heeft bitter en diep geleden. Hy leeft in diepe armoede evenals hier. Hy wees met de hand naar de armoedige kamer waarin zy zich bevonden. Het spyt my niet dit te vernemen, zei Kenyon. Mynheer, zei Moreau, ik geloof in de Goddeiyke Voorzienigheid. Waarom zyt gy door een vreemde hand in een vreemde stad voor myn deur getroffen? Hoe kwam ik dat ik juist op het oogenblik, waarop gy getroffen werd myn deur opende; om eens uit te kyken, waardoor ik in de gelegenheid was U voor verder leed te vrywaren? Wat is de oorzaak, dat ik U na j aren nog herken Het is de hand Gods, mynheer Kenyon. Zonder deze gebeurtenis zoudt gy nooit vernomen hebben, dat hy leefde, nooit vernomen hebben dat hy in diepe ellende zyn leven doorbracht. De Voorzienigheid, zei Kenyon zwakjes, maar lachende ondanks zyn zwakte, de Voorzienigheid had dat wel op minder onaangename manier kunnen doen. Gy zult hem toch nu geen vergiffenis weigeren? zei Moreau, gy zult hem Uw hulp niet weigeren? Luister I zei Kenyon. De deugniet was myn neef, maar wy waren elkaar by na vreemd. Ik kende hem ternauwernood. Het is honderd tegen een, dat ik, als ik hem morgen tegen kwam hem nog zou kenr.en. Hy gedroeg zich niet eens of tweemaal maar voortdurend slecht. Ik heb medeiyden noch hulp voor hem. Mynheer, zei Moreau, toen ik hem voor het laatst zag en hy van U sprak, stortte hy tranen. Als ik hem verhaalde dat gy hem vergiffenis weigert, zou zyn hart breken. Hy dankt God, dat zyn eigen slechte plannen verydeld zyn. Hy erkent het onrecht U aangedaan. Hy gevoelt oprecht berouw. Geloof my mynheer Kenyon, hy is een man met een gevoelig geweten. Ik herinner my, dat hy dat steeds getoond heeft zei Kenyon. Gedurende 3 a 4 minuten bewaarde Moreau het zwijgen, daarna zei hy Laat my hem ten minste vertellen, dat gy hem vergiffenis schenkt. Ik geloof dat hy U verder niet lastig zal vallen. Myn goede man, zei Kenyon, het zou gemakkeiyk zyn te zeggen, dat ik hem vergeef, maar ik ben gewoon te zeggen, wat ik meen en dat zou ik nooit kunnen meenen. Het zou U anders weinig moeite kosten het te zeggen, zei Moreau. Mynheer Moreau, zei Kenyon. Ik ben U oneindig veel verplicht. Denkt gy, dat gy nog aan al uw vriendelykheid nog deze zoudt kunnen voegen van een rytuig voor my te zoeken? Gy zyt nog niet goed genoeg om vervoerd te worden, zei Moreau. Als uw vrienden ongerust omtrent U mochten zyn, kan ik, hoe laat of het ook zy, nog wel een bode vinden. In den tusschen- tyd was het voor U beter, als gy eenigen rust naamt. Kenyon beproefde op te ryzen, maar zyn hoofd scheen zoo zwaar als lood, hy viel achterover en lag stil, ongeduldig brommende Ik heb geen vrienden in Parys, er is niemand die zich omtrent my verontrusten zal hier. Zeer wel, zei Moreau. Binnen een paar uur zult gy beter zyn. Beproef te slapen. Vlug ging hy naar de tafel, ging daar zitten met den rug naar het bed gekeerd en begon zyn papieren op tafel te schikken. Gy ontmoet myn neef, zoo nu en dan, zei Kenyon half bromnende het geld, dat het zyne zou geworden zyn, als hy boter had opgepast, mag hy nog wel hebben. Veel is het niet, maar hy kan hetkrygen op eene voorwaarde. Vertel hem naar myn zaak waarnemer te schryven en dien zyn adres op te geven. Het geld zal hem toegezonden worden, op eene voorwaarde. "Welke voorwaarde? Dat hy my niet opzoekt. Zeg hem, dat als hy schryft, hy dat als voorwaarde moet aannemen en hy zal het geld hebben. Ik zal het hem vertellen, zei Moreau. Zyn vingers speelde met een klein marokynlederen doosje hetgeen op den grond viel, en waaruit een zeerfyn spuitje viel. Wordt vervolgd. Snelpersdruk - LANGEVELD A DE ROOIJ-TaxU j co c*- €T»- O co Pï* l-"- £8 OQ O ft S3 SP y ft a» a ts- 50 a- pS ft •IE» 9 Jö 9 as> 2 3 tft 2 C ft S W S3 TT «ft •8 n H5 53-1 O S® O B 2 H "I B so r® 2. es S S" n a C rs a b g 5T X» 9 I ts CD t-t B N S 9 9 ff t t»-j- N 9 ff O 9 CD B <■*- 9 9: B 9 ff INI CD O O r-t- ffj ff Q ff cd crq CD O CD ff CD O D a> a 4 ft 3 3* e-*. ff» <D D o4 i—Qj s» a c Et ft So SS - so SO 13 3 E2 M O. w <E 9 ff ss b- *4 9 9 B ff S- to CD P 0: CT3 91 9 B ff CD tfl O ff4 <=3 <50 ■=3 ta =3 i—3 <5 B p Cu D O

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1892 | | pagina 4