iAlSST@f?l!
Puike kwaliteit HOOFDKAAS,
-YORK.
lm pils partij Ito ei Greeiiei Palsi,
pote ei tleine plfamKn op eersto liypotM
Een kste pas afpiall KOE, of
Groote voorraad drop Korte eo lange M,
publiek verhopen:
A. W. KONING Cz.
Nederlandsch-Amerikaansche
Stoomvaart-Maatschappij.
BALTIMORE.
F euilleton.
J. H. MOOJEN, Makelaar,
J. H. MOOJEN, Makelaar,
J. H. MOOJEN, Makelaar,
J. H. MOOJEN, Makelaar,
J. II. MOOJEN, Makelaar,
publiek verkoopen
J. H. MOOJEN, Makelaar,
Te koop g
Kortste en Goedkoopste
OVERTOCHT.
De stem van het geweten.
zal ten verzoeke van den Heer C. N. BOON,
op VRIJDAG 11 MAART a.s,
'3 morgens 101/, ure, bij de boet van den eigenaar
op OOST, ten overstaan van notaris O. J. O. D.
DIKKERS
PUBLIEK VEBKOOPEN:
60 Lamschapen, (waaronder 12 echt
Texelsch ras), 20 Enterlin&en, 1 ge
kruiste Ram, 1 driejarige Melkkoe,
3 twee-jarige Kalfscliotten, 3 jarige Schettcrs,
1 Os, 1 bruin Merriepanrd, ongeveer 10000 kilo
best KLAVERHOOI, HOOIHARK, BOERENWA
GEN, DRIEWIELDEKAR, BOERENGEREED
SCHAPPEN, enz.
In de boet is geen geiegenheid tot stalling
van paarden.
zal op Maandag 11 Maart a. s.
's avonds 7 ure in het Café Parkzicht a/d Burg
I. 1 H. 57 a. 70 c. Hooiland genaamd het
Greppelstuk liggende in het Hoorndei Nieuwland.
II. 1 H. 85 a. 20 c. Hooiland gc-naamd Hoek
van 't Elzenbosch-liggende alsvoren.
BREEDER BIJ BILLETTEN.
Informatiën te bekomen ten kantore van voor
noemden Makelaar.
zal ten tijde en plaatse alsboven,
PUBLIEK VERHUREN;
a. Voor den neer JOH. S. REIJSER Rz.
32 aren BOUWLAND liggende in Ongeren
a/d Grintweg, in 4 kavels.
b. Voor JAN GOMES.
8 aren BOUWLAND bij de Witte Engel, in
2 kavels.
zal op DINSDAG 15 MAART a. s.,
's morgens 10 ure op het MARKTPLEIN a/d!Burg
ten overstaan van notaris G. J. O. D. DIKKERS,
PUBLIER VERKOOPEN:
DEKDEELEN, HUIDPLANKEN, SCHROOTEN,
SCHALEN, en verdere houtwaren.
zal op V r ij d a g 18 Maart a. s.,
's morgens 10'/2 ure op het BOLTJE, op't einde
der Weverstraat a/d Burg, ten overstaan van
notaris G. J. O. D. DIKKERS
30 Lamschapen, 20 Enterlingen.' 1 gekruiste
Ram, 5 twee-jarige GeldejVaarzen,
12 een-jarige Kbcschetters, 1 een-jarig
Paard, 1 klamp best Klaverhooi (res
tant oude schelf), op het land van den Heer
S. J. KEIJSER in HOLLEWAL.
Voorts: WAGENS, KARREN, BOERENGE
REEDSCHAPPEN en HOUTWAREN.
Bij deze verkoop bestaat gelegenheid
tot inbreng.
heeft terstond beschikbaar
landerijen en huizen.
een die 1 2 maanden geleden heelt
gekalfd. Adres: Wed. P. KALF.
Hout in soorten, Briquettcn, Steenkool en Coces.
Met achting,
verkrijgbaar bij
J. P. KIKKERT,
';'v 'U J.v
ROTTERDAM
AMSTERDAM
Men vervoege zich aan de Kantoren der
N. A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam
en bij de Agenten, of by
Inspecteur J. E. KROES te Groningen.
E. BOLSIUS, te Oisterwifik.
door D. C. M.
4. Hoofdstuk H.
Heeft mijnheer geen andere boodschap voor
hem? vervolgde by,
Kenyon antwoordde niet, maar na eenige oogen-
blikken maakt hy met zyn zwakke vingers zyn
overjas los, haaldo een bosje banknoten uit zijn
portefeuille en nam een biljet van 100 francs, hetwelk
hy op de dekens nederlegde.
Moroau luisterde aandachtig naar het geluid der
banknoten.
Wil U mij toestaan, mynheer Moreau, zei
Kenyon, U tot myn aalmoezenier te maken Er is
hier in de buurt zonder twyfel veel armoede en U,
als geneeskundige, zyt zeker daar van naby mede
bekend; dit zeggende stak hy Moreau het biljet toe.
Ik dank U, mynheer zei deze en ging daarna
weder zitten.
Langen tyd heorschte er hierop eene zoo diepe
stilte, dat men duideiyk het druppelen der dooiende
sneeuw kon hooien. De ademhaling van Moreau
scheen deze toe buitengewoon luid te zün. Die van
den man op het bed scheen luid en gejaagd en door
een of andere oorzaak was Moreau zoo zenuwachtig
dat hy zoo nu en dan verschrikt opstond meenende
nog een derde te hooren ademen, maar zacht inge
houden en onregelmatig. Hy luisterde aandachtig
tot het geluid van de vallende druppels vermengd
met het geluid der ademhaling van Kenyon werd
overstemd door een geluid als van stroomend water;
maar zelfs niettegenstaande dat meende hy nog het
ademen van een derde In zijn nabyheid te hooren.
Gedurende een uur zat hy als een standbeeld, daarop
keerde hy zich om en keek naar het bed. De kaars
was byna uitgebrand, de kamer was daardoor weinig
verlicht. Hy snoot de kaars en begaf zich daarna
statig met den kandelaar in de hand naar den zieke.
Deze was slapende en wel zoo vast, dat zyn oogen
zich zelfs niet bewogen toen Moreau er met het licht
by kwam. Plotseling met eene beweging bijna even
stil als vlug ging Moreau naar de andere zyde der
kamer. Hy nam van de plank boven de tafel een
klein steenen kruikje waarvan de stop goed dicht-
gelakt was. Hy ontkurkte dit, stak de fijne punt
van het reeds vroeger genoemd spuitje in het kruikje,
waarna hy als een sobaduw naar het bed ging en
over hot slapende lichaam helde. Zoo zacht als het
maar mogeiyk was, maakte hy de halsdoek der zieke
los en ontlastte de hals, met eene vlugge beweging
duwde hy de scherpe punt van het spuitje in oen
ader en spoot de inhoud er van daarin. De kleur
van Kenyon word eerst hoogrood, een oogenblik
begon hy over al zyn leden te rillen, een zucht
kwam over zyn lippen.
Die zucht was Robert Kenyon's laatste.
m.
August Moreau wist een vreeseiyke daad verricht
te hebben, maar hy kende ook de reden er voor.
Zonder reden een moord te doen, zou dan ook wel
ontzettend zyn. Robert Kenyon had veel in zyn
bezit, dat August Moreau gaarne bezat. Van eenige
daarvan was hy dadelyk bezitter, andere meende hy
zeker te zullen krygen. Onder datgeen, waarvan
hy zich in de eerste plaats meester maakte, behoorde
de papieren welke de doode by zich had, verder
diens geld, juweelen, zyn manchetten zelfs, omdat
zy, zyn naamletter droegen en daardoor misschien
zouden kunnen dienen om de identiteit van den
vermoorde te bewyzen.
Moreau scheen er zeer op gesteld te zyn, dat zyn
slachtoffer, wanneer het werd gevonden, niet herkend
werd. Hy onderzocht Kenyon's kleeren en sneed
overal de naamletters er uit.
Hy verwonderde zichzelf over de buitengewone
kalmte, waarmee hy dit alles ten uitvoer bracht.
Eindeiyk overal mee gereed, nam hy een papier,
schreef daarop „Uit de stad. Komt Zaterdag weer,"
en plakte dit buiten op de kamerdeur. Thans begon
hy aan zyn eigen uiterlyk te denken. Schaar
benevens een scheermes waren spoedig gevonden
en weldra had hy zich ontdaan van baard en snor.
Aan zyn kleeding had hy geen buitengewone zorg
te besteden. Hy meende eerst zyn overjas aan te
trekken, maar aangezien hy deze gebruikt had ter
bedekking van zyn slachtoffer scheen hy huiverig
te zyn die van het ïyk af te nemen, zoodat hy het
maar zonder die jas deed. Na nog een gryze hoed
te hebben opgezet, blies hy in do vlam der kaars,
maar omdat deze bleef branden ging hy zonder
er verder naar om te zien de deur uit en sloot die
achter zich. Thans scheen hy weer nieuwe moed
te scheppen, vlug b3gaf hy zich thans naar de
buitendeur en liep weldra met vasten tred op de
straat.
Ternauwernood was hy de hoek van de straat
omgeslagen, toen de buitendeur, die hy een paar
minuten te voren achter zich gesloten had, weer
geopend werd door dezelfde Gustaaf Pelzer, die een
paar uur te voren door August Moreau in zyn mis
dadig werk gestoord werd Pelzer was zeer opgewekt
zyn oogen glinsterden, zyn voeten gingen koortsachtig
snel on zacht over den met sneeuw bedekten grond.
Aan het einde dar straat gekomen, ki ek hy behoed
zaam rond, tot hy August Moreau in het oog kreeg.
Deze volgde hy nu. De maan, die zoo nu en dan
van achter de wolken te voorschyn kwam, verlichtte
zoo nu en dan de straat, terwyl op andere oogenblikken
alles in duisternis gehuld was.
Uren lang volgde Pelzer August Moreau, nu eons
verborg hy zich, uit vrees voor ontdekking in een
steeg, dan weer achter een pilaar. De jacht scheen
lang te zullen duren, want de moordenaar liep
doelloos en flink door. Somtijds liep hy met zoo'n
groote haast door het doolhof van kleine straatjes,
dat Pelzer zeer vreesde hem uit het oog te verliezen
maar zyn kennis van de achterbuurten kwam hem
in deze zeer goed te pas en hy verloor den moordenaar
nooit langer dan een paar minuten uit het oog.
Langzamerhand werden de straten meer bevolkten
Pelzer werd stoutmoediger, ofschoon hy toch nog
niot al te dicht durfde naderen. Eens had hy byna
den moordenaar omver geloopen. By het omslaan
van de hoek eenor straat vond Pelzer hem in gedachte
verzonken naar den grond kykende staan. Daar hy
ten einde den moordenaar niet uit het oog te verliezen
met groote spoed aan kwam loopen, kon hy zonder
de aandacht op te wekken niet op eens biy ven staan,
zoodat hy hem voorby liep, om de eerste steeg in
te slaan en daar te blyven staan, terwyi hy den
moordenaar voortdurend bespionnoerde. Deze scheen
oindeiyk een besluit genomen te hebben, want hy
vervolgde thans vastberaden zyn tocht, terwyl hy
op elke torenklok keek. Z(jn gang werd langzamerhand
sneller en het was duideiyk dat hy nu met een vast
doel liep.
Tot Pelzer's spyt bleek het doel van den loop te zyn
het Noorder station, waar Moreau haastig een kaartje
3e klasse vroeg naar Londen.
Pelzer, die achter een pilaar verscholen was hoorde
het gesprek tusschen Moreau en den klerk aan het
lcquet.
Wanneer vertrekt de trein Over tien minuten.
Wanneer komt zy te Bologne Om uur. Wanneer
komt de boot te Dover aan Om uur. Wanneer
komt de trein te Londen aan Om uur. Kan ik ook
in Bologne eenige uren blyven om daarna de reis
voort te zetten? Zekeriyk.
Wordt vervolgd.
Snelpersdruk LANGEVELD h DE ROOIJ Tere
EN