463. Zondag 13 ^aart. Aw. 1892.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL GEDEELTE.
Binnenland.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIÊN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGE VELD DE ROOU, Farkstraat, Burg op Texel.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burs 80 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Adoertentién
Van 1 tot 5 regels 80 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
TEXEL brengen ter kennis van belanghebbenden,
dat het Kohier van de belasting op de honden
over het dienstjaar 1892, gedurende 14 dagen op
de Secretarie der gemeente, voor een ieder ter
lezing is nedergelegd.
Texel, 12 Maart 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Strick van Linschoten, Burgemeester.
Stikkel, Secretaris.
TEXEL, 12 Maart 1892.
Wij herinneren onzen lezers, dat Dinsdag
15 Maart de gewone jaarlijksche markt wordt
gehouden, alsmede dat na dien datum weder
eiken Maandag de gelegenheid tot het markten
van vee is opengesteld.
De heer Niessink, godsdienstonderwijzer
bij de Herv. Gem. te de Cocksdorp, is als
zoodanig beroepen te Huisduinen.
De heer J. P. Thijsse, H. d. S. met uit
gebreid leerplan alhier, komt voor onder hen
die voor de vacature van H. d. S. te Amsterdam
tegen Woensdag a.s. zijn teruggeroepen.
Oüdeschild, 11 Maart. Reeds lang heeft
men opgemerkt, dat de zandbank Onrust van
jaar tot jaar in Oostelijke richting overslaat
en nog slechts door een betrekkelijk nauw
zeegat van het strand is gescheiden. Door
't verplaatsen van die zandmassa loopt de
reddingbaak, die eenmaal midden op de droge
plaat werd gebouwd, groot gevaar om door
de branding te worden vernield.
Reeds nu staat zij vele meters in zee, en
ofschoon het huisje op flinke lange palen staat,
spat de zee er bij storm toch reeds tegen aan.
't Is dus noodzakelijk dit gebouwtje, dat
voor den schipbreukeling zooveel nut kan doen,
spoedig een veiliger plaats te geven.
De heer C. J. Hacke van Mijnden ver
trekt binnenkort naar Duitschland, ten eindo
te bestudeeren op welke wijze aldaar met
gunstigen uitslag maatregelen worden genomen
in het belang van de visscherij.
Na grondig onderzoek kunnen alsdan ook
hier te lande pogingen worden aangewend om
tegemoet te komen aan de meermalen geuite
klachten over achteruitgang der visscherij.
Den lsten Mei a. s. treedt op de Neder-
landsche spoorwegen de zomerdienstregeling
in werking, op welken datum eveneens hier
te lande de eenheid in den spoorwegtijd (zónen-
tijd) ingevoerd wordt.
Zooals men weet, valt ons land onder de
rayon, welke de West-Europeesche tijd (meri
diaan van Greenwich) als eenheid aangenomen
heeft, wat met onzen Amsterdamschen tijd
een verschil uitmaakt van pl. m. 20 minuten
(het juiste verschil is bijna 19.5 minuut), met
dien verstande, dat de Amsterdamsche tijd
20 minuten later aanwijst dan den West-
Europeeschen.
Daar voor het burgelijk leven de tegen
woordige tijd gestand blijft, zal men alleen
de invoering van den zónentijd kunnen be
merken op de dienstregelingbiljetten, op welke
de uren van vertrek dus, buiten de verande
ringen, 20 minuten vroeger gesteld zijn dan
thans het geval is.
T Naar de Tijd verneemt, heeft een inge
zetene van Amsterdam na een aanval van
influenza 26 dagen geslapen en is toen over
leden. Slechts een enkele maal werd de lijder
dommelig wakker, van welke tusschenpoozen
men gebruik maakte om hem eenig voedsel
toe te dienen.
Als een bewijs van de groote werkeloosheid
te Amsterdam meldt hetzelfde blad dat dage
lijks aan het bureau van den plaatselijken
commandant gemiddeld 16 personen zich aan
melden voor den kolonialen dienstvoor het
meerendeel zijn het jongelieden even boven
de 18 jaren.
Generaal Booth van het Leger des Heils
zal ons land bezoeken van 24 tot 29 Maart e. k.
Den 24sten Maart zal hij 1.21 aan 't Centraalsta
tion te Amsterdam arriveeren. Te 8 ure zal er
eene welkomstmeeting plaats hebben in de
groote zaal van het Paleis van Volksvlijt en
de generaal zal 's avonds eene besloten ver
gadering voor genoodigden leiden in het gebouw
der „Maatschappij voor den Werkenden Stand".
Vrijdagavond zal de generaal in eene openbare
vergadering in het Paleis van Volksvlijt op
treden en mededeelingen doen omtrent zijne
reizen en zijne plannen tot stichting der over-
zeesche kolonie van het leger.
Ook te 's Hage en Rotterdam zal de gene
raal in openbare samenkomsten het woord
voeren.
Over den toestand te Beets, schrijft de
heer Nawijn, hoofd der school aldaar o. a.
Velen hebben wegens den hoogen waterstand
hun huizen moeten ontvluchten. Men vergeve
mij, dat ik van huizen spreekin waarheid zijn
het hokken en hutten, voor een groot deel minder
dan schapen- of varkenshokken. Maar och, de
arme ellendigen noemen ze maar gemakshalve
hun huizen.
Sommigen der vluchtelingen vonden een toe
vluchtsoord in de oude school te Beetsterzwaag.
Op wat los stroo, onder twee dekens slapen ze
daar op den tochtigen vloer. De gevolgen bleven
niet uit; velen zijn ziek geworden en vooral de
kinderen hebben het zwaar te verantwoorden.
Geheel versuft en lusteloos zitten ze daar om de
kachel of liggen daar op hun ellendig leger.
Geef werk en brood! Dat is de kreet, welke
opstijgt uit aller mondwerk en brood, want
wij hebben niets te eten voor onze kinderen
En 't antwoord? De heeren grondbezitters
van Beetsterzwaag doen al het mogelijke om te
voorkomen, dat het mee3t voor de hand liggende
middel ter bekoming van werk, de bedyking
van den veenpolder, wordt toegepast.
Als reden, waarom de inpoldering niet geschiedt,
waarvoor het geld aanwezig is, wordt opgegeven
Omdat door drooglegging het jonge gras by
een nachtvorstje droog is en achterop raakt, om
dat het bevruchtende slib door afstrooming teloor
gaat moet Beets er aan gewaagd worden.
De Gedeputeerde Staten van Friesland hebben
eindelijk het verzoek tot inpoldering van den
grooten veenpolder in Opsterland en Smallinger-
land waartoe ook Beets behoort ingewilligd.
Ter voldoening aan de gedane toezegging
heeft de minister van financiën aan de Tweede
Kamer gezonden eenige statistieke tabellen
betrekkelijk de onroerende goederen, niet
vallende onder art. 25 der wet op de grond
belasting of de wet van 30 Dec. 1887 en van
de in de Grootboeken der Nationale Schuld
ingeschreven kapitalen, welke zich in de zoo
genaamde doode hand bevinden, met uitzon
dering van die, behoorende tot het domein
van den Staat en van het Kroondomein.
Daaruit blijkt dat de grootte in 1892 bedraagt
299,909,23.86 heet. tegen 317,333,39.28 heet.
in 1877 en 369,284,91.94 heet. in 1859.
Voor 2 jaren werd in de vraagbus der le
Afd. van de Fr. Maatschappij van Landbouw
eene vraag gezonden, wat er gedaan kan worden,
dat de goede arbeider op zijn ouden dag beter in
zijn levensonderhoud kan voorzien.
Die vraag was gemakkelijker gedaan dan opge
lost, maar thans is besloten het Hoofdbestuur
te verzoeken de verschillende Afd. in de provincie
te hooren en daarna zoo mogelijk aan de Regeering
te verzoeken een wetsvoordracht in te dienen
omtrent pensioneering van den arbeider, waartoe
werkman, werkgever en de Staat bijdragen.
Men begreep wel dat de wetgever zich niet kan
bepalen tot den veldarbeider en, als hij er toe zal
meewerken, dit in meer algemeenen zin zal doen;
toch achtte men het nuttig en noodig dat er van
wege de Maatschappij van Landbouw daartoe een
stem van initiatief uitga, zoover hare werkkring
strekt.
In de Drentsclie en Asser Courant lezen wy in
de rubriek Landbouw, het volgende zeer lezens
waardig artikel over de teelt van Serradetta.
Volgens mededeeling van 't Hoofdbestuur van
't Landbouwgenootschap in deze provincie z(jn de
proeven met serradella, het vorige jaar genomen,
by na allen mislukt. Het ongunstige weder heeft
daartoe veel bijgedragen en nuttig is het, dat deze
proef op enkele plaatsen herhaald zal worden. Of
echter het ongunstige weder wel alleen oorzaak
was van 't mislukken van dit gewas, moeten wij
wel betwijfelen, wanneer de verslagen, omtrent de
proefnemingen in Duitschland genomen, voorkomende
in het Maandblad van den Ned. Landbouwer no. 7
van 't jaar 1870, ons goede inlichtingen verschaffen,
Dit blad zegt o. a. het volgende;
„Door de gunstige uitkomsten, die gedurende drie
jaren met de teelt van serradella verkregen zijn,
heeft zich de teelt van dit voedergewas reeds voor
twee jaren in de geheele gemeente Neidenbach en
in dit jaar ook in de naburige gemeenten Arenrath,
Landscheid, Niederkoil, Niersbach, Gladbach en Heid-
weiler verder verspreid en wel met zoo gunstig
gevolg, dat in het volgende jaar in de gemeente
Niederkoil alleeD ongeveer 200 morgen (50 hectaren)
daarmede bezaaid zullen worden, aangezien het
bouwland dezer gemeente voor het grootste gedeelte
uit lichten zandigen grond bestaat en deze, volgens
de verkregen ondervinding, voor de serradella het
geschikst is."
De proeven in Drenthe genomen, hebben, naar wy
meenen, ook bewezen, dat de zandige, hooger gelegen
gronden de geschikste z(jn en gronden, waar de
klaver het weligst tiert, minder geschikt voor serra
della, omdat deze te zwaar zyn voor dit gewas.
„Hoe ongelooflijk," zegt verder het blad „het degenen,
die nog geen gelegenheid hadden om zich van de
hooge opbrengst van een goed veld met serradella
door eigen aanschouwing te overtuigen, ook voor
komen moge, dat de gemiddelde opbrengst aan droge
massa van eene snede, zonder de groote opbrengst
aan zaad op 40 centenaars per morgen (is 8000 kilogr.
per hectare) opgegeven wordt, zoo is dit toch do
zuivere waarheid en hfj, die slechts eenmaal zoodanig
serradellaveld gezien heeft, zal de juistheid dezer
opgave niet betwijfelen". Verder wordt nog melding
gemaakt van 60 centenaars per morgen.
„Het uitzaaien van 12 tot 16 pd, per morgen
(25 ares) op de overige 18 proefvelden te Niederkoil
heeft in de eerste helft van April plaats gehad en
wel zonder eenige bemesting in geheel uitgedragen
land, dat voor het slechtste uit den geheelen omtrek
gehouden werd. Hierin is echter juist de voortref
felijkheid van dit gewas gelegen, dat het 't best
op zulken geringen grond groeit, waarop andere
klaverachtige gewassen geheel niet of slechts gebrek
kig groeien."
Volgens het blad ontwikkelt de serradella inden
beginne langzaam en moet men niet te spoedig
rekenen op 't mislukken van 't gewas. Bij gunstig
weder kan men de eerste snede eerst 3 a 4 maanden
na 't zaaien oogsten en wanneer 't zaaien vroeg
tijdig plaats heeft, kan men met gerustheid ook nog
een tweede snede verwachten, wanneer namelijk de
eerste snede niet te lang blijft staan.
By het zaaien dat in 't laatst van Maart of begin
April het beste plaats heeft, gebruikt men 32 tot
40 kilo p. hectare of 16 tot 20 pd. per 25 ares,
zonder eenige dekvrucht. Ze behoeft geene bemes
ting, doch geeft met bemesting betere opbrengst.
De teelt der serradella, die zeer gaarne door het
vee gegeten wordt, kan, vooral op lichte zandgronden,
zoowel wegens de groote opbrengst van het gewas
als om zijne voedzaamheid, niet genoeg worden
aanbevolen.
De heer Henry Tindal heeft een Open
Brief aan den hoofdredacteur van de Middel-
burgsche Courant in het licht gegeven, waarin
hij eenige algemeen beschouwingen levert over
gebeurtenissen en toestanden hier te lande,
welke zijne goedkeuring niet wegdragen. In
zeer krasse termen verwijt hij invloedrijke bladen
gebrek aan moed in het voorlichten der natie.
Exemplaren van dezen brief zijn gratis ver
krijgbaar bij de uitgevers Holdert Co. te
Amsterdam.
/i v \'(*v