-L NEW-YORK. Alle soorten bereide Verfwaren, A. DROS Alk, ie CocMorp. P. BOON, iei Bare. Wei. J. DROÜWER, Oostereni. D. LAP, iei Hoorn. J. BRÜIN, ie Waal. de firma 1. VAN DER VEEN, Vertrek oit de haven van Texel, Donderdag 's morgens acht uur. ZomerMeeding. DRILGOEDEREN, J. Sz. DEKKER, 2 cents Sigaar, D onder dag 2 Juni Hoeden en Petten, J. Sz. DEKKER, Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij. BALTIMORE. Feuilleton. Nederlandsche Indische Handelmaatschappij liggen de veebooten van den Heer P. F. Holtzapitel ter inlading gereed voor het vervoer van Lamineren vafen TEXEL naar LEIDEN Even als altijd zijn de Lammeren geassureerd voor alle mogelijke risico's gedurende het vervoer, behalve sterfte, natuurlijken dood.) Informatie bij de Agenten 1' kookv Kortste en Goedkoopste OVERTOCHT. De stem van het geweten. Heden ontvangen een groote hoeveelheid zwarte en gekleurde Kinderpakjes, Broeken, ge maakte bukskin Heeren- en Jongenspakken en alles tot zom9rkleeding behoorende. Laatste bericht voor de opruiming van Vloer- kleeden, Karpetten, Loopers, Deur- en Kamer- matten. Al deze artikelen worden met extra korting opgeruimd, HAAST U DUS. UEd. Dw. Dnr. PH. VLESSING. LAKKEN, VERNISSEN, TERPENTIJN en OLIE in het groot en klein. Huis- en Rijtuig-schilder, Burg, Texel. Opruiming restanten Behangselpapier. de beste welke in dien prijs kan geleverd worden, volks sigaar bij uitnemendheid, enorm succes in Noord- en Zuid-Holland. Uitsluitend bij onze Depothouders zonder verhoogiug verkrijgbaar Sigarenfabrikanten, AMSTERDAM - MUIDEN - REENEN. van J. ten Doesschate te Zwolle, is verkrijgbaar bij A. P. KOOIMAN, BURG OP TEXEL. groote voorraad, wederom in de nieuwste soorten ontvangen. ROTTERDAM AMSTERDAM Men vervoege zich aan de Kantoren der N. A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam en bij de Agenten, of bij Inspecteur J. E. KROES te Groningen. E. BOLSIUS, te Oisterwijk. door D. C. M. 26. Hoofdstuk XVII. Zooals reeds vroeger gezegd werd vond Sullivan de taak, die hij op zich genomen had zwaarder dan hjj verwacht hadmaar hjj had zich nimmer onge lukkiger gevoeld als thans. Het geheim zelf was reeds groot genoeg om hem neer te drukken/maar Pelzer's nabijheid en de uitwerking, welke diens mededeelingen op mr. Kenyon hadden gemaakt maakte dit niet lichter. Wij hebben nu samen iets te spreken. Mijn hoed is nog binnen, zei Cyrus, hij was in een toestand waarin men slechts aan beuzelingen denkt. O, wat hindert die hoed. Kom mee 1 Hij liet zijn gevangene los en wees hem gebiedend voort te gaan. Samen begaven zij zich thans naar een prieeltje aan het einde van den tuin, waar de majoor Cyrus dwong om te gaan zitten. Ik veronderstel, begon de majoor gestreng.dat gjj nog in de meening verkeert, dat er iets uitte halen is. —Ik ben bang, dat er veel, zeer veel in is, antwoordde Sullivan. Welnu zei de majoor ernstig, ik heb u eenmaal een raad gegeven, maar gjj hebt dien in de wind geslagen. Gij komt hier met het doel om een man van hoog aanzien geld af te persen, door hem van een misdaad te beschuldigen. Weet gij wel, Sullivan, dat voor de Engelsche wet ieder, die zoo iets onderneemt beschouwd wordt als medeplichtige van den misda diger en gevaar loopt dezelfde straf te moeten ondergaan als deze? Gy vergist u, majoor Morton, zei de ongelukkige Cyrus angstig, ik kwam hier niet met dat doel. Hij bood mi) heden geld aan, maar ik heb hem verteld, dat ik geen penDy zou willen aannemen, al had ik broodsgebrek. Een leugenaar, zei de majoor, kan men nimmer vertrouwen, al spreekt hij de waarheid. Maar ik ben tevreden, wanneer gjj zooveel u zulks mogelijk is, de waarheid spreekt en ik moet u vertellen, dat naarmate hetgeen ik van u hoor minder verwonderlijk is, ik te gereeder u weer zal gelooven. Ik deed het niet, op mjjn woord, ik deed het nietl zei Sullivan. Vroeger, toen ik hierheen kwam ik moet het u bekennen was het mijn plan wel, maar toen ik hier in het dorp was en er dien schurk van een Pelzer aantrof. O, als gij die eens gezien had en zijn vreeseiyke plannen gehoord. En gij hebt berouw zei de majoor. Ik vertrouw niet zeer op zulke plotselinge omkeeringen. Zoo ver als ik voor mi) zelf op het oogenblik kan instaan, heb ik alles aan zij gezet, Ik heb mr. Kenyon voor Pelzer gewaarschuwd. Als ik een medeplichtige ben, majoor Morton, zijt gij het ook Gjj weet evenveel als ik. Het is niet meer mjjn plicht als de uwe om hem aan te klagen. Ik vraag u niet hem aan te klagen, ik heb u reeds meermalen gezegd, dat dit niet op mijn weg ligt, maar ik heb mij nu een weinig in de zaak gemengd en naar ik meen, behoef ik mij nu niet zoo onmiddelijk terug te trekken. Terwijl de majoor dien morgen zijne weinige goederen inpakte had hij meermalen het venster uitgekeken den tuin in. Hy had toen Helena opge merkt, die juist harteiyk lachtte over een of andere aardigheid van Douglas: Ofschoon een oude vryer was hy toch niet bestand tegen jeugd en schoonheid en Helena zag er zoo lief uit, dat hy het zichzelf niet kon verhelen, dat hy meer er door getroffen was, dan hy wel zou willen bekennen. Eenige oogenblikken later, toen hy weer uitkeek, zag hy maar al te wel, dat er voor hem geen hoop was. Dit speet hem wel zeer; maar gewoon aan tegenspoed in het leven, hoopte hy er zich spoedig in te troosten. Hy kon het echter niet van zich verkrygen. Pelzer's plan te laten uitvoeren, aangezien dit ongetwyield de jonge dame zeer veel leed zou berokkenen. Eerst zag hy daar geen kans toe, maar thans nu Pelzer zelf opgesloten was en hy Sullivan in zyn handen had, achtte hy het zeer wel mogelyk. Ik hoop, dat gy nu de zaak voor altyd zult laten rusten, Cyrus. Dat zal ik, zei Cyrus ernstig. Ik moet nu nog myn hoed hebben en dan ga ik heen. Bedenk u wel, maar als gy uw woord in deze breekt, verzeker ik u, dat ik u alle drie zal doen hangen. Om 's Hemels wil, majoor, laat my er buiten ik wou dat ik er nimmer mede te doen had gehad. Dat wenschte ik ook. Volgens uw eigen bewering zou de fransche schelm niets hebben kunnen doen, zonder u. Hy kan zonder my {niets doen, riep Sullivan uit Plotseling kreeg de majoor een inval. Hy keek overal rond, daarna ging hy vlak voor Sullivan staan en zei luid en beslist: Gy verteldet my de geschiedenis reeds vroeger maar ik weet nauweiyks hoeveel ik kan gelooven van alles, wat gy my zeidetbeproef echter eens) of gy niet eens in uw leven de waarheid kunt spreken Er gebeurde iets wy zullen het maar niet noemen op zekeren dag te Parys. Kent gy den datum? De tiende Januari 1868, zei Sullivan, was de dag waarop ik Parys verliet. Ter vervolging? zei de majoor. Sullivan knikte en mompelde „juist". En gy kwaamt, vervolgde de majoor, een week later of daaromtrent aan Veranderde de man, welke gy volgdet zeer van uiteriyk? vroeg hy. Deed hy zeer veel moeite om zich te vermommen Hy was volkomen onkenbaar, antwoordde Sullivan. Ik zag nimmer iemand zoo veranderd. Hoe weet gy, dat gy den rechten persoon volgdet. Als ik er eerder niet zeker van ware geweest) dan zou ik het heden morgen toch geworden zyn. "Wel, maar ik geloof toch, dat gy nu genoeg van de zaak hebt, niet? O, reeds veel te veel. Ik wilde wel, dat ik er my nimmer mee bemoeid had. Zeer goed. Waarom ik verlang, dat de geschie denis geheim blylt, gaat u niet aan. O, in 't geheel niet, zei Sullivan, in het minst niet. Het kon zyn, dat ik uw hulp noodig had voor uw medeplichtige. U beschouwt my als te slecht, majoor, geloof ik. Dat is uw opvatting maar dat doet ook niets ter zake. Wat weet gy van hem? Hy was een galleiboef jaren geleden en ik vermoed, dat hy na dien tyd wel weer wat zal misdaaD hebben. Dat is voldoende, maar ik had het gaarne nog iets duideiyker. Wat vermoedt gy, dat hy gedaan heeft na dien tyd? Ik weet het niet, zei Sullivan, maar toen ik dwaas genoeg was zyn naam te noemen, toen ik hem in Londen zag, keek hy vreeseiyk verschrikt op. Wordt vervolgd. Snelpersdruk LANGKVELD k DE ROOIJ Texel. EN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1892 | | pagina 4