N#. 497.
Zondag 10 Juli.
A®. 1892.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL GEDEELTE.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 unr op den dag der nitgave.
Prijs der Advertenlién
Van 1 tot 5 regels 80 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, Parkstraat, Burg op Texel.
HERIJK VAN HATEN EN GEWICHTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Texel brengen ter openbare kennis, dat voor
deze Gemeente de herijk van maten en gewichten
zal plaats hebbente Oudeschild op 18 Juli, des
namiddags van 12—3 uur, ten huize van de
wed. J. Bijlaan den Burg, op 19 Juli, van des
voormiddags 8 tot des namiddags 4 uur, en op
20 Juli, van des voormiddags 8 tot des namiddags
1 uur mede voor de bewoners der dorpen Koog,
Hoorn en Waal, ten huize van S. Kuiper Hotel
den Burg); te Oosterend, op21 Juli, des voormiddags
van 8—12 uur, ten huize van W. Koppen; te
de Cocksdorp, op 21 Juli, des namiddags van
3l/t 5 uur, ten huize van Jb. Buijs.
Voorts worden belanghebbenden er tevens op
gewezen
1°. dat zij verplicht zijn hunne maten en
gewichten, behoorlijk schoongemaakt, bij den
IJker, tijdens zijn verblijf in de Gemeente, tot
het ondergaan van den herijk te bezorgen
2°. dat zij, die zulks verzuimen of daarin ver
hinderd worden, voormelde maten en gewichten
vóór den lsten October nog aan den IJker
ter standplaats van het ijkkantoor, waaronder
hunne Gemeente behoort, ter herijking moeten
aanbieden
3°. dat, na het eindigen van den termijn van
den herijk, het gebruiken of voorhanden hebben
van maten en gewichten, niet voorzien van
de vereischte stempelmerken, volgens art. 29
der wet van den 7den April 1869 (Staatsblad
No. 57) verboden en strafbaar is
4°. dat, volgens beschikking van den Minister
van Waterstaat, Handel en Nijverheid, van
den 6 November 1891 het goedkeuringsmerk
gedurende dit jaar te bezigen by den ijk en
herijk der maten en gewichten zal zijn de
letter C in den gewonen Schrijfvorm.
Afgekondigd en aangeplakt te Texel, den 9
Juli 1892.
De Wethouder, De Burgemeester,
Coninck Westenberg. Strick van Linschoten.
TEXEL, 9 Juli 1892.
In de gisterenmorgen gehouden zitting van
den Gemeenteraad alhier, werd tot Secretaris
voor deze gemeente benoemd de heer E. J.
Brinkhuis te 't Zand (Groningen.)
Tot havenmeester werd benoemd de heer
B. Beumkes te Oudeschild.
Helder, 8 Juli. De kermis alhier, die zoo
druk bezocht wordt, dat niemand bij 't aan
schouwen er van kan denken dat wij in zulk
een slechten tijd leven, geeft nog al eens
aanleiding tot koddige tafreeltjes.
Een dezer nachten was een vreemde visscher
zoo buiten koers, dat hij zijn eigen vaartuigje
niet kon vinden.
Een grappenmaker kreeg dit in 't vizier
en zei tot den man„ga maar met mij mee,
dan kan je bij mij aan boord wel vernachten."
De visscher volgde gewillig en zijn geleider
bracht hem nu aan boord van een kermisschuit,
waar het personeel van een der inrichtingen
sliep. Ongelukkig kwam de kermishouder in
de damesafdeeling terecht en werd daar zoo
onwelkom ontvangen, dat hij spoedig, met
bekrabt gelaat weer aan wal stond en met
veel rumoer dreigde „prinses-verbaal" te zullen
opmaken.
De geleider was spoorloos verdwenen.
Andere kermishouders ontfermden zich over
den gefopten visscher en bezorgden hem een
veiliger nachtverblijf.
Aan belanghebbenden eigenaars van en
handelaars in schapen, is op de weekmarkt
te Leeuwarden, te Sneek en te Groningen een
verzoekschrift ter teekening aangeboden, be
stemd voor Z. Exc. den Minister van Buiten-
landsche Zaken en de strekking hebbende om
te bewerken dat Z. Exc. zijn invloed zal aan
wenden om althans voor de drie noordelijke
provinciën van ons Rijk den vrijen invoer van
levende schapen in Engeland te bewerken,
aangezien in de nabijheid der grenzen van die
provinciën (bepaaldelijk de Hannoversche gren
zen) geen spoor van eenige ziekte onder de
schapen is te bespeuren.
Zal de vermogensbelasting inderdaad ver
plaatsing van druk geven naar den juisten kant
Met andere woordenhoe zal de verlichting
van eenige accijnzen en van de mutatierechten
met 8 millioen, te vervangen door een heffing
van het bezit, werken
De heer van Houten heeft daarover Vrijdag nog
eens de volgende becijfering gegeven.
In de vermogensbelasting zullen vallen
2140 personen die een half millioen of meer
bezitten en te zamen 2.6 millioen ongeveer in de
nieuwe heffing zullen betalen.
4860 personen, die van 2—5 ton bezitten en te
zamen ongeveer 2.2 millioen zullen opbrengen.
Van de 81/, millioen der belasting zal dus 4.8
millioen of 56 pCt. worden betaald door de 7000
meest vermogenden in de lande.
Dan komen er nog ruim 9100 personen die 1
a 2 ton bezitten en te zamen 1 Va millioen hebben
te betalen.
Van de overige „kapitalisten", die van f 14.000
tot f 100.000 bezitten, ten getale van 80.000
ongeveer, wordt te zamen 2l/s millioen gevor
derd.
De nieuwe heffing treft dus slechts ongeveer
90.000 van de ruim 900.000 gezinnen in het land
en de meest vermogenden net zwaarst. Zij laat
810.000 gezinnen niet alleen geheel vrij, maar
ontheft hen ook van 4 millioen aan accijnzen en
bovendien het grondbezit van een last van 4
millioen aan mutatierechten, die een belasting
zijn veelal op den achteruitgang, als de eigenaar
verplicht is zijn goed te verkoopen.
De heer Henry Tindal heeft zich met een
adres tot de Kamer gewend, waarin hij haar
verzoekt geen meerdere gelden toe te staan
voor de stelling van Amsterdam, vóórdat door
een grondig onderzoek zal zijn uitgemaakt of
deze gelden werkelijk niet weder nutteloos
worden verspild.
De heer Tindal komt in zijn adres tegen het
onhoudbare van de stelling Amsterdam op,
die, hoewel gemaakt volgens hetgeen vroeger
door generaal den Beer Poortugael was voorge
steld, door dezen zeiven thans is afgekeurd. Hij
beroept zich op het oordeel van den generaal
Brialmont en zegt, dat hij bereid is die stelling
te bewonderen, als er één enkel deskundige te
vinden is, die haar niet bepaald onzinnig acht.
Zondag omstreeks half zes heerschte boven
en in de omstreken van Amsterdam een korte
doch zeer krachtige windhoos. Door het fraaie
weder uitgelokt, waren de eigenaars van vele
pleiziervaartuigen aan 't varen op de Zuiderzee,
en een hunner werd tusschen Marken en het
fort Pampus door de hoos gegrepen en op zijde
geslingerd, zoodat de yzeren centerboard water
schepte en nog slechts drijvende bleef op het
luchtdichte voorschip. Aan boord bevonden zich,
behalve de eigenaars en twee knechts, twee pas
sagiers, allen slaagden er in zich aan het boven
water drijvende gedeelte vast te klampen tot een
tjalk hen uit de netelige positie redde. Spoedig
kwam ook een der boeiers aangevaren, die de
manschappen behouden naar Amsterdam mede-
voerde.
De omgeslagen centerboard werd aan de tjalk
vast gemaakt en zoo drijvende naar de Oranje
sluizen gesleept, waar het vaartuig met behulp
van een sleepboot en ander materieel weder in
't gereede werd gebracht.
Te Amsterdam is door ontvangers der
directe belastingen eene vergadering gehouden,
om van gedachten te wisselen over het voor
stel van den minister van financiën om de
voorgestelde vermogensbelasting te doen in
vorderen door de ambtenaren der registratie,
en niet door die der directe belastingen, in
voerrechten en accijnzen.
Een motie werd aangenomen, waarin de
hoop wordt uitgesproken, dat de minister op
deze regeling zal terugkomen.
Een adres in dien geest is aan de Tweede
Kamer gezonden.
Van onze marine. Dezer dagen moesten
er door onze marine-officieren opmetingen gedaan
worden op het Sneekermeer, ten dienste der
hardzeilerij tijdens het bezoek aan Friesland door
HH. MM. de Koninginnen.
Het Heldersche blaadje de Extra Tijding deelt
omstandig mede, wat een verlegenheid de ont
vangst van die order onder de daartoe aangewezen
officieren veroorzaakte.
Mag men de mededeeling van het blad gelooven,
dan wisten de heeren op geen voeten of vamen
na, langs welken weg ze hun stoomsloep naar
het Sneekermeer zouden krijgen.
Er werd echter wat op gevonden.
De Friesche zeemiliciens moesten op het appèl
komendaar zouden wel eenige Friesche schippers
ondei schuilen, die er meer van wisten,
Alzoo werd het bevondenen de meest geschikte
uit een klein getal werd aangewezenom
den heeren marine-officieren den weg te wijzen
van den Helder naar het Sneekermeer(Zaanl. Cf.)
Dezer dagen vervoegde zich een net
gekleed persoon bij een winkelier te Haarlem,
voorgevende dat hij voor een zaak die financieel
zwak stond en geld noodig had, fleschjes Cibils
vleeschextract en blikken met gecondenseerde
melk wilde van de hand doen, tot zeer lagen
prijs.
De winkelier kocht van beide artikelen en
de man leverde van den voorraad, dien hij bij
zich had, ontving zijn geld en vertrok. Niet
lang na zijn heengaan ontdekte de kooper,
dat de fleschjes die Cibils heetten te bevatten
gevuld waren met koude koffie, terwijl de
blikken stijfsolpap behelsden in plaats van ge
condenseerde melk. Intusschen is deverkoo-
per verdwenen.
TEXELS
COURANT,