BLOOKER'8 CACAO,
Wie Zuivere Zeep wil koop,
JAN DEKKER,
NEW-YORK.
t.
T FIJNSTE MERK,
ƒ1.60
ƒ0.85
ƒ0.45
't fijnste merk.
Verkrijgbaar bij D. Daalder Mz. clen Burg.
De hofstede „Zeeburg"
OitTaopi eene pots voorraad
Regenmantels, Winterjassen
J. Sz. DEKKER.
Nederlandsch-Amerikaansche
Stoomvaart-Maatschappij.
BALTIMORE.
Leesuren open op de
Feuilleton.
uit de Fabriek „de Adelaar
te Wormerveer.
Uit de hand te koop:
Kortste en Goedkoopste
OVERTOCHT.
GELD.
niet los (per ons) verkrijgbaar, maar uitsluitend in gesloten bussen.
De verkoop neemt dagelijks toe, want de prijzen zijn slechts
pr kilo bus pr kilo bus pr kilo bus.
Daarvoor wordt het beste en oplosbaarste geleverd wat te maken is. Een hoogeren
prijs voor CACAO betalen is dus onnoodig.
vrage bij zjjn winkelier naar de
van
met !p. m. 112 Hectaren vruchtbaar Wei- en
Bouwland, gelegen in den polder de EENDRACHT
OP TEXEL, met de helft in de dijk en buiten,
gronden en tien Hectaren in de polder het Noorden,
Informatie te bekomen bjj Jb. KUIPER aan
de Waal en by S. DIJKSEN, Buitenlust, op Texel
en demi-saisons, Engelsch leeren en Buksking
broeken, Gewone en Jaeger baaien en flanellen,
wollen en katoenen Dekens, Rokken wol, Bont
mutsen, Gebreide goederen als Borstrokken,
Lyfjes, Broeken, Jachtvesten, enz. enz. Alles
zeer laag in pry's.; bovendien 5°/» a contant.
ROTTERDAM
AMSTERDAM
Men vervoege zich aan de Kantoren der
N. A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam
en by de Agenten, of by
Inspecteur J. E. KROES te Groningen.
a E. BOLSIUS, te Oisterwtfk.
LANGEVELD DE ROOIJ
Roman door A. S.
9. Hoofdstuk III.
Mevrouw van Elshout zei nietsmaar hield in
gespannen verwachting de oogen op de deur gevestigd.
Lang had zy niet te wachten, want weldra verscheen
Herman, de oude bediende, ten einde kennis te geven
van de aankomst van een zeer zonderling uitziend
exemplaar van het menschenras. Hy noemde zich
August Vogelschrik en beweerde de verwachte
gouverneur te zjjn. Hy wenschte de genadige
vrouw te spreken.
Vol verwondering schudde de oude Herman het
hoofd, toen zflne meesteresse hem bevel gaf, mynheer
de gouverneur dadeiyk tot haar toe te laten; hy
waagde het zelfs de opmerking te maken, dat het
mensch geen gouverneur kon zyn en ongetwyfeld
een vagebond was, wiens gestolen kleeding hem in
't geheel niet pasta Hy moest er echter wel toe
overgaan de nieuwaangekomene in 't woonvertrek
te voeren, toen zyne meesteresse haar bevel her
haalde.
Toen de jonge man binnenkwam, viel ook thans
weder duideiyk het contrast in 't oog, tusschen
diens uiteriyk en zyne houding en bewegingen. In
alles toonde hy zich geheel een jongmensch van
gegoede huize, die een bezoek aflegt. De bevangenheid
en schuchterheid eigen aan jongelieden, niet gewoon
in voorname kringen te verkeeren, ontbrak hem
geheel. Hy liep recht op mevrouw van Elshout af,
maakte voor haar een lichte buiging en stelde zich
kalm aan haar voor als August Vogelschrik, verder
bedankte hy haar voor haar goedheid de tyd van
indiensttreding tot op dat oogenblik te hebben
willen verschuiven en verklaarde zich eindeiyk
bereid zyn beste krachten in te spannen om zyne
verplichtingen na te komen.
Ja, ik verklaar u, zei hy, ik verlang er naar,
om in arbeid myn levensdoel te vinden. Al hetgeen
ik weet en ken, ben ik gaarne bereid uw zoontje
deelachtig te maken.
Ofschoon wel een weinig zonderling, klonk zyn
aanspraak in 't geheel niet verwaand. In den jongen
man was alles geheel anders, dan men dit wel
verwacht had. Mevrouw van Elshout, die anders
zeer goed met vreemdelingen wist om te gaan,
geraakte thans wel een weinig van streek. Geheel
afwykende van haar gewoonte, had zy haar breikous
laten vallen en was zy opgestaan om zyn groet te
beantwoorden en evenals zy dat gewoon was wanneer
iemand van haar stond, die haar voor 't eerst een bezoek
bracht, moest zy den jongen man met een paar
vriendeiyke woorden zeggen, dat het haar aangenaam
was hem te zien en uitnood igen om plaats te nemen.
Mynheer van Elshout ging het als zyne echtgenoote,
ook hy kon niet nalaten het jonge mensch vriendeiyk
toe te spreken. Weldra begon men te spreken over
de voorwaarden, waarop de gouverneur in dienst
zou treden. Tot zeer groote verwondering van
mynheer en mevrouw van Elshout beiden, vond de
gouverneur het goed van het onderwys in de godsdienst
ontslagen te zyn, daar hy zich daartoe niet in staat
achtte, terwyi zy uit het schry ven van den directeur
hadden meenen te mogen opmaken, dat hy daar
juist buitengewoon geschikt voor was. Verder
wenschte hy zich ook niet dadeiyk vast te verbinden;
maar wenschte hy van beiden zyden het recht te
behouden de verbintenis te verbreken, indien het
niet mocht bevallen. Nadat deze overeenkomst
gesloten was, vervolgde de heer van Elshout
Daar dé heer directeur myne echtgenoote
schreef, dat u zeer muzikalisch waart, meenden wy
dat u gedurende een paar uur 's weeks, wel onze
dochter Lize muziekles zoudt kunnen geven. Gaarne
ben ik bereid u daarvoor extra te betalen.
Daar is geen sprake van. heeft my vryge-
steld van het godsdienstonderwys, in ruil daarvoor
wil ik gaarne les in de muziek geven.
U speelt, werd my geschreven, zeer goed piano
en moet een zeer schoone stem bezitten, merkte
mevrouw op.
Men zegt zulks, maar daar ik er nog nimmer
les in gaf, wenschte ik ook op dit punt wel my te
verbinden op geiyke voorwaarden als wat betreft
het andere onderwys. Wellicht veroorlooft u my
nu reeds dadeiyk een proeve van bekwaamheid af
te leggen. Die schoone pianino daar in de hoek
noodigt my er als 't ware toe uit. U kunt dus
dadeiyk oordeelen, of myn vingervaardigheid u kan
voldoen.
Zonder de toestemming af te wachten, liep het
jonge mensch regelrecht naar de inderdaad uitstekende
pianino. Mevrouw van Elshout vond dit wel een
weinig brutaal, en dacht er over na, op welke manier
zy hem het best op het ongepastte van zyne
handeling kon wyzen, maar zyn vingers gleden reeds
overde toetsen en in 't volgend oogenblik had mevrouw
van Elshout geheel en al vergeten, wat zy doen
wilde. Ten hoogste opgetogen luisterde zy naar
het uitstekende spel.
Wat hy speelde Hy fantaseerde. Zyn gedachten
verwyiden in het verledene. Hy dacht aan de dagen
van verveling onmiddeiyk voorafgaande aan dien,
waarop hy zich het leven had willen benemen en
gaf dit weer in zyn spel. Hy deed dit zoo innig, zoo
aangrypend, dat mevrouw van Elshout aangedaan
werd en met kloppend hart naar de heerlyke toonen
luisterde, terwyi mynheer er niet meer aan dacht
naar buiten te zien naar de arbeiders. Ook hy vergat
al het andere.
Het laatste accoord was weggestorven, de speler
liet de handen langs het lichaam vallen en keek
droomend naar de toetsen. Plotseling echter stond
hy op, terwyi een glimlach om zyn lippen speelde.
Vergeef my, genadige vrouw, zei hy, zich snel
tot mevrouw van Elshout wendende. Ik heb u daar
een wild allerlei voorgespeeld. Ik had my zelf
vergeten, myne gedachten drukten zich uit in myn
spel, ik vergat alles rondom my. Maar ik wil trachten
my te beteren en wil dadeiyk daarmee een aanvang
nemen, beveel slechts wat ik u zal voorspelen, alleen
verzoek ik u niet van my te vergen, een alledaagsch
kunsteloos stuk te spelen. Indien het moet, wil ik
dat later gaarne doen, maar op 't oogenblik is my
zulks onmogelyk.
Mevrouw van Elshout zag met vochtige oogen
den spreker aan en maakte met de hand een
afwyzend gebaar.
U zult niet verder spelen, geen vreemden toon
zal deze door my ontvangen indruk verstoren, zei
zy ernstig. U zyt een kunstenaar, een door den
grooten God ryk begaafd kunstenaar, mynheer
Eensklaps hield zy op. De prozaïsche belachelyke
naam, Vogelschrik, wilde haar niet over de lippen
komenmaar zy moest hem toch uitspreken en
terwyi zy dit deed, verdween de betoovering, waarin
zy verkeerd had. Zy zag niet meer den kunstenaar
doch enkel den gouverneur, August Vogelschrik, die
hare bevelen afwachtte.
Ik wil verder niets hooren, mynheer Vogel
schrik, vervolgde hy, dat u myn kinderen wel
muziekles zult kunnen geven, hebt ge naar myne
meening voldoende bewezen door uw uitmuntend
spel. Of ge ook een goed leermeester zult zyn, moet
de tyd leeren.
(Wordt vervolgd).
Snelpersdruk - LANGEVELD k DE ROOIJ Teref
Blooker's Cacao,
gele Seep
EN