Buitenland. Even voor het afdrukken van de Courant vernamen wij dat brand was ontstaan op Oost in de woning van C. M. Timmer; de spuit van Oosterend was ter hulpe uitgetrokken, men had hoop de brand in den aanvang meester te zullen worden. De aanvoer van Wolvee op de Purmerender markt is van af 14 Maart weder toegelaten. De heer W. D. J. van Meetoren Brouwer, voor zich en als gemachtigde van 67 land bouwers te Kampen en omstreken, heeft aan den Min. van Binnenlandsche Zaken het ver zoek gericht, te bewerken, dat Duitschland weder voor den invoer van vee uit ons land wordt opengesteld, Aressant meent, dat de sluiting der geheele Duitsche grenzen voor den invoer van vee uit Nederland, niet zoo zeer het gevolg is van het besmettelijke mond en klauwzeer, dat hier te land6 in enkele plaatsen heerscht, als wel in hoofdzaak van het gesloten houden onzer grenzen voor den invoer van vee uit Duitschland. Eene oplossing dezer quaestie zou z. i. te verkrijgen zijn, wanneer de minister de grenzen van ons land wilde open verklaren voor den invoer van vee uit Duitschland, onder uit drukkelijke bepaling evenwel, dat zulks alleen geschiedt, indien ook Duitschland door een geltjktjjdigen maatregel zijn grenzen open ver klaart voor den invoer van vee uit ons land. Uit Twisk wordt aan de „Enkh. Ct." gemeld Als voorheen geeft het slachten van jonge kalven, in groote hoeveelheden, weder vrij wat beweging in de slachtplaatsen alhier. Bijna is 't ongelooflijk hoevele dezer dieren, als op eengepakt, in ons dorp worden aangebracht. Uit wijden omtrek worden ze door personen, door de slagers gemachtigd dezelve te koopen, aangevoerd. Al die kalveren gaan, na geslacht te zijn, naar Londen. De slager Couvert slachtte deze week op één dag niet minder dan honderd en dertien stuks, waarom iemand onlangs dan ook diens slachtplaats „Het Abattoir" noemde. De stand van den veehandel wordt door het „Ned. Landb; Wbl." als volgt geschetst Naarmate de aanvoer van vee op de verschillende markten toeneemt, worden de prijzen, vooral van kalf- en melkkoeien hoe langer hoe lager, en wanneer men in aanmerking neemt, dat het hooi schaarsch is, het stroo duur en de huurprijs met Mei betaald moet worden, dan ligt het voor de hand, dat by meerderen aanvoer, zoo België en Duitschland gesloten blijven, de pry zen nog meer zullen dalen. Dit is natuuriyk ook het geval met het fok-vee, terwyi de pryzen van het vette vee speciaal ge regeld worden naar den wekelykschen aanvoer aan de verschillende markten. De pryzen zyn1ste qual. aan 4 bouten 70, 2de 60, 3de 50 cent per Kg. De handel in schapen blijft steeds stug, en worden tegen lage prijzen van de hand gedaan. Varkens gelden steeds een besten prys en daar de voedersoorten goedkoop zijn, is dit een beste, zoo niet de beste aanfok voor den veehouder. Moge de tyd spoedig aanbreken, dat de grenzen weer voor ons rundvee geopend wordenmocht dit niet het geval zijn, dan iy kt ons den toestand vooral voor de huurboeren zeer slecht toe. Bij eenige veehouders onder de gemeente Alkemade loopt het jonge vee reeds in de weide. Weinig gewonnen hooi in het afgeloopen zomer seizoen zal hiervan wel de oorzaak zijn; dat er echter voor het rundvee buiten nog weinig te grazen valt, behoeft geen betoog. Op eene leuke manier heeft de Haagsche politie een 5- of 6-tal inbrekers en dieven gearresteerd, die reeds vroeger geruimen tijd in de gevangenis doorbrachten. De politie liet ze nl. één voor één op het bureau komen, om ze te hooren als getuigen. De heeren, die schijnbaar altijd geneigd zijn om der politie een dienst te bewijzen, kwamen allen maar geen hunner verliet het bureau weder 1 Onder het opschrift „Atjeh" bevat de „Tel." aan het hoofd van haar blad van Zaterdag het volgende Den eersten April aanstaande is het twintig jaren geleden, dat de Atjeh-oorlog begon; Dat is een heele tyd. Als er in Groningen of in Limburg gewapend verzet ontstond, zou men dan twintig jaren bezig biyven, met aan die geschiedenis een einde te maken Toch is de bevolking van Atjeh niets talryker dan die van eene Nederlandsche provincie. Wordt het niet langzamerheid tijd, dat er in het Noorden van Sumatra een geregelder toestand intreedt De langste oorlog is de duurste oorlog, en hoe meer men aarzelt om door te tasten, hoe grooter men den wederstand laat worden, en hoe meer men den invloed mogelijk maakt van in- kruipsels, waarover zelfs niet te mompelen moest zijn. Men mag het vermoeden niet doen ryzen, dat door kunstmiddelen van legerleveranciers de oorlog langer duurt dan strikt noodig is, en reeds twintig jaren is men bezig met dit land te bevre digen. Het wordt inderdaad tyd, dat hieraan op eenigerlei wijze een einde komt. Aan het „Ned: Landb. Wbl." wordt door iemand het volgende geschreven: Dezer dagen las ik in de courant het verslag van eene z. g. landbouwlezing ten onderwerp hebbende „de voeding van melkkoeien". Daarin werd de raad gegeven om mais te voederen in plaats van raapkoeken om daardoor betere boter en vaster vee te krygen. Nu beweer ik, dat het juist andersom moet zyn. De boter wordt van jaar tot jaar slechter, dezen winter was ze zelfs zoo gemeen, als ik ze in geen 40 jaar gekend heb. Gaat dat zco door, dan wordt de ordinaire spoedig onverkoopbaar. En waaraan is dit toe te schryven Myns inziens alleen hieraan, dat het ouderwetsche voer vergeten wordt, n. 1. 's winters meer raap- dan lynkoeken en daarby puik hooi, dat geeft geurige boter en hard vee. Thans is de hoofdschotel gemeen voer, vooral mais, garst, bieten enz. Dit geeft wel veel melk, maar onaangename, te vettige boter, zonder geur, die binnen 2 a 3 weken eer een vetdan een botersmaak heeft, terwyi het vee veel te vet en te zwak wordt. Vraag eens aan uwen slager, waarmede zjj de koeien en varkens liever hebben gevoerd met mais of met voer van eigen verbouw Het vleesch is daardoor ook lang zoo fijn niet meer. Dat de boerinnen geen goede boter meer kunnen maken, komt daar van daan, dat het voer niet deugt. Al staat er by iedere karn een wandelleeraar, dat zal toch niets baten. Daarom staak dat werk en zet de boerin de kroon weer op 't hoofd, door den boer aan te raden, dat hy wat minder maar beter voert en mest, en vooral geen kunstmest, want de natuur kan men niet verkrachten men vordert meer uit den bodem en uit de koe dan er in zit. De Red. van het blad voegt hieraan het volgende toe: Aangaande laatstgenoemden zin moeten wy toch opmerken, dat al moge een wandelleeraar ook by slecht voer geen goede boter kunnen maken, hy toch mede omtrent eene goede voeding, met het oog op de boterbereiding, wenken zal geven. En door gebruik te maken van kunstmest wordt de natuur niet verkracht, maar men tracht daardoor juist aan den bodem toe te voegen wat er aan ontbreekt om goed voedsel voor het vee te kunnen leveren.' De Nederlandsche Kamer van Koophandel te Londen heeft besloten, haar krachten te blijven inspannen tot opruiming van de hin derpalen, die nog steeds in den weg staan aan den handel in vruchten en groenten tusschen Nederland en EDgeland. Betreffende Neerlands aandeel in de vracht vaart op Huil, gaf de heer Boissevain de be langrijke verzekering, dat het voortbestaan van de „Zeeuwsche Stoomvaart-Maatschappij", dank zij de krachtige hulp van eenige particulieren, maar vooral ook door den steun van een der rijkste en machtigste maatschappijen in Neder land, verzekerd is. Toch blijft het bestuur het betreuren, dat, door gemis aan billijke samen werking deze vrachtvaart verlies blijft op leveren. De Kamer telt thans 100 leden in Engeland en 200 in Nederland. Een klein boertje onder Dongen, bezig zynde met het rooien van een boom, vond een tinnen bus met een inhoud aan gouden en zilveren munten, ter waarde van ruim f500. De gouden munten waren meerendeels rijders en dukaten. De zilveren drieguldenstukken. Een wel wat kras, maar erg lachverwekkend guitenstukje van een Amsterdamschen jongen kon men Zaterdagochtend zien in de Groote Bickerstraat. Aan een pakhuis aldaar was men z.g. aan 't „tabak prikkelen", dat wil zeggen, 8 man aan drie stokken haalden telkens een pak tabak op naar den derden zolder van een perceel. Beneden woont een gezin en nu kwam een eenzaam aanspreker met den noodigen ernst aanschellen, en nauwelyks klonk uit zyn stroeven mond het gewone „ik kom u bekend maken, dat overleden is"of een jongen, die beneden de pakken tabak aansloeg, stond naast den man, slaat hem de beide schinkelhaken onder de armen, laat het gewone „haal-op" hooren en byna op hetzelfde oogenblile is de man 8 4 9 meter van den grond en laat van schrik zyn „werkbriefjes" vallen. Op zyn geschreeuw staken de mannen, die aan de stokken trekken, hun gang en zonder letsel, maar onder algemeen gelach liet men den man langzaam zakken. Onnoodig zeker te zeggen, dat de jongen niet wachtte tot het zwarte mannetje beneden was. Te Arnhem heeft een vrouw het leven geschonken aan twee meisjes en een jongen. Het drietal zag er gezond uit en de moeder is naar omstandigheden redelijk wel varend. Liefde voor den soldatenstand. Men deelde aan het „Soer. Handbld." de volgende „curieuse Geschichte" mede: Eenigen tyd geleden ging een zoon van goeden huize, van deftige familie zelfs, in Nederland in dienst. Papa, die hem liever op zyn handelskantoor zag, kocht den jongen uit den dienst, stelde met andere woorden een rempla^ant aan voor zoonlief. Maar deze toekende kort daarop weder als soldaat en andermaal werd hy geremplaceerd. Voor den derden keer nam het jongmensch dienst, doch toen liet de vader hem „schieten." En zoo kwam die jeugdige militair, als gewoon soldaat in Indië, en hier in garnizoen. Intusschen was de oude heer overleden en erfde de zoon een kleine f 40,000. Toch dacht deze er in 't geheel niet aan zich uit den dienst te koopen en toog hy eindelijk naar Atjeh, waarnaar hy reeds zoolang verlangd had. In Siberië is dezen winter de koude nog erger dan Siberisch geweest en zy duurt nog voort. De thermometer daalde herhaaldelijk tot 45 graden (Celsius) vorst. Te Joniseisk (Midden- Siberië), op 58° Noorderbreedte, is het veelal ondoeniyk in de huizen een hoogere temperateur dan 3 tot 4 graden (88 gr. Fahrenheit) te verkrijgen. De ring, door den Keizer van Duitschland aan den Paus op zyn bisschopsjubileum geschonken, is, volgens de Frankf. Zeitung, uitgevoerd in den styi van Frederik H. Op den band aan de beide zyden naast den steen, een byzonder fraai geslepen en kostbare brillant, staan de Ryksadelaar en de keizerlyke letters W. I. R. gegraveerd, en in het vierkant zyn de naamcyfers van den Paus met de jaartallen 18431893, benevens het wapen van den Pauseiyken Stoel, de sleutels en de tiaar aangebracht. De ring zelf rust in een metresedagroen bekleede vierhoekige kas, op welker deksel, van gesneden leder met goud, het familiewapen van den Paus, door twee engelen gedragen, te zien is. De binnenzyde van het deksel, eveneens van gesneden leder, bedekt een uit de keizerskroon, de keizer lyke voorletters en den adelaar gevormde figuur in goud en in ivoor. Te Kopenhagen bevindt zich dezer dagen een afgezant van het Amerikaansche departement van landbouw, met het doel om den Denen het gebruik van de maïs beter te doen kennen. Maïs is veel goedkooper dan rogge of tarwe, lichter te verteren en is, behalve voor broodbakken, ook zeer geschikt voor bierbrouwen en huiseiyk gebruik. De Amerikaan zal aan de pers een diner aanbieden, dat hoofdzakeiyk uit maïs zal zyn toebereid. Verleden jaar reisde hy door Duitschland, en met uitstekend resultaat. Daar wordt nu veelal 83 4 50 pCt. maïs onder de rogge gemengd, en het brood is even smakeiyk, goedkooper en lichter te verteren. By een lompenkoopman te Keulen vond een der knechten by het sorteeren van oud papier, een banknoot van 100 Mark. Hij wisselde ze in een koffiehuis, wat zeer de aandacht trok van den herbergier, die er de politie van in kennis stelde. Deze informeerde naar de herkomst van de bank noot by den knecht, die zyn vondst mededeelde, waarop al het papier werd onderzocht. Het bleek toen, dat er nog overbiyfselen van tientallen banknoten in lagen, echter niet één gaaf meer. Men meent, dat de banknoten gestolen en uit vrees voor ontdekking vernietigd zyn. Het pakhuis is voorloopig gesloten en de politie zet haar onder zoek voort. De Hamburger-Altonaer vischhandelaars, uitgaande van de gedachte, dat het tot welzyn van het volk beter is voor weinig prys goede smakeiyke visch te geven, dan om door kleine toevoeren hooger pryzen te bedingen, waardoor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1893 | | pagina 2