Buitenland. Een zware brand heeft de buurtschap I Godschaloorü gedeeltelijk in eenen puinhoop veranderd. De braud ontstond bij den brood bakker Roos en tastte dadelijk de aangrenzende arbeiderswoningen en bouwmanswoning van A. C. Dronkert Sr. aan. Vervolgens sloeg de vlam naar de overzijde der straat, en zette daar den manufactuurwinkel van Van der Linden, het huis van A. C. Dronkert Sr., benevens de schuur en arbeiderswoningen in lichte laaie. Bij het huis van Middelhoek werden de vlammen gestuit, welk huis behouden bleef. Al de andere zijn met het grootste gedeelte der inboedels verwoest. Een lijkje van een kind van 11 jaar werd uit de brandende huizen gehaald. Het vernrande is gedeeltelijk laag en gedeel telijk niet verzekerd. - Een verschrikkelijk ongeluk trof Donderdag bet 7-jarig zoontje van de wed A. de G. te Ameide. H i kind had van een jongen een nog brandend stukje sigaar gekregen en stak dat in een zijner vestzakjes; zijne kleederen vatten vlam en door den invloed van den sterken wind stond het knaapje binnen enkele oogenblikken in lichte laaie. Aan onmiddellijke pogingen tot redding ontbrak het niet, ook toen het onge lukkige kind in huis gebracht was, maar te vergeefs; binnen enkele uren was het onder vreeselijke pijnen bezweken. Te Philippine hadden een landbouwer en zijne vrouw de onvoorzichtigheid des nachts hun kindje van nauwelijks vijf weken bij zich in bed te nemen, 's Morgens bij het ontwaken bemerkten de ouders, dat de kleine dood was, waarschijnlijk ten gevolge van verstikking. Zooals men weet was ons land, bö de revue te New-York gehouden ter eere der feestelijke opening van de wereldtentoonstelling te Chicago, vertegen woordigd door de „van Speyk", kommandant de kapitein ter zee Arriens. Een der Amerikaansche bladen, de New-York Herald sprak zeer uit de hoogte over het „verouderde" vaartuig en voegde er bfj, dat ook de Hollandsche officieren en matrozen niets bijzonders hadden." Nu ontviDg de Zw. Ct. een exemplaar van een Amerikaansch blad, waarin een beschrijving staat van de revue. Wat daarin over onze „van Speyk wordt gezegd, neemt zij over. - Niet alle vaartuigen konden in de voor- geschreven rfl hun plaats behouden. De Brazilianen zakten af. Eu de admiraal Gherardi, die aan boord van het vlaggeschip de „Philadelphia" de revue kommandeerde, zond bericht aan den kommandant van de „Duitsche Keizerin Augusta," die op het onze volgde, dat hij met zijn drie schepen de „van Speyk" mocht passeeren als deze niet in staat was in de rjj te blijven. „Maar hetgeen volgde bewees, dat de Hollander best in staat was voor zichzelf te zorgen. Met zijn vaartuig van hout en ijzer en verouderde constructie wist de commandant Arriens steeds op één fijn met de „Keizerin Augusta" te bleven, terwijl h(j den voorgeschreven afstand van de „Concordia die zich vóór hem bevond, bleef onderhouden. Geen enkele maal behoefden de Duitschers, die zich achter hem bevonden, hunnen tocht te vertragen. Toen de dag ten einde spoedde en de wind naar het zuiden omsloeg, heesch de kommandant het zeil en met behulp van stoom en zeil gelukte het hem, toen bö het invallen van de duisternis de volg orde niet langer behoefde gehandhaafd te worden, om naast de schepen, die de leiding hadden, te komen, En zoodra het begon te schemeren, bleek het dat de Hollander al de anderen had achtergelaten. Van de brug der Philadelphia kon hy worden waarge nomen met zijn rood-wit-blauwe Nederlandsche kleuren, de schepen in de achterhoede zijn groet toewapperende. 't Was kranig van den Hollander, die allen den loef afstak en te wiens eere het eerste schot van Fort Monroe, het punt van aankomst, werd gelost. Hy had getoond, dat hij best voor zichzelf kon zorgen." - Het bericht dat in Friesland een vrij uitge breid plan tot emigratie is op touw gezet, heeft de volgende ontboezeming uitgelokt. „Zulke berichten zijn welsprekend. „De bekrompenheid van inzicht, de keuteligheid van ons kapitalistisch, administratief bestuur, dat voor zich kapitaal vormt, jaagt blijkbaar de voort brengende krachten het land uit, omdat ze hier geen brood meer kunnen vinden. Zelfs de boeren die nog zooveel bezitten, om in Amerika land te kunnen koopen, wagen het niet langer om in Friesland te biyven, waarschijnlijk omdat zjj begrijpen, dat zij hier geene andere toekomst dan armoede hebben. „Arm vaderland 1 Goud hebt ge genoeg, om allen aan arbeid en welvaart te helpen, maar u ontbreekt eene ware levensbeschouwing, u ontbreekt juist heid van inzicht, naastenliefde, zooals Jezus die wilde en daarom ontbreekt u ook eene zuivere opvatting van het gemeenschapsleven en van de plichten, welke dit oplegt. Ge meent blijkbaar, dat ge gelukkig en sterk zijt, als betrekkelijk enkelen rijkdom bezitten en welvaart genieten, terwijl de meesten tobben moeten om hun brood of geheel arm worden. Ge meent blijkbaar, dat ge u dan gelukkig kunt noemen, maar weet, dat het leven van den gelukkigste niets beteekent als hij het geluk van anderen niet helpt bevor deren, als hij er niet aan medewerkt om aan allen welvaart te verzekeren, door zijn goud, I zijn rijkdom te gebruiken om de armoede door arbeid voor allen, weg te nemen. „Raadpleeg uwe vrees in dezen tijd van ont roering en vraag daarbij u zelf af, of ge gelukkig zijt en of uwe handelingen overeenstemmen met de leer, welke het evangelie der menschenliefde predikt. „Leer u zelf kennen en inzien dat het individuali- teitsbegrip niet maar alleen doelt op het voldoen aan eigen egoisme, doch ook een moreele zijde heeft. Dan zult ge u op gaan werken tot mora liteit en mede gaan arbeiden aan het vervormen van een onderling leven in verdeeldheid, tot een zuiver gemeenschapsleven, waarin allen tot wel vaart zullen komen en waarbij niemand het oude lieve vaderland voor een nieuw, vreemd land zal behoeven te verwisselen. „Toon uwe zedelijke kracht, opdat het gemis er van niet nogmaals daaruit blijke, dat de beste, de produceerende krachten het land verlaten. De dienstbode van den heer S. te Arnhem zag bij het binnenkomen van een kamer, dat er rook opsteeg van de tafel. Het bleek haar, dat een bolvormige karaf met water, die op de tafel stond en waarop de zon scheen, als brandglas had gewerkt. In het mahoniehouten tafelblad was reeds een flink gaatje gesmeuld. Omdat het mogelijk is, dat op slaapkamers, waar men soms in uren lang niet komt, karaffen zou zijn geplaatst, dat de zon er op schijnt, en er allicht gemakkelijk ontvlambare voorwerpen in de nabijheid zijn, achtten wij een waarschuwing niet overbodig. Een nieuw model boot. Aan Zimer is een patent verleend voor een boot, welke naar het model der rijwielen is ingericht, voor zoover de voortstuwende kracht betreft. De persoon op een zadel gezeten, brengt met zijne voeten de treden in beweging, welke overgebracht wordt op een schroef of op een achter de boot aangebracht rad. Met zijne handen houdt hij, even als bij de rijwielen I een horizontale staaf vast, welke dienst doet als roer. Naar men beweert, voldoet deze boot bij ruw weder beter dan een gewone roeiboot, terwijl zij tevens zeer geschikt is op een effen watervlakte. Daar het werk voornamelijk op de beenen aankomt, die beter dan de armen in staat zijn, geruimen tjjd achtereen spier kracht uit te oefenen, heeft deze boot het voordeel minder snel te vermoeien dan een roeiboot en vereischt bovendien veel minder bedrevenheid. De Zuiderzeeharingen schijnen hier te lande I deerljjk miskend. Jaarlijks worden er ongeveer I 50 millioen gevangen en die voedzame visch wordt in den vorm van bokking voor verreweg het grootste deel naar Duitschl nd gevoerd. De Duitsche regeering verstrekt deze bokking aan het leger en verschaft alzoo niet enkel een goedkoop maar ook een gezond voedsel aan haar soldaten als equivalent voor vleesch. De heer H. Joh. Smid vestigt hierop de aandacht in het „Utr. Dagbl." Hy vraagt of het niet mogelijk zou zijn de Zuiderzeeharing, waar voor de kooplieden hier te lande nu nauwelijks een kwartje per 200 kunnen bedingen, niet enkel bij ons leger in te voeren, doch ook in de gevan genis, gestichten en in huisgezinnen waarvoor het vleesch te duur is, ingang te doen vinden. Volgens deskundigen toch hebben haring en bokking grooter voedingswaarde dan rundvleesch. In 1888 is intusschen, indien wij ons goed herinneren, door Minister Bergansius een proef met Zuiderzeeharing bij ons leger genomen. Zij is toen mislukt omdat de visch niet in de smaak onzer soldaten viel. Wellicht lag dit echter aan de wyze van toebereiding. Onder de middelen tot opruiing behooren ook de indirecte aanvallen tegen de Koningin. Zoo heeft nu een der lieden, die er hun werk van maken de maatschappelijke onrechtvaardig heden te verkondigen, berekend da,t de Koningin een inkomen heeft van f 2,50 in de minuut. Volgens deze berekening zou zjj dus jaarlijks f 1,014,000 genieten, 't Is echter maar f 600,000. Dit geeft zeker nog een vry hoog cjjfer in de minuut, maar als men nu ook eens de uitgaven optelt, die voor het personeel der hofhouding worden vereischt en die voortdurend aan allerlei instellingen, aan kunstvoortbrengselen, aan armen enz. enz. worden uitgekeerd, dan komt men tot de conclusie, dat de Koningin veel meer heeft uit te geven dan zij ontvangt. En als men nu eens de Koningin „afschafte" - want dit schijnt toch de bedoeling van die berekening te zijn zou er dan door die ver mindering van de Staatsbegrooticg met zes ton, zooveel worden geprofiteerd? De 4 millioen Nederlanders zouden dan jaarlijks 15 cents per hoofd minder behoeven op te brengen, maar al de takken van nijverheid die gevoed worden door de uitgaven van het Hof en den breeden kring, dien het zich gevormd heeft zouden groote schade lijden. Die f 600,000 is misschien de meest productieve uitgave van het budget. Men vrage eens aan de Parfjzenaars, welk een nadeeligen invloed de verandering van regeerings- vorm op de nijverheid heeft uitgeoefend. Dit is geen argument voor het bestaan eener dynastie, wy voeren het alleen aan ter bestrijding van de berekening omtrent het inkomen der Kroon. (Arnh. Ct.) - In 't „Hbl." komt het volgende voor: De commissie die tegen de vervalsching van levensmiddelen waakt mocht wel eens naar de zon kyken dezer dagen. Ze ziet telkens bloedrood als in de maanden na de Krakatau-uitbarsting. Doch niet dooreen vulkaan waarover we niets te zeggen hebben maar door het branden van hei en veen waar over menschen wel kunnen beschikken wordt de zon rood en de lieden die ademhalen, benauwd gemaakt. Onontbeerlijker levensmiddel dan lucht is er niet. Moet nu werkelijk de geheele bevolking altyd maar weer, het eene voorjaar na het ander, de schoone dagen bedorven zien door die bar- baarsche wyze van ontginning, welke voor onbewoonde prairiën doelmatig, maar in een zeer bevolkt land onzinnig is. Zy die zwakke ademhalings werktuigen hebben, moeten pyn ïyden en hoesten door datonhebbelyke rooken in 't oosten, dat by westenwind de Duitsche naburen even org hindert. Wagens voor niet-rookers helpen reizigers, maar zy die van het rooken van de reusachtige heidepyp lijden, zyn niet te helpen. Daarom is het zeer noodig dat eenhet is streng verboden hier te rookenop de hooge venen- en arbeidsvelden worde aangeplakt. Vervalsching van lucht is erger dan eenige andere. Hbld De werkstakers in Huil hebben thans besloten, onderhandelingen met de patroons aan te knoopen. Volgens de laatste berichten hebben eerst de reedeis een schikking op nieuwe grondslagen aangeboden, waarby zy den dok werkers zouden waarborgen dat geen onderscheid gemaakt wordt tusschen de „unionisten" en de vrije werklieden. Daarop had een conferentie plaats tusschen afgevaardigden van de reeders en de werkstakers. Er bestaat nu gegronde hoop op een minneiyke schikking. Vrydagmorgen is in het dok te Huil een brand uitgebroken, dicht by de plaats waar onlangs een poging werd gedaan om brand te stichten. Het vuur vernielde thans de bergplaats der Humber Engineering Company. Veertien werklieden en jongens van de rywielenfabriek van Clément te Pary's zyn in hechtenis genomen wegens het stelen van onder- deelen van machines. De overige werklieden, ten getale van vierhonderd, trekken party voor hunne diefachtige kameraden en hebben het werk gestaakt. In een wijk te Liverpool, Oost Toxteth, is geen enkele herberg of tappery, omdat vroeger deze grond aan één persoon behoorde, die hem op erfpacht heeft uitgegeven, op voorwaarde dat er geen huizen zouden worden gebouwd, waar sterke drank werd verkocht. Die wyk onder scheidt zich in menig opzicht gunstig. De sterfte bedraagt er 10 h 14 per duizend, tegen 40 per duizend in andere wyken der stad. De armen belasting is tien pence of 1 sh. per pond tegen 2 sh. 6 d. elders. De waarde der huizen is hoogpandjeshuizen bestaan er byna niethet schoolbezoek is zeer bevredigend. Werkstaking onder de tappers. In Engeland is op het oogenblik een wet in behandeling, die aan de gemeentebesturen het recht geeft, de tapperyen geheel te verbannen. Die wet heeft veel kans van slagen. Natuuriyk zitten de tappers geducht in benauwdheid en wordt er kolossaal tegen de wet gewerkt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1893 | | pagina 2