MEST te koop gevraagd: 12 Broedeieren PHOTOGRAFISCH ATELIER. Een meid-bui: Verloren een Schilders-Diamant, A. DROS Albzn. - De Cocksdorp, Mantels! Mantels! Mantels! Gedurende ie kermis zal taemeioeui atelier date lij Is ppend ziia Feuilleton. GELD. 25 Gulden belooning SIGAREN Warmoesstraat B 396. Warmoesstraat B 396. Er biedt zich aan: A. DROS Albzn., levert diverse soorten zakken H. H. BAKKERS. Prima kwaliteit PAARLASCH, K RAB, W. J. LANGE VELD Pz„ Brieven fr. letter A. Bureau Tex. Courant. aan hem die mij den persoon kan aanwijzen die gezegd heeft, als zoude het begin van brand, omstreeks halt Maart b(j C. TIMMER ontstaan, door mijn toedoen gebeurd zijn. G. PLAATSMAN. Oost, Texel, 11 Juni 1893. in leeren schede, tusschen den Burg en Eierland, de naam op het hecht. De vinder zal beloond worden. Adres te bevragen Bureau dezer Courant, opgave prijs per kubieke el franco letter Z Bureau Tex. Courant. van rasz. onverw- zwarte leghorns, verkrijgbaar by C. EELMAN Az. Pijpersdijk, t 1.00 na toezending postw. f 1.20 franco huis. in groote voorraad verkrijgbaar in verpakking van Vjo Uo kistjes bij de Cocksdorp. tegen concurreerende prys. steeds voorhanden. MONSTERZAKKEN ad 30 cent per pond, verkrijgbaar by Handelaar in drogerijen en chemicaliën, 2e Hugo de Grootstraat 15, AMSTERDAM. By afname van minstens 5 pond franco thnis. Dames die noch niet voorzien zyn van een Zomermantel, zyn thans in de gelegenheid by mij voor ongekend lage prijs een prachtige collectie te vinden. Alsook een prachtige collectie avonddoeken voor de a.s. Kermis. Ontvangen een party MOUSELIEN en KATOENTJES, nieuwste patronen en lage prijzen; contant 5% korting. Waalderstraat. Ph. VLESSING. firmaWNKEL&O? ^PELDOORN. 3"' SlOOMVERVERM eii a Chemische waSscherij met uitzondering van Woensdag en Zaterdag, van af 's middags 1 uur, des Zondags van af 12 unr. Ieder die een goedgelijkend, net afgewerkt, portret verlangt, dat niet verbleekt of stippelt, waarvoor wordt ingestaan, vervoege zich aan bovengenoemd adres. BILLIJKE, MAAR VASTE PRIJZEN. Aanbevelend, UE. dv. d. Roman door A. S. 61 Hoofdstuk XXIII. Mevrouw Van Elshout en juffrouw Lize verwachtten mt) reeds, toen ik naar de woning van den predikant terugkeerde, daar zij bericht ontvangen hadden, dat de luitenant was aangekomen. Ik moest haar mijn onderhoud met den luitenant mededeelen en ik zweer u, mynheer Van Olna, ik deed het met den besten wil om geheel onzydig te zyn, door met geen enkel woord den diepen afkeer te verraden, welke my de luitenant meer dan ooit hid ingeboezemd; wellicht ben ik in den wensch om onpartydig te zyn te ver gegaan, misschien heb ik met te veel ingenomenheid van zyne vriendeiykheid, zucht tot verzoening en de vereering, die hy voor mynheer en mevrouw Van Elshout, alsmede voor Lize koesterde, melding ge maakt, daar hetgeen ik zeide op mevrouw Van Elshout biykbaar een zeer diepen indruk maakte. Wy hebben neef Frits toch zeker wel onrecht gedaan, zei zy vergevensgezind. Hy mag lichtvaardig geweest zyn, maar slecht is hy zeker niet, daar hy anders niet zoo spoedig en geheel de laatBte beleediging zou kunnen vergeten, die hem hier in Elshout is aangedaan. Zyn aanbod is inderdaad edelmoedig. Gy zyt nooit voorkomend en lief tegen over hem geweest, Lize, dikwyls hebt gy hem bitter gegriefd en toch bemint hy u, toch is hy bereid zyn rykdom met u te deelen, u tot meesteresse van Elshout te maken. Mejuffrouw Lize zag hare moeder aan met wyd- geopende oogen, waarin de hoogste bewondering te lezen viel. Kunt u er nog maar een oogenblik aan denken, dat ik dit verschrikkeiyk aanbod zal aanvaarden, vroeg zy met bevende stem. Ge moogt niet zoo hard en bitter over de inderdaad vriendelyke aanbieding van onzen neef oordeelen, myn kind, antwoordde mevrouw Van Elshout. Hy wenscht, zooals gy gehoord hebt, dat gy niet een ovoryide beslissing neemteen woord, zooals daareven tegen my gesproken, zal het den luitenant onmogeiyk maken nog verder te biyven aandringen op uwe hand, daarom heelt hy hoogst verstandig de bemiddeling van den goeden heer Springer ingeroepen en zich ook tot dezen gewend, om myne voorspraak te bekomen. En daaraan heelt neef goed gedaan. Hy kent uwe opwelling van het oogenblik, maar hy weet, dat ge myn lief, opofferend kind zyt, en ook dat gy den tegenzin, welke gy misschien een oogenblik zult gevoelen, zult weten te overwinnen, daar van uwe beslissing niet alleen uw eigen levensgeluk, maar ook de toekomst uwer moeder afhangt. Uw „neen" verdry ft ons beiden van het my lief geworden Elshout, van de graven van vader en Johantje in de koude en liefdelooze wereld, om den stryd te aanvaarden met bittere armoede en diepen noodwy hebben niets, niets uit de schipbreuk van onze hoop gered. Uw „ja" maakt u tot heerecheresse op Elshout en stelt ook my in staat hier te biyven, hier, waar ik zoo lang gelukkig geleefd heb, waar de herinnering aan myn vroeger geluk my tot troost strekt, waar iederen blik uit het raam op de lachende weiden en grasvelden, iedere wandeling in den tuin de schoonste herin neringen opnieuw in my doet verryzen. Ik ben overtuigd, dat gy na kalm overleg tot het besluit zult komen, dat uw geluk grondvest, daarom bid ik u althans in dit oogenblik nog geene beslissing te nemen. Juffrouw Lize had, terwyi hare moeder aldus tot haar sprak, bittere tranen vergoten. Toen nu mevrouw Van Elshout de hand van hare dochter greep en deze harteiyk naar zich toetrok, viel Lize hare moeder om de hals en omarmde haar stormachtig. Eensklaps echter rukte zy zich uit de omarming los en hare opgewondenheid onderdrukkende, zei Lize kalm en beslist: Ik behoef met het nemen van een beslissing niet te aarzelen, daar ik reeds besloten ben. Alles kan ik voor u opofferen, lieve moeder, maar myn ziel niet. Ik kan my niet schuldig maken aan meineed, ik kan niet zweren dien ellendeling te zullen beminnen en gehoorzamen, hem, die ik zoo diep veracht. Ik kan my niet aan hem verkoopen, ook niet uit liefde voor u, moeder. Wilt ge uw laatste kind ten grave zien dalen, verlang dan, dat ik aan den wil van den luitenant zal gehoorzamen 1 Kind, kindl Uw woorden zyn een boosaardige laster. Neen moeder, ik laster noch dreig. Ik zou nooit zelf een einde aan myn leven maken, maar moeten sterven wanneer ik gedwongen werd my zeiven te verachten. Maar neen, u zult my niet dwingen. U zult de nagedachtenis van onzen vader, die zoo iets nooit geduld zou hebben, niet ontrouw worden. Gaarne wil ik met u de diepste ellende verdragen, gaarne voor u werken, gaarne alles, alles doen, hetgeen u verlangt, maar den dief Lize, spreek niet aldus I Vader heeft het gezegd in zyn laatste levensuur, hy heeft het my stervende in het oor gefluisterd, wellicht had by er een voorgevoel van, dat dit uur komen zou. „Waak over Johantjes leven," fluisterde hy my toe, „behoed hem voor den dief en brand stichter." En diens vrouw zou ik worden? Nooit, nooit I Ga naar den heer Van Elshout terug, mynheer Springer, vertel hem, wat gy hier gehoord hebt. Zeg, dat reeds de gedachte aan hem my met angst en vrees vervult, dat ik hem haat en veracht, dat ik liever in de diepste ellende zou bezwyken, dan my aan hem verkoopen. Daar gy de eene boodschap hebt op u genomen en u daarvan gekweten, vorder ik van u, dat gy ook de andere zult op u nemen en vervullen. Gy weet, mynheer Van Olna, ik heb nooit weerstand kunnen bieden, indien mejuffrouw Lize my het een of ander verzocht. Hoe zou ik het thans hebben kunnen ondernemen haar niet te gehoorzamen, nu, terwyi zy zich bevond in eene zoo moeieiyke toestand als misschien in haar leven niet meer zal voorkomen. Ik belootde haar, te doen hetgeen zy vroeg en daarvoor bedankte zy my met een vriende- iyken blik en ook mevrouw Van Elshout veroorloofde my, naar den luitenant terug te keeren, terwyi zy, diep ademhalende, zei: Er biyft my niets over, als my te voegen naar den wil myner dochter. Lize heeft geheel en al het karakter van haren vader, die myne meeste wenschen vervulde, maar onverbiddeiy k waswanneer hy meende dat zyn geweten hem voorschreef deze of gene plicht te vervullen. Het dwaze kind vernietigt haar eigen levensgeluk, 't is zeer treurig, maar ik weet, dat er niets aan te doen valt, dat geon middel in staat zal zyn haar wil te buigen. Wanneer het eenmaal zyn moet, dan is het misschien beter maar geen oogenblik te aarzelen. Met veel lichter hart dan ik gekomen was, verliet ik de beide dames. Aangenaam kon de aan den heer Van Elshout gerichte boodschap zeker niet genoemd worden en toch verrichtte ik haar met een zeker soort van leedvermaak. My kwam het voor, alsof juffrouw Lize thans gered was van een noodlot, verschrikkelyker dan den dood en toch wist ik dat haar besluit haar een treurig leven in armoede en ontbering te leiden, zou bezorgen. (Wordt vervolgd.) Snelpersdruk - LAN GEVELD DE ROOIJ Texel <e ae Xr,v 1 i i i it V fl <D

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1893 | | pagina 4