N®. 609.
Zondag 6
A®. 1893.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor dkn Bübq 80 Cts. Franco per pott door ge
heel Nedkrland 45 Cts. Naar Ajtrrika en andc e
landen met verhooging der porto's.
Advert en tien vóór 10 nnr op den dag der uitgave.
Pryjs der Advertentièn
Van 1 tot 5 regels 80 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groots letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nnmmer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIÈN worden aangenomen by de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, ParkstraatBurg op Tïxïl.
TEXEL, 5 Aug. 1893.
Onze vroegere plaatsgenoot, de heer C. S.
Ponger, thans onderwijzer te den Helder is
in eene dergelijke betrekking benoemd te
Buiksloot.
- De heer Bartels, van het landgoed „De
Biezen," bij Barneveld, richt in de Barneveld-
sclie Courant een Open Brief aan het Hoofd-
)estuur der Holl. Maatsch. v. Landbouw, naar
ianleiding van diens bewering, dat in de
irochure van den heer Bertels „niets nieuws"
roorkwam.
Hij herinnert er aan, dat die brochure niet
mndelt over het geheele landbouwbedrijf, maar,
polgens de aankondiging, alleen over de vraag
ïoe in den voedernood nog dit jaar is te voor-
;ieD, en hoe men dit voeder zonder eenige
rosten kan conserveeren. Deze methode, de
ijne, is geheel nieuw. Hij beroept zich verder
>p het oordeel van de velen waaronder land-
louwleeraren, die de Bertel's Groen voederpers
ijn komen bezichtigen en de resultaten er van
oemden.
- Te Rozendaal (N.-B.) wordt thans door
e rijkspolitie streng gewaakt voor het door-
rekken van Russische bannelingen. In de
orige week werd weder een gezin van zes
ersonen over de grenzen gebracht. Meestal
ijn de lieden doodarm, geheel uitgeput en
ijna niet gekleed, zoodat zij in hooge mate
et medelijden opwekken. Ieder die deze
ogelukkige zwervelingen zag, tastte in den
ak, en tegelijk vroeg men zich af: waar
loeten de menschen blijven? Arm volk!
- Het is bij vele veehouders gewoonte
n kinderen te gebruiken als leiders bij
ieren. Hoe gevaarlijk dit is, blijkt ook nu
)e eer uit het feit, dat een jongen, met een
ne ier van de Beemster markt door Scher-
erhorn gaande, eensklaps door het woeste
er werd aangevallen, waarbij het arme kind
3D. )t bloed uit de keel liep en zijn bovenarm
itwricht werd.
- Het eiland Schiermonnikoog zal door
in nieuwen kooper den Duitschen graaf
Bernstorff, bestemd worden tot eene kolonie
.lo|>or dronkaards. (L. D.)
Eene dienstbode te Rotterdam, die
et eene speld in haren mond doende was,
kte deze in. Verschillende geneesheeren
sgi bben te vergeefs getracht de speld, die in
ïii it strottenhoofd is vast gaan zitten, te
rwijderen, zoodat eene operatie noodig is.
- Gratie aan Poutsma. De Nieuwe Tijd
antwoordt de mededeeling, welke de Arnli. Ct.
langs deed, dat Poutsma, indien hij gratie
eeg, een rustig huisvader zou worden en aan
politiek niet meer zou doen, met de mede-
eling, dat hare redactie bij een bezoek onlangs
de gevangenis afgelegd, in hem nog steeds
i vurig socialist vond, en dat h\j na de
vangenis te hebben verlaten, wederom als
gever van „De Nieuwe tijd," nu dus te
nsterdam, zal optreden.
Het bericht, dat onlangs in sommige
bladen stond, als zoude de opbrengst der
vermogensbelasting de raming verre over
schrijden, mist eiken grond van zekerheid.
Daartoe zou vanwege het departement aan
de inspecteurs der registratie eene opgave
moeten gevraagd zijn, terwijl wij met zekerhei d
kunnen meedeelen, dat die opgaaf tot heden
noch gevraagd noch gedaan is. (N. B. Ct.)
Als eene gewichtige ontdekking kondigt
de „Telegraaf" een middel aan, waarmede op
de Leerhoeve te Oudshoorn, op intiatief van jhr.
Henry Tindal, proeven zijn genomen tot steri
liseering van water. Verrassend moeten, vol
gens het blad, de uitkomsten zijn van een stroom
ozon door het onzuiverste water gebracht,
waardoor dit geheel gezuiverd wordt. In een
ingezonden stuk bevestigt jhr. Tinal nader
deze medeeling, „het is volkomen juist, dat het
meest verontreinigde water gemakkelijk en op
weinig kostbare wijze in goed drinkwater is te
veranderen," maar, eere gevende aan wien het
toekomt, noemt hij den uitvinder van het pro
cédé waarvan de samenstelling intusschen
nog geheim gehouden wordt; of het ozon is,
is dus twijfelachtig het is de heer Wisse,
en ontwerper der sterilisatoren is de heer
J. H. G. van der Weide.
Dinsdag kwam te Engwirden (Fr.) de
97-jarige heer Ten Boom nog ter stembus, om
zijn kiezersplicht te vervullen.
In het „Twentsch Zondagsblad" van
25 Juni jl. kwam een artikel voor van den
predikant den heer J. M. S. BaljoD, over de
quaestie in Neerbosch. Het bevatte ook
het een en ander aan het adres van den heer
Van Deth.
Door een brief, daarop aan dien predikant
door den heer v. D. geschreven, heeft hij,
ter wille van zijn ambt, den predikant de
gelegenheid opengesteld zijne verontschuldi
gingen aan te bieden. Na 14 dagen tever
geefs op antwoord te hebben gewacht, heeft
thans de heer v. D. eene klacht bij den
officier van justitie te Almeloo tegen Z.Eerw.
ingesteld.
Het Centrum schrift het volgende:
Men is er sinds lang aan gewoon geraakt, in zake
den Atjeh-oorlog allerlei zonderlinge en bitter stem
mende berichten te ontvangen. Het bloedige gevecht
van Tamiang ligt ons nog versch in het geheugen.
En wat nu omtrent dit moorddadig treffen door D.
in de pas ontvangen Deli Courant wordt medegedeeld,
is niet geschikt om den pQniyken indruk, door dat
gevecht gemaakt, eenigszins te verzachten. Integen
deel. De vfland was in genoemden strfld gewapend
met uitmuntende geweren, en wat blflkt nu? Luisteren
wö naar hetgeen in de Deli Courant wordt gezegd
„De Henri-Martine-geweren welke ons den 2n April
in Tamiang zulke zware verliezen bezorgden, zouden
niet in het bezit van de Atjehers gekomen zf)n, als
wö ons de onkosten hadden getroost, voortvloeiende
uit het stationeeren van een paar vlugge, gewapende
stoombarkassen tusschen de Kwala Langkat en de
Langsar-baai. Want dat eene prauw met oorlogs-
materieel uit Djohore naar de Oostkust onderweg
was, signaleerde ruim een maand te voren consul-
generaal Lavino, echter, zooals gebleken is, zonder
dat het baatte. Dat het bö éen prauw niet bleven zal,
als wö tegen de kosten van eene scherpe kustbewaking
blöven opzien, is vrö zeker."
Deze onderstellig zal ongetwöfeld door een ieder
worden gedeeld. En wat vooral treffen moet in dit
citaat, is de mededeeling, dat geen maatregelen werden
genomen, toen ruim een maand te voren gesignaleerd
werd, dat een prauw met oorlogsmateriaal voor den
vöand onderweg was. Men vraagt zich onwillekeurig
af, wat er op die manier van onze positie en ons
gezag op Noord-Sumatra worden moet? Zonder in
het minst te worden belemmerd, kunnen de smok
kelaars (hoewel gesignaleerd) hun bedröf uitoefenen,
wat, gelük in het gerecht van Tamiang bleek, voor
onze troepenmacht de meest noodlottige gevolgen
moet opleveren.
Wanneer zal toch eindelök eens een flink en
definitief systeem in zake den Atj eh-oorlog aangenomen
en in alle consequentie doorgevoerd worden? De
vraag is reeds herhaalde malen gesteld; maar na
mededeelingen als de bovenstaande dringt zö zich
weer als van zelf op den voorgrond. Reeds meer
dan twintig jaren duurt nu de noodlottige oorlog,
en dit vooral ten gevolge van onze stelselloosheid,
van de veranderingen die telkenmale in leiding en
bestuur werden aangebracht. In den vreemde, met
name Engeland, begint men zich met onze Atjehsche
aangelegenheden bezig te honden en het gevaar voor
moeielökheden van internationalen aard schönt
geenszins buitengesloten.
Moge men niet eerst dan tot doortastende maat
regelen in welken zin dan ook - besluiten,
wanneer het te laat isl
Onder het opschrift „The Swindlers of
Amsterdam" schrijft de heer W. R. Robinson,
Britsch consul te Amsterdam, aan de Engelsche
bladen het volgende:
„Ondanks de waarschuwingen, die ik herhaal
delijk tot Engelsche kooplieden en fabrikanten
gericht heb, betreffende het groote aantal
zwendelfirma's, die deze stad verpesten, spijt
het mij te moeten zeggen, dat het kwaad blijk
baar onverminderd voortwoekert, te oordeelen
naar de brieven, die ik voortdurend van Engel
sche firma's ontving, die, öf bedrogen werden,
öf voorzichtiger, om inlichtingen schreven, voor
dat zij de orders van deze luidjes uitvoerden.
Wanneer ik zeg, dat ik op mijn zwarte lijst
in Amsterdam alleen 120 namen heb, is het
duidelijk hoe uitgebreid en hoe winstgevend
deze schandelijke practijken zijn."
Volgens den „Amsterdammer" is in de hoofd
stad het volgende geschied:
Een aardig heilssoldaatje, wier groote tuithoed
eene wat al te sobere omhuiving was van 't levens
lustig gelaat, kwam dezer dagen met trippelpasjes
een café op 't Rokin binnen, waar vele jonge en
oudere heeren rond de tafeltjes zich het koude
bier wèl lieten smaken.
Ze bood de Oorlogskreet te koop aan, en zy,
die weten welk eene eer de vredelievende krygs-
lieden van 't geesteiyk bloed- en vuurleger erin
stellen, wekelyks bovenaan 't lystje der verkochte
exemplaren te komen, zullen zich kunnen voor
stellen met hoeveel aandrang de jonge soldate
het best geredigeerde geesteiyk blad van Nederland
aan de liefhebbers aanbood.
Aan een der tafeltjes, waar een groepje jongelui
zaten, met snorretjes donzig als de katjes der
bloeiende boomen, verkocht zy drie bladen.
„Ik wil nog tien kranten van je koopen," zei
een der jonge mannen, „als je me hier," en hy
wees op een plaatsje van zyn linker wang by den
neus, „een flinken zoen geeft."
„Top," antwoordde de colportrice in dienst van
generaal Booth en zij volbracht de opofferende
heldendaad, die door een luid hoezee der gasten
gevolgd werd. De jonge man hield zijne belofte.
Als straks onze jonge deerne bovenaan 't lystje
komt, blykt alweder dat in deze booze wereld
niet het hart en 't verstand, maar der vrouwen
uiteriyke schoonheid vaak het succes bezorgt,
TEXELSCHE COURANT.