TJALKSCHIP,
Yerpderiua: op Merdan dei U Ais. 1893,
vitte ei letleirde MOLTON DEKENS,
Puik ROOKVLEESCH
Het is verboden
Neerbosch.
Hollandsche Maatsch. v. Landbouw.
Feuilleton.
GELD.
Uit de hand te koop
2 3$
bd
FT
P
Cl
p
P
P
FT
K
te rijden of te loopen, op boete volgen3 de wet,
over de landerijen in EVERSTEKOOG toebehoo-
rende aan
14 Augustus 1893. P. M. STIGGELBOUT.
Een goed onderhouden
met completen inventaris, groot 44 ton.
Te bevragen b\j T. TIMMER, Burg op Texel.
De COMMISSIE in zake Neerbosch, door
drongen van de wenschelykheid om ieder die
haar aangaande deze Stichting eenige mededee-
lingen wil doen van feiten of omstandigheden,
daartoe ook in de gelegenheid te stellen, noodigt
bij deze alle belangstellenden uit zich schriftelijk
tot haar te wenden.
Zij het ft hare werkzaamheden geregeld en
verdeeld onder drie sub commissies, die als
volgt zpn samengesteld:
1. Commissie tot onderzoek vau den finan-
tiëelen toestand, bestaande uit de heeren
Mr. H. Ph. de Kanter te Haarlem, Voorzitter.
Mr. J. H. C. Cazius te 's-Bosch.
Mr. D. Engelberts te Zutphen.
Jhr. Mr. O. M. Mollerus te Apeldoorn.
Prof. Mr. J. de Louter te Utrecht.
W. Hovy te Amsterdam.
J. A. van der Lee te Aarlanderveen.
2. De paedugogisclie Commissie, uit de
heeren
Dr. Laurillard te Amsterdam, Voorzitter.
Ds. C. J. G. van Hoogstraten te 's-Hage.
Baron van Palland te Putten.
Dr. Van der Ven te Haarlem.
C. van der Linden te Rijnsaterswoude.
J. J. Verbrugh Wz. te Velp.
G. H. Hintzen te Rotterdam, Secretaris.
3. De hygiënische Commissie, uit de heeren
Prof. Dr. Van Overbeek de Meijer te Utrecht,
Voorzitter.
Prof. Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman
te Amsterdam.
Dr. Bruinsma te Steenbergen.
Dr. Berends te Nijmegen.
C. de Zwaan Jr. te Heivoort.
Graaf Van Limburg Stirum te 's-Hage.
Dr. Hermanides te Geldermalsen, Secretaris.
Ten einde een geregeld en vruchtbaar onder
zoek te kunnen doen noodigt zij belangstellenden
uit zich voor elk der onderdeelen te wenden tot
een der sub commissies of wel tot de onderge-
teekenden
W. H. DE BEAUFORT te Leusden,
Voorzitter.
J. DEN BOER te Almkerk,
Secretaris.
AFDEELING TEXEL.
des avonds ten 7 ure, in het locaal van
C. A. BROEKKAMP, BURG OP TEXEL.
Benoeming van afgevaardigde naar de Algem.
Vergadering.
Punten van beschrijving.
Ingekomen stukken.
Ondergeteekende bericht ontvaDgen te hebben
eene groote partij
vanaf de gewone tot in de fijnste soorten, prijzen
laag. Dekens vanaf 527? cent en hooger. Een
partij Molton dweilen (groot soort) 15 cent.
A contant 5% korting.
Aanbevelend, UE. Dw. D.
Ph. VLESSING.
per 5 ons 40 cent.
Verkrijgbaar bij K. PEREBOOM.
O
CD
CD
0
P
e-F
hd
CD
.1—1»
Roman door A. S.
78 Hoofdstuk XXVIH.
Waarom had Bertba voor hem verswegen, dat
Lize zich in haar huis bevond. ZQ zelf, noch haar
echtgenoot, noch hare schoonzuster hadden ook
maar even van dat verblijf gerept.
Maar neen, de kleine Klara had het wel gedaan
eenklaps begreep Bernard de raadselachtige woorden,
die Klara bij het afscheid nemen snel tot hem
gesproken had en waaraan door hem zulk een
valschen uitleg was gegeven.
„Een ander verlangt sedert dien verschikkelflken
nacht, in welke zfi den heer Van Olna zoo getrouw
verpleegd heeft, hartelijk naar dezen, rusteloos
denkt zfl aan hem, haar zflt gfi het schuldig, dat
u spoedig, in ieder geval voor Zondag nog, naar
Linau komt." Zoo ongeveer had Klara in den
haast gesproken en om hem dit te zeggen was zQ
expresselök teruggekomen. Bertha mocht niet
hooren hetgeen zij zeidel
Hoe helder en duidelijk ontwikkelde zich thans
de geheele smadelijke intrigue, door Bertha ge
speeld. Maar nog was het tijd om deze te ver.
Qdelen,
Voort naar LinauBernard snelde naar den
stal, de koetsier kon hem niet snel genoeg de
paarden voor de lichte jachtwagen spannen, hij
dreef hem aan tot den grootsten spoed, daar het
Bernard voorkwam als ware iedere minuut, die hfi
verloor onherstelbaar verlies.
Voorwaarts 1 H|j ontnam den koetsier, die niet
snel genoeg naar zijn zin reed, de teugeldoor de
niet gewone aanraking met de zweep geprikkeld,
joegen de paarden in wilden galop voort en toch
kwam het Bernard voor als volgden zij den slakken
gang. B|j vernieuwing dreef hfi de dieren tot
grooter spoed aan en eerst toen de verschrikte
koetsier weer een weinigje tot zich zelvenkwamen
schuohter zijnen meester opmerkzaam maakte, dat
de arme dieren geheel met schuim waren bedekt
en dreigden te vallen, wanneer zij nog langer tot
eene zoo buitengewone inspanning werden aangezet,
bezon Bernard zioh; hij had niet aan zich zeiven
en evenmin aan het gevaar gedacht, waaraan hij
zich door zijn onzinnig jagen had blootgesteld.
Slechts voorwaarts, snel voorwaarts wilde hi).
De schuchtere opmerking van den koetsier her
innerde hem aan den plicht voor zich zeiven te
waken en zfin ongeduld te bedwingen. Hij gaf
de leidsels weer over aan den koetsier en spoorde
dezen niet meer aan tot het maken van meer spoed,
hoe sterk hij ook verlangde snel het doel van de
korte reis, die hem eindeloos lang voorkwam, te
bereiken. Daar lag het landgoed Linau verborgen
achter den kleinen, met houtgewas omzoomden
heuvel. In een kwartier uurs was het te bereiken,
maar Bernard moest zijn ongeduld beteugelen, bij
moest zelfs den koetsier bevelen de paarden een
weinig in te houden; een witte doek, waarmede
eene bevallige, in snellen galop dwars over het
veld rijdende amazone hem toewuifde, gebood dit.
H|j herkende Klara, die hem reeds van verre
gezien had en Bernard door het wuiven met den
doek het teeken gaf, dat hij op haar moest
wachten.
De straatweg was door een tamelijk breede
sloot van de landerijen gescheiden, maar zulk een
hindernis hield de moedige Klara niet terugmet
een krachtigen sprong vloog haar moedige bruine
over den sloot en in 't volgende oogenblik hield
Klara haar paard in naast het rijtuig van Bernard.
Met een tevreden lachje zag zij dezen aan en zei
hem vertrouwelijk toeknikkende:
Eindelijk dus mijnheer Van Olna, eindelQk dus
gekomen. Ik heb u reeds eergisteren en gisteren
gewacht tot groote vertwijfeling van mij en mfin
ander o Jobst. Bjj deze laatste woorden wees zij
lachend met haar karawats naar den rijknecht, die
haar gevolgd was en nu langs den kant der sloot
rijdende naar een goed plaatsje zocht, waar hij met
zfin paard zijne meesteresje zou kunnen volgen.
U hebt mij verwacht, mejuffrouw Klara?
Heeft u mfi niet beloofd spoedig en in ieder
geval voor Zondag naar Linau te zullen komen
Daarom ben ik eergisteren, gisteren en heden op
den tfid, dat ik u zou kunnen verwachten, hier
langs de veldwegen gereden, steads naar u uit
kijkende, Waart u heden niet gekomen, dan had
ik mijn andere Jobst naar Plagnitz gezonden om
van u nog heden de vervulling uwer belofte te
vorderen en zoo noodig had ik u zelf gehaald,
want komen moost u heden in ieder geval.
Wanneer ik u goed begrijp, antwoordde Bernard
ernstig, wanneer mgn vermoedens mi) niet bedriegen,
dan is mijn bezoek op heden gewenscht, daar mejuf
frouw Van Elshout morgen Linau verlaat?
Klara liet de teugels los, jubelend klapte zfj in
de kleine handen.
Dat is heerlijk 1 riep zij. U weet, dat Elize bij
ons is. Ik heb u niets verraden en ben nu niet
meer aan mijne dwaze belofte, u niets te zullen zeggen
gebonden.
Aan wie heeft u die belofte gedaan?
Aan Elize natuurlijk. Maar trek niet zoo'n
benepen gezicht, mijnheer Van Olna, zij heeft er zelf
reeds spijt van, dat ztj zich door Bertha's giftige
woorden heeft laten verleiden, mij die domme belofte
te laten doen. Bertha verlangde, dat u niets er
van te weten zoudt komen, dat Elize bij ons ia.
Welken grond zij daarvoor gehad heeft, weet ik
niet maar aangezien zij het verlangt, heb ik mij
zeiven beloofd, dat u het toch zoudt te weten
komen en wel nog voor dat Elize ons verlaat.
Bertha verlangt niet dat u Elize weerziet, en juist
daarom zal en moet u haar zien en spreken en
om dit te bewerken verwachtte ik u nu reeds sinds
eergisteren hier.
Weet mejuffrouw Van Elshout, dat u mfl
wacht
Wat denkt u wel, ik ben niet zoo kinderachtig
haar dit te zeggeD. Neen, in mijn hoofd is het
geheele plannetje opgekomen, Elize heeft mij nietsi
vertrouwd maar in hare oogen heb ik het gelezen,)
hoezeer zij er naar verlangt den heer Van Olns
weder te zien. Maar ik praat u nu zeker reeds te
veel, want wij hebben eigenlijk geen tijd tot praten.
Zeg mij openhartig en eerlijk, mijnheer Van OlnaJ
of u heden naar Linau komt, ten einde Elize te|
zien,
Ja.
Alleen daarom?
Ja.
En wenscht u haar alleen te spreken, zonderl
dat Bertha, wangunstig als ztj is, ieder gesprokeij
woord afluistert,
Dat is mjjn innige wensch.
Zij zal vervuld worden daarom ben ik hier enl
wachtte ik op u. Ik wil voor u zorgen, maar dai|
moet u ook doen, hetgeen ik zeg. Wilt u dat?
Gaarne.
Dan moet u niet naar Linau rtjden. maar mt|
te voet volgenuw rijtuig laten wt) hier wach
het is niet noodig, dat Bertha dit ziet en daard
te weten komt, dat u in Linau zflt. Stijg
mijnheer Van Olna.
(Wordt vervolgd.)
Snslpsrsdrok - LANGKVELD DE BOOU Tc
De
v.
is n
led
Wal
te
rdoi
WERKZAAMHEDEN
- hri CN
1
«dl
ID i