Buitenland. |k Met het oog op de vele gevallen van miltvuur bij één landbouwer stierven niet minder dan 7 koeien binnen 14 dagen zijn enkele eigenaars van vee in de Sloterdijker- meer er toe overgegaan om hun vee te doen inenten. Die inenting brengt dit voordeel mede, dat, mocht het dier binnen een zeker tijdsverloop aan de ziekte, waartegen het is ingeënt, sterven, de volle waarde er van aan den eigenaar wordt vergoed. Zonder inenting ontvangt zooals bekend is de eigenaar geen enkele schadeloos stelling voor zijn aan besmettelijke ziekte gestorven vee. Twee koeien, die na de inenting gestorven waren, zijn reeds vergoed geworden. Naar „De Tijd" verneemt, worden aan het departement van Binnenlandsche Zaken voorbereidende maatregelen genomen tot wijziging der Gemeentewet. Een goed voorbeeld. Eenige landheeren in het Zuidelijk deel van Noord-Holland hebben hun huurpachters (veeboeren) vermindering van pacht oi uitstel van betaling verleend, wijl dezen anders met het oog op den geringen hooivoorraad genoodzaakt zouden zijn vee te verkoopeD, wat bij den grooten aanvoer op de markten en de lage prijzen thans niet raad zaam is. In vele plaatsen in Noordholland doet zich een epidemie voor onder de paarden, welke, naar sommigen beweren, veel weg heeft van een soort cholerinenochthans doet het zich als minder kwaadaardig kennen, dewijl de meeste gevallen binnen een week tijds volkomen hersteld zijn. Bij velen wordt slecht drinkwater als oorzaak beschouwd. Het hoofdbestuur van den Oranjebond van Orde heeft aan den nationalen feestdag van 31 Augustus 1893 willen verbinden het gedenkwaardige feit der oprichting eener instelling tot heideontginningbesloten is, als grondslag eener toekomstige onderneming op groote schaal, tot den bouw van zes arbeiders woningen op de heide bij Apeldoorn, waartoe zes bunders grond zullen worden aangekocht, en zulksovereenkomstig de plannen, ontwikkeld door den heer P. B. Bruijn van Rozenburg te Apeldoorn. Ten behoeve dezer instelling is besloten tot het aangaan eener geldleening. Nog al beleefd. In een protestvergade ring in het begin dezer week te 's-Gravenhage gehouden, in zake de kiesrechtuitbreiding, werd de volgende motie aangenomen „De vergadering, afkeurende de verregaande brutaliteit, waarmede Tweede Kamer-leden bij de behandeling der Kieswetvoorstellen het volk, dat zij heeten te vertegenwoordigen, hebben beleedigd, verklaart hen ongeschikt om langer hunne taak waar te nemen en noodigt hen uit, goedschiks naar huis te gaan." De gemeente Haarlem staat voor een proces, tenzij zij een minnelijke schikking wil aangaan. De vereeniging „de Sociëteit de Kroon", die op den bekenden Zaterdag van kermis door de commissaris van politie gedwongen werd te sluiten, heeft der gemeente Haarlem per deur waar ders-exploit, aanzegging laten doen, dat zij de gemeente gerechtelijk zal vervolgen, wegens de door deze aan „de Kroon" veroor zaakte schade, welke zij begroot op f 1500. „De Kroon" richtte tevens een adres aan den gemeenteraad iD, waarbij de Vereeniging verklaart, genoegen te zullen nemen met f 650, indien de gemeente die som vóór 22 Septem ber a. s. wil voldoen. Wil de gemeente dit niet, dan behoudt het bestuur zich uitdrukkelijk alle rechten voor om de geleden schade te verhalen. „De Tyd" ziet in den aanslag van Atjehers op het stoomschip Rayah" eene ernstige vinger wijzing tot een krachtiger optreden onzerzijds. Dit geval, zegt zij, zal nu wel geene politieke verwikkelingen uitlokken, omdat het schip onder Nederlandsche vlag voer, en de geroofde personen Atjehers zijn, doch het had evengoed anders kunnen zijn. In ieder geval herinnert het nu gebeurde er ons aan, dat eene herhaling der Nisero geschiedenis ons eiken dag te wachten staat. „Men stelle zich eens voor, dat het geplun derde vaartuig de Engelsche vlag had gevoerd, en dat zich onder de vermoorde en geroofde inlanders Engelsche onderdanen hadden bevonden. Welk eene reeks van bittere onaangenaamheden van vernederingen zoo niet erger zou in dat geval het Nederlandsche gouvernement hebben, te wachten gestaan! „Men weet met hoeveel felheid Nederland in het Britsche Parlement reeds meermalen is aangevallen, omdat het geen einde weet te maken aan den oorlog in Atjeh, en door het voortduren van dien oorlog naar sommigen beweren ook Engelsche handelsbelangen in het Oosten geschaad worden. „Zoo één ding vaststaat, is het wel dit: dat, om aan den Atjeh-oorlog een einde en een spoedig einde te maken, geen offer te zwaar mag worden geachtniet slechts omdat die oorlog een kanker is voor onze financiëa en ons prestige in Indië maar omdat, hoe langer die oorlog duurt, des te grooter het gevaar wordt voor inmenging van het buitenland. „Eene betrekkelijk geringe aanleiding zou daartoe voldoende kunnen wezen." Deze waarschuwing van „De Tijd" is zeker niet te onpas, merkt „De Standaard" op. Men ziet ook uit het geval met de „Rayah" weer, welk eene noodlottige onderneming de Atjeh-oorlog is. Voor ruim 20 jaar werd hjj aangevangen, zooals het heette om aan den zeeroof der Atjehers een eind te maken. En nu Van alle kanten wordt geklaagd over slechte tijden en er is nog nooit zooveel uitge gaan in Amsterdam als thans. Zaterdagavond b. v. was het Paleis voor Volksvlijt volde circus Carré, volde Park schouwburg, volde Salon, volde Vereeniging, volde Central Halle, volde meeste koffie huizen, vol. Rekent men nu daarbij de overige schouw burgen die meer of minder goed bezet waren, dan komt men tot een getal menschen die uit waren van je welste. Zonder overdrijving bevatten de gezamelijke schouwburgen Zaterdagavond 10,000 menschen. Zondagavond was het natuurlijk meer. En het zijn niet de eerste rangen, die het dichtst be zet zijn. („Amst. Ct." Het bestuur van den Nederl. Roomsch- Katholieken Volksbond heeft aan H. M. de Koningin-Regentes een adres gezonden, waarin medegedeeld worden de conclusiën, welke op het congres van Katholieke vakvereenigingen te Rotterdam gehouden, zijn genomen. Al vleien adressanten zich niet, dat onmid dellijk aan alle daarin geformuleerde wenschen zal worden te gemoet gekomen, vestigen zij toch bijzonder de aandacht op de conclusiën, waarin de wenschelijkheid is uitgesproken van de oprichting van kamers van arbeid der werk loosheid, door o. a. de landswerken in Nederland te doen plaats hebben en door betere regeling van den gevangenisarbeid en bevordering van den bouw van arbeiderswoningen. De „Arnh. Ct." schrijft Ten vorigen jare werden met het oog op de cholera te Utrecht en den Haag adressen gericht aan de Tweede Kamer, waarin zij verzocht werd het initiatief te nemen tot een wet houdende verbod om faekaliën in de rivie ren, kanalen enz. te werpen, omdat daarin de smetstoffen zich het meest ontwikkelen. De Kamer deponeerde de adressen ter griifie en niemand hoorde er meer iets van. Het „U. D." dringt opnieuw op zoodanige wet aan, daar ook nu weder gebleken is dat de cholera vooral door middel van de waterwegen zich verspreidt. Met adressen naar de griifie te zenden wordt de gewenschte uitkomst niet verkregen, maar zal de wet kunnen gehandhaafd worden Zal eene doeltreffende controle mogelijk zijn In elk geval zal een verbod toch meer uitwerken dan de zaak over te laten aan het welbehagen van het publiek. Desnoods behoeft het verbod niet bestendig te zijn en alleen geldend gedu rende den tijd dat epidemieën heerschen of dreigen. In de „Protestantsche Noord-Brabanter" doen eenige notabele ingezetenen uit Appelscha, Wijnjeterp, Minnertsga en Drachten, voorstan ders van 't bijzonder onderwijs, een beroep op de milddadigheid van Neerland's Christenen tot het bijeenbrengen van een kapitaal groot min-1 stens f 100.000 in eene of in jaarlijksche bij-1 dragen van 4 5 duizend gulden, om in staat I gesteld te worden tot de oprichting van 10 I bijzondere scholen. Zij zouden, naar zij in hun I uitvoerige bede om hulp verzekeren, daarmede I voldoen aan den uitgedrukten wensch van tal I van geloovigen in den Zuid-Oosthoek van Fries-1 land, die dagelijks in het socialisme de wrange I vrucht van het openbaar onderwijs kunnen aan-1 schouwen. Zonder de christelijke school, zonder I opvoeding naar Gods woord, verklaren zij den I strijd tegen het socialisme niet te kunnen vol-1 houden. „Sluit Schiedam!" is de huidige leuze,zegtI de Middelb. Ct. En wat dan? vraagt zij. Zou men denken dat dan de gansche wereld! voor het drankgebruik zou gesloten zijn? Van elders komt dan het- of een zelfde vocht;! maar bovendien: handelt men dan rechtvaardig?! en nog ernstiger vraagmaakt men de menschen! dan beter? Zou men rechtvaardig handelen? En op die vraag aarzelen wfj niet beslist ont-l kennend te antwoorden. Waarom jenever verbannen en niet wijn, cham-l pagne, tabak, cognac, koffie en thee, waarvani het gebruik eveneens, in meer of mindere mate,! nadeelig werkt? Over hun invloed verschillen! de gevoelens evenzeer als over het gebruik vanl jenever. Maar zelfs al weert men die allen, niet langl zal het duren of een nieuw middel tot prikkeling! tot opwekking, tot genot zal gevonden zjjn. Het! doel, dat men beoogt, wordt gemist en niets zal verkregen zyn dan een wedstrijd in het uitdenken! van andere middelen. Dit zullen de practische gevolgen wezen van! een onpractischen strijd. Met vergete bovendien niet hoevelen een eeriyïl stuk brood verdienen juist in Schiedam en elders! waar een uitgebreide handel gedreven wordt inl sterken drank. Niet aan die velen de schuld dat tal van zwakke! liDgen in de wereld misbruik van de jenever! maken tal van levensomstandigheden velen opl1 den weg van het verderf voeren. I j In de Engelsche vakbladen wordt gewaar!J schuwd tegen Hollandsche en Duitsche gistj c die soms niet minder dan 50 pet. meel bevat! Het is te hopen voor onze zoo belangrijke! gistindustrie, dat deze praktijken niet mee! voorkomen. Na het verlies onzer reputatie] op het gebied van den boterhandel, komtlp dus, dank zij dit geknoei, nu de gist aan del d beurt. I d (Maandblad tegen de vervalschingen.) |h Men schrijft uit Weenen, 3 September aan te de „N. R. Ct.": Jv< Te Agram staan thans twee bedelaars terechtlpi die zich van drie kinderen hadden weten mees|gt ter te maken, welke zjj op beestachtige wijzi mishandeld hadden, ten einde daardoor het mede|ee lijden der voorbijgangers te wekken. L Voor den rechter waren deze drie beklagen!^ waardige slachtoffers te angstig om vrij uit t|A spreken, doch toen hun verzekerd was dat zfl^ van de bedelaars niets meer te vreezen hadden^ wérden hunne tongen losser. Zoo deelde eeCr- van de kinderen mede, dat hem de voeten veiij^ schroeid waren, om met de open wonden helL medelijden der voorbijgangers te wekken. Varc^ het tweede waren de ledematen op zoo wreedJL wijze ineengewrongen en gebroken, dat de knaajje, weinig meer dan een vormlooze klomp wasfcr( De bedelaars trokken met de kinderen vAgj kermis tot kermis, en dikwijls kwam het voofcrc dat de onmenschen met hun schandelijk schou™|jt, spel 50 fl. per dag ontvingen. De verontwaaij diging onder het publiek was zoo groot, dal - de booswichten nauwelijks het gevaar ontliepepee op de terechtzitting aan de gendarmes ontrutpar en gelyncht te worden. len De bedelaars hebben hunne misdaden bekenif6 algemeen verwacht men voor hen eene zeeijei strenge straf, die zij trouwens ruimschoots veljit diend hebben. De kinderen echter zyn daarmedÉroi niet geholpenzij zullen hun leven lang mismaaWoe blijven; far Veel wordt er geklaagd op de Londenscblen beurs over het gebrek aan steenkolen. Nof001 slechts enkele verkoopers hebben een kleinefan, voorraad liggen, verreweg de meesten hebbel001 niets meer. Een Londensch koopman, die l"Us

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1893 | | pagina 2