„Vrijheid, blijheid," is het spreekwoord.
En werkelijk, toen de dagbladen ons de tijding
brachten, dat de uitvoer van vee naar Duitschland
België en Frankrijk, zij het dan ook nog met
eenige formaliteiten, weer onbelemmerd kan
plaats hebben, toen steeg er een juichtoon op
in 't gemoed van den veefokker. En niet
zonder reden.
Wij hebben een veefokkend land bij uit
nemendheid en iedere beperking van uitvoer
komt in de beurs van den veehouder terecht.
Als men weet, dat Vrijdag 20 jl. van
Leeuwarden vervoerd werden 130 wagens
beladen met vee, terwijl nog een boel vee met
stoombooten vertrok of overbleef om op vee
wagens te wachten, dan heeft men eenig
denkbeeld van de bedrijvigheid van zoo'n week
markt.
Er waren dan te Leeuwarden ter markt
gebracht: 3168 stuks rundvee, 1243 schapen,
496 varkens en 22 paarden.
Vele buitenlanders zoowel uit Duitschland
als ook uit België waren overgekomen, waardoor
de handel vooral in de goede qualiteit zeer
vlug was. NL. Wbl.)
Naar aanleiding van een desbetreffende
opmerking deelde de Burgemeester van Am
sterdam mede, dat overwogen zou worden of
in den vervolge bij het publiceeren van ver-
valschingen en voedingsmiddelen ook de namen
van de vervalschers zouden kunnen publiek
gemaakt worden.
Voorteekens van nieuwe onlusten? In
't Oldambt brandt zoo nu en dan weer een
enkele hoop stroo en worden van tijd tot tijd
glasruiten verbrijzeld. Verleden winter was
dit het begin der woelingen.
Het Weekblad van het Recht bevat een
vonnis, dat van gewicht is voor de kracht eener
verzekering tegen ongelukken.
Een ingezetene van 's Bosch, de hoer F. P.,
had zijn koetsier verzekerd by de „Eerste Ned.
Verzekering-Maatschappij" enz. te 's Gravenhage
en daarvoor de premiën betaald. De koetsier
kre&g een ongeluk, dat hem een half jaar lang
in het gasthuis bracht en een blijvend gebrek
aan zyn been berokkende, zoodat hjj zyn beroep
niet meer kon uitoefenen. De Maatschappij
keerde daarom aan den heer P. f 500 uit. Deze
gaf slechts f 20 aan zijn gewezen koetsier, en
nu eischte deze uitbetaling der overige f 480,
omdat de verzekering te zijnen behoeve was
gesloten en zjjn naam dan ook in de polis was
opgenomen. Hy beweerde tevens, dat op zjjn
weekloon gekort was voor de betaling der premie.
De heer P. ontkende dit laatste en meende
aan den koetsier niets verschuldigd te zijn, omdat
hy zelf in de polis als verzekerde was opgetreden,
zy het ook „op het ïyf van een ander persoon,"
fen dat alsdan, zooals de polis luidt, ,,niet deze
persoon, maar hy zelf als contractant de rechten
der verzekerden verkrygt."
Met deze verwering heeft de Rechtbank te
's Bosch zich by haar vonnis vereenigd.
De gevolgen van de ongunstige hooiteelt
en het weinige grasgewas na dien tijd komen
in het Noorderkwartier meer en meer aan den
dag. Sommige boeren maken nu reeds hun
vee „droog", opdat het minder voedsel zal
gebruiken en toch goed in het vleesch zal
blijven. Anderen zijn verplicht hunne koeien
te verkoopen, daar zij niet meer hooi hebben
geteeld dan ze voor hunne paarden noodig
hebben. Op het beste land komt tegenwoordig
zoo weinig gras, dat van de melk van 20
koeien niet meer dan 5 kazen per dag kunnen
gemaakt worden. Er zijn zelfs weiden, die
van het begin der maand Juni zonder vee zijn
geweest en waar nu nog zoo weinig gegroeid
is, dat men er geen vee op kan houden.
Door Directeuren der Ned. Maatschappij
v. Nyv. zyn adressen gezonden aan H. M. de
Koningin-Regentes betreffende Grondcrediet en
ontginning van woeste gronden door den Staat.
Wat het eerste adres betreft, daarin wordt mede-
deeling gedaan van de conclusiën, genomen naar
aanleiding van een rapport over het grondcrediet
uitgebracht.
Het tweede adres houdt in de volgende con
clusiën, genomen naar aanleiding van een rapport
door eene commissie over het ontginnen van
woeste gronden uitgebracht, en welke conclusiën
luiden
„Het is wenscheiyk, dat de Staat zelf zyn
woeste gronden zooveel mogelijk tot bosch make,
en het werk der ontginning voor eigen rekening
voortzette, op gronden, die hy door aankoop of
onteigening mocht verkrijgen, dat hij voorts een
technisch onderzoek instelle naar de zijdelingsche
voordeelen der bosschen op Nederlandschen bodem
en wake voor het behoud der bosschen, wier
bestaan voor het algemeen belang dienstig mocht
zijn, door ze van de eigenaren af te koopen of
door de gemeenten te laten afkoopen, hetzij bij
minnelijke schikking, hetzij door het uitoefenen
van voorkeur bij verkoop en desnoods door
onteigening
„dat de Staat onder de noodige waarborgen
voor het algemeen belang financieels hulp zal
verleenen aan gevestigde of op te richten cor
poration, besturen van gemeenten of provinciën,
indien deze tot ontginning en bebossehing van de
daartoe geschikte woeste gronden mocht worden
ingeroepen
„dat hij verder de bebossehing der woeste
gronden aanmoedige door het verspreiden van
kennis en door zijn te verkrijgen personeel ook
werkzaam te laten zijn in het belang van privaat
ondernemingen, dat hy echter, zoolang hy niet
kan beschikken over een voldoend aantal kundige
mannen, zyne bemoeiingen met het particulier
initiatief beperke tot het wegnemen van alle
belemmerende wetsbepalingen en het verstrekken
van ondersteuning aan de Nederlandsche Heide-
Maatschappy."
De „Utr. Ct." meldt het volgende
Een onzer lezers spreekt zijn verwondering
er over uit, dat hij in zijn gezin nu al het derde
dagmeisje heeft dat noch naaien nog stoppen
verstaat.
Inderdaad eene groote leemte.
Wat moet er van zulke meisjes worden, als
ze straks als besturende huisvrouw moeten
optreden in een Werkmansgezin
Een huisvrouw die niet naaien kan
Dus nooit een oud stuk opgeknapt, maar
fluks weggegooid om het te vervangen door
een nieuw? Maar als daartoe de middelen
ontbreken
Dat leidt tot snelle verarming.
Waarlijk, voor onze schoolhoofden een wenk,
om zich af te vragen of op onze lagere school
wel een leerplan gevolgd wordt, dat zich regelt
naar de toekomstige behoeften van den leerling.
Zeker, we weten van scholen, waaraan een
Naai-cursus verbonden is, maar waarom niet
aan allen?
Goed schrijven en rekenen achten ook wij
voor onze lagere standen hoogst nuttig, maar
zou voor onze vrouwkens de kunst van naaien,
breien en stoppen bet niet winnen
De deugdelijkheid van de school moet immers
blijken uit de praktijk?
Er wordt nogal geklaagd over het spoedig
rotten der boomvruchten. Zelfs „sponsperen"
die anders den geheelen winter goed blijven,
gaan nu spoedig tot bederf over.
Eene week of drie geleden overleed in
eene onzer provinciesteden de vrouw van een
herbergier, en deze trok zich dat verlies zóó
sterk aan, dat hij besloot haar in den dood
te volgen.
De buren zagen den mm, op wien niets
te zeggen valt, wel in geen 14 dagen. Zijn
huisbaas kwam voor een gesloten deur, die
bovendien was dichtgespijkerd. De politie werd
gewaarschuwd en zy wist het huis binnen
te komen. Thans bleek, dat de ongelukkige
man in zestien dagen volstrekt geen voedsel
gebruikt had, en alleen nu en dan wat boone
kamp dronk.
Men hoopt hem door liefdevolle verzorging
van zijn droevig voornemen te brengen, en
heeft hem onder geneeskundige behandeling
gesteld.
Een stijfkop. Een Meijersch boertje, dat
voor 't eerst tusschen de wielen zat, scheen
zich in den trein niet bijster op zijn gemak
te gevoelen, althans aan elk station keek hij
angstig rond en vroeg „moet ik nog wijder
varen." Eindelijk vroeg een medepassagier
den man waar hij dan wel heen moest. Ja
als ik dé mer wistriep ons boertje, dan was
't geen kunst. Mer kiekt is efkens, ze hebben
me in U. 'n pampierke in de hand gestopt,
daar zal 't beschien wel opstaon Je moet
naar Venraai, vriend, en in Beugen uitstappen
was het antwoord. Jao, dé kun de begriepen,
zei onze Noordbrabander: Vol betalen en
mensch halverwege d'r uutzetten, dan zuld(
is kieken of ik op m'n positieve staze zullei
met 't ding na Venraai varen en ander;
teekenik seffens pertest aan. Het kostte hee
wat moeite den eenvoudigen man te beduiden
dat overstappen noodzakelijk was om zijn<
bestemming te bereiken.
Eene firma te Hamburg, die hare fabrie
te Harburg gevestigd heeft, zond dagelijks in eei
portefeuille brieven en andere geschreven stukke
van de eene plaats naar de andere. De portefeuil
werd medegenomen door iemand, die gewoon wa
dagelijks van de eene plaats naar de andere
gaan en voor het bezorgen maandelijks 5 Mar
ontving. Het Reichsgericht heeft nu in hoogst
instantie beslist, dat de firma zich schuldig g<
maakt heeft aan overtreding der postwet, nie
tegenstaande hare bewering, dat hare portefeuil
niet als brieven moest worden beschouwd en da
zij brieven zond aan zichzelve, omdat zy op beid
plaatsen gevestigd is.
Dezer dagen is uit het krankzinnigengestich
te Herzberg in de gestolen kleeding van eei
bewaker een der gevaarlijkste inbrekers ontsnap!
Adolf Krüger heeft voor gewoonte aangenomei
zich krankzinnig te houden in de hoop in eei
krankzinnigengesticht opgesloten te worden
waaruit men gemakkelijker ontvluchten kon, zeid
hy. Dit was hem reeds eenmaal gelukt t
Dalldorf, waarna hy daar onbeschaamd genoe
den volgenden dag inbrak om een medegevangen
te bevrijden. Dit gelukte hem. Krüger vertro
naar het buitenland, en schreef aan de politi*
dat hij zich verbonden had aan het leger i
Nederlandsch Oost Indië. Intusschen was aa
een bankier voor 20,000 Mark aan geldswaardig
papieren ontstolen, men verdacht Krüger va
den diefstal, en slaagde er in, hem aan den Rij
te grijpen. Hy werd nu voor twee misdadei
tot 8 en 4 jaar tuchthuisstraf veroordeeld, hoew<
hij zich als een krankzinnige gedroeg, en opg<
sloten in een gevangenis nabij Kassei, die h
korten tyd daarop in brand stak met het do<
te ontkomen. De vlucht mislukte, Kiügerwei
in het krankzinnigengesticht opgesloten, waarui
hy nu ontsnapt is.
Een boerin uit Eschenbach (Mittelfrankei
vond onlangs in het veld een slapenden haai
Zy nam verheugd haar zakdoek, in een va
welks punten zij 200 Mark pas ontvange
geld geknoopt had, bond met dien doek de
haas de pooten vast en legde hem in
hengelmand. Maar de haas was niet zoo vas
gebonden dat hy machteloos was. Hy spron
onverhoeds uit den mand en koos het hazenpa
met den kostbaren zakdoek. Alle pogingen oi
hem teiug te vinden waren tot dusver vruchteloo
De arme vrouw is haar geld kwijt en wori
misschien nog beboet op den koop toe.
De omstandigheden, waaronder de mooi
op den burgemeester van Chicago gepleegd ii
gelijken zeer veel op die van den moord o
president Garfield in 1881, eveneens gepleeg
door een krankzinnigen baantjesjager, Gulteau,
Men meent dat de moordedaar, die voortduren
zijne tevredenheid betuigt over hetgeen hij gedaa
heeft, tevens de schry ver is van een brief, onde
teekend „Prennergast", dien de Senaat eenige
tijd geleden ontving en waarin president Clev
land met den dood bedreigd wordt.
Het gebeurde geeft de „N.-Y. Herald" aanleidin
te wijzen op het gevaar, dat gelegen is in h(
vry rondloopen van schynbaar ongevaariykekran
zinnigen. De „N.-Y. World" zegt, dat het tj)
is gekrenkten van geest te leeren, dat uitmidde
puntigheid geene verontschuldiging is voor h({
plegen van een moord.
Een misdadiger, die in 1850 ter dood wsË
veroordeeld, doch gratie had verkregen en d
voor zyn leven te Berlijn gevangen zat, is zy'i
verdere straf kwijtgescholden. De 63 jarige ma li
vroeg dringend, dat men hem in de gevangen
zoude latenhy gaat een zeer onzekere toekom! [j
tegemoet en voelde zich in de gevangenis zei
op zijn gemak. Zyn verzoek kon niet worde
ingewilligd.
De tentoonstelling te Chicago is Maanda
met gebed en gewijde muziek gesloten. M
zonsondergang werd de vlag der Vereenig<ije
Staten neergehaald, en daarmede was de plechti
heid afgeloopen. Ten teeken van rouw over dée
moord op burgemeester Harrison werden all B
feestelykheden achterwege gelaten.
In het geheel is de tentoonstelling bezocht do4e
20 millioen betalende bezoekers, of gemiddel
21
0
1(