VerpfleriDE der afd. „Teiel" van '1N. 0. G.
m
(MerpteetaÉ blijft zich hij TOortUm
aanbevelen tot het omlijsten van photo-
iraphiën en platen.
G. J. O. D. DIKKERST
publiek verkoopen:
Te koop gevraagd
ONTVANGEN:
Koobum"t' c. BAKKER Ca.,
Een belangrijke partij wollen gned
worden vervaardigd ter snelpersdrukkerij van
Burg—Texel. Langeveld DE ROOIJ.
Feuilleton.
bdrg—Texel. W. J. Langeveld Pz.
op ZATERDAG, 23 DEC. a. s. te 10 uur v. m.
in „Hotel Den Burg"
Uitnoodiging voor onderwijzers (niet leden);
J. DAALDER, Secretaris.
Notaris te Texel,
zal op DONDERDAG 28 DECEMBER 1893,
's avonds 7 ure, in het logement DE ZWAAN
aan den Burg op Texel
1.03.44 Huis, Erf, Wei- en Bouwland
Boetstuk en Tempelerf.
1.31.20 Weiland, Zuidel. Hoogespyjk.
1.21.00 Noordel. Hoogespyjk.
1.40.90 Noordel. Mn. Keizersland.
1.09.60 Zuidel. Mn. Keizersland.
4.08.50 Hooi- en Rietland, Mieland.
0.92.00 Weiland, Dorrekoog.
Alles gelegen in den polder Spang op Texel.
Eigendom der Erven van wijlen den Heer
M». Jz. ZIJM.
Een gebruikte, doch zich nog in goeden staat
bevindende EAR, met of zonder kap.
Aanbiedingen met prijsopgave worden inge
wacht onder motto kar, aan 't bureau van dit blad.
AFDEELING TEXEL.
Vergadering, op Donderdag den 21 December
1893, des namiddags ten 77, ure, in het locaal
van K. Langeveld te den Burg.
Werkzaamheden:
Verkiezing van een Voorzitter en 2 leden van
het bestnnr, voor de Heeren A. P. Eoorn en
C. A. He(jser.
Keuze uit eenige Landbouwredenaars voor
een Lezing.
Uitkeering der prijzen voor de bekroonde
Stieren.
Uitreiking van de prijzen der Tentoonstelling
H. M. v. L.
Lezing van den Heer Roeloffs.
Een prachtige partij Drensder en Zwolsche
Zweepen, van af 50 cent tot f 3.50; Bitten van
af 80 cent; Koe- en Paarden-rosborstels vanaf
55 cent; prima Ledersmeer 10 cent per doos.
Verder voorhanden Drukvilt voor borst en
schoftstukken van hamen, Werkhamen en Hoofd
stellen, Koetonwen, Haam- en Gareelstrengen
en verdere aanverwante artikelen, alles tegen
lagen prijs.
Aanbevelend,
Schoen- en Zadelmaker.
bestaande in: Kapers, Hersenlappenvoor kinderen
en grootereneen groote party zwarte en
gekleurde wollen Dekens, welke tot spotprijzen
worden verkocht. Verder Kinderpetten, Pooltjes,
Hans- en Jongens Polen, in alle modellen en
qualiteiten. Komt u overtuigen. Nog eenige
prachtige gekleide Mantels overgehouden, welke
voor alle pry zen worden opgeruimd.
A contant 5*/, korting.
UE. Dw. D., Ph. VLESSING.
20.
V Hoofdstuk
Marie amuseerde zich daar zeer in Arcachon en
zy wilde gaarne haar verblijf aldaar verlangen.
Dagelijks maakten de jonge meisjes thans verschillende
uitstapjes in de omstreken, voortdurend werd Marie
daarmede bezig gehouden, zoodat haar weinig tyd
overbleef voor droomerijen. De herinnering aan
mynheer Duran verontrustte haar thans veel minder,
nu zy by haar zelf gezegd had: „Ik heb hem
geweigerd; Louise heeft my nooit weder gesproken
over dit huweiyk, ik wil er niet meer aan denken."
Dit was een wys besluit, maar moeieiyk viel het
haar dit gestand te doen, geheel vergeten kon zy
hem niet, zy had voortdurend afwisseling noodig en
met schrik dacht zy er aan, dat zy weer naar haar i
oom terug zoude moeten keeren. Haar toekomst
scheen haar wel zeer somber toe. Nooit zou zy
nu in 't huweiyk treden. Wie zou haar by haar
oom zoeken, slechts oude vrienden kwamen deze
bezoeken. En het vooruitzicht van eene voortdurende
eenzaamheid deed haar opnieuw het vertrek van
den jongen Robert betreuren. Zou zy hem niet
hebben kunnen huwen zonder naar Amerika te gaan?
Om de waarheid te zeggen, wist zy niet recht wat
zy wilde, misschien wel omdat zy in haar eigen hart
wilde lezen.
Van de zyde van Duran was niets te voorzien,
niets te wachten, zei zy tot zichzelve. Zy meende
dat de eenige kans op een huweiyk voor haar bestond
in de terugkomst van Ferdinand. Er had toch wei
een misverstand kunnen bestaan. Zy was het niet,
die de jonge man had afgewezenzy kon nog hopen
En zy zette in haar gedachte de vroeger afgebroken
roman weder voort.
Hoofdstuk VI.
Louise Duran, die nog steeds te Porigueux woonde,
zat met haar man nog aan het ontbyt, toen zy een
brief van haar broedo» ontving. Daar er buiten hen
niemand anders in de kamer aanwezig was, las zy
den brief voor.
Lieve zuster.
Voorzeker zult ge niet weinig er over verwonderd
zyn, dat deze brief verzonden werd uit Lourdes;
ik verwonder my er zelf ook over, dat ik er ben.
Zoodra ge my had gemeld, dat me juffrouw Marie
naar hier was vertrokken, ben ik er ook heen
gegaan, zonder my zelf af te vragen, wat ik er
eigeniyk ging doen, omdat ik er niet uit vroomheid
heen ging.
Ik heb echter veel gebeden voor u, voor uw
man en voor uw lief dochtertje, wier gèmis ik
dageiyks meer begin te gevoelen. Ja, ik heb voor
allen gebeden en ook voor haar, die geweigerd
heeft uwe zuster te worden en die ïk niettegen
staande dat, maar niet uit myn gedachten kan
verbannen, ik durf niet zeggen van uit myn hart,
want ge zoudt er my dan om beknorren. Het is
echter wel uw schuld, dat uwe vriendin zoo'n
groote plaats in myn hart heeft ingenomen. Waart
gy het niet, die my haar hebt leeren kennen?
Waart gy het niet, die my haar hebt leeren waar-
deeren, door haar op gewone dagen by u te ver
zoeken? Daar heb ik kunnen zien hoe juist uw
lofspraak was omtrent haar; gy met uwe vriendschap
voor haar zoowel als voor my, hebt haar er over
geschreven. Zooals ge weet was het niet op myn
verzoek en het antwoord op uw schry ven heeft my
dan ook in 't geheel niet verw >nderd. Neem my
deze herinnering aan het veriedene niet kwaiyk,
ik wensch alleen, dat ge er de rechtvaardiging in
vindt voor myne gevoelens voor het jonge meisje,
die in alles beantwoordt aan hetgeen ik maar kan
wenschen in eene levensgezellin.
Zy heeft my afgewezen. Hoe komt het toch,
dat ik altyd nog een vage hoop voed myn liefste
wensch verwezenlykt te zullen zien Ik wensch
een hoop te voeden, die door niets gerechtvaardigd
wordt en dat nog wel terwijl ik vast besloten ben
myn vraag niet te hernieuwen en zelfs zeer vast
om my tegenover baar voortaan steeds te gedragen
als tegenover de vriendin myner zuster.
Ik heb niet aan deze vriendin kunnen behagen
myn middelmatige gestalte heeft haar misschien
te kort toegeschenen en myn gelaat vond zy
misschien te leeiyk. Welnu ofschoon ik niet
gegroeid ben, niettegenstaande myn neus nog
steeds te groot is en myn wenkbrauwen nog altyd
te dicht by elkaar komen, maak ik my nog steeds
biy met een zachte illusie: ik geloof, dat zy met
haar goedheid, haar eenvoud, haar rechtvaardig
heidsgevoel, zal kunnen begrijpen, dat het geluk
niet bestaat in 't bezit van een mooi gelaat maar
wel in het vinden van een man van een werkeiyk
edel karakter.
Gjj ziet, lieve zuster, dat ik my zelf de hoedanig
heden toeschryf, welke eene vrouw gelukkig
kunnen maken. Maar hoe mejuffrouw Marie er
toe te brengen tot erkenning hiervan Moet ik
afwachten, dat zy zelf deze stap tot toenadering
doet, welke ik niet wil doen Hoe zal ik komen
tot den goeden uitslag van hetgeen ik noem al
myne wenschen Gy hebt haar beloofd niet meer
over de vraag en de weigering te zullen spreken,
van waar zal my nu hulp worden verleend? Er
zyn oogenblikken, waarop ik my dwaas, ja volkomen
gek gevoel en het is in een van die oogenblikken,
dat ik u schryf. Gisteren heb ik haar ontmoet
en gegroet. Zy heeft my terug gegroet. Heeft
zy my herkend? Zy scheen meer aoht te slaan
op de zieke die ik in het karretje voortduwde. Ik
zal niet beproeven haar weder te ontmoeten ik
zal haar zien en haar van verre volgen. Hare
vroomheid bekoort my.
Tot weerziens, lieve Louise. Zeg aan uwe
kleine Margareta, dat haar oom haar in zyn ge
dachten op de beide wangen kust en geloof beiden
my steeds.
Uw toegenegen broeder
Reinier.
Wat denkt ge van dezen brief? vroeg Louise
aan haar echtgenoot. Willen en niet willen 1
Reinier heeft geiyk zich van dwaasheid te beschul
digen. Als ik vroeger maar eenigszins vermoed
had, dat zyne liefde voor Marie zoo diep geworteld
was, had ik over dit onderwerp niet gezwegen.
Marie is zoo vry moedig, dat ik zeer spoedig geweten
zou hebben wat zy omtrent myn broeder Reinier
dacht; myn trots echter weerhield my om my aan
eene tweede weigering bloot te stellen.
Welnu I ik kan er u dan voor instaan, dat uw
broeder haar behaagt.
Niets bewyst zulks. Ik heb nog nooit gezien,
dat zy poogde aan Reinier behaagiyk te zyn.
Neen zeker niet, zy heeft niet met hem ge.
coquetteerd. Maar haar ongedwongen vrooiykheid,
wanneer Reinier ons vermaakte door zyn snedige
gezegden en hare aandoening wanneer hy door woord
of daad biyk gaf van zyn goedheid, alles heeft my
het bewye geleverd, dat zy hem bemint, misschien
wel zonder het te weten en dat hy geiyk heeft te
wachten en te hopen.
Ik hoop, dat ge u in deze niet bedriegt.
(Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk - LANGBVBLD DB BQOU- Textl
Lijsten.
Alle soorten Drukwerk