Verboden eieren te zneken
BEHANGSELPAPIEREN,
SPINAZIE.
een tweejarige STIER,
imiTAÉ,
YEEYERYOER.
Alkmaar Hoorn Purmerend Leiden.
Beste zuivere EmeMe ZETPOTERS,
Alle soorten VERFWAREN,
Acht mooie jonge KIPPEN,
Op straffe bij de wet bepaald,
Het MoraMscl Atelier is popi
lederen, Zondag va 's nrflS
117s tot ies Midi® 3 nr.
0; Werllapi indien men tarra veeraf
kennis peft.
Informatiën bij de Agenten
Vertrek 's morgens zeven uur
Feuilleton.
Geheime Wraak.
Uit de hand te koop:
Eene Huismanswoning
TE KOOP:
TE KOOP:
Ondergeteekende
W. J).
IWLB Pz.
De stoombooten van den Heer P. F. Holtzapeeel
te Amsterdam, zullen weder als vorige jaren ter lading
gereed liggen; te beginnen op Zaterdag 14 April a. s.
voor de jaarmarkt te ALKMAAR.
op de landerijen van de
Wed. P. J. WITTE.
I genaamd „SANDERSHUIS", met circa
zeven banders land, waaronder zeer vruchtbaar
wei- en hooiland, staande en gelegen op Eoogeberg
te Texel ruim "U der koopsom kan op het land
gevestigd blijven.
Te bevragen by Jn. Jz. WITTE, Vredelust.
Lakken, Oliën, enz., in het groot en klein, bij
J. Sz. DEKKER, Schilder
te den Burg, Steenenplaats.
Te bevragen Bureau dezer Courant.
ten strengste verboden eieren te zoeken of te
rapen op de landerijen van
P. M. STIGGELBOUT.
by M. DE GRAAF, Bouwlust, EIJERLAND.
in de nieuwste patronen,
'7, en 7, belianglinnen, grond- en kastpapier,
bij J. Sz. DEKKER,
Steenenplaats, Burg.
By den ondergeteekende is dageiyks
verkrygbaar frisselie eigengeteelde
J. RIJK Jz.
BESCHIKBAAR:
dekgeld f 1.—
By P. BREMER, Waal en Burg.
bericht aan zijnen geachten begunstigers dat hy
ruim voorzien is van de zoo gunstig bekende
VEEREN en KAPOKKEN BEDDEN, alles van
solide qualiteit, zoowel tijken als vulling. Bericht
tevens dat kapok en bedveeren voor de aanst.
schoonmaak bjj elke hoeveelheid by hem verkryg
baar zijn. Minzaam aanbevelende,
Hoogachtend, UE. Dw. D.,
a contant 5°/0 korting. Ph. VLESSING.
Warmoesstraat 396
Burg op Texel.
Vrij naar 't Fransch door A. B.
20. Hoofdstuk XV.
Geen van beiden durfde echter een woord te spreken,
zonder twyfel wachtende op hunne veroordeeling.
O, z0t gfl het, mynheer de Lairis, zei de rechter
eensklaps na een korte stilte, die voor de schuldigen
langer dan een eeuw scheen.
Hy kwam naar Eduard toe.
Ik weet wat u hierheen voert, myn vriend.
Ge hebt de gevangenneming van Juan Cameron
vernomen
Eduard stond geheel versteld van schrik.
Wat mevrouw d'Orvilliers betreft, wier oogen
voortdurend op haar echtgenoot gericht waren, zy
luisterde met ingespannen aandacht.
En, vervolgde de rechter op denzelfden kalmen
toon, ge komt mevrouw verzoeken een goed woord
voor hem by my te doen met het plan om later zelf
ten gunste van den gevangene te spreken.
Eduard wilde gaan spreken, daar hy er niets van
begreep, maar Edith verhinderde dit.
In de beslissende omstandigheden des levens, geeft
de vrouw dikwerf doorslaande bewyzen van tegen
woordigheid van geest en koelbloedigheid wanneer
haar hart er by in het spel is.
Juist, zei zy met een stem die byna niet beefde.
Of mynheer d'Orvilliers werkeiyk meende, hetgeen
hy zei, of dat het slechts comediespel was, wist de
arme vrouw niet. Maar zy moest van de gelegenheid
gebruik maken om Eduard te redden, omdat hy niet
onmiddeiyk bedreigd werd.
Een uitstel was misschien het behoud voor hem
of misschien ook voor haar.
Juist, herhaalde zy, mynheer de Lairis komt
my vertellen wat er van morgen gebeurd is en ik
beken u gaarne, dat wy er diep door getroffen zyn;
mynheer de Lairis is zooals u wel bekend zal zyn,
de beste vriend van mynheer Cameron en Ik zelf
ben aan zyn zuster zoo gehecht, dat alles wat haar
treft, my niet onverschillig kan laten,
Ik weet dit, hernam d'Orvilliers zonder zyne
vrouw aan te zien. Maar men moet de dingen niet
overdry ven, men moet de zaak zich niet al te donker
voorstellen.
Wat bedoelt ge? vroeg Eduard eindeiyk begry-
pende, dat hy moest, spreken en dat Edith hem den
weg had aangewezen die hy had te volgen.
Ik bedoel, dat de gevangenneming van myn
heer Cameron, voor deze persooniyk, weinig gevaar
oplevert.
Is de beschuldiging dan niet ernstig? vervolgde
de Lairis.
Integendeel zy is zeer ernstig en de huiszoeking
heeft ongelukkig bewezen, dat de beschuldiging op
onmiskenbare feiten berust.
Welke feiten vroeg Edith.
Mynheer d'Orvilliers vervolgde zyn antwoord aan
Eduard.
Dis Juan Cameron, zei hy, is een zeer ge1
persoon een samenzweerder van een zeli
wilskracht en zeer groote bekwaamheiden
niet twyfelachtig dat hy, voor welke rechtbi
ook gedaagd wordt, zal worden veroordeeld zi
hoogverraad.
Is hot mogeiyk? riep Eduard uit, die lang:
hand een weinig gerustgesteld werd omtrent
eigen toestand en dien van Edith en daardoor
belang begon te stellen in de zaken van andi
Het is zeker Alleen is geen enkele
bank hier te lande in staat hem te veroordeelei
hy als vreemdeling beschermd wordt door de
nationale gastvryheid
O, ge wentelt my een steen van het hai
Edith uit en ik ben recht biy om hem en vooi
zyne lieve zuster.
Maar men zal hem toch zoo ik hoop niet
gevangen houden.
Ik denk het niet.
Alleen is het te vreezen, dat hy uit Fri
verbannen wordt, is het niet
Ik kan de beslissing van den minister niet vi
loopen, hernam mynheër d'Orvilliers droog,
werk is in deze afgeloopen. Ik wil u echtei
bekennen, vervolgde hy glimlachend, iets zeeri
woons by hem, dat ik myn rapport zoo zacht mo|
gemaakt heb, zonder echter iets van de waal
te verbloemen en ik denk, ik hoop, als hi
minste van my afhing zou het zoo zyn, dat
met hem de meest mogeiyke toegevendheid!
gebruiken, voor zooverre dit natuuriyk is ovi
te brengen met de belangen van Frankryk
verplichtingen van het gouvernement.
En dat zou rechtvaardig zyn! riep de
uit. Juan Cameron is een.-van die mannen,
uitblinken boven allen, die zich de achting weti
verwerven van hun meest verbitterde tegenstai]
Ik ken niemand, die meer waard is geacht
wonderd te worden, die op een edeler karaktei|
roemen. Het is een ridder van den ouden
en ik, die hem veel verplicht ben, die hem hi
lief heb, beweer, dat er geen oprechter man bei
Maar niemand twyfelt daar aan, myn w;
heer de Lairis, hernam de rechter op kouden ki
toon. Daar staat hy voor bekend, en ieder,die|
maar eenigszins kent, is daar zeker van.
Ik twyfel daar geen oogenblik aan, hei
mevrouw d'Orvilliers; toen ik van morgen Ten
ik wil zeggen mevrouw Bertin, ging opzoeken,
hedenmorgen, toen gy my zoo korten tyd di
hebt vervangen om de opdracht te vervullen, die
u nog te onaangenamer was, door uwe bekem
met den schoonbroeder van mynheer Camerot
met mynheer de Lairis.
Mynheer d'Orvilliers wendde zich thans voi
eerste maal na zyn binnenkomst tot zyne vroui
O, zei hy, haar strak aanziende, zyt gij
morgen by mynheer Cameron geweest?
Ik was een bezoek schuldig aan zyne zi
Ik was toevallig in de nabyheid harer wonini
ben toen eens by haar aangeloopen.
En hebt ge hem toen gezien?
Voor de eerste maal of liever, ik heb
voor de eerste maal gesproken, want vroeger
ik hem wel eens meer gezien in de spreekki
van het pensionnaat, wanneer hy Teresita k<
opzoeken.
Mynheer d'Orvilliers sprak geen woord, masu|
keek zyne vrouw zoo scherp aan, dat deze een ril
door al hare leden voelde gaan.
Hy weet alles, dacht zy. Waarom speell
deze comedie en wat heeft hy besloten? D;
kwam de vrees, die haar voor een oogenblik verl
had, niet voor haar zelf, maar voor hem, voor
zy haar plichten verzaakt had, weer terug en bi
zy er weer eterk naar te verlangen, dat deze
zou verwyderen.
Deze bedriegeiyke kalmte kon niet lang meer di
Zy vermoedde, dat er weldra eene vreeseiyke s
zou uitbarsten.
Zy was daarenboven te slim, om zich zoo gi
te laten bedriegen door de schyn, waaraan zy
een oogenblik nog eenige waarde had gehecht, vi
omdat zy dit wensehte.
Er moest een einde komen aan de onzekerheli
Zy wilde alles weten.
Hare krachten en hare koelbloedigheid koi
haar anders wel eens op een gegeven oogenblik
geven, indien deze toestand nog lang moest di
De afgrond lag voor haar.
Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk - LANOSVBLD DS BOOU- Ti