T eegf MM, papieren Geld toe. goedkoopste Lammerenvervoer van Texel naar Leiden, DOIEBMM JUNI ai, veitó fan Mer 's morgens Imi 95 m fan 95 mm v w m Zulk een aanbod komt Zondag Pfaff Naaimachines voor photographielijsten fJ. LAMYELD fz. DE BRAND ASSURANTIE Alleen voor Texel jaarlijksche winst f 16000. Voorbeeld van teruggaaf over het tijdvak 1885/89. Reilemenlen, tarieven, ei veriere inlicMiieii 1 ie apin te Mom. Feuilleton. Geheime Wraak. Ondergeteekende Het adres 95% winst. 't Algemeen Belang van 1884. 95% winst. Kantoor Hoogerstraat BurgTexel. per Veestoomboot Reserve II." In het belang van ieder afzender wordt het vee met deze gelegenheid geassureerd. Reservefonds ruim drie millioen gulden. l/pp7nplfp aan fp npupn hii sijbr. p, koning, oosterend. VBUUIjKG ddll IC ycvcll UIJ W. WUIS aan DEN BURG, Iemand ond 68 j. stort f 1674 en geniet jaarlijks eene rente van f 800 a 12%. Na 5 jaar een winst bovendien van f 200,72 dus maakte rnim 14%. 0 bericht ruim voorzien te zijn van de eclite voor hand- en trapbeweging', welke werken geheel zonder gedruisch; tevens andere fabrikaten. De prijzen zeer laag gesteld, zoodat iedereen zich een Machine kan aanschaffen. Aanbevelend. UEd. Dw. Dn. Pil. VLESSING. Burg op Texel, Warmoesstraat. is bij GEEN AANDEELHOUDERS. vv/° Geen onkosten bij het sluiten van posten, alleen gewone premiën en reservevorming. Vervoeg U bij onze corresp. die kosteloos Hwe polissen bü de dure aandeelen maatschappen en onderlinge zonder uitkeering der winst opzeggen. 0/ /O GEEN AANDEELHOUDERS. 0/ /O De WINST wordt nu nog om de 5 jaar, later ieder jaar voor 95% teruggegeven aan de deelnemers. Vrij naar 't Fransch door A. B. 40. Hoofdstuk XXIV. Ik heb een diepe afkeer van alle leugens 1 Ik, die door u uwe oprechtheid genoemd werd, De man te bedriegen, wiens naam men draagt, wanneer men hem niet bemind, dat is een misdaad voor God en de maatschappij. Maar mijn vader te bedriegenmet hem loop ik geen gevaar, mijn misstap beschouwt hjj slechts als zjjn schuld hij is b{jna voor m{j nedergeknield, terwfjl hjj zich zelf be schuldigde en mi) genade en medelijden met hem vroeg. Wie zal er met m(j medelijden hebben? Maar dat hindert niet, het moet! Ik moet hem deze diepe smart besparen. Maar hoe? Het kwaad is verricht en is niet meer te herstellen I Vriend ik ben bijna gek Ik weet zelfs niet moer waarom ik u wilde schrijven. O ja, het is dit! W{j moeten mjjn vader gerust stellen. Gij moet daartoe een middel vinden. Ik wil niet door m(jn vader worden vervloekt. We zijn nu reeds door het lot gescheiden, geef het nu geheel op, beproef zelfs niet meer mij te naderen op andere wijze dan de meest onverschillige vriem den. Verban uit uw geest, verban uit uw hart elke hoop ooit uw Edith terug te krijgen, uw Edith van vroeger, toen wij nog zoo gelukkig waren. Dat kan nu niet meer. Wij zullen niet weer vereenigd zijn dan door den dood, indien wjj onze zielen ten minste in zooverre weten te zui veren door ons berouw om eenmaal te verdienen samen vereenigd te worden. M(jn lieve, wij moeten wel bekennen, dat het voorbij is, geheel voorbij. Het schijnt mjj toe of mjjn hart zal ophouden te slaan, wanneer ik dat woord uitspreek dat vreeselflke woord: voorbij. Het is echter helaas maar al te waar. De grijsaard, die mijn vader is en dubbel heilig door de ouderdom en door de liefde, heeft, toen ik hem voorstelde, deze brief voor mij te bezorgen, dade lijk toegestemd, omdat hjj geloofd heeft, dat dit het einde was van alle hoop voor u. Ik zou een monster zijn als ik anders handelde indien ik dit vertrouwen beschaamde, indien ik die ongelukkige goede man beloog voor wien ik alles ben en die reeds met de een9 voet in het graf staat. Dat zijne laatsten dagen kalm en eerwaardig mogen zjjn. O, dat ik dit vervloekte huis niet kan ontvluchten, deze hel, waarin ik bijna verstik. Dat ik m|j niet kan terugtrekken van het werelds gewoel en mijn laatste levenstijd in gebed kan eindigen. Maar neen, die troost zelfs is mij ontzegd. Vertrekken, mjjn man verlaten, dat zou juist datgene openbaar maken, dat mijn man tot eiken heim wil houden. Ik kan leven noch sterven, en ik ondergaj een deel van mijn straf voor m(jn zonden. Ge moet mij vergeten, mij niet meer zien, ui beminnen. Gij zijt een man en moet daal de kracht hebben. Daarenboven zult ge nu ook wel genoeg van eene liefde en getrouwheid, waarvan f alle rozen geplukt hebt en waar nu slechts van overgebleven zijn. Ik kan niet hopen, dat gij, een jong en fc der jonge dames beminnelijk jongmensch, ge aan de beproevingen der wereld zult blooi zjjn, eeuwig zult bljjven hangen aan deze oud die thans niet meer voor u kan zfln. Ik voor mij ben dood De levenden t de dooden. Eens zal de dag komen en zonder twj zeer spoedig, waarop gij zult zeggen„Ik genoeg van." Of ge zult een ander uw liefde schenke! zult elders uw genot zoeken, dat ik u niet schaffen, öf nadat ge nog voor 't laatst ei gestort zult hebben over mij, omdat ge zoo zult ge eindelijk weer tot u zelf komen eu voor u z{jn als bestond ik niet meer. Dat zal voor m(J de vreeseljjkste slag zijn, alle anderen overtreft, want ik zal u altijd en ik zal de herinnering aan u niet uit kunnen verbannen. "Wat blijft mij arme vrouw nog over? U,i voor wie ik alles heb opgeofferd, mijn eeus mijn eer. Schuldig echtgenoote, vervloekte opwien kan ik voortaan steunen Noch i die mijn bedorven hart kent, noch op mijn vi ik bedroog, ook niet op den man wiens i draag, die mjj veracht en dien ik ook niet t Er blijft mij niets over dan getrouw te bit mijne liefde voor u. TtJ En indien ik u moet missen! Neen vergeet mfj niet, dat zou verschrikkel Blijf voor m0, zooals ik voor u blijf. Men meester van de gevoelens van zjjn hart. Bei bemin mjj altijd De storm, die boven onze hoofden woedt, eeuwig duren. Mijn man verdenkt u niet voorzichtig, ziedaar alles. Laat ons ophoudet te zien of liever laat ons elkaar minder! zien gedurende eenigen tjjd. Het moet want ik heb het mijne vader beloofd. Hetn om u te doen ontsnappen aan de gevolgen toorn van mijn man. Ontneem mij de trodst gered te hebben. Ik bemin u, bemin m(j. ben dwaas maar ik kan u niets anders zeggi ik weet niet anders. O, mijn God, waarom zendt ge mij deze bef: boven mijne krachten? Waarom hebt ge mjj hem doen kennen, in hem niet mag beminnen? Waarom hebt ge mij hem doen beminnen, ik hem moet verliezen. a li Hoofdstuk XXV. Laat ons thans eens zien wat er gedun acht dagen die er sedert de in vrjjheidstelli Juan Cameron was voorgevallen, voor zoo nog niet door ons is verhaald. Voor den Spanjaard waren deze dagen gegaan alsof het eeuwen waren, elk uur hem weer nieuwe onrust nieuwe angst en wi Wjj hebben hem verlaten op het oogenblik, hjj, nadat bij Eduard de Lairis het doosje met enz. had overhandigd, zich haastig naar zjji woning begaf, ten einde de raadselen opgelost waarin hij zich gewikkeld vond. Nadat h0 zjjne zuster, die opgetogen w vreugde, omhelsd had en nadat hij z(jn i broeder de hand had gedrukt, vroeg Juan C hen dadelijk de inlichtingen, welke hjj te i had gevraagd van den rechter van Instructie Eduard, omtrent hetgeen er na zijne gevangenf^ was voorgevallen. Wat was er gebeurd met zijne vriend! wien hjj in het geheim samenkomsten hield met hem de ziel van het complot uitmaakte André Bertin en Teresita lieten hem in de ten zien, dat zjj evenals Juan Cameron gevangen genomen: Waren zjj, evenals hjj ook weder vrfl gelift (Wordtvervotf s' Snelpersdruk - LANGS VELD DX ROOIJ it ui it 'o n a e St ie i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1894 | | pagina 4