't Alp. Belang van 1884.
Wilt gij
een goed adres
voor
Drukwerk,
B. JANSEN
J. H. MOQJEN, Makelaar,
Zatirilai 4 Aipstiis a. s„ 's amis 7 are,
2 Raamtaiiis ut ramen ei luiten en 1
Denrtozijn net Mickt en iter.
ROOMBOTER
G. J. O. D. DIKKERS,
T™;!™» e"»' a-6a-°°Hect-
en daarna publiek verkoopen:
Vijf perceelen Weiland, paaM „ie Vleet"
Feuilleton.
Geheime Wraak.
Een HUIS met LOODS en ERF,
LANGEVELD DE ROOIJ te Texel,
Brandassurantie Maats. Texel.
publiek verkoopen:
en twee perceelen Hooiland
komt Maandag 30 Juli op Texel tot het slijpen
van SCHAREN, SCHEERMESSEN en KOFFIE
MOLENS, en het repareeren van PARAPLUIES.
Verkoopt fijne BRILLEN en repareert alle
soorten Brillen.
zal op
in het logement de Zeven Provinciën te
Oüdeschild, voor den Heer AUKE DE WIJN
PUBLIEK VERKOOPEN:
staande op het Westeinde van het Oüdeschild,
groot twee aren. Verhuurd voor f 65 per jaar.
Informatiën by den eigenaar en voornoemden
Makelaar by wien het perceel inmiddels uit de
band te koop is.
Den deelhebbers wordt bericht, dat de Directie,
in geval van schade door hooibroei, ten strengste
zal handhaven de bepalingen van het reglement,
betrekkelijk brand wegens nalatigheid, onvoor
zichtigheid en verzuim ontstaan.
Tevens wjjst zjj in het belang van ieder op
Art. 158 van het Wetboek v. Strafrecht.
De Directeur,
JOH. EELMAN.
TE KOOP:
Adres: J. DUINKER, Aannemer, Helder.
van zoete room gekarnd, per 5 kilo 50 ct. per
5 ons; per 5 ons 55 ct.
Oosterend. JAC. BOEKEL.
Ondergeteekende bericht aan zijne
geachte begunstigers, dat hij een party
RESTANTEN prachtige Japonstoffen, Bukskins,
Kamgarens en lappen bont Mouselin, Crêm en
wit en Japonnen Neteldoek voor blouseneen
party lappen Vitrages zal opruimen gedurende
acht dagen, voor veel verminderde prijzen. Ieder
doe zyn voordeel. Aanbevelend, achtend,
TJE. Dw. Dienaar,
Ph. VLESSING.
U doen kennen als een solied man in Uwe
zaken, in aan U toevertrouwde administraties
en in verschillende levensomstandigheden, gebruik
dan eenvoudig en net, doch practisch drukwerk;
daarvoor wanneer gy benoodigd zyt Visite
kaartjes, Verloving- en Ondertrouwkaarten,
Huwelijks-circulaires, Overiydingsbrieven, enz.
enz., of wanneer gy
uwen handel u wilt voorzien van Nota's, Kwitam
tien, Wissels, Prijscouranten, Facturen, Brieven
en Enveloppen met firma, Berichtkaarten, Brief
kaarten, Adreskaarten en meerdere zaken, of
wanneer ge behoefte hebt aan ander
voor de administratie van uwe Vereenigingen en
Corporatiën, Kerkgenootschappen, Polders cn ook
voor Gemeentezaken, behoeft NIET VERRE
gezocht te worden, doch vindt ge bij
die net en goedkoop werk leveren.
Notaris te Texel,
zal op HAANDAG 30 JULI 1894,
's avonds 7 V» uur, in het Logement de Oranjeboom
aan den Burg op Texel, ten verzoeke van
Mej. de Wed. J. Cz. LIST aldaar
het GRASGEWAS van
1». de Vleet in Everstekoog op Texel,
in 3 perceelen.
a. aan den Weg, groot 1.19.20 Heet.
b. achter de Keet, 0.82.40
en c. achterste, 1.52.30
en 2° onder het lange bosch aldaar in 3 perceelen.
a. aan den Weg, groot 1.89.00 Heet.
gelegen in Everstekoog op Texel, Kadaster Sectie
H nommers 608, 609, 611, 629 en 630 groot
6.04.90 Hectaren,
genaamd Onder het lange boseh aldaar, kadaster
Sectie H nommers 584 en 585 groot 4.42.00 Hect.
Vrij naar 't Fransch door A. B.
54. Hoofdstuk XXXIII.
O, myn God, stamelde Eduard, die in zich het
vreeseiyk vermoeden voelde oprijzen van de ver
schrikkelijke dwaling, waarvan Juan Cameron het
slachtoffer was.
Wat deert u? riep Carolie uit, die ten zeerste
verwonderd en verontrust was door de omkeer, door
haar woorden veroorzaakt.
Niets dank u ik verlaat u.
Hfl was reeds tot de deur genaderd.
Vergeef mi), zei Coralie hem achterna loopende
en hem tegenhoudendegij weet het mijn waarde,
geen dwaasheden. GU hebt rnjj beloofd mijn be
schermeling van het gezantschap geen de minste
schade te zullen berokkenen. Laat mi) nu geen
berouw krijgen van mijne goedheid.
Eduard bleef staan.
Ik verbied u, vervolgde z0, hoort ge wel, ik
verbied u hem te gaan opzoeken, hem te ondervragen
Ten eerste zal hfj u niet antwoorden Wat hjj
aan my niet heeft gezegd, zal hy u nog minder
zeggen Daarenboven ben ik zeker, dat hy niet
meer er van weet Wo„s dus wys, houd u kalm,
noem myn naam niet of wy zullen voor altyd kwade
vrienden zyn!
Stel u gerust myn waarde Coralie, hernam
Eduard, weer eenigszins zyne koelbloedigheid terug
krygende en zyne onvoorzichtigheid inziende. Ik
bezweer u, dat ik er in het geheel niet aan denk de
persoon op te zoeken, die u belang inboezemt en dat,
wat er ook moge gebeuren, zyn naam evenmin als
de uwe zal genoemd worden.
Dat is alles wat ik van u verlang. Ik laat
u nu vry.
In werkelykheid had Eduard de Lairis geen enkel
plan in het hoofd, toen hy Carolie verliet. Hy
koesterde slechts één wensch, alleen te zyn, na te
denken over hetgeen hy had vernomen.
Toen hy vernam, dat mynheer d'Orvilllers de
bewerker er van was, dat Juan Cameron thans zoo
wanhopend was, toen hy vernam dat mynheer d'Or-
villiers Juan Cameron haatte, had hy zich eensklaps
herinnert dat het kistje, hetwelk de brieven van
Edith bevatte, by zyn vriend in beslag was genomen
en dat hy kennis had genomen van de inhoud, omdat
hy de brieven aan Edith had getoond.
Hy herinnerde zich ook de woorden van Edith
Myn man weet alles, behalve uw naam. Die
zal hy nooit vernemen.
En toen was er weer een groot vraagteeken in
zyn hersens ontstaan.
Beschuldigde mynheer d'Orvilliers Juan Cameron
de minnaar van zyne vrouw te zyn?
Deze vrees was by hem opgekomen, toen hy
vernam door welk eene samenspanning de Spanjaard
het onschuldig slachtoffer was géworden.
Hy moest die vrees onderzoeken en ziet
gegrond was. Het was zyn eerste plicht
kon hem die kwytschelden.
Tot wien moest hy zich eerst wenden Hoe
hy dit onderzoek aanvangen, hetwelk hem deei
en waardoor hy misschien zich nog honda
meer ongelukkig zou gevoelen.
Hoofdstuk XXXIV.
Er waren in werkelykheid slechts drie pa
die Eduard de Lairis kon ondervragenh
d'Orvilliers, Edith en Juan Cameron.
Eerstgenoemde was zonder twyfel de eenj
hem alle mogeiyke inlichtingen zou kunne
strekken. Maar hoe zou hy de rechter gena
deze ondervragen?
In ieder geval, zooals men wel kan begrypeo
Eduard wel aarzelen, dezen man iets, wat 1
mocht zyn, te vragen, die zoo ernstig door ht
beleedigd en wiens enkele tegenwoordigheid
blik of eenvoudige handdruk hem meer ei
een zeer goed merkbaar onaangenaam gevt
zorgde.
Het was voor de Lairis een zeer moeieiyk
Indien mynheer d'Orvilliers Juan Cameron k
digde de minnaar van zyn vrouw te zyn m«
volkomen onmogeiyk zyn hem van Juan Cs
te spreken en hem te gaan vragen, of het wa;
dat hy eenige reden tot haat en wraak had
den Spanjaard, of het waar was, dat hy alles
werk stelde om hem ten onder te brengen, ol
hy geheel onschuldig was aan de misdaad,
voor de rechter van instructie hem op zooi
wyze trof.
Men kon toch niet tot éen man zeggen
- Gy weet, dat uw vrouw u bedriegt. Ge
dat zy hem bemint. Ik bezweer u dat gy i
Vooral wanneer men zelf de minnaar dier vk
En hoogstwaarschyniy k zou men toch geen aal
van den rechter krygen.
Ja, tot haar kon hy spreken.
In ieder geval verdacht de rechter hem
scheen hem niet te verdenken en hy kon dus, ol
dit voor beiden verre van zonder gevaar ws
haar onderzoeken of zyn vrees en veronders
eenige grond van waarheid had.
In het onderhoud, dat had plaats gehad hi
mynheer d'Orvillers en Edith, toen zyne 1
waren ontdekt, was misschien wel een enkel
gesproken, dat hem op den waren weg kon bi
Edith had hem er echter geen woord vani
en als Edith het zwygen bewaarde in dit o
terwyi zy bekend was met de groote vrien
die er bestond tusschen hem en Juan Camers
dit, omdat zy er niets van vermoedde en di
man zich niets had laten ontvallen in het
van zyne vrouw van den naam van den n
wien hy zich op zulk een verschrikkeiyke i
ging wreken.
Bovendien had hy Edith ook nog er voorti
schuwen, dat zy zich vooral geen enkel woori
laten ontvallen, dat ook in het minst de achte
zou kunnen vestigen op een onschuldige.
De gedachte „Juan Cameron wordt in myn
getroffen," was byna ondrageiyk voor hem.
Hy moest met Edith spreken, hoeveel
haar daardoor ook zou berokkenen, hy moest hi
vrees kenbaar maken.
Indien hy plichten had te vervullen tegenw
maitresse, hy had ze ook tegenover zyn vris
Het leven van deze was in zyn handen.
Cameron had hem acht dagen uitstel verlee
verloop van dat tydsverloop zou hy zich hel
benemen en Eduard de Lairis had zelf erkei
het plan gerechtvaardigd was.
Welnu van deze acht dagen uitstel waren n
vyf verloopen en van alles wat hy had bepro
zyn vriend te redden was nog niets gelukt
Het eenige wat hy nu wist, dat hem eenl
kon helpen was alleen ditHet was zeei
schyDiyk dat mynheer d'Orvilliers de persoo
van wien alles uitging.
Moest hy nu dit aan Juan Cameron vertell
Indien hy zweeg, was Juan verloren, Ti
zonder eenige hoop.
Indien hy sprak, zou Juan Cameron, omdatl
zyn vyand bekend was, misschien een middel
met hem te duelleeren en daardoor zyn lage 1
wyze aan het licht brengen om aan hen, di
thans verstootten, te bewyzen, dat hy het slac!
was van een wraak, maar geenszins schuld
verraad.
(Wordt vervol?
I
Snelpersdruk - LANGEVELD DS BOOU-
Si
ie