Buitenland. Dè Cocksdorp, 5 Sept. Tot predikant bij de Ned. Herv. gemeente te Eierland is beroepen de Heer H. van den Brink, thans predikant te Maarsen. De „Zijper Ct." schrijft Ter secretarie der gemeente Schagen zijn inlichtingen te bekomen omtrent enkele gevonden voorwerpen, waaronder een op 23 Augustus op de markt achtergebleven vet varken Dat er na marktdagen hier en elders wat vets achterblijft is algemeen bekend, doch van een vet varken, heeft men zeker nooit gehoord. Liefhebbers van een karbonaatje liepen de afge- loopen Donderdag volhardend te zoeken. In de „Delftsche Ct." lezen wfj het volgende In ons land wordt de jacht op hazen en patrijzen op denzelfden dag geopend. Wie op instandhouding van de eerste wildsoort prjjs stelt ziet met leede oogen aan, dat in de eerste dagen na de opening door broodjagers soms meer dan tien stuks per dag wordt geschoten en dat dikwijls in het leger. Immers deze hazen liggen zoogenaamd „vast" in akkers met veldvruchten bebouwd Eerst nadat deze zijn geoogst verspreidt het wild zich. Bovendien worden zoolang het veld niet kaal is ook vele jonge exemplaren buit gemaakt, die, werd hun leven nog eenigen tijd verlengd, later eene grootere handelswaarde zouden verkrijgen. Vandaar, dat deskundigen er op aandringen om de jacht op hazen niet vóór den len Novem ber le openen en de sluiting te bepalen op 1 Januari. Of de autoriteiten van dit alleszins billijk verlangen nota zullen nemen zal de tijd moeten leeren. Te verwachten is het echter niet, want hoewel de leemten die er in de wet tot regeling van de jacht en de visschery bestaan talrijk zijn, blijft toch alles steeds bij het oude. Met het oog op de gebeurtenissen op Lombok is bepaald, dat ingelijfden bij de militie te land, die, onder de wapenen zijnde, tot de geoefenden van hun wapen zijn over gegaan, of, zich met groot verlof bevindende, bij hun vertrek met onbepaald verlof gerekend werden tot de geoefenden te behooren, bij detacheering bij het leger in Nederlandsch-Indië op den voet van het bepaalde bij koninklijk besluit van 29 Juli 1873, boven de gewone gratificatie of premie aan die detacheering verbonden, zullen genieten eene gratificatie of premie ad honderd gulden, dus in het geheel drie honderd gulden, mits zij zich in den loop van de ingetreden maand September of in de volgende maand voor die detacheering hebben aangemeld. Voor iedere milicien die ter detacheering bij het leger in Oost-Indië wordt aangebracht, alzoo ook voor den zoodanige die zich onder de wapenen bevindt, wordt een aanbrengpremie van f 10 toegekend. Het treurig verloop der Lomboksche expe ditie nu ons Indisch leger (na de schijnbare onderwerping van de Balineezen) door dezen verraderlik werd overrompeld en aangevallen, waardoor zoovelen zijn gevallen als slachtoffers van huichelarij en verraad heeft vele pennen in beweging gebracht. Gelukkig werd nog door niemand, al was het dan ook op 't kantje af, eene beschuldiging gedaan. Dat is zeker ver standig, want een dispuut daarover zou aan de zaak weinig verbetering aanbrengen, 't Is dan ook thans niet de vraag „hoe geraakten wy in zulk een moeielfjk geval," maar meer „hoe komen wij er uit?" Van regeeringswege wordt op die laatste vraag geantwoord door de uitzending van grootere troepen en wel zoo spoedig mogelijk, en door de aanwerving van manschappen te bevorderen. Van militaire zijde is het zich beschikbaar stellen aan het dep. van Koloniën een juist antwoord, op de vraag „hoe komen wy er uit," 't is geheel in den geest van de woorden van een kapitein van het Indische leger, welke schreef; „Ellenlange Lombokpraatjes, jonge maatjes! Da's niet 't geen Neerland baten karn Dienst genomen als soldaatjes, jonge maatjes! Dit betaamt d'Oranjeman." Waardeering verdient het daarom zeker dat verschillende met verlof hier te lande aanwezige officieren van het N.-I. leger zich bij het Dep. van Kol. aanmelden en zioh bereid verklaren voor het einde van hun verloftijd naar Indië terug te keeren. Evenzoo verdient waardeering dat de kol.-comm. van het 4de reg. vest.-art. te Helder, eene op; roeping heeft gedaan aan de officieren, het kader en de vrijwilligers, om zich met hem ter beschik king te stellen om de geleden verliezen in N. I. te helpen aanvullen. Doch niet minder flink is eene oproeping in denzelfden geest, van de gepensioneerde oud- Atjehstrijders, en ook vooral de oproeping van den jur. docts. den Beer Poortugael, aan de Hoogeschool te Leiden, die zijne vrienden en allen, die als vrijwilliger met hem naar Lombok willen trekken, oproept zich by hem aan te sluiten, teneinde na voorbereidende oefeningen en corps naar Lombok te worden gezonden en daar als scherpschutter te strijden, zoolang de stryd wordt gevorderd. Op zoodanige wyze wordt eene zaak het best gediend. De laatste berichten uit Indië melden dat reeds versche troepen te Ampenan zpn aangekomen. Het detachement van kapt. Lindgreen (waarvan men niets wist) is omsingeld in het Dewahuis (Hindoesch bedehuis) by Tjakra Negara. De Sasaks trachten hen te bevryden. De marine en de bergartillerie bombardeeren Mataram. De Baliërs durven niet aanvallen." In de Hciarl. Ct. van Dinsdag komt eene opgave voor van de lyst der op Lombok gesneuvelde en vermiste onderofficieren en mindere militairen. Uit Batavia wordt aan de N. B. Ct. geseind „Kapitein Lindgreen is met zijn detachement door de Baliërs gevangengenomen. „Onder voorwaarde, dat er vrede gesloten zal worden en de troepen zich zullen terugtrekken is de Radja bereid zyne gevangenen uit te leveren." De heer Haffmans kan het nog maar niet goedvinden dat er plannen bestaan om aan „den vierden stand" kiesrecht te geven. In het Venloosch Weekblad schrijft hij het volgende: „Met alle geweld wil men nu den vierden stand baas in den Staat maken door hem het kiesrecht te schenken. Aan dat baas-zijn zou echter de vierde stand weinig hebben. Vooreerst omdat hij slechts in schijn alles te zeggen zou hebben; in werkelijkheid zouden de leiders baas wezen. Ten tweede omdat de kleine lui geene behoefte hebben aan macht, maar wel aan geld, om het noodige te koopen. En geld geeft het baas-zijn niet. Of men moest gaan inpakken, wat de drie eerste standen bezitten en dit onder de kleine lui verdeelen. Maar dezen zijn zóó talrijk, dat elk individu slechts weinig zou krijgen. En dit weinige zou weldra verteerd zijn. Eu dan waren de arme drommels er nog erger aan toe, dan vóór de verdeeliDg. Dan toch viel er niets meer te verdienen, want waar geene werkgevers zijn, daar is ook geen werk. Het einde van het lied zou dus algemeene ellende wezen." Het spookte in huis! In een der deftige huizen aan den Amstel by de Keizersgracht was het sedert eenigen tyd niet pluis. Eventjes over twaalven werden de vensters van de bovenverdieping verlicht en bewogen zich allerlei witte gedaanten in uiterst grillige bewe gingen heen en weer. „Maar man", riep mevrouw in groote spanning, „daar slapen de meisjes, groote hemel, als ze ze maar niet om hals brengen." Mynheer stelde zyn eega gerust met de eenigs- zins ondeugende opmerking, dat de „katten" (de meisjes) wel twintig spoken aandurfden. De zoon des huizes was echter niet op zyn gemak. Hy wou en zou de spoken overvallen en of mama nu al tegenstribbelde door te zeggen dat het niet paste dat hy op dat uur de dienst bodenkamer betrad, er werd besloten, dat men, vader en zoon, den volgenden avond een inval zou doen, terwyi voor alle zekerheid twee stevige kruiers in reserve werden gehouden. Even over twaalven, toen men in de kamer weer veel leven hoorde, stonden vader en zoon op de kousen voor de kamer, de deur werd geopend en wat ontdekte men I De drie dienstmeisjes stoven in nachttoilet allen haastig in de ledikanten en daar bekenden ze geheel verborgen onder de dekens en lakens „dat ze alle drie zooveel gevoel hadden voor de edele tooneelspeelkunst, dat ze 's avonds allerlei rollen nabootsten en daarom met sleepende en in de hoogte vastgehouden witte rokken die zonderlinge bewegingen maakten, die de buren voor de handelingen van spoken hielden." Het heeft aa dien tyd niet weer gespookt. Een matroos op de Russische stoom „Sebastopol," varende van Constantinopel Odessa, werd dol verliefd op eene ach Amerikaansche, die als passagier op die was. Zyne makkers plaagden hem daan waarop de verliefde zeeman zoo woedend 5 dat hy met eene revolver twee matrozen j schoot; daarna sloeg hy het voorwerp 1 liefde zoo lang op het hoofd tot zy dood wierp zich in zee en verdronk. Een vonnis van keizer Wilhelm. Ettd maanden geleden had een Pruisisch officia leedigende woorden in dienst gebruikt tegen onderwijzer, opgeroepen voor de oefeningen reserve. Deswege was hy door den krjjgs veroordeeld tot eenige weken vestingstraf, keizer schreef op den rand van het vonnis, het hem ter bekrachtiging werd aangebo „Ik wist niet, zulk; een onbeschaafd olficii mfin leger te hebben." Het gevolg was, d: officier, na afloop zyner vestingstraf, genood: werd zyn ontslag uit den dienst te vragen, Eene hevige ontploffing heeft plaats g in het park van militaire luchtvaart te Met by Parys. De slag was zeer hevig. In 1 omringende huizen vlogen de ruiten in stut Eene der stalen buizen, welke 200 kub. mt gas bevatten om de luchtballons te vullen, gesprongen. Het dak van het gebouw, was ontploffing plaats had, is weggerukt en de m zijn omvergeworpen. Wyi er des Zaterdagsl niemand daar is, zyn er geene persooniykei lukken te betreuren. Een „overladen" maag. In het krani nigengesticht te Lancaster, aldus wordt Londen gemeld, klaagde een der verpleei onophoudeiyk over hevige maagpynen. De gei heeren besloten, toen alle middelen vruchtf bleven, over te gaan tot eene operatie. Dei werd geopend en toen vond men daarin 1 dan 100 verroeste draadnagels, benevens een van een tapyt, een knoop en een eind yzerdi Alles, wat uit de maag van den patiên voorschyn werd gebracht, woog 11 pond, operatie was zeer moeieiyk, daar elk dezen werpen, stuk voor stuk, moest worden verwijl Naar omstandigheden bevindt de ïyder zich wel, maar toch is het nog onzeker, of hfj zal genezen. Het komt iemand soms duur te staan op te offeren voor anderen, schryft de „Figs Léon Marie, de kappersbediende die na aanslag van Emile Heniy op het café Term zich moedigiyk op den vluchtenden anari wierp en byna dadeiyk door dezen op dengi geworpen werd met een gebroken rib, een uitgeslagen en een oor gescheurd, is thans bii staat eenig werk te verrichten, en daarby t dat hy weldra een zware operatie moet 01 gaan. Om in zyne behoeften te voorzien zaj zich genoopt al wat hy bezat te gelde te mal de gouden medaille, die hy gekregen had belooning voor zyne moedige daad, bracll naar de bank van leening. Eindelijk was uitgeput. Men had hem een débit de tabac bel: en hy is altoos nog wachtende op het débil tabac. Hy heeft den Minister van Binnenland Zaken om eene nederige betrekking verzocht hem in staat stelt om te leven en zyne ma en zyne arme minderjarige broeders eenigel te verschaffen, maar er volgde geen antwoo: Tusschen het Amerikaansche gouvernei en do Chineesche regeering is thans een ven gesloten waarby het aan Chineesche arbe: gedurende de tien eerste jaren zal verboden zich in de Yereenigde Staten te vestigen, uitzondering is natuuriyk gemaakt voor am naren, onderwijzers, studenten en kooplieda personen die voor hun genoegen reizen. Arbei die gehuwd zyn of ankere betrekkingen bet of in het bezit zyn van een som van duii pond sterling mogen, na een jaar verbljj! Amerika, niet meer terugkeeren. Het Ah kaansche gouvernement zegt aan alle China die tydeiyk of voor goed in de Yereenigde Sti gevestigd zyn bescherming toe voor hun pen en eigendom Op deze wyze hoopt men val wat men in Amerika zoo vry is de Chinea plaag te noemen, bevryd te worden. 1 Sir Edwin Arnold, die in een artikel in de Review" de Chineezenquaestie ter loops bespre wordt intusschen ernstig betwyfeld of met nieuwe verdrag het vraagstuk voor Ameriki zyn opgelost. Integendeel verwacht hy dat niet lang zal duren of opnieuw wordt het door den goedkoopen arbeid der Chineezeno stroomd. Er is voor de Ohineezen slecht)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1894 | | pagina 2