Voor slechts 50 cents BARLITT: „Dg Mt ÏMW" ien ra irlef est Lombok 1, iiiawild Ia,, Grossiers, Verkrijgbaar bü W. J. LAN&EVELD Pz, Saorije Herlzleh, pb. Sajet, Feuilleton. Publieke Yerlwoping Eendenkooi met Bosch en Boomgaard, op Zaterdag 15 December 1894, Prijs Yijf cents. f 6.40 per 100 kilagram, in goed blauw fust; f 4.40 per 100 hiiagram les. f C.— Prijs der zuivere Amerikaanscke Petroleum: LIEFDE EN GELD. salonformaat, NATHAN HERTZLEB ïr HELDER. Vrij naar 't Fransch door A. B. van een benevens diverse perceelen WEI- en HOOILAND, gelegen in den polder Oosterend op Texel, in het logement „Het Wapen van Amsterdam" te OOSTEREND OP TEXEL, des avonds 7 uur, te weten Gemeente Texel, Sectie B N°. 1127, Eendenkooi met Bosch, Boomgaard, Land en Water groot 1.62.10 Heet. g 1025, Hooiland Dijkstalletje 1.33 60 550, Weiland Matteland 0.31.50 g 566, Matteland 1.06.20 565, Erf, Erf 0.03 40 656, Weiland Lapjeskoog 1.42.70 421, Sloftkolk 0.35.90 423, de Halig 0.82.80 549, Geestjesland 0.65.50 Eigenaar de WelEd.Zeergel. Heer Dr. J. Pz. KONING te Krimpen a/d IJssel. Inlichtingen te bekomen bij den Notaris G. DIKKERS te Texel en den Makelaar J. H. MOOJEN aldaar. is aan de drukker}) van dit blad voor de lezers verkrijgbaar met circa 100 platen, vroeger f 2.50, thans voor 50 cents. Deze keurig meesterlijk geschreven roman, boeiend van stijl en inhoud, is een der beste werken. De vertaling van G. P. Kits van Heijningen is onovortreffelyk. Wij bieden dit werk onzen lezers aan voor den spotprijs van 50 Cent, naar buiten franco tegen toezending van 60 Cents. eene prachtige keuze in WOLLEN GOEDEREN, als Kinder-, Meisjes en Vrouwenkapers, Hersen- lappen, Dasjes, Wantjes, enz. Ruim voorzien van Winterpetten, boute Mutsen, Kinderpooltjes, in alle soorten en prijzen. Voorradig de zoo gunstig bekende eigengemaakte duffelsche Winterjassen voor kinderen en ouderen; op verlangen wordt alles ook aangemeten geleverda contant 5°/o korting. Aanbevelend, UE. Dw. D., PHILIP VLESSING. Warmoesstraat. photograaf. ÖrmaWNEE L& jSPELDOOEH - -I Kir-t' ba 5 ka:SÊR» VAN an zen goeje memmele Hartjesdagsteeg No. 134. AMSTERDAM. Verkrijgbaar aan het bureau van dit blad en bij alle Boekhandelaren. HELDER, 26 November 1894. V- - ;r. hbkswmowoi 18. Hoofdstuk VI. - Laat mijnheer de graaf zich maar geen moeite geven naar de familie te zoeken, de naam bomt niet voor op de lijst der edelen. Onze beschermheer, die een zeer knap man was, had zijn raad samenge steld uit verschillende personen door hem zelf voorzien van adellijke titels. Langzamerhand z|jn die lieden van valsche adel vervangen door anderen van goede adel, zoodat er nu maar een zeer enkele onder is, die niet tot den adelstand behoort. De graaf keek Vernauden vragend aan 3ls iemand, die bemerkte dat hij in een vertrek is geloopen, welke niet door hem was opgemerkt, alles overblufte hem in dit vreemde avontuur. De zaken beloofde zeer vrooipk te zijn. Met vijftien zulke lieden als de president moesten de vergaderingen van den raad wel recht pleizierig zijn. De president, die er eindelijk in geslaagd was zijn lachen te bedwingen, wendde zich nu tot zijn secretaris. - Moet mijnheer de graaf niet worden voorgesteld aan mijnheer de directeur? - Dat eou waarlijk wel «eer gepast zijn ant woordde de secretaris, maar is mijnheer de directeur binnen Ja, hy is te gelijk met m{j aangekomen. Dit zeggende stond h{j op en wendde zich tot den graaf en Vernauden. Indien de heeren zoo goed willen zijn mij voor te gaan, De secretaris had zich gehaast de deur te openen. Aan de andere zijde van de raadzaal bevond zich de deur toegang gevende tot de spreekkamer van den directeur. Dit was een ernstig en bleek man die langzaam opstond toen de deur werd geopend. Mynheer de directeur, zei de president, ik kom u, mijnheer de graaf de Montbrison voorstellen, die zooals u weet, deel vaD onzen raad van administratie wil uitmaken. De directeur boog deftig zonder zfjn oogen eenigszins ook maar te bewegen, en zonder een spier van zfjn gelaat te vertrekken. Indien de heeren zoo goed willen zijn plaats te nemen. Wy zfjn zeer vereerd mijnheer de graaf van Montbrison in ons midden te hebben, wiens naam wel beschouwd glorievol Het overige van den volzin ging verloren in een gedwongen lach. De graaf had ook geglimlacht. Eindelijk vond h|j dan eindelijk den man van zaken, zooals hij zich dien had voorgesteld. Zoo iemand mocht niet vrooiyk zijn. H|j gevoelde zonder twijfel geheel het gewicht van zjjne verantwoordelijkheid in de zaken. De graaf wilde het compliment beantwoorden, dat tot hem gericht was, toen hg tot z(jne verwondering nog een ander hem vreemd persoon in het vertrek opmerkte. Diens oogen waren scherp op hem ge richt en maakten indruk op hem. H|J zag hem zitten op een canapé maar door het half duister, dat er in dat deel van het vertrek heerschte had hij hem niet eerder opgemerkt. De president merkte de verwondering van den graaf op en oordeelde dat een voorstelling van beiden aan elkaar noodzakelijk was. Mijnheer Le Fourreur, zei h(j, de onbekende aanwijzende, de zeer schrandere financier, welke ons met zijn raad bijstaat. Mijnheer Le Fourreur is tegenwoordig niet anders dan raadgever in dit huis, hetwelk door hem is opgericht. Mynheer Ls Fourreur was opgestaan. Hy groette de graaf glimlachende en verdween daarop dooreen deur in de achterwand van het vertrek. Welnu I vroeg Vernauden aan zijn metgezel toen beiden de trap weder afgingen van het „Crediet van Navarre" is mynheer de graaf voldaan over zfjn bezoek. Ja, antwoorde deze lachende, ik geloof, dat ik my daar niet zal vervelen. Acht dagen later kondigde het orgaan van het „Crediet van Navarre" met veel bluf aan dat in den raad van administratie van die vereeniging, waarin reeds zoovele voorname personen, beroemd op fioancieel, politiek en adellyk gebied hadden plaats genomen, was opgenomen de graaf van Montbrison, die de graaf van Montbrison, welkeeene groote verzameling van lof, om te geiyk hem te bedotten, welke het voorwerp van deze schandelyke reclame was en ook hen, voor wien het in hoofdzaak was geschreven. De graaf was er door getroffen. De zoogenaamde gele pest telde een slachtoffer te meer. Hoofdstuk VII. Drie maanden ongeveer had nu de burggraaf van Montbrison met yver z{jn plicht vervuld als gewoon soldaat. Hy had gedurende dien tyd wel niets vernomen van Jeanne de Grandvilliers maar hy maakte er zich in 't geheel niet ongerust over. Hy was vol hoop en vertrouwen. Hy wachte ge duldig de Paaschvacantie af, die naderde en gedurende welke hy eenige dagen verlof hoopte te krygen, toen hy op zekeren dag een brief ontving waarvan het adres hem deed trillen. Het was geschreven met een weinig bevende vrouwenhand. De brief kwam van Parijs. Hy keerde hem om en om en durfde hem niet te openen. Toen hy de brief zag, had hy dadeiyk gedacht aan Annette en hy vreesde er voor, dat men hem eene minder goede tijding zou zenden. Wie schreef hom? Jeanne de Grand villiers deed dit niet. Hy kende haar schrift maar al te goed, Eindeiyk besloot hy den brief open te maken, Hy was zoozeer door z0n aandoeningen overmeesterd, dat hy moeite had te biy ven staan, hy werd doodsbleek. Het papier bevatte slechts een laconische regel maar daarom niet te min verschrikke- lijk „Uw geluk wordt bedreigd. Kom spoedig/.. Annette." Kom spoedig Kon hy wel vertrekken Zyn plicht hield hem daar, waar hy zich nu bevond. O, hoe verschrikkeiyk leed hy gedurende die enkele mi nuten! Wat gebeurde er dan toch in Parys? Hy twijfelde niet aan de trouw van Jeanne, maar het jonge meisje had biykbaar de kracht niet haar vader te weerstaan. En hy was niet by haar! Hy kon haar niet steunen en verdedigen Men drong haar waarschjjniyk dien Le Lourdel als echtgenoot te nemen, die verscheidene malen millionniar was, die door don baron moest worden geacht, alleen maar omdat hy zoo ryk was. Ryk Het geld is dan alles in deze eeuw Moet dan ieder het geld gehoorzamen moet ieder er voor buigenmoeten dan alle edele gevoelens verdwynen, wanneer zy met het geld in vereeniging komen? Moet dan zelfs de liefde voor hem het veld ruimen De jonge soldaat maakte zich inwendig zeer boos. Hy dacht aan niets minder dan aan het aanvragen om verlof om naar Parys te gaan, om dien Le Lourdel uit te dagen, om hem te vragen waarom hy hem zyn verliefde ontnemen wilde en om hem als een ellendeling te dooden, indien hy niet van dat oogenblik af zyn bezoeken in het hotel Grandvilliers staakte. Na de onmogeiykste plannen van wraak in zyn hoofd te hebben gekoesterd, gevoelde Achilles zich een weinig kalmer. {Wordt vervolgd.) Snelysrsamk LAHG3VSLD Dl ROOIJ- TtKtl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1894 | | pagina 4