N°. 751. Zondag 16 December. A®. 1894. Nieuws- en Advertentieblad. OFFICIEEL GEDEELTE. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementspryjt per 3 maanden Voor den Bubo SO Cta. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cta. Naar Amerika an andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 nor op den dag der uitgave. Prijs der Adverteniièn Van 1 tot 5 regels 80 Ots. - Iedere regel meer 8 Cta. Groots letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Ota. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, Parkstraat, Bübg op Tïxil PERSONEELE BELASTING. De BURGEMEESTER der Gemeente Texel maakt bekend, dat door hem zijn afgekondigd en aan den Rijksontvanger ter invordering zijn uitgereikt, 2 voljaarsch kohieren N°. 6 en 8 en I 2 kwartaals kohieren N°. 5 en 7 voor de belasting j op het personeel voor het dienstjaar 1894/95, en dat ieder daarop voorkomende belastingschuldige verplicht is, zjjn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Texel, 14 December 1894. De Burgemeester voornoemd, STRICK VAN LINSCHOTEN. VERORDENINGEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van TEXEL brengen ter openbare kennis, dat op heden door hen zijn afgekondigd en aangeplakt de verordeningen tot helflng en invordering van schoolgeld voor het Onderwijs aan de Openbare Lagere Scholen in de Gemeente, zoomede dat afschriften dier verordeningen ter Secretarie tegen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar zjjn gesteld. Texel, 15 December 1894. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Strick van Linschoten, Burgemeester. J. A. Wesstra, Secretaris. TEXEL, 15 December 1894. Wandalisme. Daar lag het in de gang van het Raadhuis het corpus delicti hetwelk de Burgemeester daar ter plaatse had laten brengen, om, naar bij in de Raads zitting zeide, de leden van den Raad na afloop der vergadering in de gelegenheid te stellen, met eigen oogen te zien hoe de schendende hand van (ja juist, zoover kwamen we, wie was de schuldige maar dan toch een schendende hand zich niet had ontzien onnoodige vernielzucht te bedrijven. Het voorwerp in kwestie was een paal waaraan een bord bevestigd, (gehavend) waarop aan de eene zijde stond „het plantsoen wordtin de bescherming van het publiek ten zeerste aan bevolen," aan de andere zijde een uittreksel uit de politie-verordening. Bedoelde paal met bord had in het boschje „Engelstein" gestaan ter aanduiding wat men gaarne wenschte van allen, ter waarschuwing voor hen die aan dit beleefd verzoek geen gevolg wilden geven en niettegenstaande beleefd verzoek en waarschuwing, had toch een baldadige of weinig nadenkende, zich niet ontzien om zijne kracht (die zeker niet die van een schoolknaap was en voor betere zaken kon dienstbaar zijn) tot zulk een doelloos vernielingswerk te gebruiken. Was het wonder dat de Voorzitter van den Raad, bij de mededeeling daarvan in de ver gadering, zijne groote verontwaardiging uitsprak over zulk eene handelwijze en evenzoo over het snijden in banken, het moedwillig bescha digen van nieuw verfwerk en dergelijk? Zeker niet. Er bestond alle reden toe om daarover een afkeurend woord uittespreken en des Voorzitters verzoek dat ook de pers van zijne klacht nota zoude nemen, meenen wij niet met stilzwijgen voorbij te mogen laten gaan. 't Is waar, niet ieder schijnt genoeg schoonheidsgevoel te bezitten om een boom ot plant te bewonderen of ordelijkheid op prijs te stellen; doch waar men zelve dat gevoel mist, kan men toch niet verlangen dat ook anderen geen oog zouden hebben voor natuurschoon, voor orde en netheid. Eq daarbij, het vernielen van hetgeen een ander genoegen kan doen, van hetgeen door kosten en moeite wordt aangebracht, kan toch den bedrijver immers niet ten voordeele zijn waarom dan zoo onnadenkend en kortzichtig want anders kan het niet wezen. Het vernielen en beschadigen van een anders of gemeenschappelijk eigendom enkel en alleen om aan de lust daartoe bot te vieren, mogen wij bij niemand veronder stellen, even zoo min als dat wij zouden willen denken dat iemand willens en wetens een ander onnoodig zou willen benadeelen. Wij allen stellen er zeker prijs op dat de vreemdeling die ons eiland bezoekt met lof gewaagt van de netheid en orde welke hier heerscht, van het schoon dat hier is waar- tenemeD; laten wij daarop niet enkel trotsch zijn,doch die goede gedachte ook hooghouden; en dat kunnen wij, wanneer wij de kinderen leeren eerbied te hebben voor een anders eigendom, wanneer de ouderen onder de jon geren, een goed voorbeeld geven. „Die eilandbewoners zijn hoogst beschaafd," hoorden wij eens een vreemdeling zeggen die met geen groote illusie naar hier was gekomen die lofspraak, een getuigenis, welke ook wel elders omtrent ons zal worden uitge sproken, worde niet beschaamd door daden als boven genoemdneen, laat ieder zooveel in zijn vermogen is medewerken om die goede gedachte waarheid te doen zijn. Waal, 11 Dec. De tweede by eenkomst in dit seizoen van „Nut en Genoegen" was, als naar gewoonten, goed bezocht. De Heer De Jongh hield de lezing, en had daarvoor gekozen een opstel van Dr. E. Laurillard, getiteld: „het slapen." Nog eenige bydragen volgden, waaronder vooral in den geest viel van de aanwezigen, een schetsje van Justus van Maurik, getiteld: „Het diner van Manus," voorgedragen door den Voorzitter. Oosterend, 13 Dec. De Vereeniging „Nut en Genoegen" vergaderde Dinsdag j.l. Voor de goed bezette vergadering traden als sprekers op de heeren A. P. Koorn en J. A. Wesstra, die beiden uitstekend hebben voldaan. De heer Koorn heeft voorgedragen: „Iets over het Wereldsch Geluk", van Weruméus Buning„Izaak op den Dam," van J. v. Maurik, en „De Reis van de Texelsche Boer Geert naar Amsterdam"; - terwijl de heer Wesstra ten be3te gaf: „Mijn Jantje" van Fabiës en „Een wedstryd in het Reciteeren." Beide heeren gevoelen zich het best thuis op komisch terrein, doch zijn daarop van hun succes verzekerd. Gaarne zal men beiden nog eens weer terugzien. De heer P. J. Bouma, Eere-Voorzitter van „Nut en Genoegen" heeft van die Ver eeniging eene prachtige armstoel ten geschenke ontvangen, als blijk van waardeering voor de vele diensten aan de Vereeniging bewezen. De heer Bouma was 32 achtereenvolgende jaren lid van het Bestuur, 8 jaren als Secretaris en 24 jaren als Voorzitter. Tot Diaken bij de Hervormde Gem. alhier is, ter vervanging van den heer J. J. Brouwer, gekozen de heer A. Nannings. Tot Ouderling is herbenoemd de heer A. Ellen van Oost. De Cocksdorp, 14 Dec. Ten einde meer zekerheid te hebben, dat de gevangen kokkels zoo versch mogelijk ter bestemder plaatse aankomen, heeft de heer A. Dros Albzn. alhier eene kokkelkokerij opgericht, welke tot nog toe zeker eenig in hare soort is, althans in ons land. Het is te wenschen, dat deze ge kookte kokkels, die nog al eenigen arbeid vereischen door het verwijderen van schelpen en zand, gereede afnemers mogen vinden, dan kunnen de visschers beter dan voorheen op geregeld werk rekenen. De eerste' verzending van 9 manden heeft gisteren plaats gehad. De in Eierland en te De Cocksdorp ge houden collecte voor de nagelaten betrekkingen van de verongelukte visschers heeft tot heden ruim f 160 opgebracht. Te Nieuwediep is Maandag vóór de haven een jagersbootje door een Urker botter over gezeild. Het ranke vaartuigje ging geheel onder de vischschuit door. De heer W. van der Hoeven, die zich er in bevond, maakte de reis onder het water mede, zonder een oogenblik zijne tegenwoordigheid van geest te verliezen. Hij raakte uit de boot, doch wist er weer in te klauteren; de riemen waren evenwel ver- lorengegaan, evenals zijn geweer en de geschoten vogels, zoodat hij de hulp van vletterlieden moest afwachten, die hem spoedig opmerkten en behouden aan wal brachten. De Urker visscher, wiens nummer men had vergeten op te nemen, had zich intusschen uit de voeten gemaakt. Middel tegen mond- en klauwzeer. Als middel tegen deze ziekte wordt aanbe volen, het vee driemaal daags een afkooksel te geven van aardbeienstengels en bladeren, en daarna de afgekookte bladeren. Zulk een afkooksel heeft volgens de „Drogisten Zei- tung" bewezen een voorbehoedmiddel te zyn; toen de ziekte zich vertoonde bij één rund in een stal, bleven alle overige dieren van de besmetteiyke ziekte bevryd, na toepassing van dit middel. De aanvoer van suiker in het Entrepót te Amsterdam is dit jaar buitengewoon groot. Alle pakhuizen zyn vol, wat in geen 25 jaar is voorgekomen» Men wil de suiker by de lage marktprijzen niet van de hand doen. TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1894 | | pagina 1