N°. 754.
Dinsdag 25 December.
A*. 1894.
Nieuws- en
A.dvertentieblad.
OFFICIEEL EEDEELTE.
Een geheimzinnige Verdwijning.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per S maanden
Voor dsn Bubg SO Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar A mirte* en andere
landen met verhooging der porto'i.
AdvertentlCn vóór 10 nor op den dag der nltgave.
Prist der Advertentiên
Van 1 tot 5 regelB 30 Cts. - Iedere regel meer 0 Cts.
Qroote letters en Vignetten worden naar plaateruimte
berekend. Bewijsnummers 3 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIÊN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, Parkstraat, Bttro op Texel
SCHULDVORDERINGEN TEN LISTE DER
GEMEENTE TEXEL.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Texel, noodigen belanghebbenden, die gedu
rende het jaar 1894 eenige leverantiën of werk-
saamheden ten dienste der Gemeente hebben
gedaan, uit, om, voor zoover z() dit nog niet
leden, hunne vorderingen vóór het einde dezes
aars intezenden ter Secretarie der Gemeente.
Texel, den 21 December 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Steick van Linschoten, Burgemeester.
J. A. Wesstra, Secretaris.
Inrichtingen die gevaar, schade of hinder
knnnen veroorzaken.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente Texel brengen ter algemeens kennis,
dat het verzoek van HENDRIK BREMER,wonende
te Nieuweschild alhier, om in het perceel, kadas
traal bekend Sectie B No. 1634, een slachterij te
mogen oprichten, door hen zijn ingewilligd.
Texel, 24 December 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Strick van Linschoten, Burgemeester.
J. A. Wesstra, Secretaris.
(Kerstvertelling)
I.
Op de grens van de heide, welke zich tot dicht
bij het dorpje Veltwezel (Belgisch Limburg) uit
strekt, op de uiterste punt van genoemd dorpje,
woonde in het jaar 1785, in een eenvoudige boe
renwoning, Hans Peters, vroeger bekend als een
goed worstelaar, toen den naam hebbende van
een welgesteld gelukkige boer. Reeds op
jeugdigen leeftijd gehuwd, was zijn huwelijk
gezegend met zeven kinderen, welke leven
en vroolijkheid aan zijn disch bezorgden.
Hans had nooit verdriet gekend, want in alles
ging het hem voorspoedig, doch niemand be
nijdde hem dit, omdat hij gaarne ieder zooveel
in zijn vermogen was, hulp bood.
Maar eensklaps kwam een onvoorzien
ongeluk, dat door niemand zelfs ookmaar was
vermoed, zijn leven vergallen.
Het was Kerstmis en zeker zelden te voren
was het weder op 25 December zoo onstuimig
geweest.
Reeds sedert eenige dagen was de grond
bedekt met sneeuw en nu was plotseling de
dooi ingevallen. Er viel een fijne regen, zoo
nu en dan afgewisseld door hevige stortbuien.
Bovendien woei de wind met kracht;
In de woning van Hans Peters had men
echter weinig last van het weêr. Een helder
brandend vuur flikkerde aan den haard. De
feestdisch stond gereed in het midden der
kamer, in afwachting dat de tijd daar zou zijn
om er aan plaats te nemen. Voor Hans Peters
was het Kerstfeest een dubbel feest, omdat
het tevens de geboortedag was van zijn oudsten
zoon, Thomas, welke thans zijn 19e jaardag
vierde. Hans hield van al zijn kinderen zeer
veel, maar Thomas in het bijzonder was zijn
oogappel.
Eindelijk was het tijd zich aan tafel te be
geven en familie, buren en vrienden, namen
plaats aan den welbereidde disch. Slechts één
plaats bleef er ledig, maar door de drukte
werd dit ni t opgemerkt.
Hans Peters stond op en verzocht allen
met hem te bidden, toen zijn blik viel op de
ledige zetel.
Marie, waar is onze Thomas toch, vroeg
hij aan zijne vrouw. Heeft niemand van u
Thomas gezien En zonder een antwoord op
deze vragen af te wachten, vervolgde hijHoe
kan hij toch in zulk een weder buiten blijven
Allen keken ontsteld en niemand durfde
antwoorden.
Sta mij toe, mijn vrienden, hernam
Hans, dat ik een oogenblik uit ga om te zien
of ik hem ook kan vinden, want dit maal
kan niet beginnen zoolang deze stoel ledig is.
Dit zeggende vertrok hij.
Minuten, ja zelfs een uur verliep en nog
was Hans Peters niet terug. De gasten
werden zichtbaar ongeduldig, maar bewaarden
het diepste stilzwijgen. Marie wist niet waar
aan zij de afwezigheid van haar man en zoon
moest toeschrijven. Men luisterde, maar hoorde
niets dan het gebulder van de wind en het
gekletter der regen op de ruiten. Men keek
naar buiten, maar zag niet dan de eenzame
heide.
De boerin fluisterde een lief jong meisje,
dat naast haar stond, in het oor: -
Anna, hebt gij hem dan niet gezien
Het jonge meisje kleurde en antwoordde
met trillende stem en bijna onverstaanbaar:
Neen, ik heb hem sedert van morgen
niet gezien.
Het is onverklaarbaar, mompelde vrouw
Peters, de onrust die voortdurend stijgende
was in haar hart, zoo goed mogelijk verbergende.
Een g9heel uur was reeds -verloopen sedert
het vertrek van Hans Peters en nog was hij
niet terug. Doodelijk beangst keek men elkaar
aan, zonder dat men iets durfde zeggen. De
een dacht dit, de ander dat, maar niemand
sprak zijn gevoelen uit. Allen waren doods
bleek en bleven maar naar buiten staren.
Men zag echter niets, zoo nu en dan meende
men echter in de verte te hooren:
Thomas 1 Thomas I
De zonen van Hans Peters waren de een
na de ander vertrokken, om hun vader en
broeder te zoeken, en ook anderen waren hen
met dit doel gevolgd, zoodat weldra de kamer
geheel verlaten was. Alleen de beide vrouwen
waren achtergebleven. Zij beproefden te ver
geefs hare tranen te weerhouden en spraken
geen enkel woord. Op deze wijze waren er
27iuur verloopen. De deur der kamer werd
toen geopend en Hans Peters verscheen op
den drempel. Hij sloeg beurtelings een vra
gende blik naar zijn vrouw en de verloofde
van Thomas en dan weer naar de stoel,
j En onze Thomas? vroeg Marie Peters,
stamelende, want zij zag'dat haar zoon er
niet bij was.
Is hij dan nog niet terug? vroeg de boer,
bevend.
Een verschrikkelijke stilte volgde op deze
vraag, waarop geen der beide vrouwen had
durven antwoorden.
Het is geen weêr om een hond buiten te
sturen en toch heb ik overal geloopen, ieder
gevraagd, honderde malen zijn naam geroepen,
maar alles te vergeefs. O, mijn Godmijn
hart krimpt ineen, en toch blijf ik nog steeds
hopen.
Dit zeggende, liet hij zich op een stoel val
len. Beide vrouwen begonnen hevig te snikken.
O, ik had er een voorgevoel van, zei
vrouw Peters. Ik verheugde mij te veel op
de komst van dezen dag, maar steeds was het
mij in mijn droomen een dag van rouw en
tranen. En daar is nu de rouw al, want mijn
kind is verloren voor altijd verloren
Vrouw, stel u gerust, zei Hans, nadat
hij eenige oogenblikken in diepe mijmering
had doorgebracht. Stel u gerust, bid ik u. Ik
zal uw zoon terugbrengen, als hij ten minste
niet
Hij durfde de zin niet te voleinden, hij
durfde het woord dood niet uit te spreken.
De boer was opgestaan, aangedaan drukte
hij zijn vrouw en Anna de hand. Daarop
begaf hij zich weder naar buiten in de duisternis.
Het geheele dorp was in de weer. De meest
verborgen hoeken en gaten werden doorzocht.
Overal op de heide zag men de lantaarns dei-
zoekenden. Tegen 6 uur in den morgen was
het grootste deel der zoekenden weder in het
dorp terug en ieder vroeg bij zijne terugkomst
„Is hij nog niet terug?" En steeds was het
antwoord: „Neen."
De beide vrouwen weenden en baden, ten
prooi aan een onbeschrijfelijke angst. Ieder
keer als zij iemand hoorde naderen, luisterden
zij aandachtig, maar ieder keer moesten zij
zeggen: „Het is niet de stap van Thomas."
Ook Hans Peters was nog niet terug. Eens
klaps kondigde een dof geblaf van den hond
aan, dat er een bekende in aantocht was.
O, hij is het, riep vrouw Peters uit,
naar de deur snellende.
De deur ging open en Hans bevond zich
tegenover z\Jne vrouw.
Alleen 1 riep deze uit, terwijl zij op de
knieën viel.
Alleen, antwoordde Peters wanhopig.
H.
Twaalf lange jaren waren er verloopen
sedert de noodlottige dag. 12 jaren van droef
heid en rouw. Ieder keer op Kerstmis was
de wonde op nieuw opengereten. Gedurende
al dien tijd was de stoel van Thomas ledig
gebleven en op tet feestmaal van Kerstmis
was Thomas in gedachte op dien zetel geplaatst,
te midden der genoodigden, alsof hij nooit de
ouderlijke woning had verlaten.
De vreemdsoortigste veronderstellingen wer
den gemaakt over de plotselinge verdwijning
van den zoon van Hans Peters.
Er ia niet aan te twijfelen, zeiden somml-
f.yyy
TEXELSCHE